De voor terrorisme veroordeelde Marokkaan Abdelkader Belliraj zou de leider zijn geweest van de Bende van Nijvel. Hij zit een levenslange gevangenisstraf uit in Marokko. Zijn handlanger Ali Aârras, die ook in Marokko in de cel zit, was ‘De Reus’. Hij zou weldra vrijkomen. Dat is volgens Het Nieuwsblad de stelling die een “hooggeplaatste ambtenaar” twee jaar geleden doorspeelde aan de Bendespeurders. Die onderzoeken naar eigen zeggen het spoor maar noemen het weinig plausibel. Volgens Walter De Smedt verdient deze piste echter meer onderzoek.
Op 17 juli 2010 werd de tot Belg genaturaliseerde Marokkaan Abdelkader Bellirajveroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Het Hof van Beroep te Salé in Marokko bevond hem en een dertigtal van zijn kompanen schuldig aan terrorisme in dat land. In het Marokkaans onderzoek bekende Belliraj ook zes in België gepleegde moorden en verklaarde hij dat hij die in opdracht van de terrorismeorganisatie van Abu Nidal pleegde.
Deze bekentenis is op zich, en los van het bendedossier, een erg belangrijk gegeven. De Fatah-Revolutionaire Raad van Abu Nidal is immers verantwoordelijk voor 90 aanslagen in 20 landen en een reeks afpersingen in de voorbije halve eeuw. Gezien de aard van de door Belliraj bekende moorden in ons land, waaronder die van 29 maart 1989 op de imam van de Grote Moskee te Brussel en die van 3 oktober 1989 op het hoofd van de Joodse gemeenschap in ons land, dokter Wybran, is de verklaring van Belliraj niet enkel geloofwaardig. Ze is ook erg belangrijk voor de opheldering van meerdere in ons land onopgeloste dossiers: Eurosystems, de Silco-affaire en de gijzeling van dokter Jan Cools, de moord op PLO vertegenwoordiger Khader, en meerdere feiten die deel uitmaken van het bendeonderzoek.
Eurosystem
Met de steun van de regering-Tindemans sloot een Belgisch consortium op 14 juni 1976 een contract van meer dan 36 miljard Belgische frank (36.257.829.000 frank om precies te zijn) met de Nationale Wacht van Saoedi-Arabië. Het contract van Eurosystem ging over de bouw van een gigantisch ziekenhuiscomplex in Riad. Het was onder andere voorbereid door een handelsmissie van de toenmalige kroonprins Albert. Het contract ging echter niet door. Het zorgde wel voor heel wat politieke heibel wegens de rol van het callgirl-netwerk van Tunia, Lydia Montaricourt. In De Standaard van 3 augustus 1979 schreef Louis de Lentdecker over het proces dat tegen Lydia Montaricourt liep:
“Hoezeer sommigen thans tekeer gaan om het bestaan van Tunia te loochenen, het is een feit dat zij op de personeelslijst van Eurosystem voorkwam, dat zij als lid van het kader betaald werd en zeker was van RSZ en pensioen. Zij was door de firma officieel als personeelslid aangediend en wie ter zake twijfel koestert kan inzage vragen van een veelbetekenend dossier dat nu, zonder dat iemand precies weet waarom, discreet werd afgesloten…Het zou jammer zijn moest men de huidige politieactie remmen of naar andere schuiven om bepaalde mensen te redden. Vroeg of laat komt toch de ganse waarheid toch aan het licht. Tuna heeft lange tijd gedacht dat zij onaantastbaar was als de hartsvriendin van een eminent figuur van Akzo (ASCO, WDS) die via B.M.S. pantsers levert. Zij vergiste zich.”
Maar Louis de Lentdecker kreeg ongelijk: het in beslag genomen adressenboekje van Tunia verdween, aan wie de vier commissielonen in ons land werden betaald kwam nooit uit.
Gijzelingen
De gijzeling op 1 augustus 1985 van de familie Houtekins-Kets in Libië, en de ontvoering en gijzeling op 21 mei 1988 van Jan Cools in Libanon door de groep Abu Nidal zijn nooit uitgeklaard. Als we aannemen dat Belliraj in 1988 zijn terroristische cel te Brussel oprichtte om voor de groep Abu Nidal te werken dan komen daardoor de oude vragen omtrent de vrijlating van de Silco-gijzelaars (29 december 1988) en van Jan Cools (15 juni 1989) terug op het voorplan.
