De Bende van Nijvel vermoordde de vader van Nathalie en Diederik Palsterman: “Ik wéét dat de waarheid aan het licht gaat komen”

Chris Bonkoffsky dé wending in het onderzoek? Daar geloven ze niet in. Diederik en Nathalie Palsterman hopen eerder op de toekomst om eindelijk te weten wie de Bende van Nijvel was, die hun vader 32 jaar geleden vermoordde. “De gedachte dat mijn eigen kind zo’n verdriet zou moeten meemaken, is ondraaglijk.”

Wat voorafging

Ex-rijkswachter Chris Bonkoffsky zou op zijn sterfbed aan zijn broer bekend hebben dat hij de Reus van de Bende van Nijvel was, schreef deze krant op 21 oktober van dit jaar. De Bende schokte België in de jaren 80 met een reeks moorden en overvallen, waarbij 28 doden en minstens 40 gewonden vielen. Tot op vandaag is niet bekend wie er achter de Bende schuilging.

Het nieuws over Bonkoffsky leek dé doorbraak in het onderzoek te worden, ook voor Nathalie en Diederik Palsterman. Hun vader Jan werd in 1985 door de Bende vermoord op de parking van de Delhaize in Aalst. Sindsdien hopen ze dat de waarheid ooit nog aan het licht komt.

Het is een woonkamer die warm is en waar koffie en pralines op de tafel staan. Ergens tikt een klok de dag weg. Een knalrood kussen in het hoeksalon is bedrukt met ‘knuffels’ en in een andere zetel doet de golden retriever hard zijn best om even niet te slapen. Niets in deze heel gewone woonkamer doet denken aan een drama. Maar het drama was er wel, 32 jaar geleden, in deze familie, in deze stad.

Op 9 november 1985 om half acht ’s avonds werd Jan Palsterman vermoord. Hij was de vader van Diederik en Nathalie Palsterman, die hier aan tafel zitten in dit huis in Aalst. Op de parking van de Delhaize kreeg hij een kogel in het hoofd van iemand van de Bende van Nijvel. Wie die iemand was, weten de Palstermans nog altijd niet. Net zomin als wie de Bende was.

Diederik Palsterman werkt in de drukkerij in Lokeren waar ook De Morgen wordt gedrukt, maar op 20 oktober van dit jaar had hij de kranten van de dag erop niet van de persen zien rollen. Het was in zijn eigen huis, de volgende ochtend bij het ontbijt, dat hij in Het Laatste Nieuws dit bericht las: de zogenaamde Reus van de Bende zou Chris Bonkoffsky zijn, een ex-rijkswachter uit Aalst. Dat zou hij aan zijn broer bekend hebben toen hij op zijn sterfbed lag.

Met dat nieuws werd de perceptie gecreëerd dat we misschien eindelijk te weten zouden komen wie de Bende was. Ondertussen zijn die verwachtingen weer weggedeemsterd. Hoe hebben jullie die nieuwe wending in het onderzoek beleefd?

Diederik Palsterman: “Ik dacht direct: daar zijn ze weer. Herinner u het verhaal van Jean-Marie Tinck (die in mei 2014 werd aangehouden en mogelijk het raadsel van de Bende zou kunnen oplossen, red.). Dat spoor is allang weg. Het enige wat ze hadden, was een vage bekentenis die hij op een boot gedaan had.

“Of Patrick Pilarski, wie spreekt daar nog over? Die dook in september van dit jaar op, maar ondertussen heeft niemand het nog over hem. En nu zou het Bonkoffsky zijn? Ach, de onderzoekers hebben niks. Niks. Voor mij is de vraag dus: wanneer gaan ze nu eindelijk met iets concreets komen? Ze zitten nochtans in de goede richting. Ze durven ten minste al uit te spreken dat de rijkswacht en extreemrechts erbij betrokken waren. Dat is al iets.”

Is dat de piste waarin jullie geloven?

Nathalie Palsterman: “Het is op zijn minst een piste die men volledig moet uitspitten. Het onderzoek is gedwarsboomd, dat hebben wij altijd gezegd. Er mogen dingen niet aan het licht komen. Daarom zijn we dit jaar begonnen met een crowdfunding om het dossier door onafhankelijke experts te laten doorlezen, zonder inmenging van politiek of justitie.”

