Flamboyante ondernemer Aldo Vastapane overleden

De Brusselse zakenman Aldo Vastapane was decennialang een vast waarde in het Belgische bedrijfsleven. Hij overleed op 97-jarige leeftijd.

‘Ik heb veel geluk gehad in het leven’, zei Aldo Vastapane in 2004. ‘Ik ben net op het juiste moment geboren. Ik heb tijdens mijn leven veertig jaar economische euforie gekend. Alles wat je aanraakte, werd goud. Nu is zakendoen veel moeilijker.’

Vastapane is dinsdag op 97-jarige leeftijd overleden, meldde de krant La Libre. De laatste jaren liet hij weinig meer van zich horen, maar dat neemt niet weg dat Vastapane jarenlang een vaste waarde was in de economische actualiteit. Bovenstaande ontboezeming deed hij ter gelegenheid van de financiële ondergang van Sobelair. De luchtvaartmaatschappij was maar een van de vele zakelijke ondernemingen die Vastapane in het naoorlogse België op stapel zette.

Ketje met een Italiaanse naam

Vastapane omschreef zichzelf graag als een ‘ketje met een Italiaanse naam’. Hij was de zoon van een Italiaanse immigrant die rond 1900 neerstreek in Brussel, en naam maakte met de import van Martini-Rossi-aperitieven. Zoon Aldo ging in vastgoed speculeren, terwijl zijn broer Dino de drankenimport voortzette. Aldo Vastapane kocht en verkocht tientallen appartementen in Knokke en Brussel en werd eigenaar van verschillende ondergrondse parkeergarages in de hoofdstad. Maar het meeste naam maakte hij met de nu afgebroken Martini-toren bij het Noordstation, waar wereldsterren kwamen optreden en waar ook de nodige contacten werden gelegd. Het adresboekje van Vastapane puilde dan ook uit van de grote namen.

Zo heeft zijn vriendschap met de Brusselse CVP-politicus Paul Van Den Boeynants hem geen windeieren gelegd. Die leverde hem een insteek in de lucratieve vastgoedprojecten van Charly De Pauw, Ado Blaton en Jean-Marie Josi. In de jaren 50 mochten deze Brusselse betonbaronnen van VDB de Noordwijk omtoveren in een Brussels Manhattan, inclusief WTC-toren en enkele andere wolkenkrabbers.

Vastapane kreeg van VDB in 1958 ook het monopolie van taksvrije winkels op de nieuwe luchthaven van Zaventem, die naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling de deuren opende. Zakelijk kruiste hij daarbij het pad van Albert Frère, een generatiegenoot. De twee zouden jarenlang uitstekende banden onderhouden. Ook met George Forrest, nog zo’n kleurrijke ondernemer, kon hij het prima vinden. Met hem kocht hij een gigantische ranch in Congo. De verkoper was Groep Brussel Lambert (GBL), de holding van Albert Frère.

Zakenman van de oude stempel

Later opende Vastapane ook winkels op de luchthaven van Johannesburg in Zuid-Afrika. Dat land kende hij als liefhebber van de jacht op groot wild. Tot zijn vele zakelijke exploten behoorde verder nog het restaurant Le Cygne op de Brusselse Grote Markt, de import van de automerken Simca en Mercedes, vastgoedprojecten in de Verenigde Staten en Roemenië, en dus ook chartermaatschappij Sobelair. Dat laatste avontuur mislukte, en kostte hem 9,5 miljoen euro. De maatschappij ging ten onder in een kluwen van juridische betwistingen.

Vastapane was een zakenman van de oude stempel, die veel waarde hechtte aan het opbouwen van relaties met zakenpartners, investeerders en politici. Een bon-vivant ook, die van lekker eten hield en het geld graag liet rollen. Toen zijn kleindochter Larissa enkele jaren geleden kandidaat-Miss België was, vertelde ze dat ze van haar grootvader een BMW cadeau had gekregen.

Vastapanes carrière kreeg in 2006 een mooie bekroning: hij werd tot baron benoemd. Zijn goede relaties met het koningshuis zullen daar ongetwijfeld toe bijgedragen hebben. Eind jaren 60 zou hij zelfs een romance hebben beleefd met de toenmalige prinses Paola. De laatste jaren was het stil geworden rond Vastapane. Zijn zoon Philippe is nu voorzitter van de familieholding Alva.

Bron » De Standaard

Falend IT-systeem en sociale onrust saboteren Staatsveiligheid

Medewerkers van de Staatsveiligheid trekken aan de alarmbel. Het nieuwe IT-systeem is niet betrouwbaar en dat komt boven op de sociale onrust door een reorganisatie en uitbreiding. Politievakbond Sypol twijfelt aan de slagkracht van de dienst.

