“We gaan nog van hem horen”

De extreem-rechtse moordenaar Eric Lammers staat twaalf jaar na zijn veroordeling weer op vrije voeten. Hij knevelde twee diamantairs in hun kantoor in de Antwerpse Rijfstraat en executeerde hen. In de rand van het onderzoek vond de toenmalige BOB sporen van (toen al!) carjackings, wapendiefstallen, heling van identiteitskaarten en overvallen. “Ik heb angst van die man”, zegt een toenmalig speurder.

De vrijlating van de moordenaar van vader Ludo (47) en zoon Patrick Moons (26) betekent een zoveelste trauma voor de nabestaanden in deze brutale roofmoord. Maar ook door de wol geverfde speurders hebben het er moeilijk mee. Ondanks de zogenaamde omscholing van de gewezen crimineel tot schrijver-bouwvakker blijft er meer dan argwaan over. “Het is een kwestie van tijd. Maar van die kerel horen we nog”, aldus de speurder.

Executie

De feiten. Op vrijdag 13 april 1988 meldde Lammers zich als een zekere Toussaint aan bij diamantairs Moons. Binnen knevelde hij vader en zoon en beval hen te knielen. De overvaller, die intussen voor ruim 85.000 euro geld en diamanten had ingepikt, nam een mes om zijn slachtoffers te doden. Hij bedacht zich en schoot hen een kogel door het hoofd, ondanks hun herhaalde smeekbeden en aanbiedingen om er vandoor te gaan met de buit.

In een belendende kamer draaide een derde diamantair de deur stilletjes in het slot. Hij werd niet opgemerkt en ontsprong de dans. Hij kon niets voor zijn collega’s doen.

Tipgeld

De onderzoeksrechter loofde een losgeld uit van drie miljoen frank. Iemand uit Lammers’ omgeving tipte de speurders dat de gezochte in Eindhoven zou zitten. Hij werd er aangetroffen in een waar rovershol, samen met zes kompanen. Twee onder hen waren ontsnapt uit de gevangenis van Lantin. Eén ervan had een gendarme doodgeschoten in Francorchamps.

In de Eindhovense woning lag een filmrolletje waarop Lammers een lederen koord toonde. Precies met die koord knevelde hij zijn Antwerpse slachtoffers. Op een andere foto stond het moordwapen. De loop ervan werd teruggevonden in een kanaal in Mol. Lammers had de streek leren kennen na opsluitingen in het plaatselijke verbeteringsgesticht.

Dreiging

“Al die elementen wijzen op de permanente dreiging die van de man uitging. We lieten hem de boeien nooit uitdoen. Integendeel, tijdens verhoren klonken we zijn handen met een ketting vast aan een ring in de grond. En nog zegde hij dat hij zou ontsnappen. ‘Ik laat mijn duimnagel groeien en steek hem in het oog van een rijkswachter om diens wapen te pikken’, pochte hij.”

“Wat die man op zijn kerfstok had, grenst aan het ongeloofelijke”, huivert de speurder. “Hij ontkwam aan een veroordeling na een roofoverval in Brussel. In Antwerpen vonden we voldoende bewijzen tegen hem. En sporen van onder meer twee carjackings en de diefstal van het moordwapen. Na een inbraak bij een Luiks agent thuis nota bene.”

Bron » Gazet van Antwerpen

Eric Lammers wil dat eenzaam opsluiting stopt

De eenzame opsluiting van gedetineerden staat alweer ter discussie. Dit keer dagvaardde Eric Lammers uit de Nieuwe Wandeling van Gent de Belgische staat omdat die hem van alle gemeenschappelijke activiteiten uitsluit. Het proces begon vrijdag voor de Brusselse kortgedingrechter, maar verder dan de conclusies van de indiener kwam het niet.