Er waren berichten over de Nederlander Peter van Koppen die het dossier als onafhankelijke zou bekijken. Hij is hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam en loste eerder moeilijke moordzaken op. Van Koppen werd verzocht een raming te maken en schatte de kostprijs voor zijn werk op 900.000 euro.

“Hij heeft zijn diensten zelf aangeboden,” zegt Nathalie Palsterman, “maar alle opties moeten grondig bekeken worden. Wanneer het uiteindelijke verzoekschrift ingediend wordt, is het de onderzoeksrechter die erover beslist.”

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft gezegd dat de kosten door Justitie zullen worden gedragen, wat wettelijk ook niet anders kan. De crowdfunding van de Palstermans zal dan niet meer nodig zijn.

Een onafhankelijke blik op het onderzoek naar de Bende zou veel voor jullie betekenen?

Nathalie: “We moeten met onze voeten op de grond blijven: het is geen garantie. Maar voor mij is het wel de laatste kans. Ik vind het heel belangrijk om te kunnen zeggen dat we hebben gedaan wat we konden doen. Ik zie het ook als een soort van proefproject. Als het lukt, hoop ik dat men het ook voor andere onopgeloste zaken in België kan implementeren.

“Wat ik wel wrang vind, is dat één persoon, de onderzoeksrechter, kan beslissen of het dossier al dan niet door een onafhankelijke kan worden bekeken. Dat geldt ook voor alle tips die binnenkomen bij het gerecht, bij de politie of bij ons. Niet de onderzoekers bepalen of een tip wordt onderzocht, wel de onderzoeksrechter. Ik begrijp dat het de wet is, maar dan vind ik het een slechte wet.”

Waarom is het 32 jaar later nog altijd zo belangrijk voor jullie om te weten wat er exact gebeurd is met jullie vader?

Diederik: “Omdat er van alles gesuggereerd is geweest. Sommige journalisten schreven dat er een reden was waarom hij vermoord werd, want voor zijn werk was hij in Zaïre (zoals Congo toen werd genoemd, red.) geweest, en dus was hij een diamantsmokkelaar. Sommige journalisten schreven dat mijn moeder de opdrachtgever van de Bende van Nijvel was, omdat mijn ouders net gescheiden waren. Tegen zulke berichten kun je niks doen. Je moet ermee leren te leven.”

Nathalie: “Zelfs van David (Van de Steen, die bij de overval in Aalst op 9 november zijn beide ouders en zusje vermoord zag worden door de Bende, red.) hebben we op een gegeven moment de vraag gekregen of onze moeder er iets mee te maken kon hebben. Het zou wel hallucinant zijn als ons va het doelwit geweest zou zijn.”

Diederik: “Ja, het zou heel straf zijn als ons va erbij betrokken was.”

Nathalie: “Als werfleider had hij wel in het buitenland gewerkt, maar bij zijn terugkomst had hij vijf kinderen om voor te zorgen. Hij was een gewone huisvader, en we leefden sober, zonder luxe. We hadden geen telefoon of internet. Doe het dan maar eens, diamantsmokkelaar zijn. Bovendien zouden we dan wel een ander leven hebben gehad.”

Diederik: “Mijn echtgenote heeft me geleerd om niet kapot te gaan aan dat soort van berichten. Ze heeft me gezegd: ‘Blijf bij jezelf. Wat weet jij over je vader? Wat is je gevoel?’ Het plan was eigenlijk om in de namiddag naar de Delhaize te gaan, niemand kon weten dat we er om halfacht zouden arriveren. Dat zijn de feiten. En wij weten hoe ons va was.”

Er is ook geschreven dat het vreemd was dat jullie net die avond naar de Delhaize gingen, want daar gingen jullie nooit naartoe.

Diederik: “Dat klopt, wij gingen altijd naar de Aldi, die was dichterbij. Maar onze zus Irena had die dag babypoeder nodig voor haar baby’tje, en waarschijnlijk hadden ze dat merk alleen in de Delhaize.”

Nathalie: “De man van Irena zat in het buitenland, en ze had die namiddag aan ons va gevraagd of hij met haar naar de Delhaize wilde rijden. Maar ze zijn blijven hangen, om spelletjes te spelen en te kaarten, en dus zijn ze veel later vertrokken. Ik was niet thuis, ik was aan het werken.”

Mijnheer Palsterman, u was twaalf, en hebt alles meegemaakt.