Met het nieuwe centrale computersysteem Atlas zou de Staatsveiligheid een nieuw tijdperk ingaan. Gedaan met gegevens bijeenzoeken in databanken her en der. Eén keer een naam intikken en je zou meteen alle mogelijke info te zien krijgen: uit het rijksregister, de kruispuntbank ondernemingen, nummerplaten, de vorige database van de Staatsveiligheid, enzovoort.

Maar vier maanden na de introductie blijkt het systeem van de inlichtingendienst bijna onwerkbaar. Van verschillende bronnen binnen de Staatsveiligheid vernam De Standaard dat Atlas regelmatig foutieve info weergeeft. In de plaats van iemands overlijdensdatum produceert het systeem volgens onze informatie soms de dag waarop de identiteitskaart van die persoon verloopt, waardoor het overlijden plots in de toekomst ligt. ‘Je kunt de gegevens niet vertrouwen, dus moet je voor de zekerheid apart gaan kijken naar de databanken van vroeger’, zegt een medewerker. Net zoals onze andere bronnen wil hij niet met zijn naam in de krant omdat het niet de bedoeling is dat er publiekelijk wordt gesproken over de dienst. Het is ook hoogst ongebruikelijk dat er vanuit de inlichtingendienst klachten naar buiten komen, wat er op wijst dat de ontevredenheid diep zit.

Motivatie op dieptepunt

Documenten worden zeer moeilijk vindbaar en het systeem crasht geregeld door bugs. Door de omslachtige procedures zakt de motivatie om alles netjes in te geven tot een dieptepunt. ‘Het duurt minstens drie keer langer dan vroeger als je veel linken moet leggen’, zegt een andere bron. ‘Een lijvig rapport schrijven duurde vroeger een paar uur, nu gaat het over dagen werk.’

‘Voor dit systeem werd de mosterd bij de Britse collega’s gehaald, maar die dienst is zoveel groter’, zegt een afgevaardigde van de politievakbond Sypol. ‘Je kunt dat niet zomaar kopiëren. We steken hier zo veel energie in dat de aanwezigheid op het terrein te beperkt is geworden.’

De IT-problemen zouden ook vertraging veroorzaken in het beantwoorden van informatievragen van buitenlandse inlichtingendiensten.

‘Zoiets kan een serieuze impact hebben op de mate waarin de Staatsveiligheid nog iets kan betekenen voor buitenlandse partners’, zegt Kenneth Lasoen, docent inlichtingenstudies aan de UAntwerpen. ‘Als zij niets van ons mogen verwachten, waarom zouden ze dan informatie in ruil geven?’

Francisca Bostyn, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, ontkent met klem dat buitenlandse diensten bedenkingen hebben bij de Belgische werking. ‘Maar het klopt wel dat sommige vragen uit het buitenland niet altijd bij de juiste persoon terechtkwamen. In het begin kwamen daar extra vragen over. We pakken dat telkens aan.’

Satirisch filmpje

Sommige IT-problemen kwamen in juli al aan bod in Het Nieuwsblad. Drie maanden later lijkt er geen beterschap in zicht. Ze zijn ook niet de enige problemen waarover klachten binnenkomen. Op dezelfde dag als het nieuwe IT-systeem werd een grote reorganisatie doorgevoerd. ‘Veel mensen moeten zich nu over andere materies buigen en moeten van nul kennis opbouwen’, zegt een van onze bronnen. ‘We kunnen ook veel minder op lange termijn werken. Ik denk dat dit door driekwart van het personeel niet wordt gedragen.’

Dat het diep zit, blijkt ook uit een satirisch filmpje dat circuleert onder het personeel en waarin stevig kritiek wordt geuit op de kaduuk draaiende IT en de reorganisatie.

Wat betekenen die problemen voor de werking van de Staatsveiligheid, net nu ons land een nieuwe terreuraanslag verwerkt? Bij Sypol wordt getwijfeld aan de slagkracht van de dienst. ‘Ik had permanentie tijdens de aanslag deze week. Als zoiets gebeurt, rinkelt de telefoon normaal gezien binnen de twintig minuten. Nu heb ik zelf moeten bellen.’

Ook Lasoen is niet hoopvol. ‘Is de dienst klaar om veiligheidsuitdagingen aan te pakken? Ik heb de indruk van niet, en dat valt niet meer te rechtvaardigen. Al jaren pleit ik voor meer middelen. Nu zijn die er en staan we voor een kritieke omslag, maar zien we dat de investeringen niet het gewenste resultaat opleveren.’

