Rechtszaak aanspannen wordt duurder – “toegang tot recht komt in gedrang”

De Vlaamse advocaten zijn “bijzonder misnoegd” over het plan van de regering om de rolrechten te verhogen. Die maatregel zal ervoor zorgen dat heel wat mensen een te grote financiële drempel moeten overwinnen om toegang te krijgen tot het gerecht, zo wordt vandaag aangeklaagd in een mededeling van de Orde van Vlaamse Balies (OVB).

De Kamercommissie Financiën heeft gisteren een verhoging van de rolrechten of griffierechten goedgekeurd. Dat is het bedrag dat iemand moet betalen alvorens een rechtszaak te starten. Het rolrecht gaat van 40 naar 50 euro bij het vredegerecht, van 100 naar 165 euro in eerste aanleg, van 210 naar 400 euro in beroep en van 375 naar 650 euro bij het Hof van Cassatie. Voorlopig zijn wel alleen nog maar de artikels van het wetsontwerp goedgekeurd, de stemming over de volledige tekst moet nog in de tweede lezing gebeuren.

Maar de Orde van Vlaamse Balies waarschuwt nu al dat die verhoging ertoe zal leiden dat burgers financieel afgeremd worden om een rechtszaak aan te spannen. Het probleem dreigt zich vooral voor te doen voor mensen die niet, of slechts gedeeltelijk, in aanmerking komen voor bijstand door een pro-Deoadvocaat.

“De facto zullen modale burgers die net te veel verdienen om binnen dat stelsel rechtsbijstand te kunnen genieten daardoor wel degelijk de volledige impact van de verhoging van de rolrechten voelen en lijkt het risico absoluut niet irreëel dat zij om financiële redenen hun rechten niet zullen kunnen uitoefenen”, zo wordt in de mededeling van OVB aangeklaagd.

Ook het regeringsargument dat er minder roekeloze beroepen worden aangetekend door de verhoging, wordt door OVB van tafel geveegd. De advocaten stellen dat de potpourri-wetten de beroepsmogelijkheden nu al hebben ingeperkt. “De OVB (…) wil er ook op wijzen dat bij een verbetering van de kwaliteit van de rechtspraak in eerste aanleg het aantal beroepen automatisch zal dalen”, luidt het tot slot.

Bron » De Morgen

Zaak starten bij rechtbank wordt duurder: “Geens installeert klassenjustitie”

Gewone mensen krijgen steeds moeilijker toegang tot de rechtbank, waarschuwt sp.a. Vandaag wordt een wetsontwerp gestemd dat de zogenoemde rolrechten verhoogt. “De rechtbank wordt op de duur iets voor de financiële elite die het nog kan betalen.”

De hervorming van de rolrechten, het bedrag dat iemand moet betalen om een zaak te kunnen starten bij een rechtbank, had al heel wat voeten in de aarde. Bij een eerdere poging in 2015 legde de regering-Michel de tarieven vast op basis van de hoogte van het geschil, maar daar ging het Grondwettelijk Hof niet mee akkoord. De regering paste haar wetsontwerp daarop aan waardoor de tarieven in het nieuwe wetsontwerp afhankelijk zijn van de rechtbank waar je een zaak wil aanspannen.

En die bedragen gaan fors de hoogte in. Een zaak aanspannen bij het vredegerecht kostte vroeger 40 euro, maar dat zou naar 50 euro gaan. Bij rechtbanken van eerste aanleg stijgen de kosten van 100 naar 165 euro, en bij het hof van beroep zelfs van 210 naar 400 euro. “De toegang tot justitie is voor gewone mensen steeds duurder aan het worden”, concludeert sp.a-Kamerlid Annick Lambrecht.

Ook de Raad van State (RvS) liet zich al erg kritisch uit over het ontwerp dat op tafel ligt. “Een dergelijke verhoging van de rolrechten houdt een beperking in van het recht op toegang tot de rechter”, klinkt het in haar advies. De bedoeling van de hervorming is dan ook om “roekeloze beroepen en procedureslagen” te ontmoedigen, zegt justitieminister Koen Geens (CD&V).

Lager tarief

In een impactanalyse geeft de regering overigens toe dat het wetsontwerp in principe een negatieve impact heeft op de kansarmoedebestrijding en nadelig is voor de toegang van mindervermogenden tot de rechtbanken. Maar volgens de regering verhelpen de vrijstellingen voor mensen met een laag inkomen, die gratis rechtsbijstand krijgen, dit probleem.

De inkomensgrens voor rechtsbijstand bedraagt vandaag 1254,99 euro voor een alleenstaande en 1530, 80 euro voor een samenwonende. Volgens zowel de RvS als sp.a overschrijd je die drempels heel snel. Daarom stelde de RvS voor om de mensen die een inkomen hebben dat nipt boven dit grensbedrag ligt een lager tarief toe te kennen.

Daar gaat de regering niet op in. De verhoging van de rolrechten vertegenwoordigt slechts 5 procent van het maandloon van die groep, klinkt het, waardoor de totale gerechtskosten neerkomen op ‘slechts’ 20 procent van hun maandloon. “Geens installeert een klassenjustitie”, meent Lambrecht. “De rechtbank wordt op de duur iets voor de financiële elite die het kan betalen, terwijl de eerste functie van justitie zou moeten zijn om mensen te helpen.”

Bron » De Morgen

Notoire wapentrafikant Jacques Monsieur in beroep tegen veroordeling tot 3 jaar cel

De notoire Belgische wapentrafikant Jacques Monsieur is in beroep gegaan tegen zijn recente veroordeling door de Brusselse correctionele rechtbank. Die had de 64-jarige man op 1 juni een gevangenisstraf van 3 jaar en een boete van 300.000 euro opgelegd voor illegale wapenhandel naar onder meer Libië, Tsjaad, Pakistan en Iran. Monsieur is tegen dat vonnis in beroep gegaan en het federaal parket heeft dat beroep gevolgd, zo meldt het federaal parket vandaag. Een datum voor het proces voor het hof van beroep is er nog niet.

Monsieur, afkomstig uit het Vlaams-Brabantse Lot, was geen onbekende van het gerecht, zomin van het Belgische als van het buitenlandse. De man die ook bekendstaat als “de vos” of “de maarschalk” werd in 2010 nog veroordeeld in de Verenigde Staten in een zaak die te maken heeft met de Iran-Contra-affaire. In die affaire leverde de VS illegaal wapens aan Iran. Met de opbrengsten financierden ze de Contra’s in Nicaragua, tegenstanders van de (socialistische) Sandinista’s.

In het dossier dat het federaal parket dit voorjaar voor de Brusselse rechtbank bracht, werd Monsieur ervan verdacht dat hij tussen 2006 en 2009 betrokken was bij de illegale levering van automatische wapens, tanks, helikopters, vliegtuigen en ander militair materieel in Libië, Tsjaad, Pakistan en Iran. Er was sprake van de verkoop van 100.000 automatische wapens in Libië, die gebruikt werden tijdens de Libische revolutie. Ook leverde hij tanks en gevechtshelikopters aan Guinee, automatische wapens, munitie, helikopters en oorlogsvliegtuigen aan Tsjaad, en militair materiaal aan Iran.

Monsieur beweerde dat hij sinds begin jaren 2000 geen wapens meer verkocht, maar dat vroegere kennissen uit het milieu regelmatig met hem contact opnamen en dat hij hen occasioneel hielp. Ook zei hij dat zijn activiteiten als wapentrafikant een dekmantel waren om te spioneren voor enkele Europese geheime diensten.

Bron » De Morgen