“Dutroux wilde al jaren kooi bouwen”

Marc Dutroux liep al begin jaren negentig rond met plannen om een kooi te bouwen. Dat blijkt uit de uiteenzetting van onderzoeksrechter Jacques Langlois vandaag voor het assisenhof van Aarlen. Langlois ontkende ook dat er druk op hem werd uitgevoerd.

Dutroux haalde zijn idee voor het bouwen van een onderaardse bergruimte van een ex-celgenoot begin jaren negentig, aldus Langlois. Later merkte de ex-celgenoot op dat Dutroux hem ooit zei dat hij zijn slachtoffers “de volgende keer zal bijhouden”.

In ’93 voerde Dutroux uitgebreide werken uit in de kelder van zijn woning in Marchienne-Docherie. Hij maakte er verbindingen tussen verschillende kelderruimten, “om een zwembad aan te leggen”, legde Dutroux later uit. Politiemensen voerden er een huiszoeking uit in 1993, in het kader van een onderzoek naar diefstallen. Sindsdien, zo bleek na uitgebreid speurwerk, zou Dutroux de werken niet meer afwerken.

Marcinelle

Van dan af had hij zijn gedachten op zijn woning in Marcinelle gezet, waar hij in november ’93 begon met een nieuwe opening te maken in een kelderruimte en er een betonnen deur voor metste van zo’n tweehonderd kilo. Pas in mei ’95 maakte Dutroux het gat bovenaan de kelderruimte dicht en installeerde hij een ingenieus verluchtingssysteem en elektrische leidingen in de ruimte.

In juli ’95, dus na de ontvoering van Julie en Mélissa, werd de kooi afgewerkt, onder meer met een kleurentelevisie en een Sega-spelconsole, zei Langlois. Marc Dutroux en/of Michelle Martin schilderden de ruimte in het geel, “omdat dat een plezierig kleurtje is”, merkte Dutroux tijdens het onderzoek op.

Langlois wees ook op de verklaringen van Michelle Martin die zei dat Dutroux de ontvoering van Julie en Mélissa niet gepland had en dat de ruimte om ze in op te sluiten toen nog niet helemaal klaar was.

Druk

Het was de eerste keer dat Langlois, die het onderzoek-Dutroux zeven jaar lang heeft geleid, getuigde voor het assisenhof. In zijn eerste uiteenzetting vanmorgen weerlegde hij meteen de jarenlange kritiek uit de media. “Ik ben formeel: er is bij dit onderzoek geen enkele vorm van druk op mij uitgeoefend, noch uit politionele, politieke of gerechtelijke hoek”, zei hij.

Afgelijnd onderzoek

Langlois heeft altijd getracht om een afgelijnd onderzoek naar het assisenhof te sturen met daarin enkel de elementen over de ontvoerde en vermoorde meisjes. Andere onderzoeken, bijvoorbeeld naar de netwerken, wilde hij buiten dat dossier houden.

Hij weigerde ook bepaalde bijkomende onderzoeksdaden te laten uitvoeren waar de burgerlijke partijen om gevraagd hadden, zoals de analyse van de haartjes die in de kelder in Marcinelle gevonden werden. Ook procureur Michel Bourlet had daarop aangedrongen. Sommige van de burgerlijke partijen uitten al kort na het aantreden van Langlois scherpe kritiek op zijn manier van werken, omdat zij het onderzoek veel meer op eventuele netwerken wilden gericht zien.

Nochtans was het onder Langlois dat in Jumet vruchteloos naar kinderlijken werd gegraven en dat in Forchies-la-Marche zonder resultaat huiszoekingen werden uitgevoerd bij de satanische sekte Abrasax. Maar het was ook Langlois die de ophefmakende verhoren van getuige X1, die Nihoul en Dutroux in pedofilienetwerken situeerde, liet “herlezen” en uiteindelijk dat onderzoek afsloot.

Tijdens het onderzoek kwam hij meermaals openlijk in conflict met de procureur van Neufchâteau Michel Bourlet, die in het proces het openbaar ministerie vertegenwoordigt. Uiteindelijk werd de vete tussen beiden beslecht door een beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling van Luik waardoor het dossier-Dutroux werd afgesplitst van het onderzoek naar de vermeende pedofilie- en mensenhandelnetwerken. Dat laatste onderzoek loopt vandaag nog steeds en is in handen van Langlois.

