Wat zegt een moordwapen over de moordenaar? “Voor sommige daders is niet alleen het doden, maar ook het lijden van het slachtoffer belangrijk”

Of het nu rattenvergif, een plastic zak of een kussen is: alles lijkt ‘van pas te komen’ om een medemens om het leven te brengen. Maar waarom grijpt een dader naar een specifiek middel om te doden? “Dat het wapen je iets vertelt over wat voor iemand de dader is? Zo eenvoudig ligt het niet”, aldus forensisch psychiater Rudy Verelst, die duiding geeft bij de reeks opmerkelijke moordzaken die we in de voorbije dagen op HLN.be publiceerden. Al zijn er wel degelijk enkele rode draden.

Doorgaans grijpt de Vlaming naar iets wat hij of zij binnen handbereik heeft, wanneer er geen andere uitweg lijkt dan ‘die andere uit de weg te ruimen’. “Ik moet wel eerst opmerken dat er weinig systematisch onderzoek gebeurd is naar het soort wapen en het soort dader”, begint forensisch psychiater Rudy Verelst. “Maar als je kijkt naar de middelen om iemand te doden, kunnen we twee grote onderverdelingen maken. Wanneer iemand in een opwelling een moord pleegt, dan zal hij of zij inderdaad grijpen naar wat op dat moment binnen handbereik ligt. Iets zwaars, een keukenmes, of zelfs een vuurwapen. Maar het moordwapen is ook een cultureel gegeven. Bij ons zijn er relatief weinig vuurwapens in omloop, terwijl ze in de VS bij wijze van spreken in elke schuif liggen. In zo’n land zal je dus veel meer doden door vuurwapens zien.”

Anders ligt het bij de ‘tweede groep’. “De groep die moorden pleegt die planmatig op voorhand beraamd worden”, knikt Verelst. “Binnen de georganiseerde misdaad, bij afrekeningen of bij andere echt geplande moorden gaan daders veel eerder een ‘rationeel moordwapen’ zoeken. Het meest efficiënte en/of het gemakkelijkst verkrijgbare.”

En hoewel er weinig wetenschappelijk onderzoek is, toch vertelt een moordwapen altijd wel iets over de dader. Zo wordt het gebruik van gif vaak toegeschreven aan vrouwen, zoals Georgette De Roo daar een voorbeeld van is. “Een hard bewijs voor die stelling is er niet”, aldus Verelst. “Maar ik denk wel dat dit kan kloppen. Er zijn twee vormen van agressie. Directe agressie, waarbij de dader de confrontatie aangaat. En indirecte agressie, waarbij men het slachtoffer zonder direct fysiek contact iets probeert aan te doen. Die indirecte agressie ziet men eerder bij vrouwen en gif in het algemeen – dus ook rattenvergif – is zo’n middel om iemand zonder fysieke confrontatie te doden.”

Vuur daarentegen, zoals in de zaak van de moeder die haar drie kinderen opsloot in een brandend tuinhuis, is dan weer een atypisch moordwapen. “Vuur is een extreem middel. Extreem agressief, ook. Maar bij de keuze van een moordwapen mag je de psychiatrische pathologie van een dader niet uitsluiten. En dan kan bijvoorbeeld vuur een bepaalde betekenis hebben, of een grote rol spelen voor die dader.”

In onze reeks komen ook enkele moeders aan bod die hun kinderen om het leven brachten. Zo is er het schrijnende verhaal uit Aalst, waar het jongste kind met een kussen en het oudste kind met een schaar vermoord werden. “Een moeder zal vaak een middel kiezen in functie van de mogelijkheid tot verzet”, licht Verelst toe. Met andere woorden: hoe jonger het kind, hoe minder ‘brutaal’ het moordwapen. Daarom werd de drie maanden oude baby Melissa in het verhaal uit Aalst om het leven gebracht met een hoofdkussen, en haar zeven jaar oude broertje Joachim met een schaar. De manier waarop Tibeau (4) door zijn moeder om het leven gebracht werd, past ook in dat rijtje en die ‘logica’.

