“Je n’ai plus confiance dans l’enquête”

Pour avoir perdu sa famille au Delhaize d’Alost, qui mieux que David Van de Steen a le droit de parler? David Van de Steen a lu l’interview du procureur général De Valkeneer lundi dans la DH concernant l’enquête sur les tueurs du Brabant: “Pas d’avancée. Il faut espérer un repenti.” Ce n’est pas du pessimisme. Plutôt du réalisme. En tout cas, dans les médias, Christian De Valkeneer ne s’était jamais exprimé de la sorte.

Comment réagit David Van de Steen qui, le 9 novembre 1985, a vu sa mère, sa sœur et son père tués sous ses yeux au Delhaize d’Alost ? David est alors âgé de 9 ans. On tire sur lui à deux moments, d’abord sur le parking, ensuite dans le magasin. Blessé par neuf projectiles, il a survécu. Les tueurs ne l’ont pas eu. Lui, par contre, veut les avoir.

Prescription ou poursuite de l’enquête .”Je ne peux pas accepter l’idée que, dans six mois, la prescription permettrait aux auteurs de vivre hors d’atteinte de la justice. Je peux comprendre que tout le monde se demande : à quoi bon. Regardez les photos au mur : voilà mon père, voilà ma mère et voilà ma sœur Rebecca qui, au moment de mourir, a crié : “Niet schieten, dat is mijn papa.” Ne tirez pas, c’est mon papa. Évidemment qu’il faut continuer. Notre pays ne peut jamais donner à ceux qui ont tué 28 personnes le droit de vivre comme si rien ne s’était passé. J’ai rencontré le ministre de la Justice il y a quelques jours. Koen Geens m’a assuré qu’il reste favorable à la prolongation mais que la décision dépendra du vote au Parlement. Imaginer qu’on donne le droit de vivre sereinement à ces gens-là, c’est inacceptable.”

L’enquête. “Désolé, je n’ai plus aucune confiance dans une enquête dont les derniers mois ont consisté à mettre en cause l’honnêteté du juge Troch (NdlR : basée sur des constatations de l’INCC, cette polémique autour de la découverte des armes de Ronquières) , à suivre cette ridicule (belachelijke ) piste Tinck et à boucler la piste Michel Libert. Ma confiance, elle est partie.”

La direction d’enquête. “Qu’il y ait tant de victimes flamandes et pas un magistrat flamand en charge, ce n’est pas normal. Que l’on enquête depuis Charleroi sur ce qui s’est passé à Overijse, Beersel et Alost, qui peut trouver cela logique?”

Les victimes. “À Charleroi, on semble tenir un double langage. On assure aux victimes que la porte leur sera toujours grande ouverte. Cela, c’est le côté face. Et le côté pile, c’est quand vous arrivez avec des demandes comme je l’ai fait de façon précise, il y a trois ans. Soit on m’a ri au nez. Soit il y a eu des haussements d’épaules, du style: “Tout cela, on l’a déjà fait il y a dix ans.”

Les repentis . “Venir dire qu’il faudra compter sur un repenti qui se mettrait à table : encore une fois, désolé, mais cela fait trente ans qu’on entend cela.”
Les tueurs : “Selon moi, des gens différents qui ont créé des liens artificiels et fait une soupe pas possible via les armes. Et ils ont réussi.”

Le fin fond de sa pensée: “Il y a manipulation. Laquelle, comment, je ne sais pas, mais il y a manipulation, j’en suis sûr. Comment ne trouve-t-on pas depuis 30 ans dans un dossier où il y a des traces grosses comme des pas d’éléphant ? Vous savez, si on ne veut pas voir, on a beau mettre des lunettes, on ne verra pas. Si, comme je le demande, l’enquête est prolongée, il faudra parler de la façon de continuer. On enquête depuis 1982 (attaque de Wavre). Et que sait-on, au fond? Rien!”

Bron » La Dernière Heure

Tueries du Brabant: “Il reste une chance, un repenti qui parle”

Dans une interview exclusive, le procureur général De Valkeneer répond sans concession à toutes les questions sur l’enquête. “La dernière grande chance d’aboutir dans l’enquête sur les tueurs du Brabant, c’est qu’un repenti se mette à table.” Dans une interview-vérité sur l’état de l’enquête, le procureur général De Valkeneer ne cache plus que, 29 ans après le dernier fait (8 morts au Delhaize d’Alost), trouver les auteurs tiendra d’un miracle.

L’actualité récente était pourtant prometteuse: il y a quelques mois, la piste Tinck, qui avait permis aux enquêteurs de remonter vers Libert, avait suscité beaucoup d’espoir. Pas plus tard que samedi, le commissaire Ruth avait déclaré à La Dernière Heure avoir été écarté du dossier “alors qu’on était sur la voie de la solution”.