Langlois kwam in oktober 1996 aan het hoofd van het onderzoek-Dutroux na het fameuze Spaghetti-arrest van het Hof van Cassatie. Jean-Marc Connerotte, die toen onderzoeksrechter in de zaak was, werd door de advocaat van Dutroux gewraakt omdat hij zich partijdig had opgesteld door op een spaghetti-avond ten voordele van Sabine en Laetitia aanwezig te zijn. De komst van Langlois betekende een stijlbreuk voor het onderzoek-Dutroux.

Bron » De Standaard

Connerotte pleit Doutrèwe vrij

Onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte is vanmorgen een eerste keer gehoord in het Dutroux-proces voor het hof van Assisen van Aarlen. In een getuigenis van anderhalf uur heeft hij het verloop van zijn onderzoek naar Dutroux uitgelegd. Hij zei onder meer dat Michel Nihoul er duidelijk een dubbele agenda op nahield.

Connerotte lichtte verschillende delen van zijn onderzoek toe. Op vraag van een van de advocaten van de verdediging bevestigde hij dat zijn collega Martine Doutrèwe tot hetzelfde resultaat zou gekomen zijn als hijzelf, indien zij tenminste over dezelfde informatie zou beschikt hebben. Connerotte gaf een enigszins verwarde en verbitterde indruk tijdens zijn getuigenis.

De onderzoeksrechter haalde een politiedocument aan dat al in juli 1995 werd opgesteld en waarin Dutroux genoemd wordt als potentiële verdachte in de ontvoering van Julie en Mélissa. “Men heeft het daarin over ontvoeringen van kinderen, van handel met het buitenland en zelfs -dat herinner ik me niet zo precies meer- van verborgen bergplaatsen. Ik was onder de indruk van al die informatie.”

“Een onderzoeksrechter die dat document in handen zou gehad hebben, zou net hetzelfde gedaan hebben als ik”, zei Connerotte, waarmee hij de intussen overleden onderzoeksrechter Doutrèwe van alle blaam zuiverde.

Julie en Mélissa

Wat de feiten betreft, zei hij onder meer dat hij verwonderd was geweest dat de meisjes Julie en Mélissa, volgens de verklaringen van Dutroux, honderd dagen in leven zouden kunnen gebleven zijn met slechts een heel klein beetje eten en water. “Een wetsdokter heeft me toen heel formeel gezegd dat een volwassen persoon dat niet meer dan zestig dagen kan volhouden”, legde Connerotte uit.

Tijdens het onderzoek beweerde Dutroux dat de meisjes nog in leven, maar stervende waren toen hij uit voorhechtenis vrijkwam op 20 maart 1996. Tijdens zijn verhoor voor het assisenhof woensdag wijzigde hij die versie en zei hij dat de meisjes toen wel al overleden waren.”

De onderzoeksrechter had het ook over de motieven van de beschuldigden voor het plegen van de feiten. Zo zei Dutroux dat hij Sabine had ontvoerd “om zijn familie te vergroten”. Wat betreft An en Eefje haalde de onderzoeksrechter de verschillende versies aan die Dutroux in de loop van het onderzoek gaf.

Eerst zou Lelièvre ze willen ontvoeren hebben om ze in een netwerk te steken, dan zouden ze ontvoerd zijn door Lelièvre en Weinstein. Ze zouden zijn gedood omdat het onhoudbaar was om ze in hetzelfde huis met Julie en Mélissa opgesloten te houden, zo klonk het verhaal dat Dutroux aan Connerotte vertelde.

Van de moord op Bernard Weinstein kon Connerotte het motief niet achterhalen. Ofwel wilde Dutroux daarmee Julie en Mélissa beschermen, ofwel wilde hij Weinsteins geld stelen. Voor Connerotte is de meest waarschijnlijke verklaring dat Weinstein “een getuige was die te veel wist”.

Voorgeschiedenis

Connerotte benadrukte tijdens zijn getuigenis dat de gerechtelijke voorgeschiedenis van Marc Dutroux, die eerder veroordeeld was voor zedenfeiten uit ’85, één van de redenen was om hem aan te houden en huiszoekingen te bevelen. Een ander doorslaggevend element was volgens hem het verhaal van twee getuigen die de bestelwagen van Dutroux in Bertrix hadden gezien, de dag dat daar Laetitia Delhez werd ontvoerd.

