Bewaarde Di Luciano het testament van André Cools?

‘Nee, we hebben geen enkel document gevonden dat verband houdt met de moord op André Cools’, zegt substituut Catherine Badot van het parket van Charleroi. ‘Tijdens de huiszoekingen in de kastelen van Sebastiano Di Luciano en op andere adressen werden wel grote hoeveelheden documenten in beslag genomen. Maar het zal nog geruime tijd duren vooraleer we alles hebben onderzocht.’

Toch, zo laat de parketmagistrate uitschijnen, lijkt er een raakvlak te bestaan tussen de Italo-Belgen die momenteel voor het Luikse assisenhof terechtstaan als mogelijke opdrachtgevers van de moord op Cools, en het milieu rond Stefano Di Luciano. “Die milieus kennen elkaar”, zegt Badot. “Zo staat het bijvoorbeeld vast dat Mauro De Santis (een van de beschuldigden op het proces-Cools, GT) zeer dicht in de omgeving van Di Luciano kan worden gesitueerd . Uit politierapporten blijkt dat er contacten waren tussen beide mannen. Het is ook zo dat De Santis werd ontvangen op het kasteel van Di Luciano.”

Was dat voor of na de moord op André Cools?

Catherine Badot: “Erna. In elk geval na de moord. Ik praat over heel recente informatie.”

Dat Mauro De Santis op bezoek is geweest bij Di Luciano wordt ook bevestigd door Jean-Pierre Doraene, de topman van de federale politie in Charleroi. De Santis stond in de streek van Charleroi bekend als een belangrijke heler van gestolen auto’s, valse papieren, juwelen en wapens. Was Di Luciano, die door het gerecht wordt omschreven als een belangrijke caïd van de Siciliaanse maffiafamilie Cuntrera-Caruana, misschien de chef van De Santis in de criminele hiërarchie? Op die vraag kunnen noch Badot, noch Doraene een antwoord geven.

Di Luciano en Di Santis wonen allebei in Thuin, vlakbij de Franse grens. De twee kennen elkaar al minstens tien jaar, zo blijkt uit het strafdossier van de moord op Cools. In dat dossier is sprake van een beschieting van de woning van Di Luciano, die plaatsvond op 12 mei 1992, bijna een jaar na de moord op Cools. Onbekenden vuurden met een machinegeweer op het kasteel van Di Luciano in Forchies-la-Marche.

Achteraf werden op die plek 22 kogelhulzen gevonden, “kaliber 9 mm FN 60”, zo wordt gepreciseerd in een proces-verbaal opgesteld door commissaris Philippe Zangerlé van de toenmalige cel-Cools: ‘Uit ingewonnen inlichtingen blijkt dat Di Luciano bekendstaat bij het gerecht voor wapensmokkel en dat hij deel uitmaakt van een Siciliaanse maffiaorganisatie. Dit individu wordt beschouwd als zeer verdacht en zou reeds het voorwerp geweest zijn van talrijke observatieopdrachten van de politie en de rijkswacht. Betrokkene bewoont het kasteel ‘de la Marche’ in Forchies, een ‘oninneembare burcht’ waarin zich verschillende brandkoffers bevinden. Dit kasteel was het voorwerp van een reportage met als titel ‘Belgica Nostra’, gerealiseerd door Françoise Vandemoortele van de RTBF.’

“U beschikt over pv’s uit het onderzoek naar de moord op Cools?” vraagt substituut Badot geschokt en ongelovig, nadat we haar bovenstaande passage hebben voorgelezen.

Ja, we bekennen de feiten.

“Kunt u mij het nummer van het desbetreffende pv bezorgen?”

Dat doen we met plezier.

De substitute dankt ons uitvoerig. Mogelijk beschikt het parket van Charleroi na dit telefoongesprek over een nieuw spoor, verzekert ze ons.

Proces-verbaal nummer 10.971 van 13 november 1996 is dan ook bijzonder interessant. Commissaris Zangerlé koppelde de informatie over de schietpartij op het kasteel aan de verklaringen van ene Stéphane H., die destijds in de gevangenis verbleef en daar kennis had gemaakt met een medegevangene, Eric Walkowiak.