Aucun progrès spectaculaire n’est pourtant enregistré, admet en substance le procureur général, alors que la prescription aura lieu dans moins de 8 mois: “En termes d’activités ouvertes, l’enquête ne progresse pas beaucoup.” Avec un bémol: “Il y a par contre une assez grosse activité de recueil d’informations, avec des choses intéressantes.”

Christian De Valkeneer admet que la piste Jean-Marie Tinck “n’a plus évolué” (cet homme s’était vanté d’avoir été en lien avec les tueurs du Brabant wallon). Idem pour la piste Michel Libert (une ancienne figure de l’extrême droite néonazie de ces années-là): cette piste “n’a pas non plus évolué”.

Pour Christian De Valkeneer, “dans le dossier Brabant wallon, on avancera si, à un moment donné, quelqu’un qui s’est trouvé dans la périphérie (des tueurs) parle. Et la seule façon d’amener quelqu’un à parler, c’est de lui garantir que cela n’entraînera pas de conséquences judiciaires. S’il reste une grande chance, c’est celle-là.”

Bron » La Dernière Heure

Justitie slaat alarm: “Wij kunnen dit niet langer tolereren”

In de inkomhal van het Brusselse justitiepaleis verzamelden honderden magistraten, griffiers en justitiemedewerkers om hun ongenoegen te uiten over de besparingen bij justitie. Volgens hen komt de rechtsgang in het gedrang, en daarmee een belangrijk aspect van onze democratie. Hieronder leest u de toespraak die Dominique Matthys gaf, voorzitter van de Orde van Nederlandstalige Balies.

Iedere burger heeft recht op een ongeremde toegang tot de rechter, op een transparante, professionele, rechtvaardige en snelle rechtsbedeling. Justitie is een openbare dienst en moet een efficiënt antwoord bieden op de aanspraken van de burger, particulier, ondernemer of andere.

Justitie is echter zoveel meer: de rechterlijke macht is één van de drie pijlers van onze grondwettelijke democratie, en het falen van justitie betekent meteen het deficit van onze rechtsstaat. Door de toegang tot de rechter – een verdragsrechtelijk en grondwettelijk verankerd grondrecht – te bemoeilijken, ja zelfs voor velen onmogelijk te maken, loopt onze individuele vrijheid gevaar.

En nochtans zouden we het moeten weten: de geschiedenis leert ons immers dat het niveau van de toegang tot justitie het beschavingsgehalte van de staat reflecteert. De teloorgang van justitie zet de deur open voor onvrijheid, rechteloosheid en discriminatie en verhoogt de verzuring in de samenleving.

De Justitiebarometer 2014 gaf duidelijk aan dat het geloof van de burger in justitie zoek is, en dat is voor onze democratie een verontrustende vaststelling. Slechts 61% van de bevolking heeft nog vertrouwen in justitie, en meer dan 90% van de bevraagden vindt dat een rechtszaak te lang duurt.

De burger heeft gelijk: onze justitie biedt helemaal geen antwoord meer op de terechte verzuchting van de rechtzoekende: die heeft recht op een modern, efficiënt functionerend gerechtelijk apparaat, dat zorgt voor een betaalbare, transparante, snelle en rechtvaardige oplossing van zijn geschillen.

Vandaag loopt de justitiewagen mank en de advocaten ervaren in hun dagelijkse praktijk tot welke frustratie en welk onrecht dat leidt. Zaken slepen veel te lang aan, justitie betaalt haar leveranciers niet of veel te laat, gerechtsgebouwen verkeren in een staat van bijna-verval, de juridische tweedelijnsbijstand snakt naar adem, de informatisering van de rechtsbedeling staat zo goed als nergens, griffies moeten op artisanale wijze hun administratieve taken vervullen en vacante plaatsen in de magistratuur en bij de griffies raken niet ingevuld.

Mede als gevolg van een jarenlange onverschilligheid van de zijde van de overheid, zijn de budgetten voor de rechtsbedeling langzaamaan opgedroogd. Nooit heeft de overheid prioritair de werkprocessen doorgelicht, de uitrusting gemoderniseerd, de omkadering van het gerechtelijk apparaat geprofessionaliseerd en de werklast verdeeld.

De aangekondigde budgettaire restricties stellen ons niet gerust: in de komende vier jaar moet het justitiebudget met 10% omlaag, in achtereenvolgende besparingen van 4% en vervolgens drie maal 2%. De regering wil kennelijk de begroting van justitie kortwieken: zij vermindert de omkadering, stelt benoemingen uit tot na de nochtans door de wet voorgeschreven termijn, en nog zoveel meer.