Connerotte benadrukte ook dat het voor hem al vroeg in het onderzoek duidelijk werd dat medebeschuldigde Michel Nihoul dubbel spel probeerde te spelen. Zo bleek Nihoul de BOB van Dinant als tipgever maar de helft te vertellen van wat hij wist. Hij stelde Connerotte voor hem vrij te laten, zodat hij als informant zou kunnen functioneren in het dossier van de verdwijningen van kinderen. Nihoul loog en speelde een kat-en-muisspel, zei de onderzoeksrechter vandaag.

Connerotte haalde ook verklaringen van medebeschuldigde Michel Lelièvre aan waaruit moest blijken dat Michel Nihoul er meermaals bij Dutroux en Lelièvre op zou hebben aangedrongen om in Tsjechië klassemeisjes te gaan halen die in staat zouden zijn om in België in clubs met een zekere standing te werken.

Doodsbedreigingen

Tijdens het korte verhoor vanmiddag zei Connerotte dat hij nooit op de hoogte gesteld werd van de inhoud van de doodsbedreigingen tegen hem. Hij zei wel dat een bepaald persoon, wiens naam hij niet wilde noemen, hem vertelde dat de veiligheidsmaatregelen werden getroffen “door de hiërarchie van de rijkswacht met het doel hem (Connerotte) te controleren en hem onder een stolp te houden”

Op de vraag of er veel druk is uitgeoefend op zijn onderzoek, zei Connerotte dat achttien uur werken per dag, drie slapeloze nachten en een schrijnend gebrek aan personeel allemaal als een zekere vorm van druk kunnen beschouwd worden.

Spaghetti-arrest

Connerotte had het hele onderzoek-Dutroux in handen bij het begin van de zoektocht naar Laetitia Delhez in augustus 1996. Onder zijn bevoegdheid werden de meisjes Sabine en Laetitia uit de kelder in Marcinelle bevrijd. Connerotte werd uiteindelijk van de zaak gehaald ten gevolge van het fameuze spaghetti-arrest van het Hof van Cassatie.

Omdat de onderzoeksrechter aanwezig was geweest op een spaghetti-avond van Sabine en Laetitia, was hij niet langer voldoende onpartijdig om het onderzoek nog te leiden, vond het Hof van Cassatie.

Bron » De Standaard

Michelle Martin getuigt over haar leven met Dutroux

De ondervraging van Michelle Martin heeft deze namiddag weinig verrassingen opgeleverd. De 44-jarige vrouw gaf toe dat Dutroux haar van al zijn ontvoeringen op de hoogte had gebracht en dat ze inderdaad niets had ondernomen om Julie en Mélissa te helpen of te redden.

Martins verklaringen zijn totaal tegenstrijdig met de verklaringen die Dutroux vandaag aflegde. Zo heeft ze het niet één keer gehad over Michel Nihoul, die volgens Dutroux de opdrachtgever van de ontvoeringen was.

Gedurende iets minder dan twee uur heeft assisenvoorzitter Stéphane Goux Michelle Martin ondervraagd. De vrouw sprak zonder aarzeling. Haar stem klonk zeker. Ze omschreef Dutroux als een absoluut despoot. “Leven met Dutroux is als binnentreden in een sekte”, zei ze. Toen ze zag dat Dutroux al haar verklaringen opschreef, moest ze even lachen. “Ha, hij noteert alles”, zei ze.

Haar verklaringen waren totaal in overeenstemming met haar eerdere verklaringen en de akte van beschuldiging van het openbaar ministerie.Uit het verhoor van Martin blijkt dat de ontvoeringen enkel bedoeld waren om aan de behoeften van Dutroux te voldoen. Zijzelf onderging alles, leefde naar eigen zeggen met een panische angst voor Dutroux en kon zich niet aan zijn invloed onttrekken.