Die Walkowiak is niet de eerste de beste. Hij is een specialist in het kraken van kluizen, lid van een dievenbende die meer dan honderd brandkastkraken op haar actief heeft. Verschillende partijen aandelen en waardepapieren die her en der in het land door de bende van Walkowiak werden gestolen, werden vervolgens verzilverd door de entourage van minister Alain Van der Biest. In het dossier van die zwendel met gestolen waardepapieren werd De Santis, samen met een reeks andere beklaagden in het moordproces, in 1998 door de correctionele rechtbank van Luik veroordeeld. Walkowiak, die vaak op dievenpad ging in opdracht van De Santis, werd echter in het aandelendossier niet verontrust.

In juni 1991, een maand voor de moord op Cools, zouden Walkowiak en Guy Claes (een van zijn vaste partners in crime) door De Santis zijn aangezocht om een “contract” uit te voeren, zonder dat de naam van het doelwit werd gepreciseerd. Uiteindelijk kwam het niet zover. De Santis vertelde Walkowiak dat er in hun plaats twee andere huurdoders waren gevonden om het contract uit te voeren. “Als we dat contract hadden uitgevoerd”, zei Walkowiak aan Stéphane H., “zouden ze ons teruggevonden hebben in de Maas met een blok beton aan onze voeten.”

Stéphane H. vernam tijdens zijn verblijf achter de tralies van Walkowiak dat er “een soort testament van André Cools” bestond, een pakket documenten dat “compromitterend” was voor Pino Di Mauro, de vroegere chauffeur en lijfwacht van minister Van der Biest. Volgens Stéphane H. vernam hij van Walkowiak dat deze documenten “aanvankelijk waren opgeborgen in een brandkast in Tilff”, maar later terechtkwamen in een brandkoffer in de woning van Di Luciano. Daar zouden de documenten zijn gestolen door Walkowiak.

“Later zouden Walkowiak en Guy Claes met een mitraillette hebben geschoten op die woning, om de eigenaar ervan te intimideren”, verklaarde Stéphane H. aan het gerecht. “De eigenaar (Di Luciano, GT) had lucht gekregen van de identiteit van de daders van de inbraak en maakte aanstalten om hen te gaan chanteren.”

Nog steeds volgens Stéphane H. vernam hij van Walkowiak dat de bij Di Luciano gestolen documenten vervolgens werden verborgen bij De Santis. Walkowiak zou voor zichzelf een fotokopie van de documenten hebben gemaakt en die hebben verstopt op een kerkhof in Neufchâteau.

Het probleem met deze getuigenis is dat ze uit tweede hand komt: Stéphane H. had alles van horen zeggen. In een confrontatie met Stéphane H. ontkende Walkowiak bovendien dat hij ooit bovenstaande ontboezemingen had gedaan: “Ik snap niet waarom Stéphane H. jullie dat allemaal verteld heeft. Hij is knettergek.”

Bron » De Morgen | Georges Timmerman

Gerecht klist kopstuk Siciliaanse maffia in uithoek van Henegouwen

Het parket van Charleroi heeft na een spectaculaire reeks huiszoekingen een kopstuk van de Siciliaanse maffia in België aangehouden. Het gaat om Sebastiano Di Luciano, een man die zich voordeed als bouwondernemer maar die jaren geleden al door het Duitse Bundeskriminalamt is ontmaskerd als een zetbaas van de machtige Siciliaanse Caruana-Cuntrera-clan. Samen met vier medestanders wordt Di Luciano verdacht van bendevorming, witwaspraktijken en heling van wapens.

Onderzoeksrechter France Bakeland van Charleroi mobiliseerde vorige week woensdag niet minder dan 260 federale en lokale politiemensen voor een reeks van 25 gelijktijdige huiszoekingen in de buurt van Thuin, aan de Franse grens, Doornik, Brussel, Luik en Flawinne. De grootschalige operatie verliep in coördinatie met het Franse gerecht, dat simultaan huiszoekingen uitvoerde in het Zuid-Franse Nice. In totaal hebben vijfhonderd speurders en agenten aan de operatie deelgenomen, ook ruitereenheden en een politiehelikopter werden ingezet.

