De Groep Diane: het grimmige verleden van hét politionele keurkorps

Wat was de Groep Diane? Hoe komt het dat er al meer dan dertig jaar ernstige vermoedens zijn dat de Bende van Nijvel is gerekruteerd binnen de rijkswacht zelf? En wat kon de verborgen agenda zijn achter het genadeloos neerschieten van moeders en kinderen in de supermarkt?

“Het zullen toch niet die van ons zijn?” Met die kreet, opgetekend door omstaanders, was het de Gentse rijkswachtofficier Arsène Pint die op zaterdagavond 9 november 1985 op de parking van de Delhaize in Aalst als eerste het verband legde met de Groep Diane.

De moordpartij, uitgevoerd met een ijzingwekkende precisie, droeg alle kenmerken van een paramilitaire gevechtseenheid. Zoals die maar op één plek in België kon zijn getraind. De Groep Diane werd eind 1972 opgericht door Pint zelf en wijlen rijkswachtkolonel René Mayerus. De naam verwees naar de godin van de jacht. Ook al werd de brigade later omgedoopt tot Speciaal Interventie Eskadron (SIE, en nog later CGSU), de naam is altijd blijven voortleven.

Wapenroof

Politionele gevechtseenheden zoals het CGSU ontstonden in de meeste Europese landen na het fout gelopen gijzelingsdrama op de Olympische Spelen in München. Dit soort geweld, straatterreur, was nieuw. De politie had nood aan scherpschutters, mensen die overweg konden met close combat en de machinegeweren van die tijd: de riotgun, de Heckler & Koch (HK).

De Groep Diane begon met een dertigtal jonge paracommando’s, maar kende binnen de rijkswacht een snelle groei. Het idee om de strijd aan te binden met groepen als de Rote Armee Fraktion lokte dubieuze figuren, zoals de Franse extremist Jean-Francis Calmette of Madani Bouhouche. Die laatste was rijkswachter in Brussel, maar was met zijn collega en maat Robert Beijer een eigen detectivebureau begonnen. Toen beiden in 1981 na een afluisterschandaal in conflict kwamen met hun hiërarchie, was dat het startpunt van een reeks gebeurtenissen waarvan nu pas, 36 jaar later, de werkelijke contouren zichtbaar lijken te worden.

Op 31 december 1981 werd er ingebroken in de kazerne van het SIE, normaliter een van de best bewaakte plekken van het land. Er werden vijftien HK-mitrailleurs gestolen, vijf riotguns en Fal-machinegeweren. De rijkswacht stond in zijn blootje. De roof bleef een kwarteeuw onopgehelderd, tot een van de drie daders precies één dag na de juridische verjaring bekentenissen ging afleggen bij de politie. De daders waren Bouhouche, Beijer en hun toenmalige vriend Jean-François Buslik, een Amerikaanse zionist en geheim agent.

Vandaag is de CGSU een modeleenheid. Het zijn de best getrainde agenten die we hebben. Het zijn deze mensen die worden opgeroepen bij gijzelingen of wanneer iemand als Salah Abdeslam moet worden ingerekend. Ze reden de voorbije decennia zonder meer een perfect parcours en worden liever niet herinnerd aan dat verre verleden.

Strategie van de spanning

Bij de voorstelling van zijn boek De laatste leugen in 2010 lichtte Robert Beijer een tipje van de sluier. Zijn groep kreeg in volle Koude Oorlog orders van mensen die meenden dat leger en politiediensten niet klaar waren voor de in die tijd vrij algemeen verwachte invasie van de Sovjet-Unie in Europa. Beijer eiste ook toen de wapenroof van 1981 op en zei: “Ik had een meer ambitieus plan. Ik wou met een kleine telegeleide helikopter een explosieve C4-lading droppen op de kantoren van de generale staf. Mijn missie was het systeem te destabiliseren van binnenin.”

Arsène Pint typeerde René Mayerus in een interview met Humo ooit zo: “Hij dronk graag een whisky en dan begon hij: ‘Dat land hier, dat trekt op niets. En die politici. Er is geen autoriteit. Nom de Dieu, il faudra un bon coup d’état.”