Werd er zoals in Frankrijk een deal met Abu Nidal gesloten? En maakte de erg vervroegde vrijlating van Saïd Al Nasser die op 12 januari 1991 de bomaanslag op een groep joods-orthodoxe kinderen te Antwerpen pleegde er deel van uit? Het zijn belangrijke vragen. Ook de nooit opgeloste moord op 1 juni 1981 op Khader, de vertegenwoordiger te Brussel van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO, waarvan Abu Nidal zich afscheurde, komt er opnieuw door op de voorgrond.
Bendedossier
Bij het zoeken naar een antwoord op de vraag of Belliraj wat te maken heeft met het Bendedossier, zoals Het Nieuwsblad poneert, moeten we niet enkel rekening houden met de sensationele aspecten van deze onthulling. Zonder bijkomende bewijzen blijft het weinig waarschijnlijk dat Belliraj en Ali Aârras respectievelijk de leider en de Reus van de Bende waren. Er wordt immers aangenomen dat Belliraj zijn activiteiten in ons land pas in 1988 startte, drie jaar na de laatste aanslag van de Bende van Nijvel.
Bende van Nijvel
Er is echter een ander element dat wel erg belangrijk is omdat het wél en rechtstreeks aan de Bendefeiten kan worden gekoppeld: de rol van Faez Al Ajjaz.
Faez Al Ajjaz, die voor het Saudische regime werkte, verbleef onder de cover van journalist gedurende de gehele periode van lood in ons land. Hij werd naar hier gestuurd in het kader van het Eurosystem-project en om de renovatiewerken aan de Grote Moskee te Brussel in goede banen te leiden. Al Ajjaz duikt ook op in de toenmalige grote wapenleveringen aan de falangistische milities in Libanon. En met Faez Al Ajjaz kom je ook erg dicht bij een erg belangrijk facet van het Bendedossier, zoals de financiering en de operaties van het extreemrechtse Westland New Post.
Hij financierde de WNP, gaf de opdracht aan de WNP om Navo-telexen te stelen, leden van de WNP fungeerden als chauffeur, lijfwacht, geldkoerier, privédetective en informant van Al Ajjaz. Het kan evenmin toeval zijn dat de Mazda 626 waarmee de aanslag op de Rijkswachtmajoor Vernaillen werd gepleegd aan Faez Al Ajjaz toebehoorde. Met die aanslag zit je in de kern van het onderzoek-François, de uit de hand gelopen operaties van het Nationaal Bureau voor Drugs van de Rijkswacht, maar ook in de daarop volgende operaties van de ‘eeuwige’ Bendeverdachten, Madani Bouhouche en Robert Beijer en de nu onderzochte betrokkenheid van andere Rijkswachters in het bendedossier.
Jaren van Lood
Kan het dat de terreurorganisatie van Abu Nidal achter de Bende van Nijvel zit? Als je de piste-Faez Al Ajjaz volgt zijn daar ernstige en samenlopende aanwijzingen voor. Mogelijk passen daar ook de zes door Belliraj bekende moorden in. Bovendien worden ook andere dossiers zoals het Eurosystem-schandaal, de gijzelingen, en de daarop volgende vrijlating van de hier aangetroffen en veroordeelde dader Saïd Al Nasser mogelijk klaarder.
Hierin kan ook de oorzaak van de manipulaties in het Bendedossier liggen: zowel de andere dossiers als de afhandeling van de door Abu Nidal opgeëiste gijzelingen roepen vragen op naar de wijze waarop belangrijke personaliteiten in de jaren van lood hebben gehandeld. In beide dossiers ligt bovendien de nodige link naar de theorie van de spanning, de opzettelijke ontwrichting van de Staat.
Dat de Belgische overheden in 1976 toelieten dat door de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, waarvan de organisatie van Abu Nidal een afscheuring is, in Brussel een kantoor werd geopend, heeft bij onze bondgenoten, net zoals het verzet tegen de plaatsing van raketten, kwaad bloed gezet. Bovendien zijn er ook aanwijzingen dat Faez Al Ajjaz zowel voor de CIA als voor de Mossad werkte. Wie de details van deze feiten en gebeurtenissen nader wil kennen moet daarvoor niet zelf op speurtocht gaan: het is allemaal kundig onderzocht en gepubliceerd in het in 2011 uitgegeven boek van Georges Timmerman ‘Het Geheim van Belliraj’ dat ook in een artikelenreeks verscheen op Apache.