“Bang mijn kind te verliezen”

De voorzitter vroeg zich af waarom ze Dutroux slaafs is blijven volgen. “Toen hij mij vertelde dat hij Julie en Mélissa had ontvoerd, was ik hoogzwanger en heb ik het hele gebeuren van mijn eerdere aanhouding herbeleefd”, antwoordde Martin. “De manier waarop ik toen opgesloten werd en uiteindelijk een miskraam heb gehad. Ik ben helemaal dichtgeklapt om deze keer mijn kind niet te verliezen”, legde ze uit.

Martin werd eerder samen met Dutroux veroordeeld voor ontvoering en verkrachting van minderjarigen. Ze beweerde vandaag dat Dutroux haar toen één keer had verplicht om de bestelwagen te besturen terwijl hij een meisje kidnapte om te verkrachten.

“Ik dacht dat hij mij zou vermoorden”

Zelfs toen Julie en Mélissa in de kelder zaten en Dutroux in de gevangenis verbleef, durfde ze niet naar de politie te stappen. Ze kon het echter ook niet aan om de kinderen te eten te geven, zoals Dutroux haar had opgedragen: “Ik kon me niet inbeelden dat die kinderen zouden sterven. Ik had enorm veel schrik en was totaal verlamd. Toen ik de poort van de kooi uiteindelijk toch opendeed en die uit de hengsels viel, dacht ik dat Dutroux mij zou vermoorden, ook al zat hij toen in de gevangenis.”

“Dutroux vermoordde An en Eefje”

Over de ontvoering van An en Eefje verklaarde Martin dat Dutroux op een nacht kwam aankloppen met de boodschap: “Ik heb er nog twee anderen.” Hij had hen ontvoerd omdat hij Julie en Mélissa, die toen ook in Marcinelle opgesloten zaten, te jong vond.

Martin herhaalde dat, volgens haar, Dutroux samen met Weinstein de twee Limburgse meisjes heeft vermoord. Dat had Dutroux haar tenminste verteld. Dat moet een tiental dagen na hun ontvoering gebeurd zijn, denkt Martin. “Dutroux zei dat het te veel werd met die vier meisjes in dat huis”, aldus Martin.

Martin vertelde ook dat Dutroux haar over de moord op Weinstein vertelde toen ze op het kraambed lag: “Ik heb goed en slecht nieuws. Het goede is dat ik je een mobilhome gekocht heb, het slechte dat ik Weinstein heb moeten uitschakelen”, zo zou Dutroux gezegd hebben.

“Ik betreur wat er gebeurd is”

Aan het slot van haar ondervraging richtte Martin zich naar de ouders van de slachtoffers. “Ik betreur oneindig wat er gebeurd is”, zei ze hen.

Bron » De Standaard

Lelièvre pleit Nihoul vrij

Ook de anderhalf uur lange ondervraging van Michel Lelièvre heeft geen verrassende elementen opgeleverd. Een bij momenten nerveuze Lelièvre bekende, net zoals in zijn eerdere verklaringen, zijn betrokkenheid bij de ontvoeringen van An en Eefje en Sabine en Laetitia. Net als Michell Martin zei hij dat Nihoul niets met de ontvoeringen te maken had.

Lelièvre geeft betrokkenheid toe

Tijdens de ondervraging van Lelièvre werd het beeld van de drugsverslaafde met een moeilijke jeugd bevestigd. Toch weigert Lelièvre zichzelf te beschouwen als een slachtoffer in dit dossier. Hij bevestigde wel het beeld van Dutroux als de dominante manipulator. “Hij heeft een manier om de dingen te verwoorden waardoor je begrijpt dat je geen verdere vragen mag stellen.”

Lelièvre benadrukte ook dat hij niets te maken had met de ontvoering van Julie en Mélissa. Toen Lelièvre Dutroux op die verdwijning wees, reageerde Dutroux met “Ik ben niet de enige die in België dat soort dingen doet”, aldus Lelièvre.

“Na de ontvoering van An en Eefje was ik volledig in de war. Toen Dutroux in december 1995 werd gearresteerd, voelde ik me dan ook bevrijd. Ik dacht dat, gezien de feiten waarvoor hij veroordeeld was en wat hij intussen had gedaan, hij lange tijd zou binnenzitten. Maar toen Dutroux in het voorjaar van 1996 opnieuw vrijkwam, is alles herbegonnen.” Daarna pleegden Lelièvre en Dutroux nog samen de ontvoeringen van Sabine en Laetitia.