Dat kunnen wij niet langer tolereren: justitie moet over de middelen beschikken om op behoorlijke wijze te kunnen functioneren. De advocaten kunnen zich niet vinden in maatregelen die de overheid ondoordacht neemt op grond van blinde economische wetmatigheden. Op de vooravond van de begrotingsbesprekingen luiden wij, advocaten, de alarmbel. Wij doen dat samen met de actoren van justitie, in het uitsluitende belang van de rechtzoekende. Omdat een justitie die behoorlijk functioneert de enige waarborg vormt voor onze fundamentele waarden: vrijheid, gelijkheid, solidariteit, waardigheid en veiligheid.

Wij eisen een bewustwording en responsabilisering van onze politici om de prioriteiten van justitie onder ogen te zien en daartoe aan onze minister van Justitie alle steun en noodzakelijke middelen te geven.

Deze tekst wordt gedragen door de veertien Vlaamse stafhouders:

  • Kathleen Vercraeye, Stafhouder van Brussel-NL
  • Kati Verstrepen, Stafhouder van Antwerpen
  • Hans De Meyer, Stafhouder van Gent
  • Bart Staelens, Stafhouder van Brugge
  • Luc Truyens, Stafhouder van Dendermonde
  • Christian Vandenbogaerde, Stafhouder van Kortrijk
  • Eric Halsband, Stafhouder van Leuven
  • Dirk Van Coppenolle, Stafhouder van Hasselt
  • Eric Schellingen, Stafhouder van Tongeren
  • Eddy Van Daele, Stafhouder van Mechelen
  • Lieven De Moor, Stafhouder van Oudenaarde
  • Egied Wouters, Stafhouder van Turnhout
  • Francis Ver Elst, Stafhouder van Ieper
  • Joachim Van Speybrouck, Stafhouder van Veurne

Bron » De Wereld Morgen

Opinie: Justitie is een product geworden, nu nog naar de beurs

Psychoanalyticus Paul Verhaeghe zou de aanhef van het Justitieplan van Koen Geens lezen: “Goede rechtsbedeling is voor een samenleving even vitaal als een goede gezondheidszorg voor haar burgers.” Net als de wachtkamer van een huisarts of de operatiekamer van een ziekenhuis is justitie inderdaad geen gewoon bedrijf. Vandaag is het in justitie Alarmdag van de zwarte toga’s, die op straat komen in Brussel. Vergelijk die zwarte woede gerust met de witte woede die al zoveel vaker tegen blinde besparingen op straat kwam.

In het charmeoffensief van zijn inleiding vraagt Geens aandacht “voor de minstbedeelden die vaak moeilijkheden hebben om de weg naar recht en gerechtigheid te vinden”. Terecht. Maar veel verder zou Paul Verhaeghe niet moeten lezen om ook in het Justitieplan-Geens alles te vinden wat onze zorgsector en onderwijs zo ziek maakt, en zelfs méér.

Nee, ik staar me niet blind op het nieuwe Latijn van input en output, taxatie-instrumenten, optimalisering, auditing en monitoring want een dosis verkoelende technocratie kan onze overhitte en warrige justitie wel gebruiken. De vraag zal dan vooral zijn of de nieuwe managers van justitie wel zoveel verschillen van de oude chefs. En of het machtsdenken en het corporatisme het in de piramide van het Poelaertplein weer zal halen op het basiswerk voor de rechtzoekende.

In justitie zijn nog nooit zoveel rechters aangesteld om géén vonnis te maken: enkel om de productielijn te bewaken. In een bedrijf waar interne democratie onbekend en ongewenst blijft, garandeert een nieuwe elite misschien weer de oude bevoogding en ontmoediging – en nieuwe verspilling. Maar het plan-Geens faalt fundamenteel elders. Het faalt in wat de ziel van justitie is, als énig departement met de naam van een deugd: gerechtigheid.

Twee toepassingen van de neoconservatieve ideologie (soft voor de machtigen, bikkelhard tegen de kleintjes) springen in het oog waar het sociale gelaat van justitie verwacht werd.

Onder de leuze ‘sneller en goedkoper’ wordt de rechter bij invordering van facturen zo goed als buiten spel gezet. Tot dusver moest een schuldeiser nog eerst en vooral de rechtmatigheid van zijn factuur bewijzen en werd de aangesproken schuldenaar voor zijn eerstelijnsrechter opgeroepen.

