Op een koude winteravond in 1995 is de oprit van de Brusselse Ring in Dilbeek het decor van een waar oorlogstafereel. Zwaarbewapende gangsters openen in volle avondspits het vuur op twee geldtransporten. “Ik hoorde alleen nog schoten en dook onder mijn stuur. Ik durfde niet meer kijken”, vertelt een getuige. De kogelregen raakt ook de kleine Melissa (10), die bij haar mama in de wagen zit. Verdachten genoeg, maar ondanks DNA-sporen komt het nooit tot een proces.
Dinsdagavond 19 december 1995. Terwijl iedereen uitkijkt naar het lang kerstweekend liggen zwaarbewapende gangsters in een hinderlaag om twee geldtransporten te overvallen in Dilbeek. Het plan is om de geldkoeriers klem te rijden op de oprit van de Brusselse Ring. De verkeersdrukte houdt de gangsters in volle avondspits niet tegen om hun raid uit te voeren. De twee geldkoeriers rijden op de Ninoofsesteenweg op een afstand van elkaar omstreeks 19 uur de Ring op.
Wanneer het eerste transport de snelweg oprijdt, blokkeert een vrachtwagen de weg. Gewapende gangsters springen uit de vrachtwagen en openen meteen het vuur op de verraste geldkoeriers. De GMIC-agenten worden beschoten met oorlogswapens en kunnen niet anders dan dekking zoeken. Een van de kogels gaat door een portier van de wagen van Ghislaine De Claremont. De vrouw is met haar dochter Melissa Mairesse op weg naar huis. Het meisje, ze is amper tien jaar oud, wordt geraakt in de ruggenwervel. Een rijkswachtpatrouille stopt en raakt betrokken in het vuurgevecht.
Kogels door bepantsering
De overvallers zijn stoutmoedig. Getuigen spreken van een waar oorlogstafereel. “Ik hoorde alleen nog schoten en dook onder mijn stuur. Ik durfde niet meer te kijken”, vertelt een bestuurster die voorbij rijdt aan een journalist kort na de overval. “Een kogelregen daalt neer op de geldkoeriers. Door de verkeersdrukte arriveert het tweede geldtransport pas later op de oprit. Wanneer die chauffeur ziet dat een tweede vrachtwagen hem volgt, staat hij op de rem en rijdt hij zo snel mogelijk achteruit om zich in veiligheid te brengen. Maar de gangsters beschieten ook dat voertuig. De vrachtwagens van transporteur GMIC zijn op dat moment al bepantserd omdat de transporten dan al een populair doelwit van criminelen vormen. Maar toch dringen er kogels door het koetswerk. Een van de inzittenden raakt lichtgewond.
Terwijl de kogels en de glasscherven in het rond vliegen, beroven de boeven het eerste geldtransport en laden ze de buit in enkele vluchtwagens. De mannen scheuren ervandoor in een gestolen BMW 750 en een Audi 100 Avant, die ze wat later in de IJsbergstraat in Schepdaal in brand steken.
Minstens acht mannen maakten deel uit van het oorlogscommando. Een rijkswachter raakt na de raid gewond wanneer hij twee wagens wil controleren na de overval. De inzittenden van een van die voertuigen openen het vuur en de auto scheurt weg richting Bergen. Ooggetuigen zien kort na de feiten mannen wegduiken in de struiken op de plaats van de feiten. Wellicht seinden zij aan hun collega’s de komst van de geldkoeriers door vanop de Ninoofsesteenweg. Onderzoeksrechter Bruno Bulthé komt die avond nog ter plaatse en tot 3 uur wordt er gezocht naar sporen. Bulthé bijt dan al zijn tanden stuk op een reeks onopgeloste overvallen op geldtransporten.
Geen amateurs
“Het is duidelijk dat de gangsters geen amateurs waren. Het gaat om een goed voorbereide overval waarbij zware wapens zoals Kalasjnikovs gebruikt werden”, klinkt het de dag nadien op het Brussels parket. Uren na de overval krijgt de politie nog telefoontjes van buurtbewoners en getuigen die in het koetswerk van hun auto’s kogelinslagen aantreffen. Tijdens de vaststellingen zelf worden al vijftig kogelhulzen gevonden en later onderzoek brengt aan het licht dat er liefst zeventig keer geschoten werd.
In het totaal vallen er vijf gewonden: twee werknemers van GMIC, twee rijkswachters en de 10-jarige Melissa. Het mag een wonder heten dat er geen doden vallen. Maar daar heeft de familie van Melissa Mairesse weinig aan op dat moment. Het meisje wordt in kritieke toestand opgenomen in het ziekenhuis. Maandenlang moet ze revalideren. Ze blijft verlamd voor het leven.