Die hele theorie, in deze krant al sinds 1986 naar voren gebracht door wijlen collega Walter De Bock en door historici benoemd als ‘de strategie van de spanning’, lijkt nu aan kracht te winnen. Een bevolking terroriseren door haar te treffen op haar kwetsbaarste punt. Door moeders en kinderen neer te schieten op zaterdagavond, tijdens het winkelen in de supermarkt. Door zelf het vuurgevecht op te zoeken met de politie en te demonstreren hoe slecht die is bewapend.

Dat is wat de Bende van Nijvel iedere keer opnieuw deed. De vraag blijft: in opdracht van wie?

Bron » De Morgen

Vragen bij De Bende: is onze veiligheid wel in goede handen?

Voor de generatie die in de jaren 80 opgroeide, was de Bende van Nijvel een levende nachtmerrie. De aanslagen waren niet enkel angstaanjagend omwille van hun brutaliteit, maar ook omwille van hun herkenbaarheid. De dode slachtoffers waarmee het avondjournaal ons confronteerde lagen bebloed op de vloer van warenhuizen waar wij allemaal gingen winkelen, de met kogels doorzeefde wagens op de Delhaize-parking waren dezelfde als die van onze buren en het feit dat de regering besliste om scherpschutters op de daken van warenhuizen te plaatsen zorgden voor een onwezenlijke atmosfeer. Het akeligst aspect van de geweldgolf: de moordenaars schoten zelfs kinderen in koelen bloede neer.

Dat die aanslagen maar niet opgehelderd raakten, was moeilijk te vatten. Ondraaglijk eigenlijk. Temeer omdat een aantal onderzoeksjournalisten feiten aandroegen die even concreet als zorgwekkend waren: de bendeleden moesten in kringen van de rijkswacht gezocht worden, meer bepaald de Groep Diane.

België te klein

Dertig jaar later ziet het ernaar uit dat journalisten als Walter De Bock en Hugo Gijsels gelijk hadden. Postume hulde aan hen. C.B., de zogenaamde reus, was tijdens de periode van de aanslagen inderdaad lid van de Groep Diane. Volgens onze informatie vertelde C.B.’s boezemvriend dat eind jaren 90 al aan de onderzoekers, maar de tip bleef blijkbaar zonder gevolg.

Nu brengen Bende-slachtoffer David Van de Steen en C.B.’s broer het onderzoek in een stroomversnelling. De broer van de overleden verdachte doet dat trouwens met een verontrustende boodschap. “Mijn broer is van hogerhand beschermd geweest bij de rijkswacht. (…) Als alles uitkomt zal België te klein zijn.”

Cruciale test

Die uitspraak maakt dat het Bende-onderzoek niet enkel een zoektocht is naar een historische waarheid, maar een cruciale test voor de huidige Belgische rechtsstaat. Want de vragen die opnieuw aan de oppervlakte komen, zorgen opnieuw voor een bijzonder akelig gevoel: Was/is er sprake van een doofpotoperatie? Wie waren de opdrachtgevers? Wat was de finaliteit van de aanslagen? Klopt het dat ook de huidige onderzoekers minder enthousiast werden zodra bleek dat het nieuwe spoor credibel bleek?

Het gerecht zal die vragen met alle middelen moeten onderzoeken en voor heldere antwoorden moeten zorgen. Niet enkel de Belgische rechtsstaat van de jaren 80 staat ter discussie, ook de rechtsstaat anno 2017 zal zijn geloofwaardigheid moeten bewijzen. Want de vraag die hier centraal staat is echt wel cruciaal: is onze veiligheid in goede handen?

Bron » De Morgen | Koen Vidal

Politiemensen zijn gedrild om onder alle denkbare omstandigheden de rangen te sluiten. Ook in Vlaanderen

Het is een interessante gedachte: hevel het onderzoek naar de Bende van Nijvel terug over naar Vlaanderen. Jef Vermassen is pro, de Aalsterse burgemeester Christophe D’Haese (N-VA) is pro. Sociale media zijn pro. Ik niet.

Ik volg dit dossier sinds een jaar of twintig en hoor altijd weer die stem van Franz Balfroid, ooit een jonge rijkswachter uit Waver. Hij kwam in 1983 (!) samen met zijn collega Gérard Bihay als allereerste met de these van de inside job. Mensen van de rijkswacht zelf. Balfroid en Bihay ontdekten als eersten de Groep G, een geheim leger binnen het leger dat de rijkswacht in die tijd was. Het werd niet hun beste dag. “Wij mochten daarna alleen nog gazetten lezen en enveloppes dichtlikken.”