Belangrijkste doelwit van de huiszoekingen waren twee imposante kastelen in Forchies-la-Marche en in het bos van Hourpes, die eigendom zouden zijn van Di Luciano. Beide kastelen staan bekend als ‘oninneembare’ burchten. Buurtbewoners en andere nieuwsgierigen werden in het verleden door veiligheidsmensen op een afstand gehouden. In 1992 werd een van de kastelen het voorwerp van een aanslag. Onbekenden vuurden met een mitraillette op het gebouw. Er werden ter plaatse 25 kogelhulzen kaliber 9 mm gevonden. De informatie over de gewapende aanslag staat zijdelings vermeld in het strafonderzoek naar de moord op PS-peetvader André Cools, al is het onduidelijk of er een verband bestaat tussen Di Luciano en de Italo-Belgische criminele entourage van wijlen PS-minister Alain Van der Biest, die momenteel voor het Luikse assisenhof terechtstaat voor de moord.

“Uit inlichtingen blijkt dat Di Luciano bekendstaat bij het gerecht voor wapensmokkel en dat hij deel uitmaakt van een Siciliaanse maffiaorganisatie”, zo blijkt uit het onderzoek naar de moord op Cools. “Dit individu wordt beschouwd als zeer verdacht en zou reeds het voorwerp geweest zijn van talrijke observatieopdrachten van de politie en de rijkswacht. Betrokkene bewoont het kasteel ‘de la Marche’ in Forchies, een ‘oninneembare burcht’ waarin zich verschillende brandkoffers bevinden.”

Tijdens de huiszoekingen, die aanvankelijk werden voorgesteld als passend in een onderzoek naar kunstdiefstallen, ontdekte het gerecht in de kastelen inmiddels meer dan tweehonderd wapens en een grote hoeveelheid munitie en explosieven. Onder de in beslag genomen goederen bevinden zich granaten uit het voormalige Oostblok, luchtafweergeschut en ander zwaar wapentuig dat niet in de winkel achter de hoek te koop wordt aangeboden. Een ruimte in het kasteel van Forchies bleek ingericht als wapenatelier. De politie had drie vrachtwagens nodig om alle goederen weg te brengen. Een aantal luxeauto’s, onder meer een Rolls Royce, een Ferrari en een Porsche, werden weggesleept.

Naast Di Luciano werd ook Philippe Melchior aangehouden, een tandarts uit Nice die een praktijk heeft in Forchies en van wie het gerecht meent dat hij fungeerde als financiële adviseur van de criminele organisatie. Twee stromannen, Donato Mafucci en Michele Messina, en de maîtresse van Di Luciano werden eveneens in voorlopige hechtenis genomen. De zaak ging aan het rollen na een anonieme tip over een BTW-carrousel en over witwasoperaties die werden opgezet door Melchior ten voordele van Di Luciano en andere verdachten. Op een rekeninguittreksel van de Siciliaan werd bijvoorbeeld een storting van 400.000 euro teruggevonden. De Franse gerechtelijke autoriteiten zouden belangstelling hebben voor de zaak omdat er een verband kan bestaan met een diefstal van wapens en uniformen bij de politie van Amiens, tussen Rijsel en Parijs. De woning en het kabinet van Melchior in Nice werden eveneens doorzocht.

Bron » De Morgen | Georges Timmerman

Politie doorzoekt twee kastelen

De politie heeft woensdagochtend in het kader van een dossier over kunstroof huiszoekingen uitgevoerd in een kasteel in Forchies-la-Marche en in een kasteel in het bos van Hourpes (Thuin). Bij de huiszoekingen waren meerdere Belgische onderzoeksrechters en zelfs een Franse magistraat aanwezig.

Ter plaatse werden meer dan 260 politiemensen ingezet. Die kregen versterking van een helikopter en ruitereenheden van de federale politie. Bij de operatie werd een man opgepakt die probeerde te vluchten. In het kasteel van Thuin werden meerdere kunstwerken ontdekt die momenteel onderzocht worden in de laboratoria van de gerechtelijke dienst.

