Graafwerken Bende van Nijvel noodgedwongen stilgelegd

De graafwerken in Haacht in het onderzoek naar de Bende van Nijvel worden tijdelijk gestaakt om technische redenen. Een tegenslag voor de speurders die na twee dagen zoeken nog niets vonden in de tuin van de extreem-rechtse ‘druïde’ Herman W. “Tien jaar geleden vonden ze er ook niets. Hij is een fantast”, reageert zijn broer.

Het moest een grootschalige zoekactie worden in de tuin van Herman W. (78) aan de Wilde Heide in Haacht. Maar de speurders van de Bende van Nijvel moeten al na twee dagen noodgedwongen stoppen, zonder dat ze ook maar iets vonden.

“De zoekactie is gestaakt vanwege technische redenen, maar we gaan zeker door. Mogelijk over een maand, dat moeten we nu bekijken”, zegt onderzoeksrechter Martine Michel, die belast is met het onderzoek naar de Bende-aanslagen.

Bij die misdaden vielen eind jaren tachtig 28 doden, maar de daders werden nooit gevonden. De speurders zijn er evenwel van overtuigd dat ze de misdadigers in het extreem-rechtse milieu moeten zoeken. In het kader daarvan komt nu Herman W. (78) opnieuw in het vizier. Herman W. is een man die zichzelf ‘een druïde’ noemde, en die door zijn rechts-radicale gedachten al meermaals opdook in het Bende-dossier.

“Onzin”, reageert de broer van Herman W., die verbaasd is dat de speurders in zijn tuin in Haacht graven. “Tien jaar geleden zochten ze daar al, maar ook toen vonden ze niets. Het is een grap”, zegt hij. “Bovendien, wat noemt u extreem-rechts? Iedereen bepaalt zoiets toch voor zichzelf?”

Nochtans richtte Herman W. in de jaren 70 en 80 verschillende schimmige extreem-rechtse organisaties op. Hij kwam daarbij in contact met de kopstukken van Westland New Post , een extreem-rechtse groepering die gelinkt wordt aan de Bende van Nijvel. Daarnaast heeft Herman W. ook contact gehad met twee dodelijke slachtoffers van de Bende.

“Kijk, mijn broer amuseerde zich met organisaties op te richten. Maar hij is nogal een fantast. En ja, hij zat inderdaad in het taximilieu, maar dat is gewoon een apart milieu. Dat wil niets zeggen.” Het gerecht had een tip gekregen dat er wapens – en misschien wel een lijk – in zijn tuin in Haacht liggen. De vraag blijft wat Herman W. daar uiteindelijk mee te maken heeft.

Bron » Het Nieuwsblad

Justitie verzuipt in de vragen

De federale overheidsdienst Justitie kreeg sinds de start van de regering-Di Rupo al 1.040 schriftelijke parlementaire vragen te verwerken. Een record. Na een terugval in het aantal parlementaire vragen vorig jaar, is het sinds het aantreden van de regering-Di Rupo alle hens aan dek bij de cel parlementaire vragen van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie. Ze kregen al 1.040 schriftelijke vragen te verwerken en bijna evenveel mondelinge.

“Twee medewerkers en een diensthoofd hebben daar een voltijdse taak aan”, zegt Koen Peumans van de FOD. “Justitie is een breed domein, dus gaan de vragen over van alles en nog wat: de gevangenissen, justitiehuizen, interpretatie van wetgeving, de rechterlijke orde, …” De vragen om uitleg worden gesteld door senatoren en kamerleden aan de minister van Justitie, Annemie Turtelboom (Open VLD).

Peumans: “Alles samen is ze een dag per week bezig met de goedkeuring van de antwoorden en de aflevering ervan.” Justitie krijgt het hoogste aantal schriftelijke vragen te verwerken. Nipt tweede is Sociale Zaken (1.018) en Binnenlandse Zaken volgt op grotere afstand als derde (687). Infrastructuur en Financiën vervolledigen de top vijf. Gemiddeld beantwoordt de minister van Justitie elke week vijf vragen in de plenaire zittingen, 30 in commissies en 20 schriftelijke vragen.

Bron » De Standaard