De rijkswacht was een extreem hiërarchisch gestructureerde organisatie. Jonge mannen gingen er op hun achttiende in, zwoeren trouw aan hun officier en voerden blindelings bevelen uit. Opperen, zelfs heel voorzichtig, dat de Bende van Nijvel misschien-misschien in eigen huis diende gezocht was vloeken in de kerk, in het kwadraat. Dat was zoals een Amerikaanse GI die ergens aan het front in Afghanistan de andere GI ervan betichtte bij al-Qaida te horen.

We hebben in dit land nog een paar oude enigma’s: de moord op Peter De Vleeschauwer, of die op Simon Poncelet. Allebei politiemensen, meer dan waarschijnlijk geëlimineerd door eigen collega’s. Ook die twee zaken zitten al 20 jaar muurvast. Toeval?

Nee. Politiemensen, en zeker oud-rijkswachters, zijn gedrild om onder alle denkbare omstandigheden de rangen te sluiten. Ze vormen daardoor de allerslechtst geplaatste mensengroep om een onderzoek te voeren dat zich eventueel tegen het eigen korps zou kunnen keren.

Hoe valt te verklaren dat de tip van David Van de Steen na acht maanden nog altijd in de fase van het geduldige natrekken zit? Waarom verschenen vorige week pas, na de voorzet van Jef Vermassen, opeens agenten uit Charleroi met een foto van de “reus” in Aalsterse cafés? Doodeenvoudig: binnen de cel Waals-Brabant is de operationele leiding nog altijd in handen van politiemensen met een rijkswachtverleden. Hoe bekwaam, integer en empathisch ook: deze mensen zullen altijd de neiging hebben om weg te kijken. En door ze nu te vervangen door Nederlandstalige oud-rijkswachters heb je het probleem hooguit verplaatst.

Er zijn voorbeelden van criminele enigma’s die op een dag opeens toch opgehelderd raakten. Denk aan de moorden op Julien Lahaut (1950) en Patrice Lumumba (1961). Het was in beide gevallen niet het werk van de politie. De onoplosbaar gewaande vraagstukken werden opgehelderd door historici en criminologen.

Liever dan van de Bende een communautaire kwestie te maken, zouden we er ook een wetenschappelijke van kunnen maken. Gelooft iemand echt dat er ooit nog een proces komt tegen de Bende? Waarom dan nog een strafrechtelijk onderzoek? De doorbraak van het afgelopen weekend is er gekomen door de speurijver van de destijds 9-jarige en door de reus in de Delhaize voor dood achtergelaten David Van de Steen.

Het was hij, de kleine jongen die z’n papa, z’n mama en z’n zusje die avond zag neergemaaid worden. Die z’n opa, de in 2011 overleden Albert Van den Abiel, op z’n sterfbed had beloofd dat hij zou blijven zoeken. Altijd blijven zoeken. Het was niet de speurijver van de politie die de doorbraak forceerde, het was het kind. Laat ons dat beeld nog even vasthouden.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Eerste beelden van de ‘Reus’ duiken op

De eerste beelden zijn opgedoken van C.B., de rijkswachter uit Aalst die De Reus van de Bende van Nijvel zou zijn. Links de legendarische foto nummer 19 van ‘De Reus’, gemaakt op basis van getuigen van de overvallen. Rechts, een oude foto van C.B. als carnavalist uit Dendermonde. C.B groeide op in Dendermonde en was er actief in het carnavalsmilieu. Hij was er onder meer ondervoorzitter van een carnavalsvereniging. Toeval of niet, de gelijkenissen zijn frappant.

C.B. had een carrière achter de rug bij de rijkswacht van Aalst en Dendermonde en de lokale politie van Aalst. Aan het begin zijn carrière, half jaren ‘70 werkte C.B. bij de groep-Diane, de toenmalige interventie-eenheid van de rijkswacht.

Aan zijn broer had hij een paar weken voor zijn dood verteld dat hij betrokken was geweest bij de Bende van Nijvel. Die broer herhaalde die bekentenis van C.B. vanavond anoniem in VTM Nieuws. ‘Ik kon dat moeilijk bevatten. Ik heb dat in het begin ook een stuk genegeerd, dat kon mijn broer niet zijn. Maar vandaag ben ik formeel: dat is mijn broer’, verklaarde de man, die ook meewerkte aan het onderzoek en alle informatie deelde met de speurders.