Lelièvre benadrukte dat Nihoul niets te maken had met de ontvoeringen en dat de drugs die hij van Nihoul kreeg niet mogen beschouwd worden als een betaling voor die ontvoeringen.

Omstreeks 17.40 uur rondde voorzitter Stéphane Goux het verhoor van Lelièvre af en begon hij met een deel van de ondervraging van Michel Nihoul. Die rammelde in sneltempo de zes ontmoetingen af die hij volgens hem met Dutroux gehad heeft. Hij ontkende in alle toonaarden ook maar iets te maken te hebben gehad met de ontvoeringen.

De drugsfeiten hadden volgens hem alles te maken met zijn werk als tipgever van de BOB van Dinant. Verschillende keren liet hij in dat verband de naam vallen van zijn contactpersoon, rijkswachter Gérard Vanesse, die intussen overleden is.

De zitting werd even voor 18 uur beëindigd. De ondervraging van Nihoul wordt morgen voortgezet.

Bron » De Standaard

Dutroux schuift schuld in schoenen Nihoul

Op de derde dag van het proces-Dutroux is hoofdverdachte Marc Dutroux vanmorgen ondervraagd. Die kroop meteen in de slachtofferrol en schoof de schuld op Michel Nihoul. “De ontvoering van An en Eefje was een opdracht van Nihoul. Hij had me met de dood bedreigd omdat ik hem had laten geloven dat ik Julie en Mélissa naar een ander netwerk had laten vertrekken”, aldus Dutroux.

Dutroux, die rechtstaand het woord voert, verontschuldigde zich eerst voor het feit dat hij maandag enkele keren indutte tijdens de zitting. “Ik had gezondheidsproblemen, maar die zijn nu opgelost. Ik bied mijn excuses aan aan iedereen die dacht dat ik de debatten niet volgde”, verklaarde hij.

Vervolgens kroop Dutroux meteen in de slachtofferrol. Hij verwees naar de moeilijke jeugd die hij heeft gekend. “Het was altijd hetzelfde probleem. Mijn moeder steunde me niet en mijn vader had het moeilijk om mij te aanvaarden als zoon”, aldus Dutroux. “De vakanties waren verschrikkelijk. Bij een vakantie in Middelkerke kreeg ik in tegenstelling tot andere kinderen geen ijs omdat mijn moeder me te dik vond. Beeldt u zich eens in wat dat is voor een kind”, klonk het.

Kelder voor werktuigen

Sinds zijn aanhouding heeft Dutroux alleen over zijn misdaden gesproken tijdens debatten achter gesloten deuren, voor de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling, ofwel tijdens verhoren met speurders. Vandaag spreekt hij voor het eerst in het openbaar.

Dutroux verklaarde dat hij een schuilkelder heeft gemaakt in zijn huis in Marcinelle. Die diende aanvankelijk om zijn werktuigen in op te bergen. Bij een eerdere huiszoeking was hij zijn spullen kwijtgespeeld en voelde hij zich naar eigen zeggen “geamputeerd”. “Ik wilde mijn nieuwe spullen opbergen”, aldus Dutroux.

Wederdienst voor Nihoul

De schuilkelder kreeg echter een andere bestemming in juli 1995. Toen trof hij plots in zijn huis de twee jonge meisjes Julie en Mélissa aan in het gezelschap van Lelièvre, Weinstein, Nihoul en Michelle Martin. “Mijn vrouw vertelde me dat we hen enkele dagen thuis gingen houden. Ik wist niet dat zij waren ontvoerd want ik had geen televisie gekeken”, aldus Dutroux. Hij beweert dat het om een wederdienst ging voor Nihoul, die er op zijn beurt voor gezorgd zou hebben dat Dutroux niet vervolgd werd.

“Na enkele dagen stelde ik vast dat Weinstein met Mélissa had ‘gespeeld’, zoals hij dat zelf noemde. Ik keurde dat af. Hij (Weinstein) verklaarde dat dat niets was in vergelijking met wat hen te wachten zou staan bij Nihoul en co. Ik stemde er daarna mee in om met Weinstein en Martin af te spreken om Lelièvre te doen geloven dat Julie en Mélissa aan een ander, fictief netwerk waren uitgeleverd”, verklaarde Dutroux in een poging om de aanwezigheid van de meisjes in zijn schuilkelder te rechtvaardigen.

