“Belgische Staatsveiligheid is zoals Jansen en Janssen”

“James Bond zou geen Belg kunnen zijn. Jansen en Janssen wel.” Alain Winants, de voormalige administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, heeft uitgehaald naar het volgens hem schrijnende gebrek aan belangstelling die de politieke overheden volgens hem sinds jaar en dag voor de dienst betonen.

Winants deed zijn uithaal vanochtend in de marge van een persconferentie waarop het boek ‘De Geheimen van de Staatsveiligheid’ van De Tijd-journalist Lars Bové werd voorgesteld. Ook de voorganger van Winants, Koen Dassen was aanwezig.

“In België is er een totaal gebrek aan inlichtingencultuur”, zei Winants. “James Bond zou geen Belg kunnen zijn. Jansen en Janssen wel.” Volgens Winants is de politiek grotendeels verantwoordelijk voor de verwaarlozing waar de Staatsveiligheid sinds vele jaren mee kampt.

In zijn boek hekelt Bové onder anderen de volgens hem “overdreven cultuur van geheimhouding” van de dienst. Maar volgens Winants zijn de echte of vermeende disfuncties van de dienst waarover het boek handelt, grotendeels aan dat gebrek aan belangstelling van de politiek toe te schrijven.

Bové beschrijft onder anderen hoe de Staatsveiligheid niet genoeg mensen en middelen heeft om de vele vips die ter gelegenheid van EU- en Navo-toppen naar ons land komen, adequaat te beschermen. Amateurisme bij de beveiliging is daarvan het gevolg. De dienst zou 750 personeelsleden moeten tellen als het kader volledig is maar tot op vandaag werken er slechts 600.

De dienst heeft – aldus het boek – ook niet genoeg budgetten om zijn informanten te betalen. De controle op het gebruik van die informanten zou bovendien mank lopen.

Als voorbeeld wordt in het boek geciteerd dat een aantal van de informanten van de Staatsveiligheid zou werken bij telecomoperatoren. Zij zouden hun beroepsgeheim geschonden hebben om illegaal telefoongegevens aan de Staatsveiligheid door te spelen als inspecteurs van de Staatsveiligheid daar om vragen. De bevoegde ministers en de regering zouden niets van die praktijken weten.

Het Comité I dat de inlichtingendiensten controleert, stelde in zijn jaarverslag van 2010 dergelijke feiten vast. Sindsdien niet meer. Daar is een reden voor. Sinds september 2010 is het verkrijgen van telefoongegevens door de Staatsveiligheid namelijk wettelijk geregeld in de zogenaamde BIM-wet, de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethode.

De Staatsveiligheid heeft jarenlang naar een dergelijk wet gevraagd. Sinds de wet er in 2010 kwam, mag de Staatsveiligheid onder andere op wettelijke manier dergelijke telefoongegevens opvragen en heeft ze geen informanten meer nodig die in de grijze zone opereren.

Paul Van Santvliet, de voorzitter van de BIM-commissie, die de door de Staatsveiligheid gebruikte speciale technieken controleert, zegt wel in het boek dat er nog een strengere controle op de informanten moet komen.

Minister van Justitie Koen Geens, bevoegd voor de Staatsveiligheid, liet vanmiddag weten dat in het regeerakkoord al eerder beslist werd om de opdracht van persoonsbescherming van de Veiligheid van de Staat over te dragen aan de politie. Op die manier zou meer personeel vrij gemaakt worden voor bescherming van vips.

De regering besliste recent ook om 6 miljoen euro bijkomende personeelskredieten voor de Veiligheid van de Staat vrij te maken en 4 miljoen euro aan extra investeringen. Ook de BIM wet wordt nog verfijnd, aldus Geens.

Bron » De Standaard

Staatsveiligheid doet met informanten wat ze wil

Geknoei met fondsen, mollen bij telecombedrijven: er is geen enkele externe controle op de informantenwerking van de Staatsveiligheid. Dat schrijft onderzoeksjournalist Lars Bové in zijn net gepubliceerde boek ‘De geheimen van de Staatsveiligheid’. “De Staatsveiligheid doet te geheimzinnig.”