Diederik: “We waren nog maar enkele minuten binnen in de Delhaize, we hadden onze boodschappen al gedaan, denk ik, en ineens brak er paniek uit. Mensen huilden en riepen, glas brak. Ik dacht: ‘Ik moet naar de parking, want vader is daar.’ Maar toen kwam er een man die tegen mij en Irena zei: ‘Kom, we gaan ons verstoppen.’ In feite heeft die man mijn leven gered. Eind 2015 heb ik aan de speurders gevraagd uit te zoeken wie hij was, zodat ik met hem kon praten. Maar enkele dagen na Nieuwjaar kreeg ik telefoon met de mededeling dat hij pas was overleden.”

Waarom hebt u daar zolang mee gewacht?

Diederik: “Eigenlijk is alles bij mij maar losgekomen met de mogelijke verjaring van het dossier in 2015. We moesten onze vraag om het dossier niet te laten verjaren toelichten bij minister Geens. Ik had op voorhand een brief geschreven. De laatste zin was: ‘Als u die verjaring laat gebeuren, dan geeft u het signaal dat de feiten niet gebeurd zijn, en dan vraag ik aan u: wanneer komt mijn vader naar huis?’

“Toch was het dubbel. Het onderzoek werd met tien jaar verlengd, maar als het dossier wel verjaard was, hadden de speurders al mogen praten. Dan hadden we nu misschien veel meer geweten. Maar ik spreek vooral als slachtoffer. Iemand die deelgenomen heeft aan de Bende en ongestraft zou blijven, dat kun je toch niet verantwoorden? Daders moeten toch ten minste het gevoel hebben dat ze gepakt kunnen worden?

“Toen het dossier dreigde te verjaren, wilde ik ook weten wat er juist gebeurd was op die parking. Geen enkel verhaal in de pers daarover klopt.”

Hoe is uw vader dan wel juist gestorven?

Diederik: “Ik weet perfect waar zijn auto stond toen ze op hem schoten. Hij reed in de richting van het gevaar.”

Nathalie: “Ze hadden ons dat moeten zeggen. (met tranen in de stem) We hebben daar twintig jaar mee rondgelopen en nooit heeft iemand ons verteld wat er werkelijk is gebeurd.”

Diederik: “Het was zogezegd het geheim van het onderzoek, maar ik moest en zou het weten. In het ene artikel stond dat hij drie kogels had gekregen, in het andere artikel was het een genadeschot.”

“Dit is er echt gebeurd: mijn vader is het tweede deel van de parking opgereden, en terwijl hij aan het rijden was, is er vanop 18 meter op hem geschoten. Hij moet het gezien hebben, want hij heeft nog geprobeerd zich te bukken terwijl hij reed. Daarom is de kogel achteraan door de ruit gegaan. Het was een cartouche die geladen was met twaalf loden bollen van 9 millimeter. Drie bollen zijn in zijn hoofd terechtgekomen.”

Nathalie: “(snikt) Hij moet het ergens beseft hebben, want er is ons ook gezegd dat hij een zakdoek met bloed op in zijn hand had.”

Diederik: “Hij heeft nog geprobeerd het te stelpen.”

Nathalie: “Dat hebben we ook nooit geweten. Terwijl het al een hele tijd in het dossier zat. Maar nooit hebben wij iemand van de speurders uit Dendermonde gezien.”

Diederik: “Sommigen van die cel hebben spijt. Ze beseffen dat ze aandacht voor de slachtoffers gehad hadden moeten hebben.”

Nathalie: “Als minderjarigen hadden we geen recht op informatie. Maar het is net alsof ze dachten dat wij altijd kinderen zouden blijven.”

Hoe is het contact met de andere nabestaanden?

Nathalie: “Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Overijse, Aalst, het is allemaal anders. We hebben altijd vooral contact gehad met David. Ik bewonder hem. Hij is enorm sterk. Maar als ik een gouden tip had, zou ik er nooit mee naar de pers gaan. (Ze verwijst naar Jef Vermassen, advocaat van David Van de Steen, die begin november in de media verklaarde dat er een gouden tip was binnengekomen die de zaak zou kunnen ophelderen, red.) Toch heeft hij misschien een punt als hij zegt dat het de enige manier is om nog iets te bereiken in dit verhaal.”