56 overvallen in 1 jaar
De brutale aanval op de GMIC-wagens op de Brusselse Ring is in 1995 een triest hoogtepunt in ware plaag van overvallen op geldtransporten. Dat jaar slaan gangsters wel 56 keer toe. Geldkoeriers gaan al gewapend op pad om zich te verdedigen, maar de overvallers zijn niet geïntimideerd en gebruiken zelf oorlogstuig als kalasjnikovs, zware explosieven en vrachtwagens om het geld te roven.
In de jaren negentig vallen verschillende doden bij de overvallen. De angstige sfeer van de Bende van Nijvel-jaren keert zelfs terug. Ook in de politiek is het een gespreksonderwerp. “Wij wanen ons in het Wilde Westen waar men de postkoets moet laten bewaken door een detachement van de zevende cavalerie tegen desperado’s, outlaws of indianen”, zegt senator Jurgen Ceder (Vlaams Belang) wanneer hij de bevoegde minister interpelleert over de overvallenplaag. Pas wanneer de plofkoffer zijn intrede doet, zal de plaag stoppen. Het geld wordt onbruikbaar gemaakt wanneer een transport overvallen wordt en dat maakt het zelfs voor professionele gangsters moeilijk om nog een grote slag te slaan.
Drie ton knuffels
De 10-jarige Melissa Mairesse probeert na de tragische feiten de draad van het leven op te pikken. Eind juni 1996 kan ze na een maandenlange revalidatie naar huis. In haar school in Schaarbeek wordt een groot feest georganiseerd. Een Brusselse politievrouw heeft al een eerste geldinzameling op poten gezet. Drie ton knuffels worden er verkocht en de opbrengt is voor Melissa.
Alleenstaande mama Ghislaine is blij met de hulp maar ook verbitterd over het feit dat ze van de overheid nog geen geld zag. Het rijhuisje in Molenbeek moet helemaal verbouwd worden. Anders kan Melissa er niet blijven wonen. Nadat een voorschot 7.500 euro wordt uitbetaald, krijgt ze drie jaar na de feiten te horen dat Melissa 62.500 euro van de Belgische staat zal ontvangen. Toenmalig minister van Justitie Tony Van Parys (CD&V) put zich uit in excuses. De wet laat geen hogere schadevergoeding toe en de daders zijn niet ontmaskerd. Op hen kan dus geen schade verhaald worden.
Steun
Mama Ghislaine treurt. Alleen al de aanpassingen in het haar huis kosten 50.000 euro. Zelfs haar werkgever springt bij zodat ze net rondkomt. “Maar het was eigenlijk niet aan hem. De staat had dat moeten doen. Mélissa is toch het slachtoffer geworden van een gebrek aan bescherming door de staat. De staat had onmiddellijk de aanpassingswerken moeten betalen. Ze moeten de mensen direct helpen wanneer ze het nodig hebben. Niet vier jaar later”, zegt ze in een interview met Het Laatste Nieuws. “Zolang ik er ben, kan ik voor haar zorgen. Maar hoe moet het als ik er niet meer ben? Ik wil dat mijn dochter voor de toekomst schadeloos wordt gesteld, door de verzekering, door de staat of door om het even wie.”
Ghislaine krijgt steun van geldkoerier Michel Jacques, die zelf een been verloor nadat hij overvallen werd. Hij schrijft zijn ervaringen neer in het boek ‘Onwettig geweld’ en schenkt de opbrengst, zo’n 50.000 euro, aan Melissa.
Noord-Frankrijk
Het onderzoek zelf spitst zich al snel toe op een bende die voor niets terugdeinst. De daders konden die avond allemaal ontkomen, maar de speurders zijn vastberaden om het commando te ontmaskeren. Het drieste geweld waarbij niets of niemand ontzien wordt, willen ze zo snel mogelijk de kop indrukken. De werkwijze van de gangsters doet denken aan een bende die al maanden actief is in Noord-Frankrijk en België. Een werkwijze die identiek is aan een drieste overval een week na de feiten in de buurt van het Franse Rijsel.
Tien gangsters slaan om 1 uur ’s nachts toe wanneer een geldtransport van Brink’s de snelweg A1 verlaat in de buurt van Rijsel. De weg wordt ook versperd met een vrachtwagen en de overvallers openen, net zoals in Dilbeek, meteen het vuur. Omdat de begeleiders zich verschuilen in hun wagen, gebruiken de daders explosieven om in de vrachtwagen te geraken. Een 35-jarige koerier sterft ter plaatse, twee collega’s raken gewond. De gangsters carjacken een busje en vluchten weg. Op de plaats van de feiten worden meer dan zeventig kogelhulzen gevonden.
