‘Politieke soldaten strijden tegen de multiraciale maatschappij’

Naast TEKOS van Luc Pauwels, de Vlaamse pendant van GRECE in Frankrijk, zijn er verschillende Franstalige heidense tijdschriften, die echter uitgegeven worden door Vlaamse intellectuelen zoals Robert Steuckers en Vlaams Blok-mandataris Ralf van den Hautte. Die laatste leidt ook de vereniging Thule Sodalitas, een studiegroep die zich afkeert tegen de ‘multiraciale samenleving’ en contacten onderhoudt met de Duitse Thule Seminars en met rechts-radicale en heidense denktanks.

De belangrijkste onder hen is allicht Robert Steuckers, een gecultiveerd intellectueel die een lange carrière achter de rug heeft in rechts-radicale middens. Als jongeman kwam hij in contact met GRECE, van de filosoof en heidense denker Alain de Benoist, waarvan hij in de jaren zeventig lid werd. In 1981 werd hij privé-secretaris van De Benoist. Steuckers leidde de Belgische afdeling van GRECE en had in die hoedanigheid contact met zijn geloofsgenoot Luc Pauwels van TEKOS.

In 1985 werd hij actief in het Belgische Front National van Daniel Féret, en in ’89 werd hij de ideoloog van Agir, een Luikse extreem-rechtse partij, geïnspireerd door nieuw-rechts. Steuckers was in 1994 in Brussel mee betrokken bij de oprichting van Bruxelles Identité Sécurité. BIS voerde in Brussel steeds propaganda voor het Vlaams Blok. Hun blad Ket werd vaak samen met materiaal van het Vlaams Blok verspreid.

In 1993 nam Steuckers afstand van De Benoist door zich te engageren in een rechtse afsplitsing van GRECE, Synergies Européennes (SE). Europa, uitgebouwd met de steun van Vlaams Blok’er Ralf van den Hautte, werd de Belgische sectie van SE.

De meertalige Vlaming Steuckers is ook actief in de Vlaamse beweging. Hij schreef voor Dietsland Europa van Vlaams Blok-ideoloog en ondervoorzitter Roeland Raes en voor Revolte, en was meermaals aanwezig op evenementen van het Vlaams Blok.

Steuckers is een bezige bij. Hij dweilt nieuw-rechtse colloquia af in West- en Oost Europa en verzamelt interessante teksten van geestesgenoten in de bladen die hij uitgeeft. In ’81 heette zijn blad Orientations, dat in ’83 opgevolgd werd door Vouloir, uitgegeven door de vzw Europa. Vouloir bericht over allerhande nieuw-rechtse thema’s, schuwt de inbreng van linkse denkers niet, en heeft het regelmatig over het heidendom.

De vzw Europa geeft ook een meer politiek, tussentijds blad uit: Nouvelles des synergies Européennes. Hierin worden vaak teksten gepubliceerd van medewerkers van het Vlaams Blok, zoals volksvertegenwoordiger Jan Penris, ondervoorzitter Roeland Raes of senator Jürgen Ceder.

Vouloir is een intellectualistisch, zelfs bijna academisch blad. In Vouloir 10 (1998) maakt Steuckers zelf een uiterst nauwgezette historische schets van de opkomst van het nieuwe heidendom. Daarin komt het bekende anti-christianisme aan bod. Het christendom zorgde immers voor een vervreemding van de “spontane religieuze gevoelens van de Europeanen”.

Steuckers kent het rechtse ideologische gedachtengoed perfect. Hij vermeldt de ecologische denker Goldsmith en heeft het over de heidense groepen die oren hebben naar een ecologische catastrofe “als gevolg van het economisme, de technocratie en het mammonisme, de cultus van het geld (…)”. Hij heeft het over de oprichting van de Deutsche Glaubensbewegung tijdens het nazi-regime: “De tijd van het kruis is voorbij. Het zonnewiel zal terugkeren, en zo zullen we bevrijd zijn van de joodse God, en zal ons volk zijn eer terugkrijgen.”

De banden met Vlaams Blok-militanten zitten zelfs in de kleinste hoekjes. De grafiek en de logo’s van Vouloir werden in 1993 gemaakt door David Vercruysse, die ook voor Bloknoot schreef, een plaatselijk Vlaams Blok-blaadje in het kanton Halle. In ’96 was hij de Vlaamse correspondent van Final Conflict, een fascistisch en negationistisch Brits blad.

Steuckers onderhield een tijdlang bijzonder goede contacten met zijn geestesgenoot, de heiden Ralf van de Hautte, die in 1994 op een Vlaams Blok-lijst verkozen werd als gemeenteraadslid in Sint-Pieters-Leeuw. Van den Hautte is zo mogelijk nog openlijker heidens. Hij gaf het inmiddels ter ziele gegane blad Combat Païen (Heidense Strijd) uit en het tijdschrift L’Anneau, dat het heidendom promoot.