Diederik: “David en ik sms’en af en toe. Ik had hem op 9 november op de radio gehoord en stuurde hem dit bericht (neemt zijn telefoon en leest voor): ‘Mooi en moedig gesprek, David.’ En toen ik enkele weken geleden in de reportage van ‘Pano’ zat, stuurde hij me dit: ‘Heel mooi, Diederik. Steek nooit je gevoel of je emotie nog weg. Ons levenspad is anders dan gewone mensen. We moesten zo snel groot zijn in ons leven. Onze vaders zouden trots zijn dat hun zonen na 32 jaar nog niet opgegeven hebben. Ik voelde jouw verdriet en ik herkende het ook.’”

Jullie hebben niet het pad bewandeld van de meeste mensen, zegt hij. In welke mate heeft de dood van jullie vader jullie leven beïnvloed?

Diederik: “(vecht tegen zijn tranen) Het heeft op alles een invloed gehad. Pas op, we zijn er ook toffe mensen door geworden. (hij lacht, zijn zus ook) Ja, ik denk dat. Omdat je anders bent.”

Nathalie: “Ik voel me soms een buitenbeentje. Niet dat ik me altijd slecht voel. (stokt) Wat ik altijd verschrikkelijk heb gevonden, is dat ze ons uit elkaar hebben gehaald.”

Diederik: “Zes kinderen kun je niet samenhouden.”

Nathalie: “Onze ouders waren aan het scheiden. In september 1984 werden we voorlopig aan ons va toegewezen, nadat we van onze moeder waren weggelopen. Hij verkreeg in januari 1985 definitief het hoederecht over ons.”

Diederik: “Toen hij terugkwam van een buitenlandse werf in Zaïre, wou mijn moeder hem niet meer in huis. Hij moest direct buiten. Het werd een vechtscheiding. Dat heeft ons veel pijn gedaan. We wilden bij hem zijn. Zij had niet bewezen dat ze in staat was voor ons te zorgen.”

En toen jullie vader is gestorven, zijn jullie elk op een andere plek terechtgekomen?

Diederik: “Mijn vader had veel broers en zussen, en iedereen heeft iemand van ons ten laste genomen.”

Nathalie: “Ik ben de enige die niet bij familie is terechtgekomen. Het was voor alle partijen erg moeilijk. Ze moesten getraumatiseerde kinderen opvangen en kregen daar geen enkele hulp bij. En omdat we uit elkaar gehaald zijn, hebben we elkaar jaren niet gezien. Pas toen een van onze broers in het weeshuis terechtkwam, is Diederik bij hem gaan wonen, en ben ik hen weer kunnen gaan opzoeken.”

Diederik: “Ik hoor liever sociaal-pedagogisch huis. Weeshuis heeft een negatieve klank. Terwijl ik daar graag was. Ik was er vrij. Ik mocht er roken en een lief hebben. (lacht)”

Hebben jullie over dit alles nog met jullie moeder kunnen spreken?

Diederik: “Ik heb in de jaren 90 nog enkele keren contact met haar gehad, maar sindsdien hebben we onze moeder niet meer gezien. Ik heb het haar altijd kwalijk genomen dat zij de voedingsbodem was van de geruchten dat Jan Palsterman een diamantsmokkelaar was.”

U weet zeker dat het van haar komt?

Diederik: “Ja, dat weten we zeker. Dat je een scheiding niet kunt verwerken, dat kan ik begrijpen. En dat ze het erg vond dat wij aan ons va toegewezen werden, dat begrijp ik ook. Maar moet je daarom iemand in zo’n slecht daglicht stellen?”

Jullie zijn er wel in geslaagd een leven uit te bouwen. Er is getrouwd, er zijn kinderen gekomen.

Diederik: “Zeker, iedereen heeft zijn leven en zijn werk.”

Nathalie: “Maar niet bij iedereen zijn er kinderen. Onze Jan heeft altijd gezegd dat hij er geen wou.”

Diederik: “Ik heb er ook bewust geen. Ik kan de gedachte niet verdragen dat mijn kind zo’n verdriet zou moeten meemaken. Gelukkig dacht mijn echtgenote er hetzelfde over.”

Nathalie Palsterman krijgt telefoon. Ze blijft lang weg. Het gesprek gaat verder met Diederik Palsterman alleen. Wat hoopt hij dat 2017 nog zal brengen? De goedkeuring van onderzoeksrechter Martine Michel om het dossier over de Bende door een onafhankelijke expert te laten onderzoeken, zegt hij.