Bron » Gazet van Antwerpen

‘Laster’ in Belgische moordzaak

Heeft een Waalse ex-minister de hand gehad in de moord op de prominente socialist André Cools? De beschuldigde, Alain van der Biest, momenteel Kamerlid, ontkent ten stelligste en heeft gisteren een aanklacht ingediend wegens ‘lasterlijke aantijgingen.’ Sinds het afgelopen weekeinde verschijnen in de Belgische persberichten die Van der Biest in verband brengen met de nooit opgehelderde moord, bijna een jaar geleden, op Cools, jarenlang leider van de in Wallonië oppermachtige Parti Socialiste.

In de ene krant figureert Van der Biest als complotteur, in de andere is hij (mede-) slachtoffer. Zo schreef Het Belang van Limburg gisteren dat Van der Biest door de in Luik opererende Italiaanse maffia bedreigd is. Hij zou per post een kogel met een zwartgeverfde punt hebben ontvangen, het maffia-symbool voor verraad.

De affaire-Van der Biest kwam aan het rollen door een vraaggesprek met een privédetective in het Vlaamse dagblad De Morgen. Die meende te weten dat de moord op Cools beraamd was binnen het kabinet (de staf) van Van der Biest, die tot begin dit jaar in Wallonië minister van binnenlandse zaken was. De detective beriep zich op de anonieme bron ‘T. Volgens Z leidde een Luikenaar van Italiaanse komaf, Pino di Mauro, het commando dat Cools om zeep hielp. Di Mauro verrichtte chauffeursdiensten voor Van der Biest tijdens diens ministerschap.

Van der Biest zegt de man, die in verband met fraude gearresteerd is, echter amper te kennen. De maffia heeft in Luik een soort ‘buitenpost’; na de moord op de Italiaanse maffiabestrijder Falcone, enkele weken geleden, werden in de Belgische stad aanhoudingen verricht in verband met de aanslag die Italië schokte. Volgens het dagblad De Morgen is Van der Biest “als ex-leraar Italiaans goed thuis in het milieu der Italiaanse immigranten in het Luikse.” In dat milieu is in elk geval de onlangs aangehouden ex-kabinetschef van Van der Biest, Richard Taxquet, geen onbekende. Deze topambtenaar, die net als de chauffeur verdacht wordt ‘van zwendel met aandelen, zou ‘ingehuwd’ zijn in een Italiaanse familie, “waarvan sommige leden behoren tot de onderwereld”.

In een poging de zwellende stroom berichten te stuiten, heeft Van der Biest gisteren bij de Luikse justitie een klacht ingediend wegens laster. De klacht geldt eenieder die hem zwart maakt. Tegenover de Brusselse krant Le Soir bestempelde Van der Biest de beschuldigingen als folie, oftewel waanzin. Tussen hem en de doodgeschoten Cools, partijgenoot en ambtsvoorganger, waren er ‘slechts politieke meningsverschillen.

Bron » Trouw

De maffia-moorden van de Waalse koppelbazen

Morgen is het exact drie jaar geleden dat Stéphane Steinier, journalist bij de Waalse krant La Nouvelle Gazette, spoorloos verdween. Vermoord door de in Wallonië zeer machtige maffia van de koppelbazen, zo neemt men aan. Zijn lijk werd nooit teruggevonden, en alle verdachten werden vrijgelaten en repten zich als hazen de grens over. Het verhaal van de “verdwijning” van Steinier evenaart het scenario van de ongelooflijkste maffiafilm, maar zoals ook al door andere affaires in Wallonië werd aangetoond is de realiteit daar soms stukken sterker dan de stoutste fictie.

Stéphane Steinier Wass 28 en beginnend journalist op de redactie van La Nouvelle Gazette in Charleroi. Op 26 januari 1989 in de late avond reed hij met zijn auto van de redactie terug naar de woning van zijn ouders in Montignies-sur-Sambre. Enkele honderden meters voor hij thuis arriveerde werd zijn wagen door drie handlangers van koppelbazen-capo’s tot staan gebracht. Daarna verdween hij van de wereld.

Iedereen vrij

Eén van de drie, Giuseppe Condello, sloeg enkeIe weken later aan het praten. Hij vertelde het parket van Charleroi dat hij samen met nog een Italiaan, Bruno Di Donato, en een Turk, Necdet Demirkaya, van de Waalse koppelbazenkoning Carmelo Bongiorno de opdracht had gekregen Stéphane Steinier “een Iesje te leren”. Steinier had volgen Bongiorno een verhouding met de ex-vrouw van een zeer goede vriend van hem, de BOB-adjudant Michel Dubuisson uit La Louvière.