De uitgeverij verspreidt boeken van Victor Coremans over de joelfeesten, en van Koen Logghe van de Asatru-werkgroep Traditie. Van de Hautte geeft verder Heritage Européen uit, Racines (voor ‘de nieuwe dissidenties van het volgende millennium’) en Europe Nouvelle (dat in december ’97 een interview had met Vlaams Blok-voorzitter Van Hecke over Brussel), een driemaandelijks tijdschrift voor de vrienden van Thule Sodalitas.

Thule Sodalitas is “een metapolitieke kring waarvan de activiteiten zich richten op het informeren en vormen van de politieke soldaten van vandaag en morgen die strijden tegen de multiraciale maatschappij en voor een heterogene wereld, samengesteld uit homogene volkeren”, meldt de website vandaag. Volgens de antisemitisme-website van de universiteit van Tel Aviv, is Van den Hautte een rabiate antisemiet, en zijn de leden van Thule Sodalitas gelieerd aan de NSDAP-AO (Nazi Ausländer Organisation).

De naam Thule komt veelvuldig voor in heidense kringen. Thule verwijst naar een mythisch eiland dat zich volgens de Romeinse auteur Seneca ergens “in het noorden” moest bevinden. De Thule-mythe is een Germaanse variant op de verdronken cultuur van Atlantis, een mythe die als een rode draad doorheen het rechts-radicale gedachtegoed van de twintigste eeuw geweven is. Op Thule woonde een ras van godmensen, waarvan enkelen na de ondergang van het eiland gevlucht zijn naar Tibet. Thule zou de bakermat van het Arisch-Germaanse volk zijn.

Thule duikt al als naam op in 1918 in het Thule Gesellschaft van ‘Freiherr’ Rudolf von Sebottendorf, een rabiaat antisemiet. Officieel was het Thule Gesellschaft een studiegroep voor de Germaanse oudheid. Het gezelschap was gestructureerd als een geheim genootschap, dat het ‘magische middelpunt van het nationaal-socialisme’ wilde zijn. Het leefde door tijdens WOII en doofde daarna langzaam uit.

De moderne Thule Seminars, opgericht in 1980 in Kassel, zijn daarentegen voortzettingen van het Deutsch-Europäische Studiegesellschaft, een Duitse studiegroep die in het begin van de jaren zeventig werd opgezet naar analogie met GRECE. Voorzitter is Pierre Krebs, een radicaal rechts intellectueel.

“Een oud, nog steeds bestaand politiek tijdperk loopt ten einde: de anorganische politiek van het gelijkheidsbeginsel”, schrijft Krebs in zijn boek Mut zur Identität. “Een nieuw politiek tijdperk, dat een legitieme aanspraak zal kunnen maken op de macht, staat voor de deur: De organische politiek, die het recht op verscheidenheid erkent. Het biologische en het culturele zijn in wezen één: een maatschappij is een biocultureel systeem, waarin beide systemen in elkaar grijpen en op elkaar inwerken.”

Naast Krebs zijn rechtse ideologen zoals Jürgen Rieger, Peter Binding, Armin Mohler, Rudolf Kunast, Richard Eichler en de Fransen Alain de Benoist, Guillaume Faye en Jacques de Mahieu lid. Ook Luc Pauwels van TEKOS is lid. De Thule Seminars zijn studiekringen die via het entrisme (infiltrering) een invloed willen verwerven op de politieke partijen. Thule-militanten zijn niet alleen lid van uiterst rechtse partijen zoals het Vlaams Blok in Vlaanderen, maar ook van CSU/CDU en van de groenen in Duitsland. Op hun website – waarvan de links een encyclopedie vormen van rechts-radicale groepen en partijen in Europa – verwijzen de enige Vlaamse vermeldingen naar het Vlaams Blok en de Vlaams Blok-jongeren.

In Duitsland liegen de stickers van de Thule-seminars er niet om: Rasse ist Klasse – für eine heterogene Welt homogener Völker (Ras is klasse, voor een heterogene wereld van homogene volkeren) en Multikulturell ist monoprimitiv (Multicultureel is monoprimitief). Of nog: Gib der Bibel keine Chance (Geef de Bijbel geen kans). De Thule Seminars bulken van de heidenen.

In Duitsland is de godsdienstsociologe Sigrid Hunke, die pleit voor een herstel van de Germaanse religie in Europa, een bijzonder actief lid. Hunke sprak ook op het Vlaamse TEKOS-congres in ’81. Zij is eveneens vice-voorzitter van de Duitse Unitariërs, de opvolger van de Duitsche Glaubensbewegung die actief was in het nationaal-socialisme. Ook de leider van de heidense Artgemeinschaft, de radicaal rechtse advocaat Jürgen Rieger uit Hamburg, is een regelmatige gast op de seminaries.