“Het zou echt een opening zijn in een pot die altijd dichtgebleven is. Het gaat nog uitkomen, daar ben ik van overtuigd. Ken je het nummer ‘Time Is on My Side’ van The Rolling Stones? Ik ben 44, met een normale levensverwachting zal ik nog te weten komen wat er is gebeurd. Zeker weten. Het moet. Niet alleen voor de nabestaanden. Ook voor iedereen die ooit ten onrechte in verband gebracht is met de Bende van Nijvel. Er zijn duizend verdachten in het dossier. En een stuk of dertig Reuzen. Het is een kluwen. Voor iedereen die eronder geleden heeft, moet het uitkomen.”

Zou u soms willen wisselen met vroegere klasgenootjes die in normalere omstandigheden groot zijn geworden?

Diederik: “Dat is een rare vraag. (denkt na en slikt iets weg) Misschien is mijn antwoord ook raar: niet zonder mijn vader. (zwijgt even) Het was een goede vraag. Nee, ik had geen ander leven gewild zonder mijn vader. Ik ben blij dat hij er geweest is. Ik vraag me nog vaak af: ‘Wat zou hij nu gezegd hebben?’ Hij was iemand met principes en ideeën, hij was creatief, hij zette zich zo hard in.”

“Jaren heeft hij van ’s morgens tot ’s avonds als stukadoor gewerkt en volgde hij daarbij nog avondschool om een diploma van werfleider te halen. Hij is een voorbeeld geweest. Van iemand die alles kon, maar pech gehad heeft in het leven.”

Bron » De Morgen | Sofie Mulders

“Bende-onderzoek gemanipuleerd, er bestaat zelfs een dossier van”, zeggen nabestaanden

Naast het al 3 miljoen pagina’s tellende dossier over de Bende zelf, bestaat er een dossier over de ‘manipulaties’ in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Dat zeggen Diederik en Nathalie Palsterman, de kinderen van Jan Palsterman. “Als een onderzoeksrechter zegt dat er indicaties zijn van manipulaties, verwacht je toch dat men daar met man en macht naar op zoek gaat?”

Er is zoveel dat ze niet weten, zeggen Diederik en Nathalie Palsterman. Wie de Bende was en hoe het komt dat er na 32 jaar nog altijd geen duidelijkheid is. Wat de Palstermans wél weten, is dat het dossier is gemanipuleerd. Er bestaat zelfs een dossier van, zeggen ze. Hun vader Jan werd op 9 november 1985 om half acht ’s avonds door de Bende van Nijvel vermoord op de parking van de Delhaize in Aalst. Na meerdere vragen van zijn kinderen om het dossier over ‘manipulaties in het onderzoek’ te mogen inkijken, ligt het dossier sinds kort bij hun raadsman Walter Van Steenbrugge.

Het woord ‘dossier’ is echter niet echt op zijn plaats, zegt Van Steenbrugge. “Op 4 oktober 2016 heeft onderzoeksrechter Martine Michel op een vergadering gezegd dat er manipulaties zijn geweest in het onderzoek naar de Bende, en dat die gebeurd zijn door Nederlandstalige onderzoekers. Ik heb dan inzage gevraagd en uiteindelijk gekregen, maar het bleek slechts om een proces-verbaal te gaan van een ballistisch onderzoek van een uitgebrand voertuig, waarbij de mogelijke link tussen het voertuig en de Bende onvolledig is onderzocht.

“Een mini-dossiertje, dus, dat uit een paar velletjes papier bestaat. Wat ik vreemd vind. Als een onderzoeksrechter zegt dat er indicaties zijn van manipulaties, verwacht je toch dat men met man en macht op zoek gaat naar die manipulaties? Na 32 jaar weten de nabestaanden nog altijd niet wie de daders zijn van de Bende van Nijvel, en nu krijgen ze ook nog eens te horen dat er nauwelijks onderzoek gedaan wordt naar de beïnvloeding van het onderzoek.”

Te veel macht voor één persoon

Het kabinet-Geens, minister van Justitie, zegt dat vier speurders van het Comité P zich toeleggen op onder andere het onderzoek naar mogelijke banden die er waren met bepaalde ex-rijkswachters, en dat zij rechtstreeks speurders zijn in het hoofddossier.

De familie Palsterman heeft ondertussen een verzoekschrift ingediend om het dossier over de Bende van Nijvel te laten bekijken door een onafhankelijke expert. Een van de opties is dat de Nederlandse Peter Van Koppen – hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam – zich over het dossier zou buigen.