Tijdens dat onderzoek kwam intussen wel een aantal intrigerende details aan het licht over de piste-C.B. Zo bleek dat hij niet aan het werk was als rijkswachter op het moment dat de meest bloedige overvallen plaats vonden. Hij heeft dus geen alibi. Bovendien beschreven getuigen van de overval op de Delhaize in Aalst van november 1985 hoe de ‘Reus’ hinkte. Net op dat moment, zo blijkt uit zijn medisch dossier bij de rijkswacht, zou C.B een voetblessure hebben gehad.

Wetenschappelijke bewijzen dat C.B bij de overvallen van de Bende van Nijvel betrokken is, zijn er niet. Die zullen er ook nooit meer komen. Het lichaam van de man werd na zijn dood gecremeerd. Zijn dna vergelijken met de sporen die in in het dossier zitten, is onmogelijk.

Bron » De Standaard

Onderzoek Bende van Nijvel in stroomversnelling: “Vaak uitgelachen, maar nu krijgen we toch gelijk”

Aalstenaar David Van de Steen (41) was amper negen toen hij zijn ouders en zusje doodgeschoten zag worden door de Bende van Nijvel. Vorig jaar in november kreeg hij via een informant te horen dat de identiteit van ‘de Reus’ bekend was. “Ik ging zelf op onderzoek en gaf mijn informatie door aan het parket”, vertelt hij nu aan VTM Nieuws.

‘De Reus’, C.B, biechtte zijn betrokkenheid bij de Bende van Nijvel vlak voor zijn dood op aan een familielid. Die informatie kwam bij de Aalstenaar terecht. Aan VTM Nieuws vertelt hij: “Iemand uit het Dendermondse contacteerde me nu goed een jaar geleden. Die man wilde me dringend spreken. Ik krijg elke maand wel zes à zeven tips binnen, dus ik was op mijn hoede.” De tipgever vertelt David dat hij nog contact heeft gehad met ‘de Reus’, een man die naarmate de jaren verstreken aan lager wal geraakt was. Van de Steen vond de informatie geloofwaardig – ook al ging het om iemand die ooit werkte bij de elite-eenheid van de rijkswacht – en besluit naar het gerecht te stappen. “Al was ik daar aanvankelijk niet erg happig op.”

Gesprek

Het gerecht besluit de contactpersoon van David uit te nodigen voor een gesprek. Ook de broer en de ex-vrouw van ‘de Reus’ doen hun verhaal. Ook zij wisten dat de man in zijn sterfbed zijn betrokkenheid had opgebiecht. “In het Dendermondse zijn er trouwens heel wat mensen die dit verhaal kennen, maar zo lang gezwegen hebben”, zegt Van de Steen nog in het VTM Nieuws. “Dat kan ik niet begrijpen. Het gaat hier om 28 mensenlevens.”

Dat alles plots snel ging, want deze week liepen er in Aalst speurders rond met een foto van de man. “Ik heb dat nieuws niet naar buitengebracht. De speurders hadden gevraagd dat niet te doen. Ik denk dat het vooral naar aanleiding van de uitspraken van advocaat Vermassen is dat uiteindelijk beslist werd om het nieuws naar buiten te brengen.”

Volgens hem bestaat ‘de Reus’ trouwens niet. “De Bende van Nijvel werkte altijd met personen die goed op elkaar geleken. Ik ben er zeker van dat ze twee of drie reuzen hadden. Die werden af en toe ingezet en zo kreeg je verschillende beschrijvingen van getuigen. C.B. moet een van de reuzen geweest zijn en niet ‘de Reus’.”

Eindelijk een antwoord

Na al die jaren denkt David dat de hele zaak nu wel eens in een stroomversnelling terecht zou kunnen komen, maar op gerechtelijke stappen hoopt hij niet meer. “Het zou wel goed zijn, voor alle nabestaanden dan toch, dat er een antwoord komt op het waarom, op het zinloze van de dood. Deze zaak blijft maar door je hoofd spoken. Nu je weet uit welke middens het komt, denk ik niet dat het zo moeilijk wordt om verbanden te vinden. Het wordt tijd dat dit opgelost geraakt.”

David zegt ook nog dat zijn grootvader altijd had gezegd dat de daders uit het rijkswachtmilieu kwamen. “Hij bleek dus toch gelijk te hebben. Ook al zijn we in het verleden vaak uitgelachen.”

Bron » De Morgen