Het credo van het Artgemeinschaft klinkt als volgt: “Onze ethische norm gebiedt ons een gelijkaardige levensgezel te kiezen, de garantie voor eenzelfde soort kinderen. Onze ethische norm gebiedt ons trouw en vertrouwen, genegenheid en liefde tegenover verwanten, vrienden en kameraden; waakzaamheid en voorzichtigheid tegenover vreemden; weerstand en haat tegenover vijanden.”

Bron » De Morgen

Bende-speurders vonden in VS-documenten (nog) geen spoor van afpersingshypothese

De Brusselse zakenman en kandidaat-politicus Albert Mahieu gaf donderdag tijdens een massaal bijgewoonde persconferentie zijn visie op de motieven achter de moorddadige reeks overvallen van de Bende van Nijvel in de jaren tachtig. Afpersing van bestuurders van Delhaize door de Amerikaanse maffia was de rode draad in zijn verhaal.

Al sinds de jaren tachtig duikt de hypothese op dat Delhaize het slachtoffer is geweest van een afrekening en/of afpersing door de Amerikaanse maffia. Delhaize zou via zijn filiaal Food Lion de georganiseerde misdaad in de VS op één of andere manier voor de voeten hebben gelopen. Het gevolg was een bloedbad dat, alleen al in 1985, het leven kostte aan 16 Delhaize-klanten.

Albert Mahieu pikte de draad donderdag weer op. Hij noemde een Amerikaans distributeur met wie Delhaize in de jaren tachtig in zee ging en die volgens Mahieu door Delhaize voor een bedrag van 17 miljoen dollar werd bedrogen. Zeventien is precies het aantal Bende-slachtoffers dat ooit bij Delhaize viel. Eén dode per miljoen dollar schade, dat was volgens Mahieu het gebruikelijke tarief van de maffia. De zeventiende dode viel in 1983. Die moord schrijft Mahieu toe aan de privé-investering die twee Delhaize-bestuurders ooit deden in de aankoop van huizen in de Brusselse bordelenbuurt aan de Aarschotstraat. Dat zinde de maffia niet, aldus Mahieu.

Als de hypothese van afpersing klopt, dan was een aantal mensen bij Delhaize daarvan op de hoogte en hebben ze dat aan het gerecht verzwegen. Mahieu gaat dan ook tegen onbekenden klacht indienen. Hij doet dat in het Nederlands. De Franstalige justitie vertrouwt hij niet meer.

Behalve mechanische en historische verbanden bracht Mahieu geen enkel tastbaar element aan. De suggestie dat de speurders de hypothese van de afpersing niet goed uitspitten, klopte evenmin. De cel-Jumet onderzoekt het spoor al jaren. Een tijdje geleden kregen de financiële topspeurders van het CDGEFID (Centrale Dienst ter Bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie) die de Bende-speurders ondersteunen, vanwege de speurders van het Amerikaanse FINCEN (Financial Crime Enforcement Network) een stapel documenten overhandigd die te maken hebben met de Amerikaanse activiteiten van Delhaize.

Nadat het gerecht in 1995 een speciale steundienst oprichtte om de cel-Jumet bij te staan, werd het spoor van de afpersing opnieuw tegen het licht gehouden. Jean-Pierre Doraene en zijn mannen van de CDGEFID, namen contact op met FINCEN. Enige tijd geleden kregen zij vanuit de VS een hele papierberg overhandigd. Het doorsnuffelen ervan leverde nog niets op.

‘Wij sluiten niet uit dat dit motief ons naar het antwoord op de Bende-moorden kan leiden, maar wij hebben vooralsnog geen tastbaar element dat deze hypothese kan bevestigen. Dit geldt evenzeer voor de andere onderzoekpistes die we bewandelen’, heette het gisteren bij de cel-Jumet.

Op de vraag of eventuele bewijzen van een mogelijke betaling aan afpersers ooit achterhaald kan worden, werd in gerechtelijke kringen zeer pessimistisch gereageerd. ‘Bij dit soort bedrijven is het onbegonnen werk via de boekhoudingen een spoor van een vermeende betaling van afpersingsgeld terug te vinden’, werd ons in gerechtelijke kringen gezegd. Onderzoeksrechter Raynal bevestigde dat het spoor van een afpersing nog niet is afgesloten.

Bij Delhaize ‘De Leeuw’ besliste men inmiddels klacht neer te leggen tegen Mahieu. ‘Delhaize ‘De Leeuw’ kan niet dulden dat leugenachtige uitlatingen en kwaadwillige beweringen het bedrijf, waarvan meerdere klanten en medewerkers onherstelbare schade leden, in diskrediet brengen’, aldus de mededeling van het bedrijf.