Die procedure wordt nu radicaal omgekeerd via het ‘betalingsbevel’ – een voorstel van onder anderen Matthias Storme en Martine Taelman waar het hele middenveld van vakbonden en welzijnswerkers al sinds 2004 succesvol weerstand tegen bood. Ook Unizo was zich bewust van de kwetsbaarheid van haar juridisch onmondige groep kleine middenstanders.

Met dat ‘betalingsbevel’ zullen gerechtsdeurwaarders de hele procedure kunnen overslaan en beslag kunnen leggen op basis van een “machtiging, langs elektronische weg verkregen door een centrale autoriteit”. Dat laatste lijkt wel Newspeak uit het boek 1984. Een groter cadeau kon de lobby van gerechtsdeurwaarders annex incassokantoren zich niet indenken: die semi-privatisering van justitie wordt een gerechtelijke Uplace waar machtigen met een procedurevoorsprong starten en de kleintjes geweerd worden.

Bij uitstek op een moment dat ook steeds meer werkenden budgetproblemen hebben en starters kwetsbaar zijn zal die nieuwe juridische overvaltactiek tot onbegrip, verbittering en verpaupering leiden. Ook op een juridisch kerkhof bouw je nochtans geen economie en geen samenleving.

Door een aangescherpte Afkoopwet voelt de modale burger zich nog elders bekocht. Zelfs voor corruptie kan een blanco strafregister uit de brand worden gesleept en dat wordt nu een recht in plaats van een gunst.

Minister Geens heeft gisteren zijn tekst in de Kamer “licht bijgestuurd”, maar het verleden bewijst dat de Afkoopwet niet gereserveerd werd voor dossiers waar justitie uit tijdnood eieren voor haar geld moest kiezen. Koen Geens weigert twee elementaire aanpassingen van die karaatjustitie. De eerste is dat de fraudeur het onderhandelen kan rekken tot tijdens cassatie. Daarenboven beschikt de Belgische rechter hier nog altijd niet over de controle die zijn Amerikaanse collega wél heeft op een deal die daar “fair and balanced” moet zijn.

Koen Geens presenteerde woensdag een indrukwekkende cataloog met veel vernieuwende voorstellen maar vergist zich hier misschien vanuit zijn eigen leefwereld. De wereld bestaat uit iets anders dan topadvocaten en vennootschappen. Gewone mensen weten niet – zoals professor Geens – wat recht is, maar voelen wel feilloos aan wat onrecht is.

Deze regering heeft al een abonnement van falen op de rechtvaardigheidstest. Daar is nu een nieuwe aflevering aan toegevoegd. Uit de regeringsverklaring bleek al dat justitie een product wordt met een prijs. Met de vredegerechten worden – net als in Bpost – de kleine loketten gesloten. Straks kan het bedrijf justitie dus naar de beurs.

Bron » Jan Nolf | De Morgen

Analyse: Hoeveel van zijn voorstellen kan Geens realiseren?

Zelfs critici geven minister van Justitie Koen Geens (CD&V) het voordeel van de twijfel wat zijn lijvige Justitieplan betreft. Hij mag dan wel ambitie hebben: groen licht heeft hij nog niet. Klaart Koen de Klus?

Zelfs al wordt het maar voor driekwart uitgevoerd, dan nog zal Koen Geens’ Justitieplan een revolutie betekenen in de gerechtelijke wereld. De huidige minister van Justitie wil een hele batterij kwalen aanpakken waar al jaren op gesakkerd wordt. Doel? Een efficiëntere en rechtvaardigere justitie.

Op procedureel vlak maakt de minister komaf met een aantal nutteloze procedures en dijkt hij het hoger beroep in. Banditisme en aanverwanten komen niet meer voor het hof van assisen, de raadkamer gaat grotendeels op de schop. En tot slot moet ook een aantal gerechtsgebouwen eraan geloven: er zijn gewoon te veel zittingsplaatsen.

“U ziet, we hebben de pijl hoog geschoten, hopelijk zal hij niet te veel dalen”, zei Geens gisteren in de Kamercommissie Justitie. Dat is de essentiële vraag. Geens zal zowel de politiek – zijn coalitiepartners – als het veld moeten meekrijgen.

Open VLD en N-VA reageerden gisteren alvast voorzichtig positief en zien allebei elementen die hún partij heeft aangebracht. Maar dat wil niet zeggen dat ze het hem gunnen om heel zijn plan binnen te halen. En dan is er natuurlijk nog de MR. Opvallend: ook de magistratuur houdt de deur open.

Een bewierookt plan is één ding, de werkelijkheid een ander. Uitgerekend morgen verzamelen in Brussel een hoop magistraten om te protesteren tegen het nijpende personeelstekort en de gevolgen van de besparingen.

Bron » De Standaard