Dutroux gaf ook een nieuwe versie over de dood van Julie en Mélissa. Daarin legt hij de schuld voor het overlijden van de meisjes opnieuw bij anderen. Hij verklaarde dat hij vóór zijn arrestatie van 6 december 1995 eten had gekocht voor de twee Luikse meisjes, “voor 1 maand ver”. Hij zou zijn vrouw Michelle Martin 5.700 euro (destijds zo’n 230.000 frank) hebben gegeven om zich over de kinderen te ontfermen.

Hij verklaarde dat hij verwacht had de kinderen levend aan te treffen na zijn vrijlating in maart 1996. “Maar zij waren al overleden”, aldus Dutroux. Assisenvoorzitter Stéphane Goux merkte op dat Dutroux in het verleden had verklaard dat de kinderen nog leefden toen hij thuiskwam en dat hij heeft geprobeerd de stervende meisjes te redden. Dutroux zei daarop dat hij gelogen had “om anderen te beschermen”.

“Ontvoering An en Eefje was opdracht van Nihoul”

“De ontvoering van An en Eefje was een opdracht van Nihoul. Hij had me met de dood bedreigd omdat ik hem had laten geloven dat ik Julie en Mélissa naar een ander netwerk had laten vertrekken”, aldus Dutroux.

Dutroux kwam met nog meer nieuwe elementen op de proppen. Zo zegt hij dat de ontvoering van An en Eefje samen met twee “politieagenten” of “mensen van de ordediensten” is gebeurd. Dutroux beweert dat hij de avond van die ontvoering in een bestelwagen met één van de “politieagenten” zat, terwijl Lelièvre met een andere “politieagent” in zijn Citroën CX voorop reden. “Plots stapten twee meisjes die aan het liften waren in de CX”, vertelt Dutroux.

Hij beweert ook dat Lelièvre en één van de “politieagenten” de twee meisjes in de bestelwagen in de duinen misbruikt hebben. Vervolgens was het de bedoeling om hen met de bestelwagen mee te geven aan de “politieagenten”. Zij zouden met hen naar Brussel rijden, maar door de panne van de CX is dat niet gebeurd, aldus Dutroux. Uiteindelijk belandden An en Eefje in Marcinelle.

Dutroux beweert voorts nog dat hij dacht dat de meisjes zich in het netwerk zouden moeten prostitueren. “Ik wist niet dat ze zouden moeten sterven. Ik wil trouwens zeggen dat ik het heel spijtig vind dat de meisjes gestorven zijn”, aldus nog Dutroux.

“Ontvoeringen Sabine en Laetitia ook bevel van Nihoul”

Ook de ontvoeringen van Sabine Dardenne en Laetitia Delhez waren bevelen van Michel Nihoul, vervolgde hij. “Maar toen Sabine een paar dagen bij me was, ben ik van idee veranderd. Ik wilde ze bij me houden, want ik gaf haar wat affectie.”

“Ik heb opnieuw aan Nihoul gezegd dat ik ze aan een ander netwerk had gegeven omdat ze te lang gewacht hadden om haar te komen afhalen. Daarom heeft Nihoul mij vervolgens verplicht om snel een ander meisje (Laetitia, nvdr) te ontvoeren. Ik stond onder zware druk”, aldus Dutroux.

De beschuldigde legde uit dat hij in die periode depressief was en soms van humeur veranderde. De ene keer deed hij wat Nihoul van hem verlangde, de andere keer kwam hij tegen hem in opstand en wilde hij de kinderen niet meer afgeven.

Dutroux ontkende ook zijn kompaan Bernard Weinstein te hebben vermoord. Toen hij terug kwam uit voorhechtenis, zou Gérard Pinon hem hebben gezegd: “Ga aan je vrouw vragen wat er met Weinstein is gebeurd”, zo beweerde Dutroux. Michelle Martin zou hem gezegd hebben dat Pinon haar zou verplicht hebben om Weinstein slaapmiddelen toe te dienen. Vervolgens zou Pinon Weinstein levend begraven hebben, aldus nog Dutroux.

Bron » De Standaard