Bron » De Tijd

Huurdoders van Michel Piro doken net voor zaak-Dutroux op in dossier Connerotte

Het assisenhof van Bergen heeft woensdagavond Veronique Laurent tot 15 jaar celstraf veroordeeld voor de moord op haar man Michel Piro. Maar twee Franse gangsters, die vlak voor de zaak Dutroux aan het rollen ging, in augustus 1996 door onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte in een nachtclub in Bertrix gezocht werden, kunnen een heel andere connectie aan het licht brengen.

Michel Piro was sedert jaren als geen ander thuis in de onderwereld in Charleroi. Hij opende er de ene bar na de andere in de ‘warmste’ prostitutiewijken van de stad, waar ook Marc Dutroux vlakbij een huis had – waar hij kinderen opsloot. Op de parkings van de latere restaurants van Piro werden gestolen wagens verhandeld, hij kende prominenten, ook in de lokale politiek. In zijn bars en restaurants kwam volgens getuigen menige protagonist uit de Dutroux-affaire over de vloer.

Men kon dus wel veronderstellen dat de magistratuur van Charleroi aan een man als Piro misschien wel een boodschap had, zodra het drama met Dutroux in de tweede helft van 1996 het land op stelten zette. Men kon aannemen dat het parket in Charleroi vanaf september ’96 ijverig op zoek zou gaan naar mogelijke sporen in de stad naar dit drama in het nachtleven, de seksbusiness of het milieu van de grote autozwendel. Maar dat gebeurde blijkbaar niet of nauwelijks.

Ook toen Michel Piro in november 1996 in zijn kennissenkring in Charleroi van de daken schreeuwde dat hij meer wist van de kinderprostitie, dat hij daarover revelaties zou doen (aan zijn eigen zoon voegde hij eraan toe dat “daarbij zelfs de koppen van twee ministers konden rollen”) gebeurde er op het parket van procureur Thierry Marchandise blijkbaar niets. Zelfs niet toen Michel Piro op 5 december 1996, enkele weken voor de aangekondigde revelaties, werd vermoord. Alleen Neufchâteau stelde een onderzoek in naar een mogelijke band met de zaak-Dutroux. Pas veel later ging Charleroi zich uitsluitend toespitsen op de hypotehese van een echtelijke oorlog.

Een klein aantal speurders begon in Neufchâteau alle getuigenissen te verzamelen die de affaire-Piro konden verbinden met de zaak-Dutroux. Het ontbrak echt niet aan getuigen en aan concrete feiten. Op basis van de voorbije debatten voor het assisenhof in Bergen deze week moet men ook concluderen dat er op één vergadering na, die op 20 februari 1998 plaatsvond in Bastenaken, niet veel samenwerking totstandkwam tussen Charleroi en Neufchâteau. Hoewel de procureur-generaal van Bergen op die éne vergadering concludeerde dat er voor de moord op Piro duidelijk twee verschillende motieven in het spel waren, werden die nooit samen door beide parketten verder methodisch onderzocht.

Die ene vergadering kwam er begin 1998 nadat in het Franse Reims de betrokkenheid in de moord op Pirot van twee ervaren gangsters, in dit geval de vermeende huurmoordenaars Thierry Sliman en Patrick Verdin, aan het licht was gekomen. Kort nadien ging in Charleroi de vrouw van Piro door de knieën en bekende dat zij opdracht had gegeven aan die twee om haar man om te brengen.

In Neufchâteau zette men nog veel grotere ogen op bij het horen van die twee namen. Sliman en Verdin waren al centrale figuren in een dossier van onderzoeksrechter Connerotte dat dateerde van vlak voor de start van de zaak-Dutroux in de zomer van 1996. De twee waren toen al gelieerd met de echtgenote van Piro en ook met haar zuster Dominique Laurent. En de vrouw van Sliman was uitgerekend de uitbaatster van een dubieuze nachtclub in – of all places – Bertrix, waar enkele dagen later Laetitia Delhez ontvoerd werd. Waarmee de zaak-Dutroux aan het rollen ging. Half augustus besloot Connerotte om de dubieuze bar/nachtclub in Bertrix, waarin Sliman en Verdin blijkbaar betrokken waren, te sluiten. Net voor hij tot de actie overging, verdwenen de twee Fransen in Bertrix spoorloos.

De centrale vraag is of Sliman en Verdin geen tweede opdrachtgever hadden voor de moord, die zijn motief verborg achter het huwelijksdrama tussen Piro en Laurent. Heel wat elementen zetten die hypothese kracht bij, zo bleek deze week op het assisenhof in Bergen. Een vraag tot burgerlijkepartijstelling en schadevergoeding van de ouders van Julie en Mélissa werd afgewezen.

Bron » De Morgen | Walter De Bock