Onderzoeksjournalist Lars Bové van De Tijd dook voor zijn boek in de wondere wereld van de Staatsveiligheid en inlichtingendiensten van ons land. Bové noemt die “schimmig”. “De Staatsveiligheid doet te geheimzinnig”, vertelt hij in De Ochtend op Radio 1. “Zelfs het aantal mensen dat er werkt, willen ze niet vrijgeven. De Staatsveiligheid heeft ook geen eigen website, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Nederland. De CIA in de VS geeft ook geregeld historische rapporten vrij.”

Ook tegenover de bevoegde minister zijn de inlichtingendiensten niet transparant, klinkt het nog. “Achter de rug van het parlement en de minister doen zij dingen die het daglicht niet mogen zien”, beweert Bové. Hij geeft het voorbeeld van de ‘mollen’ bij telecombedrijven, met wie de Staatsveiligheid jaren werkte om informatie te verkrijgen. “Intussen was men in het parlement nog aan het discussiëren over de vraag of de inlichtendiensten toegang mochten krijgen tot die informatie.”

Geknoei

Sinds 2011 is er een commissie met drie magistraten die die methodes moet controleren. Maar de informantenwerking blijkt daarvan los te staan. “Informanten worden betaald door de Staatsveiligheid, maar er zijn meldingen van regelrecht geknoei met die fondsen. Dat is jarenlang onder de mat geveegd.” Dat terwijl de ‘gewone’ politie erg streng gecontroleerd wordt als ze aan de slag wil met informanten.

De administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, Jaak Raes, zegt in De Tijd geen fan te zijn van meer controle op informanten. “Je moet toch niet plots een controle koppelen aan de gewone manier van inlichtingenwerk. Waar gaan we dan naartoe? Maar ik gedraag me naar de wet. Als het parlement de wet wijzigt, passen we onze werking aan.”

Vertrouwelijkheidscontract

Bové vertelt aan VTM NIEUWS hoe hij aan informatie kwam. “Niet met medewerking van Staatsveiligheid zelf”, zegt de journalist. De Staatsveiligheid wilde hem zelfs een vertrouwelijkheidscontract laten tekenen. “Als ik dat had gedaan, had ik dit boek nooit kunnen schrijven”. Toch sprak hij wel met mensen van de Staatsveiligheid, die als klokkenluider informatie doorgaven.

Bron » De Morgen

Speciale eenheden krijgen extra geld en mensen

De speciale eenheden van de federale politie krijgen 15 miljoen euro extra voor investeringen in materiaal, wapens en gebouwen. Ze krijgen er ook een 50-tal manschappen bij. Dat hebben eerste minister Charles Michel (MR) en minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) aangekondigd na een bezoek aan de speciale eenheden.

Na de antiterreuractie in Verviers in januari gingen er stemmen op om de speciale eenheden meer middelen te geven, ondanks het besparingsbeleid. Nu staat dus vast hoeveel extra geld en mensen de Belgische ‘special forces’ mogen verwachten.

De beslissing past ook in de begrotingscontrole die de federale regering momenteel aan het uitvoeren. Er was al aangekondigd dat er extra middelen zouden vrijgemaakt worden voor veiligheid.

Bron » De Redactie

“Bescherming van staatshoofden en vips één grote knoeiboel”

De Tijd-journalist Lars Bové legt in zijn boek ‘De Geheimen van de Staatsveiligheid’ wanpraktijken bij die Staatsveiligheid bloot. Zo zou de bescherming van staatshoofden en andere vips een knoeiboel zijn in België.

De Staatsveiligheid zou “een op de vier (beveiligings)opdrachten weigeren en zelfs een limobedrijf inhuren door een gebrek aan personeel”, schrijft Bové, die zich heeft gebaseerd op een nooit eerder onthuld rapport van de toezichthouder Comité I.