Maar wat met de insuline waar Ghislain Dusart naar greep? “Bij de groep van de impulsieve doders, speelt vaak nog een tweede element mee”, aldus Verelst. “Ze grijpen naar iets waarvan ze denken dat het hen niet als verdachte in beeld zal brengen. In rusthuizen wordt vaak insuline toegediend en al zeker wanneer iemand diabetes heeft, valt een doding door middel van insuline al moeilijker te bewijzen.

De plastic zak waarmee Jeanine Steeno haar partner ombracht, is dan weer niet zo’n ‘impulsief middel’. Het is zelfs iets doordachter dan op het eerste gezicht lijkt, want op plastic laat je als dader moeilijker sporen achter. En zonder sporen is het uiteraard moeilijker zoeken voor Justitie.

Maar ook sadisme kan een rol spelen in de keuze van een moordwapen. “Het is de dader dan niet alleen te doen om het doden op zich, maar hij of zij wil ook een heel proces van vaak hels lijden zien. Het gebruik van rattenvergif valt daar ook onder. Maar dan moet je er wel vanuit gaan dat de dader het effect van dat ‘wapen’ ook effectief kent.” En ook het gebruik van de verhuizersknoop, waarbij het slachtoffer zichzelf langzaam wurgt, valt daar onder. Yves Ciroldi bleef dan wel niet kijken naar het lijden van zijn slachtoffer, maar hij wist wel dat het gebeurde. “Trouwens, dat sadistische element duikt ook steeds vaker op binnen de georganiseerde misdaad”, besluit Verelst.

Bron » Het Laatste Nieuws | Willy Cardon

“Bij elke beweging die hij maakte, werd de knoop strakker gespannen”: hoe een Franse inbreker zijn slachtoffer zichzelf liet wurgen

“Ik wou beletten dat hij me zou herkennen.” Meer uitleg heeft Fransman Yves Ciraldi (30) niet tijdens zijn assisenproces in 1988, voor de dood van Gerard Bossuyt (56) uit Menen. Toen die hem betrapt had tijdens het inbreken, vond Ciraldi het nodig om hem vast te binden met een ‘Siciliaanse verhuizersknoop’. “Die man is een gruwelijke dood gestorven”, vatte de inmiddels overleden onderzoeksrechter Marc Allegaert het samen. En ondanks de zware straf die de Fransman krijgt, zal het niet de laatste keer zijn dat zijn naam grote ogen doet trekken.

Een mes, vuurwapen of stomp voorwerp: dat zijn de ‘tools’ waarvan moordenaars zich doorgaans bedienen. In onze reeks ‘Dodelijk creatief’ vertellen we echter de verhalen van zij die op een heel andere manier te werk gingen.

Het is maandag 17 juni 1985, in de namiddag. De zus van Gerard Bossuyt maakt zich zorgen omdat ze al enkele dagen niets meer van haar jongere broer gehoord heeft en omdat hij zelfs niet voor het middageten is opgedaagd. Hij heeft wel gemeld dat hij die vaste afspraak enkele dagen niet zou kunnen nakomen omdat zijn auto voor herstelling naar de garage moest. Maar het duurt zijn zus nu allemaal toch wat te lang.

Ze besluit om naar zijn woning te trekken in de Weggevoerdenlaan in Lauwe. Daar vindt ze eerst een schoen, vervolgens een bril en uiteindelijk… het levenloze lichaam van haar broer. Hij blijkt gewurgd te zijn met een touw en ligt onder een deken. De kranten van donderdag zitten nog in de brievenbus, dus er moet woensdagavond of -nacht al ‘iets’ gebeurd zijn. Maar zelfs Brenda, de hond van Gerard, heeft geen alarm geslagen.

Inbraakplaag

Een gat in de voordeur, onder de klink, laat wel meteen vermoeden dat er ingebroken werd. Niet geheel opzienbarend, want de regio rond Menen heeft op dat moment te maken met een inbraakplaag. De politie begint aan een buurtonderzoek, met de foto van een jonge, Franse inbreker in de hand. Het gaat om een 17-jarige, wiens identiteitskaart in de buurt van een woning in de Fabiolalaan gevonden is, nadat daar op 16 juni ingebroken werd. En buurtbewoners menen de jongeman ook opgemerkt te hebben in de buurt van Gerards woning.