Veel ‘werven’ tegelijk

Bostyn vindt dat ronduit ‘foute conclusies’. ‘Onze dienst werkt op volle capaciteit’, reageert ze in een gesprek met De Standaard. Niettemin erkent de administrateur-generaal dat de Staatsveiligheid zich op een kruispunt bevindt doordat er niet minder dan acht verschillende ‘werven’ lopen. Het nieuwe IT-systeem – dat intussen 31 miljoen euro heeft gekost – en de reorganisatie zijn er twee van, de verhuizing naar een andere locatie en uitbreiding van de dienst zijn andere voorbeelden.

‘Waarschijnlijk is dit de grootste hervorming ooit. Dat vraagt veel van het personeel en ik heb veel respect voor hun weerbaarheid. Een aantal bemerkingen is terecht, maar de conclusies zijn te kort door de bocht. Er zitten bepaalde foutieve gegevens in Atlas en dat is frustrerend, maar we werken daar volop aan. De foutieve gegevens moeten tegen mei volgend jaar weggewerkt zijn. Informatie invoeren kost extra tijd, maar uiteindelijk gaan we veel efficiënter kunnen zoeken. Dat er nu tijdelijk opzoekingen in oudere databanken moeten gebeuren, is niet de bedoeling, maar het is eigenlijk de situatie zoals voorheen.’

Klopt het dan niet dat er minder info wordt ingevoerd? ‘Voor sommige types documenten zal het in het slechtste geval een kwart minder zijn, maar bij andere types merken we net een stijging met 10 procent.’

Bostyn is zich ook goed bewust van de weerstand tegen de reorganisatie, maar zegt dat meer specialisatie nodig is. ‘Vroeger waren onze mensen als een Zwitsers zakmes: ’s ochtends ontmoetten ze een bron, ’s middags deden ze telefonieonderzoek, enzovoort. Met meer specialisatie, bijvoorbeeld data-analyse binnen een bepaald thema, kunnen we sneller schakelen als het brandt. Voor sommige collega’s betekent dat inderdaad wel dat ze voortaan continu op kantoor zitten. Maar als we niet veranderen, riskeren we niet futureproof te zijn.’

De groei van het personeel van 570 naar 890 mensen in twee jaar tijd was broodnodig, maar leidt er ook toe dat rekruten lange opleidingen krijgen van anciens. Dat heeft opnieuw zijn weerslag op de dagelijkse werking.

Over het satirische filmpje is Bostyn niet te spreken. ‘Zoiets doe je niet. Er zijn voldoende manieren intern om problemen aan te klagen. Volgende maand organiseren we overigens een “town hall meeting” waarbij iedereen alle vragen kan stellen.’

‘Kraken we in onze voegen? Dat is een foute karakterisering. We werken niet minder dan vorig jaar. De output die we leveren zal soms lager en soms hoger zijn.’

Bron » De Standaard | Christoph Meeussen en Nikolas Vanhecke

Veel ervaring bij Justitie en ook politiek geen onbekende: wie is Paul Van Tigchelt, de nieuwe minister van Justitie?

Paul Van Tigchelt, de opvolger van Vincent Van Quickenborne als minister van Justitie en Noordzee en als vicepremier heeft al heel wat ervaring bij Justitie. Maar ook in de politiek is hij geen onbekende: de laatste jaren was Van Tigchelt adjunct-kabinetschef voor Justitie en Veiligheid op het kabinet van Justitie, met andere woorden een rechterhand van de minister.

Paul Van Tigchelt is geen groentje, noch in de politiek noch bij justitie. Zijn eerste ervaring in een ministerieel kabinet deed hij op in de periode 2003-2008, toen hij werkte op het kabinet van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (Open VLD), als woordvoerder en als adjunct-kabinetschef. Sinds 2020 is hij adjunct-kabinetschef van (oud)-minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Hij was dus een belangrijk figuur op het kabinet.

Daarnaast heeft Van Tigchelt ook heel wat ervaring opgedaan bij Justitie. Hij werkte bij het Antwerpse parket-generaal. Daar pleitte hij onder meer dossiers tegen de drugsmaffia.

We kennen Van Tigchelt wellicht het best van zijn periode als hoofd van het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse OCAD. Die functie bekleedde hij van 2016 tot 2020. In zijn functie bij OCAD was hij onder meer verantwoordelijk voor het bepalen van het terreurniveau in ons land.