Familiebende
Een doorbraak komt er in april 1996. Dan pakt de politie de 27-jarige Karim Maâche op in Rijsel. Ook kompaan Miguel Bedrinana wordt gevat en in Elsene worden nog twee handlangers ingerekend. In een garagebox ontdekken speurders wapens, kogelvrije vesten, bivakmutsen en ander materiaal dat gelinkt kan worden aan vier overvallen. Maâche leert de stiel van zijn eigen broers. Zelfs voor het leger hebben die geen schrik, want ze slagen er zelfs in om bij een inbraak in een kazerne in Wallonië zware wapens te stelen. Vanaf midden jaren tachtig pleegt de bende-Maâche aan de lopende band overvallen op transporten. Nadat de oudere broers achter de tralies verdwijnen, ziet Karim zijn kans om te schitteren. De overval in Dilbeek zal in ons land de meest gewelddadige zijn die hij en zijn handlangers plegen.
Een inbraak in een rijkswachtkazerne in Betrix wordt ook aan Maâche gelinkt. Daarbij werden weer heel wat wapens buitgemaakt. Een jaar later gebeuren nog meer arrestaties. Het Franse en het Belgische gerecht werken nauw samen. In totaal worden nog eens dertien vermoedelijke leden van de bende gearresteerd. De bende Maâche telde op dat moment twintig leden, die vaak in kleinere groepen toesloegen. Enkele speurders vermoeden dat er in Dilbeek niet alleen sprake kan zijn van de acht daders die ter plaatse gespot zijn, maar nog eens evenveel handlangers die achter de schermen meewerkten. De bende zou zelfs in opdracht gewerkt hebben. De naam van Marcel Habran, peetvader van het Brusselse crimineel milieu, valt.
Home-invasion
In 1999 protesteert mama Ghislaine samen met lotgenoten op de trappen van het Justitiepaleis omdat ze nog steeds wacht op een vergoeding. “Die dinsdagavond in Dilbeek heeft Melissa’s leven verwoest”, vertelt ze aan de journalisten. “De solidariteit van iedereen was, en is nog altijd, enorm,» zegt de moeder van Mélissa. “Maar ondertussen blijven de gangsters straffeloos rondlopen en krijgen wij geen vergoeding.” En er borrelt nog meer frustratie op. Mama Ghislaine en haar advocaat krijgen geen kopie mee naar huis van het dossier. Ze mogen de 20.000 pagina’s wel op de griffie doorploegen en kregen daarvoor… vijf dagen tijd. Minister Van Parys belooft beterschap.
Eind oktober beslist het Franse gerecht Karim Maâche vrij te laten omdat de redelijke termijn van de voorhechtenis overschreden is. Voor de feiten in Frankrijk staat hij wel terecht. Zijn rijk lijkt voorbij, maar eens hij zijn staf uitgezeten heeft, pikt hij de oude gewoontes op. In 2018 wordt hij samen met zijn broer veroordeeld tot zeven jaar cel voor een gewelddadige home-invasion in Seneffe. Voor de feiten in Dilbeek moet hij zich nooit verantwoorden.
Nieuwe hoop
De ontmaskering blijft uit. Veertien jaar geleden laait de hoop op wanneer de politie Melissa laat weten dat het onderzoek in een stroomversnelling zit. In 2006 wordt Karim Bogoulit veroordeeld tot zeven jaar cel voor een overval op een geldtransport in Asse en zijn DNA wordt ook gevonden op een kogelvrije vest die gebruikt zou geweest zijn tijdens de overval in Dilbeek. Maar ook hier ontbreken harde bewijzen.
De daders voor het gerecht brengen, is nooit gelukt. Twee mensen worden in verdenking gesteld, maar tot een proces komt het dus nooit. In 2013 lanceert de federale gerechtelijke politie een laatste oproep tot getuigen nadat er nieuwe elementen aan het licht komen. Maar de zaak is dus een ‘cold case’ geworden.
Melissa, die nooit interviews gaf over de overval, en haar zus Jessica proberen de gebeurtenissen van 19 december 1995 te vergeten. In 2019 werden ze wel getroffen door een persoonlijke tragedie. Hun mama Ghislaine was een van de 157 dodelijke slachtoffers van de ramp met een Boeing 737 MAX in Ethiopië. De zussen hadden hun moeder een safari cadeau gedaan voor haar zestigste verjaardag om haar te bedanken voor haar goede zorgen.
Bron » Het Laatste Nieuws