Maar de speurders krijgen uiteindelijk toch een andere verdachte in het vizier. Uit verhoren van slachtoffers van inbraken blijkt dat er in de omgeving van de Schone Keer in Lauwe regelmatig een bestelwagen gezien is. Een gehuurde bestelwagen, die in Rijsel teruggevonden wordt. En in het voertuig ligt een bierviltje, met daarop de naam van een café in Moeskroen gekrabbeld. Via de verhuurfirma komt vervolgens Fransman Yves Ciroldi (30) in het vizier – geen onbekende voor het gerecht. Aanvankelijk ontkent hij nog dat hij iets met de dood van Gerard te maken heeft, maar uiteindelijk gaat hij toch door de knieën.

De dan nog jonge onderzoeksrechter Marc Allegaert erft het dossier van zijn voorganger Dries Ver Elst, en het wordt meteen zijn eerste assisenzaak. “Yves Ciroldi werd tijdens die inbraak in Lauwe betrapt door zijn slachtoffer”, herinnert hij zich. “Hij sloeg de man neer en bond hem vast met een zogenaamde ‘Siciliaanse verhuizersknoop’ aan de hals en onderbenen. Het slachtoffer is zo een gruwelijke dood gestorven: bij elke beweging die hij maakte, werd de knoop wat strakker aangespannen. Langzame zelfwurging, dus.”

Volgens de advocaten van Ciroldi had hun cliënt echter niet de intentie om Gerard Bossuyt te doden. “Hij brak altijd binnen in lege huizen”, klinkt het tijdens het assisenproces in 1988. Al was het huis in Lauwe duidelijk niet leeg. “Plots stond ik oog in oog met de bewoner”, aldus Ciroldi. “Ik nam hem bij zijn arm en verplichtte hem om te gaan liggen. Waarom ik hem vastgebonden heb? Om te beletten dat hij zich zou omdraaien en me zou herkennen. Maar ik wilde hem niet doden.”

Een ongeloofwaardige getuigenis, want Ciroldi heeft ook een deken over het hoofd van Gerard gegooid, waardoor hij al niets meer kon zien. En dan is er nog die ‘Siciliaanse verhuizersknoop’, die niet strookt met de stelling dat de dood van Gerard ongewild was. Bij elke beweging wordt die knoop immers strakker aangespannen, waardoor de dood door wurging op termijn onvermijdelijk is.

Volgens de gerechtspsychiater heeft Ciroldi zich gebaseerd op de film ‘De 100 dagen van Palermo’. “Hij wou gewoon een vervelende getuige uitschakelen. Iemand die hem had kunnen herkennen op een moment dat zowel de Belgische als de Franse politie hem op de hielen zaten”, meent advocaat-generaal Monique Delos.

Ciroldi komt uit een gezin met dertien zonen. Van zijn 7de tot zijn 16de verblijft hij in een pleeggezin, daarna in een tehuis. “Toen begonnen de problemen”, aldus zijn pleegouders. “Hij begon vooral in Parijs te stelen, onder de slechte invloed van zijn vader en broer.”

Wapentrafiek

De jury veroordeelt Yves Ciroldi uiteindelijk tot levenslange dwangarbeid. Hij wordt opgesloten in de gevangenis van Bergen en wordt later overgebracht naar die van Lantin, nadat hij zich schuldig gemaakt heeft aan wapentrafiek. Maar in 1993 weet hij zowaar te ontsnappen. Zonder enige bewaking wandelt hij de gevangenis buiten om schilder- en renovatiewerken uit te voeren in de woning van een cipier in de buurt. Maar terugkeren doet hij niet, enkel zijn gevangenisplunje wordt teruggevonden.

In april 1996 wordt Ciroldi dan toch weer gevat na… een inbraak in de buurt van het Franse Brest. Of hoe een oude vos zijn haren verliest, maar niet zijn streken.

Bron » Het Laatste Nieuws | Lieven Samyn