Hij leidde het OCAD in een voor ons land erg woelige periode. Na de aanslagen in de Franse hoofdstad Parijs van eind 2015 kreeg hij in maart 2016 te maken met de terreuraanslagen op de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek. Het is onder zijn impuls dat de zogenoemde OCAD-lijst er gekomen is, een databank met namen en informatie over potentieel gevaarlijke individuen of groeperingen in ons land die worden opgevolgd.

“Juiste man op de juiste plaats”

Vincent Van Quickenborne reageert alvast tevreden op de aanstelling van Van Tigchelt. “Hij was mister veiligheid op mijn kabinet. Hij wordt nu minister veiligheid voor ons land”, dixit de oud-minister van Justitie.

Open VLD-staatssecretaris van Begroting Alexia Bertrand noemt Van Tigchelt op X “een man vol charisma met een luisterend oor” en “de juiste man op de juiste plaats”.

Vicepremier voor Groen Petra De Sutter verwelkomt Van Tigchelt in de regering en heeft het over een “keuze voor ervaring en vakbekwaamheid”.

De nieuwe minister van Justitie zal ook kandidaat zijn bij de verkiezingen van volgend jaar. Handig daarbij is het feit dat hij afkomstig is van Antwerpen, een provincie waar Open VLD erg zwak staat en dus best wel een politieke sterkhouder kan gebruiken. Welke plaats Van Tigchelt krijgt, is nog niet duidelijk.

Bron » VRT Nieuws

Paul Van Tigchelt volgt Vincent Van Quickenborne op: “Ik vraag geen 100 dagen of 10 dagen, ik begin nú”

Paul Van Tigchelt heeft vandaag de eed afgelegd als de nieuwe minister van Justitie. Hij volgt Vincent Van Quickenborne op, die eergisteren ontslag nam toen bleek dat er op het Brusselse parket een zware fout was gemaakt in het dossier van de Tunesische terrorist Abdessalem Lassoued. Van Tigchelt was adjunct-kabinetchef van Van Quickenborne en volgt hem nu op als minister van Justitie en Noordzee, maar ook als vicepremier.

“De aanslag van begin deze week vraagt om actie, antwoorden en oplossingen”, zei Paul Van Tigchelt vanavond tijdens een persconferentie. De centrale vragen vandaag zijn volgens hem: wat kunnen we doen en wat moeten we doen. “Daarom hebben we gisteren een actieplan voorgesteld dat de veiligheid moet verhogen. Het is mijn taak om dat actieplan te realiseren.”

“De functie is een grote uitdaging”, aldus de kersverse minister van Justitie. “Zeker op een moment dat politie en justitie een harde strijd leveren tegen de georganiseerde misdaad in ons land.”

Dat hij al op het kabinet van Justitie werkt, is een pluspunt. “Ik vraag geen 100 dagen, ik vraag ook geen 10 dagen. Ik begin nú”, klinkt een zelfzekere Paul van Tigchelt.

Is het niet ironisch dat Van Tigchelt als “Mr. Veiligheid” oplossingen moet zien te vinden voor het beleid dat vorige week heeft gefaald en waarvan hij één van de mede-architecten is? De nieuwe minister laat zich niet uit het lood slaan en focust liever op het actieplan dat de federale regering gisteren heeft voorgesteld.

Daarvoor is ook het nodige geld uitgetrokken, verzekert hij aan VRT NWS Journaal. “Die extra budgetten zijn goedgekeurd en die worden ingeschreven in de begroting.”

Nu hij politicus is, wordt van hem ook verwacht dat hij kandidaat zal zijn bij de verkiezingen van volgend jaar. “Wat de verkiezingen van volgend jaar betreft, moeten er procedures in de partij worden gevolgd”, zegt hij. “Maar ik heb uiteraard laten weten dat ik ook daar mijn verantwoordelijkheid zal nemen en dat ik ten dienste sta van de partij.”

Nu hij minister af is, keert Vincent Van Quickenborne terug naar het parlement, waar hij zijn zitje als Kamerlid weer inneemt. Daardoor verdwijnt zijn opvolger Jasper Pillen uit de Kamer. “Dit is geen afscheid”, schrijft die op Facebook. “Ik ga met volle goesting voor het lijsttrekkerschap op de Vlaamse lijst voor de verkiezingen in juni 2024.”

Of Van Quickenborne ook de burgemeestersjerp van zijn thuisstad Kortrijk weer zal omgorden, is nog niet duidelijk.

Bron » VRT Nieuws | Rik Arnoudt

“Politie weet niet hoeveel wapens er zijn”: Vredesinstituut niet verbaasd over VRT NWS-onderzoek naar illegale wapens online

We moeten van de strijd tegen illegale wapenhandel een prioriteit maken, reageren experts op het VRT NWS-onderzoek naar de verkoop van wapens online. “Waar je vroeger criminele relaties nodig had om aan wapens te raken, kunnen dankzij het internet nu ook kleinere criminelen er eenvoudig kopen.”