Het is echter onderzoeksrechter Martine Michel die zal beslissen of er een externe expert wordt aangesteld en ook wie die expert zal zijn. Dat vinden de Palstermans wrang. Het is te veel macht voor één persoon, zeggen zij. Bovendien is de onderzoeksrechter ook de enige die beslist of er iets gedaan wordt met tips die binnenlopen over de Bende van Nijvel. Tips die massaal binnenlopen bij advocaten en gerecht sinds het nieuws over Christiaan Bonkofsky die de Reus zou zijn.

Teruggefloten

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) pleit er in zijn voorgestelde hervorming van Justitie voor om de functie van onderzoeksrechter te hervormen, zodat het onderzoek geleid wordt door het Openbaar Ministerie of parket, en de onderzoeksrechter een controlerende functie krijgt. De vraag is of die hervorming er zal komen, aangezien de afschaffing van het assisenhof in de voorgestelde hervorming van Geens vorige week nog werd teruggefloten door het Grondwettelijk Hof.

Bron » De Morgen

Bendedossier: België alleen kan niet bekennen

Op 16 maart 2005 bood Guy Verhofstadt tijdens een ceremonie in het Holocaustmuseum Yad Vashem de excuses aan voor de rol die bepaalde Belgische autoriteiten hebben gespeeld ten tijde van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Sindsdien betwist niemand meer het actieve optreden van het bestuur en de politie van Antwerpen bij de deportatie. Het heeft wel meer dan een halve eeuw geduurd eer het zover kon komen.

Dat het niet vroeger gebeurde, heeft een naam: ‘La raison d’état’, het belang van de staat. Met het bendedossier vergaat het op dezelfde wijze. Niemand twijfelt er nog aan dat de bendefeiten niet het werk zijn van ‘les zozos’, van kleine criminelen zoals de procureur Deprêtre het omschreef.

Er zijn te veel ernstige aanwijzingen dat het om de toepassing van de theorie van de spanning gaat, en de overvallen werden uitgevoerd door minstens parallelle diensten die op de medewerking van de staat konden rekenen, ook om het geheim te houden.

Beletsels

Heeft de overheid wel een keuze? Kan de overheid wat anders dan door de verlenging van de verjaring van de strafbaarheid van de feiten ook de geheimhouding te verlengen?

De geschiedenis geeft daarop een antwoord. Na de oorlog vroeg de chef van de Britse geheime diensten, Stewart Menzies, aan eerste minister Spaak om samen te werken. Spaak wou dat enkel indien ook de Amerikaanse diensten er in betrokken werden. Daaruit ontstond het verdrag van Brussel en later wat wij nu de NAVO noemen.

Deze verdragsorganisatie bestaat niet enkel uit een militair luik dat wij allen kennen omdat wij er als dienstplichtige deel van uitgemaakt hebben. Het andere facet, de aan elkaar verbonden Nationale Veiligheidsoverheden en Inlichtingendiensten zijn minder bekend maar even belangrijk.

Hierin zit de voornaamste reden dat de Belgische overheid de geheimhouding over het bestaan en de werking van aan de officiële diensten verbonden parallelle diensten niet kan bekennen. Het verdrag houdt immers een overdracht van soevereiniteit in. En er zijn ook werkingsregels die de geheimhouding opleggen.

Het zijn de inlichtingendiensten zelf die bepalen wat al of niet geheim is en als het over een bevriende dienst gaat speelt ‘de derde regel’ waardoor enkel de dienst van oorsprong het geheim kan declassificeren, de graad van geheimhouding kan opheffen.

Bovendien is het verbreken van die geheimhouding strafbaar. Recentelijk werd er zelfs een wet gemaakt om lekken daarover te vermijden: zwaardere bestraffing en toepassing van bijzondere technieken om de lekken op te sporen.

Waarheid

Stel je voor dat wat nu wordt vermoed officieel zou worden bevestigd. Dat leden van de groep G, een geheime organisatie binnen de rijkswacht samen werkten met extreem rechtse organisaties als de Westland New Post, en de acties binnen het kader van de NAVO gebeurden met als voorgehouden doel de veiligheidsdiensten in ons land te versterken.

Voor deze piste waren er van bij het begin van het onderzoek ernstige aanwijzingen. Dat er gemanipuleerd werd en bepaalde onderzoeken niet behoorlijk werden gedaan was ook snel zichtbaar.