Deze zaak komt voor Justitie hoogst ongelegen omdat men begin september met KVB’s (Kwartieren voor Verscherpte Beveiliging) start in de gevangenissen van Lantin en Brugge. Daar heerst strikte isolatie en volgens deskundigen lokt dat zelfmoorden, gijzelingen en geweld tegen bewaarders uit. In 1987 kregen Nestor Pirotte en Robert Van Oirbeek in Luik van de kortgedingrechter gelijk in een soortgelijk proces. Het beroep tegen deze zaken is nog hangend.

Eric Lammers was lid van de neo-naaigroep Westland New Post. Hij werd in 1987 door het Brabantse assisenhof vrijgesproken van twee moorden. Op 2 februari 1991 kreeg de extreem-rechtse dertiger de doodstraf van het Luikse assisenhof voor de roofmoord op twee Antwerpse diamantairs, vader en zoon Moons, op 13 april 1988. Op 31 oktober 1991 vond men 200 gram springstof in zijn cel in Lantin. Lammers kreeg daarvoor negen dagen strafcel en werd overgeplaatst naar Oudenaarde, waar hij zes maanden in afzondering zat.

Daarna mocht hij weer deelnemen aan één van de twee dagelijkse gemeenschappelijke wandelingen en mocht hij gebruik maken van de recreatiezaal en de kantine. Op 4 maart 1993 werd Lammers zonder enige aanleiding naar Gent overgebracht, waar hij opnieuw eenzame opsluiting kreeg, aldus mr. Vansteenbrugghe.

Verkapte straf

Lammers mag niet deelnemen aan de gemeenschappelijke wandeling, hij wordt gelucht in een kooi. Hij mag de ontspanningszaal en de televisieruimte niet gebruiken, krijgt geen sport, geen telefoon, geen boeken van buiten de gevangenis en alleen maar bezoek achter glas.

Voor deze nieuwe eenzame opsluiting gaf justitie “veiligheidsredenen” op, maar volgens Vansteenbrugghe gaat het om een verkapte straf. Lammers had een manifest van Peter Carlier ondertekend, waarin wantoestanden uit de gevangenis werden aangeklaagd. Dat is volgens Vansteenbrugghe de reden van de eenzame opsluiting.

Omdat Lammers niet tegen deze eenzame opsluiting in beroep kan, stapte hij naar de rechter in kort geding om de opheffing van het regime te vragen. Er is immers hoogdringendheid omdat het gebrek aan sociaal contact met andere gedetineerden en met bezoekers en het gebrek aan lichaamsbeweging en aan een actieve bezigheid de lichamelijke en geestelijke gezondheid schaadt. De eenzame opsluiting leidt soms tot zelfmoord, zo zegt mr. Vansteenbrugghe met een verwijzing naar de dood van Patrick Haemers.

Niet gemotiveerd

De advocaat meent dat de beslissing van de gevangenisdirectie niet volgens de regels van de wet genomen werd. Zo is ze niet gemotiveerd en dat moet sinds 1 januari 1992. Pas achteraf werden veiligheidsredenen ingeroepen, maar dat is onjuist, zo meent Vansteenbrugghe.

Lammers had in Oudenaarde al zes maanden eenzame opsluiting gekregen voor de springstof en die waren opgeheven: er moest dus een nieuw feit zijn, maar dat was er niet, zo Vansteenbrugghe. Er is zelfs sprake van machtsafwending: “De gevangenis is de straf, elke bijkomende straf die niet absoluut nodig is om de tucht te waarborgen is onwettelijk.”

Door deze eenzame opsluiting zijn de artikelen 6 en 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geschonden. Artikel 6 garandeert een eerlijke en onpartijdige beoordeling vooraleer een straf wordt opgelegd. Van zodra aan een gevangene een zware straf wordt opgelegd die langer dan 9 dagen duurt, moet artikel 6 gerespecteerd worden.

Artikel 3 verbiedt iedere onmenselijke en vernederende straf. Vansteenbrugghe verwijst naar de herhaalde kritieken van het Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke Bestraffing. Dat bezocht al vele Europese gevangenissen en keurde overval eenzame opsluiting af. In het najaar is België aan de beurt.

Bron » Gazet van Antwerpen