Het aantal topontmoetingen in Brussel is de laatste jaren sterk gestegen, waarbij de staatshoofden moeten beschermd worden. Maar door een gebrek aan personeel weigert de Staatsveiligheid één op de vier aanvragen. Een ander gevolg is dat het aantal overuren toeneemt. Tussen 2010 en 2013 steeg het aantal overuren boven de 44.000.

Om het gebrek aan personeel te compenseren, worden er inlichtingenofficiers ingeschakeld om bewakingsopdrachten uit te voeren. In sommige gevallen huurt de Staatsveiligheid zelfs limousinebedrijven in.

Alain Winants, de vorige baas van de Staatsveiligheid, acht de vorige regeringen verantwoordelijk voor de wantoestanden. “De regering heeft ons herhaaldelijk extra geld beloofd voor die beschermingsopdrachten, maar we hebben nooit iets gekregen.”

Winants’ opvolger, Jaak Raes, vindt het hoog tijd dat de politie die beschermingsopdrachten op zich gaat nemen. “We moeten deze opdracht naar de politie overhevelen, maar we mogen dat niet overhaast doen”, zegt Raes, die overigens geen probleem ziet in het inschakelen van limousinebedrijven, omdat de protectiedienst van de Staatsveiligheid pas ingezet moet worden “als er een echt veiligheidsrisico is”.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid gaat met informanten over de schreef

Er is geen externe controle op de informanten van de Staatsveiligheid en de inlichtingendienst maakt daarvan misbruik. Dat onthult het boek ‘De geheimen van de Staatsveiligheid’ waarover De Tijd deze week bericht.

Zo heeft de Staatsveiligheid jarenlang achter de rug van het parlement en de regering illegaal gegevens gekregen via informanten die werken bij de telecomoperatoren. Zo kon de Staatsveiligheid zonder enige controle telefoon- en mail-gegevens en internetadressen krijgen. Bovendien was de praktijk illegaal, want de ‘mollen’ bij de telecombedrijven moesten daarvoor hun beroeps- en bedrijfsgeheimen schenden.

Een andere wantoestand gaat bijvoorbeeld over een bedrijfsleider die actief is in een gevoelige technologische sector. Hij voelde zich onder druk gezet door de Staatsveiligheid om onder andere bankgegevens en bedrijfsinformatie prijs te geven.

Daarnaast is jarenlang op verschillende echelons van de Staatsveiligheid geknoeid met geld om informanten te betalen. Sommige informanten kregen ook vergoedingen zonder echt nuttige info te leveren. Bij gebrek aan een interne audit bij de Staatsveiligheid kon het geknoei jarenlang duren.

Sinds 2011 is er wel een commissie met drie magistraten die alle “bijzondere inlichtingenmethodes” van de Staatsveiligheid controleert, zoals het afluisteren van telefoongesprekken of het inbreken in computers. Maar het werken met duizenden informanten controleren ze niet.

De voorzitter van de toezichtscommissie, magistraat Paul Van Santvliet, zegt geen kennis te hebben van misbruiken, maar vindt wel dat er beter een externe controle komt op de informantenwerking van de Staatsveiligheid. Hij verwijst naar de politie, waar de informantenwerking wél streng gecontroleerd en gereguleerd wordt.

De administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, Jaak Raes, is niet gewonnen voor een externe controle op de informanten. “Je moet toch niet plots een controle koppelen aan de gewone manier van inlichtingenwerk. Waar gaan we dan naartoe? Maar ik gedraag me naar de wet. Als het parlement de wet wijzigt, passen we onze werking aan”, stelt Raes.

“De Staatsveiligheid is nooit echt transparant, ook niet tegenover de minister”, getuigt oud-minister Stefaan De Clerck (CD&V). “Hoe de Staatsveiligheid met informanten omspringt, is een gevoelige, explosieve kwestie. Informanten zijn al geen doetjes. En er komt dan nog geld aan te pas. Dat is high risk. Dat wordt ook misbruikt.”

Bron » De Tijd