De grootste manipulatie gebeurde zelfs in het comité dat was opgericht juist om de disfuncties te onderzoeken: in het vast Comité P werd ieder onderzoek naar zowel de Bende als naar de Rijkswacht belet en als het dan toch gebeurde, zoals in het Dutrouxonderzoek niet kon vermeden worden, werd het onderzoeksdossier achter gehouden zodat de tegenspraak met de er in afgelegde bekentenissen en het daar haaks op staande verslag niet kon opgemerkt worden.

Het had te maken met het bestaan binnen de rijkswacht van een geheime inlichtingendienst die niet enkel inlichtingen verzamelde maar ook operaties deed en om de werking ervan af te schermen, valse processen-verbaal maakte zodat de gerechtelijke overheden er door werden misleid.

Dit zijn geen geheimen meer. Iedereen die de materie kent, weet voldoende dat de rijkswacht een staat in de staat was. De boeken over de moord op de communistenleider Julien Lahaut hebben ook op wetenschappelijke wijze bewezen dat er in dit land netwerken bestonden die hun oorsprong vinden in de verzetsnetwerken uit de oorlog, dat deze gesteund werden door de rechtse haute finance, en medewerking hadden in politie en justitie zodat onderzoek daarover kon worden tegen gewerkt.

Maar weten is niet hetzelfde als openlijk bekennen.

Wat te doen?

Wat zouden wij er mee doen indien het in een officiële verklaring of een gerechtelijke uitspraak zou komen te staan? Voor zover de daders nu nog leven, is een eerlijk proces daarover zo goed als onmogelijk geworden.

De gevolgen ten overstaan van de hernieuwde acties van het NAVO bondgenootschap vormen anderzijds het voornaamste beletsel. Want intussen hebben zich andere feiten voorgedaan die evenmin kunnen worden ontkend.

“Alles wijst erop dat de wereld afstevent op oorlog” (…) “De relaties tussen de grootmachten zijn de afgelopen jaren slechter geworden. De pleitbezorgers van een wapenwedloop en het militair-industrieel complex wrijven zich in de handen”, aldus Michail Gorbatsjov in Time Magazine.

“De NAVO-top staat inderdaad grotendeels in het kader van Rusland en de militaire versterkingen op de oostflank. Maar telkens weer herhaalt topman Jens Stoltenberg dat het westen geen confrontatie zoekt. “We zien geen enkele directe dreiging tegen een bondgenoot van de NAVO. Maar Rusland is ook geen strategische partner”, klonk het (Knack.be – 9 september ’16).

“Je moet de geschiedenis kennen. Rusland heeft eeuwenlang gevochten om de Krim, vanwaar de Tataren vroeger aanvallen uitvoerden op de Russische vorstendommen, plunderden en slaven maakten. We hebben er een hoge prijs voor betaald. De Krim was een onvervreemdbaar deel van Rusland.

En in 1954 heeft Chroesjtsjov het in een opwelling cadeau gedaan aan Oekraïne. Daar had hij het recht niet toe, maar het maakte toen niet veel uit, want we waren toch één land. Maar toen in 1991 alles uit elkaar viel, was de Krim ineens geen Russisch grondgebied meer, maar een provincie van Oekraïne. Is dat soms rechtvaardig? Dat werd beslist over de hoofden van de Russen die er woonden. Hen is niks gevraagd” (Geert Groot Koerkamp, Rusland-correspondent voor de NOS en VRT, 24 maart ’14 in Trouw).

Hoe moet je tegen deze meningen aankijken? Als het waar is dat Gorbatjov door het Westen werd belogen wanneer hem werd beloofd dat buiten Oost-Duitsland de andere Oostbloklanden door de NAVO ongemoeid zouden worden gelaten, is de sterke aanwezigheid van de Navo in die landen erg problematisch. Dan is ook de houding van Poetin in het conflict in Oekraïne begrijpelijk.

Lord Prescot, van 1977 tot 2007 vice-premier in de regering van Tony Blair schreef in de Sunday Mirror dat hij voor de rest van zijn leven moest voortleven met de beslissing om op oorlog te gaan en met de catastrofale gevolgen ervan: “Het Chilcot Rapport was een vernietigende aanklacht over hoe de Blair-regering handelde in de oorlog – en ik neem mijn eerlijk deel van schuld.”