VRT NWS dook in de verborgen wereld van de onlineverkoop van wapens. Uit dat onderzoek bleek dat het helemaal niet zo moeilijk is om op korte termijn aan een wapen te raken.

Nils Duquet, directeur van het Vlaams Vredesinstituut en wapenexpert, is niet verbaasd over het gemak waarmee we aan illegale wapens konden raken. “Het is de laatste jaren een stuk makkelijker geworden en onlineplatformen hebben daar een rol in gespeeld. Waar je vroeger criminele relaties nodig had om aan wapens te raken, kunnen nu ook kleinere criminelen er op anonieme wijze kopen.”

Volgens Duquet zijn er drie oorzaken van die verhoogde beschikbaarheid. “Er is een vaste stroom van wapens uit het voormalige Joegoslavië. Die blijven in omloop en worden naar België gesmokkeld. Maar er zijn ook meer recente bronnen. Tot een aantal jaren terug kon je heel makkelijk alarmpistolen kopen die eenvoudig omgebouwd konden worden tot echte wapens. Die circuleren vandaag ook nog steeds.”

“Tot slot kon je tot een aantal jaren geleden gedeactiveerde wapens uit Slovakije kopen op vertoon van je identiteitskaart. Een vergunning was niet nodig omdat je er niet meer mee kon schieten. Maar de procedure om een wapen te neutraliseren was in Slovakije helemaal niet goed, waardoor het makkelijk was om dat opnieuw te activeren. Zo is er ook een aantal grote wapens in omloop gekomen, waarvan een aantal ook tijdens aanslagen in Europa gebruikt werd.”

Over het aantal illegale wapens dat in België in omloop is, is weinig tot niets geweten, aldus Duquet. “De basisinfo hiervoor ontbreekt; de politie weet zelf niet hoeveel in beslag genomen wapens er zijn”, klinkt het. “Kwantitatief weten we dus weinig, maar van politiediensten in België, maar ook in het buitenland, horen we dat de beschikbaarheid van wapens toeneemt. Daarbovenop is geweten dat België een land met veel drugscriminaliteit is. Drugscriminelen zijn de grootste afnemers van wapens, dus ook de vraagzijde speelt een rol.”

Om de illegale wapenhandel tegen te gaan, moet er volgens Duquet dringend een prioriteit van worden gemaakt. “In Europa is de strijd tegen illegale wapenhandel een prioriteit, maar in België, dat nochtans bekendstaat als wapenland, is het nog geen prioriteit. De bestrijding blijft grotendeels dode letter en diensten krijgen te weinig middelen waardoor ze niet proactief kunnen werken.”

Zonder grenzen

Federaal procureur Frédéric Van Leeuw ontkent in “Terzake” dat de strijd tegen illegale wapenhandel in België geen prioriteit is. “Het is niet dat dit geen prioriteit is, het is gewoon heel moeilijk. Er zijn heel veel wapens. Je kan het vergelijken met drugs. Dat is ook een prioriteit om aan te pakken, maar er blijven drugs komen.”

An Berger, woordvoerder van de federale politie, zegt dat er een aantal redenen zijn die de strijd bemoeilijken. “Het feit dat we binnen het Schengengebied open grenzen hebben, maakt het erg moeilijk om de invoer van wapens te controleren. Veel wapens komen uit Oost-Europa en vaak worden de onderdelen ingevoerd en worden de wapens pas later in elkaar gestoken.”

“Daarbovenop hebben we inderdaad nog de onlineverkoop: via postpakketjes worden er ook wapens of onderdelen geleverd en niet alle postpakketjes worden gecontroleerd.”

“Bovenop de invoer is ook het bestrijden moeilijk. In bijna elke criminele organisatie zit een aspect ‘wapens’. Het is niet zo dat we ons kunnen richten op bepaalde organisaties die enkel met wapenhandel bezig zijn: het is heel divers en internationaal.”

“Als we op wapens botsen via een huiszoeking of wanneer we een bende oprollen, dan onderzoeken we die altijd. Maar dat is natuurlijk reactief. Proactief is het veel moeilijker om achter die organisaties aan te gaan.”

VRT NWS vroeg ook om een reactie bij het kabinet van de minister van Justitie, maar werd doorverwezen naar het kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken. Zij verwezen door naar de politie.

Bron » VRT Nieuws | Ellen Debackere