Di Donato en Demirkaya hadden Steinier opgewacht, hem in de bestelwagen geleurd, en waren naar een braakliggend terrein in Ressaix gereden. Daar had Demirkaya Steinier omgebracht met drie pistoolschoten in het hoofd. Waar het lijk zich bevond kon Condello niet zeggen, maar hij vertelde dat hij vernomen had dat het in een bad met bijtend zuur was geworpen en daarna in een betonblok gegoten.

Berouw

Condello beweerde te praten “uit berouw”, en in de tuin van zijn ouders werd zelf een echte granaat geworpen, die door technisch defect gelukkig niet ontplofte. Hij kwam samen met Di Donato, die alles bleef ontkennen, vlug vrij en beiden verdwenen ogenblikkelijk uit België. Bongiorno bleef langer in de nor, maar in april 1990 werd hij vrijgelaten mits betaling van een borgsom van 43 miljoen frank: zolang er geen lijk was, kon hij de moord immers blijven aanvechten.

Het bedrag werd prompt door de advocaat van Bongiorno’s Luxemburgse bankrekening gehaald, en het kopstuk repte zich onmiddellijk naar zijn geboortedorp Villa Rosa in Sicilië, waar niemand hem durft gaan verontrusten.

Ook BOB-adjudant Michel Dubuisson werd ondervraagd, maar die verklaarde dat zijn “vriendschappelijke relatie” met peetvader Bongiorno zuiver ”ambtelijk” was.

De Turk Necdet Demirkaya werd gearresteerd in Italië, maar de Belgische justitieminister Wathelet ving volkomen bot toen hij om zijn uitlevering vroeg: de rechtbank in Turijn oordeelde dat de man niet kon uitgeleverd worden omdat in België p dat ogenblik nog steeds (op papier) de doodstraf bestond … Door die weigering zag België zich genoodzaakt een eis tot vervolging door het Italiaanse gerecht in te dienen, en dat proces begon in december 1991. Momenteel ligt deze rechtszaak echter stil.

Vleestransport

En dan dook het verhaal op van de nu ondergedoken Anne Van Steelant, de vroegere vaste vriendin van Carmelo Bongiorno. Zij verklaarde aan de gerechtelijke politie dat Bongiorno samenwerkte met de toen in België verblijvende Griekse vleeshandelaar Yannis Economou. “Diens in- en uitvoer van vleeswaren diende voornamelijk om het zwart geld van de koppelbazen wit te wassen”, zei Van Steelant.

“Maar tussen het vlees in de koelwagens zaten ook wel menselijke resten verborgen, ledematen die met zuur waren toegetakeld. Dat waren lijken die spoorloos moesten verdwijnen …”

Economou werd daarover door de Griekse politie ondervraagd. Hij repliceerde op deze aantijgingen vanuit het Griekse Thessaloniki, en ontkende dat hij met zijn koelwagens het lijk van Stéphane Steinier of andere lijken vervoerd zou hebben. Wel gaf hij toe dat hij de hoofdbeschuldigde kende: Carmelo Bongiorno, alias Boncarlo. Hij had jaren met die kerel samengewerkt, maar met dienst duistere zaken had hij niets te maken, en Steinier, die was achter Bongiorno’s handel en wandel gekomen, en dat was de echte reden waarom hij moest verdwijnen.

Niet alleen Steinier verdween spoorloos. Spoorloos in de Waalse wereld van het zwartwerk zijn bijvoorbeeld ook nog Adriano Gattesco, de vroegere doelman van Binche, en de ex-koppelbazen Giovanni Ponzo en Jean-Claude Bottiaux. Dan zijn er de afrekeningen: ex-koppelbaas Virgilio Daga, met kogels doorzeefd op klaarlichte dag in Bergen nadat hij anoniem op de RTBF over Bongiorno verklaringen had afgelegd, en zijn “collega” Armando Romaniello, op 24 juli 1990 door rivalen doodgeschoten.

Bron » Gazet van Antwerpen