Inderdaad bewees het Chilcot-onderzoek dat oorlog in Irak op de leugen ruste dat Sadam Hoessein massa vernietingswapens had. Het terrorisme kwam nadien, de vluchtelingen ook. Wat is oorzaak en gevolg? Maar ook: wat kan een klein landje als het onze er aan doen?

Spaak

In september 1948 hield onze eerste minister Spaak een erg opgemerkte toespraak op de derde sessie van de Algemene Vergadering van de UNO in Parijs. Hij stelde dat een afgevaardigde van een klein land een antwoord kon geven op wat de vertegenwoordiger van de Sovjetunie had verklaard omdat een provocatie door België tegenover de USSR ridicuul zou overkomen.

Hij zei: “Bij ons houdt de vrijheid om te denken en te schrijven zelfs in verkeerd te denken en te schrijven. Maar wij denken dat om tegen de vergissing te strijden het niet nodig is om op de politie of het gerecht te steunen, of erger nog. Tegenover de propaganda die de vergissing verspreidt, denken wij dat het echte antwoord bestaat in de verspreiding van propaganda die de waarheid bevat.

En omdat wij een sterk en onaantastbaar geloof hebben in het gezond verstand en in de wijsheid van de mensen, denken wij dat de propaganda van de waarheid uiteindelijk overwint(…) Ik ga hem zeggen wat de basis is van onze politiek. Ik ga het hem zeggen in termen die misschien een beetje wreed zijn en in termen die enkel de vertegenwoordiger van een klein land kan gebruiken. Weet u wat de basis is van onze politiek? Dat is de schrik. De schrik van u, de schrik van uw regering, de schrik van uw politiek.”

Harmel

In 1967 schreef onze minister Pierre Harmel een rapport voor de NAVO. Hij stelde een Europese doctrine voor de koude oorlog voor: de ‘Europese regeling’ is een overstijgen en overbruggen van de onnatuurlijke verdeling van Europa in een Westers en een Oostblok.

Dat kon gebeuren, door drie dingen. De NAVO moest niet enkel een defensieve organisatie als verdediging tegen de Sovjet-Unie zijn, maar moest ook bijdragen in de ontspanning van de relaties met de lidstaten van het Oostblok.

De toenadering moest er komen door een overname van de gaullistische opvatting door bilaterale contacten tussen West-Europese en Oost-Europese staten. Elke Europese NAVO-lidstaat moest pogen vriendschappelijke en ontspannen relaties aan te gaan met lidstaten van het Oostblok.

Deze vriendschappelijke contacten zouden een Europese ontspanning bewerkstelligen waardoor een ‘Europese regeling’ mogelijk zou worden. De Harmeldoctrine past volkomen in de huidige wereldpolitiek: het isolationisme van Trump, de hernieuwing van de Europese gedachte door Macron, de oprichting van eigen Europese strijdkracht.

Het beste

Schrik voor de tegenstander is altijd al een gevaarlijk uitgangspunt geweest. Van Spaak kan je beter onthouden dat wij een sterk en onaantastbaar geloof hebben in het gezond verstand en in de wijsheid van de mensen zodat wij denken dat de propaganda van de waarheid uiteindelijk overwint.

De Harmeldoctrine heeft er intussen voor gezorgd dat er ontspanning kwam. Van beide kan het beste genomen worden: een nieuwe benadering van het NAVO-pact moet ons ook in staat stellen de uit ‘schrik’ begane vergissingen uit het recente verleden te bekennen en daardoor ook het zwaarste beletsel voor de propaganda van de waarheid op te heffen.

Omdat het nu te laat is voor een eerlijk proces, is het tijd voor eerlijke propaganda. Niet alleen voor de nabestaanden van de Bendefeiten is een gekende waarheid belangrijker dan een niet bestrafte leugen: voor ons allen is het aangewezen komaf te maken met de erfelijke belasting die reeds te lang een klare kijk op justitie en politie belet.

En omdat wij, zoals Spaak het benadrukte, een klein land zijn kan niemand ons verwijten Europa aan te zetten om voor eens en altijd klaarheid te brengen in de “jaren van lood”.

Laat ons het gerechtelijk dossier sluiten en een wetenschappelijk en geschiedkundig openen. Indien onze Europese partners daarin willen volgen, kunnen alle lidstaten die er door getroffen werden dit hoofdstuk waardig afsluiten: de Belgische staat alleen kan niet bekennen, maar kan wel aan Europa vragen om het te doen.

Bron » Apache | Walter De Smedt