Beletsels
Wat belet onderzoekers om voorgaande piste ernstig te nemen? Er zijn er twee: de wijze waarop ‘het beleid’ in al deze dossiers is opgetreden. Daardoor stel je een ander begrip in confrontatie met het leed van de slachtoffers en van de nabestaanden: la raison d’état. Als je het belang van de Staat voorop stelt, aanvaardt je ook dat deze problematiek als een erfelijke belasting blijft doorwegen op de werking van justitie en politie. Je kan ook spelen met de factor tijd: de tijd heelt wonden en wie er pijn door had is intussen verdwenen.
Als je deze opvatting volgt moet je ook de consequentie ervan aanvaarden: dan is de scheiding tussen de rechterlijke en de uitvoerende macht maar schijn is, en is de gerechtelijke waarheidsvinding ondergeschikt is aan de politieke. Wat daar de gevolgen van zijn is merkbaar in de mislukte justitiehervorming die deze opvatting wou doordrukken: de rechter moest ontweken of vervangen worden. Tot wat dat leidt is reeds zichtbaar in de nieuw bevrijde staten als Hongarije, Polen en Roemenië.
In Frankrijk heeft de magistratuur daarin een moediger houding aangenomen: gewezen president Sarkozy wordt vervolgd in meerdere dossiers. Daar is het Gaulisme, waarvan Sarkozy afweek door de samenwerking met de Nato te herstellen, nooit geheel weg geweest: Macron wil terecht een Europese ‘verdediging’. Bij ons is dat anders: de ‘Harmel-diplomatie’ die, naar Frans voorbeeld, de ontspanning en billateraal overleg nastreefde lijkt vergeten, onze F16 bommenwerpers werden offensief in het buitenland ingezet, de F35 verkozen boven de operationele Rafale.
‘Geen commentaar over lopend gerechtelijk onderzoek’
- Apache stelde naar aanleiding van de berichtgeving in Het Nieuwsblad vier vragen aan ontslagnemend minister van Justitie Koen Geens (CD&V).
Op 25 februari 2019, berichtte Belga dat de minister en zijn Marokkaanse collega een overeenkomst tot samenwerking hadden gesloten waarin ook “voorwaarden voor de tijdelijke overbrenging van opgesloten personen naar het grondgebied van het verzoekende of aangezochte land, bijvoorbeeld als getuige” stonden. Had dat akkoord betrekking op Ali Aârras? - De minister verklaarde op 29 april 2018 dat er binnen de drie jaar een proces komt over de Bende van Nijvel. Verwees hij daarbij naar de nieuwe piste-Al Aârras?
- In februari 2019 werd het Bende-dossier onttrokken aan Christian De Valkeneer en overgedragen aan het federale parket. Had dit te maken met de weigering van De Valkeneer om deze nieuwe piste te onderzoeken?
- Wanneer werd minister Geens op de hoogte gebracht van dit nieuwe spoor en welk gevolg heeft hij eraan gegeven?
Via zijn woordvoerster antwoordde minister Geens het volgende:
“De vraag tot overbrenging van de veroordeelde gedetineerde gaat uit van de gedetineerde zelf. In dergelijke gevallen meldt de Minister dit via zijn administratie aan het land van de opsluiting. De uiteindelijke beslissing ligt bij het land van opsluiting. Dit is zo geregeld in de verdragsrechtelijke bepalingen. Verder kan de Minister geen commentaar geven over individuele strafzaken.”
Nadat Apache erop wees dat dit slechts een gedeeltelijk antwoord is op een van de vier vragen, kwam nog een korte mededeling waaruit kan worden afgeleid dat nieuwe piste momenteel wordt onderzocht.
“Zoals aangegeven is dit een lopend gerechtelijk onderzoek. Informatie die vrij toegankelijk is zijn de verslagen van het parlementair debat hierover.” Onze vraag om hierover contact te kunnen hebben met de minister of zijn medewerker die bevoegd is voor dit dossier, kwam geen antwoord.
Bron » Apache | Walter De Smedt