Nabestaanden Bende van Nijvel na een bewogen 2017: “Het gouden telefoontje? Dat kregen we vlak na de overval in 1985 al”

De familie van David Van De Steen (41), die zijn beide ouders en zus verloor bij de aanslag op de Delhaize in ’85, kreeg vrij snel na de aanslag een ­telefoontje van een lid van Groep Diane. Met een opmerkelijke biecht, blijkt nu. “De man, Martial ­Lekeu, gaf toen al het antwoord op wat iedereen al dertig jaar bezighoudt: dat de Bende een doods­eskader van rijkswachters en criminelen was dat vrouwen en kinderen moest doden. Met als doel het ontwrichten van de Belgische Staat.”

“Gaan biechten bij de duivel.” Dat is wat David Van De Steen begin dit jaar deed. In zijn ogen het equivalent van naar Charleroi trekken en de Bendespeurders cruciale informatie overhandigen in de hoop dat ze eindelijk, na meer dan drie decennia wroeten, man en paard benoemen.

Vergis u niet: als er in dit land één man vurig hoopt dat het onderzoek alsnog succesvol kan afgerond worden, is het Van De Steen. Maar hij en de speurders, dat is een verhaal van aantrekken en afstoten, van hernieuwde hoop, maar vooral ook van frustratie en wantrouwen.

Toch deed hij het, na een telefoontje van ene “Marc Van Damme uit Dendermonde”, die belde met de vraag om eens te babbelen. De man die zijn jaar overhoop zou gooien. “Ik had er niet veel zin in, weet ik nog. Om de twee maanden hing er wel iemand aan de lijn met de gouden tip in het onderzoek. Dat kost altijd tijd en energie, en het leidt toch tot niets.”

De bekentenis van een Reus

Het onderwerp van hun gesprek: de biecht van rijkswachter Christiaan Bonkoffsky, die op zijn sterfbed verklaarde (een) Reus te zijn geweest. Van De Steen volgde zijn buikgevoel en ging eerst een maand zelf op onderzoek. “Ik ging spreken met collega-rijkswachters, zocht uit waar die Bonkoffsky had gewoond en met wie hij op café was geweest.” En nadien ging hij dus te biechten in Charleroi.

“Acht maanden na mijn onderhoud had ik van hen echter nog steeds niets gehoord en borrelde de frustratie op. Weeral. Want al jaren probeer ik in dat dossier te wringen met een breekijzer, maar er bougeerde niets. Het leek alsof ze opnieuw niets deden met cruciale informatie.”

Om het getalm te doorbreken, liet zijn advocaat Jef Vermassen dit najaar bewust enkele ballonnetjes op. Toen de speurders wat later met foto’s van “De Reus” door Aalst liepen, kwam de zaak in de openbaarheid. En belandde Van De Steen opnieuw in een emotionele rollercoaster. “Sindsdien bellen er twee, drie mensen per dag om De Waarheid over de Bende uit de doeken te doen”, zegt Van De Steen. “En Vermassen lijkt wel een soort biechtvader voor hopeloze gevallen geworden”, klinkt het lachend.

Naast de fantasten en de complotdenkers op het Bendeforum ook heel wat oud-speurders, oud-rijkswachters en oud-magistraten, zegt Van De Steen. En heel recent nog: Lucien, een stokoude fruitteler die op de palliatieve afdeling van een Leuvens ziekenhuis nog één wens had: aan Jef Vermassen vertellen wie hij, destijds, midden jaren 80, allemaal gezien had in de schuur in Hoeilaart die hij nietsvermoedend had verhuurd aan criminelen. “Jef heeft drie uur bij hem ­gezeten en alles opgenomen. Een dag later is Lucien vredig gestorven.”

Van De Steen is formeel: wat op die geluidsopname staat, is, net als de biecht van “kleine garnaal” Bonkoffsky, van goudwaarde voor de speurders. “Bekende criminelen van toen zoals Philippe De Staercke, de top van de rijkswacht, zelfs politici, ze hebben allemaal wel een link met die schuur waar afspraken gemaakt werden en aan auto’s gesleuteld werd. En ze zijn volgens ons allemaal te linken aan de Bende van Nijvel. Probleem is dat al die zaken nooit deftig zijn onderzocht toen het dossier plots naar de andere kant van het land verhuisde.”

“Geloof opnieuw weg”

Van De Steen is blij met het “lawaai” dat hij de voorbije maanden rond de Bende van Nijvel heeft gemaakt. “De angstcultuur van toen is weg. Iedereen heeft plots zijn tong niet langer ingeslikt.” Al heeft het “naïeve op­timisme” toch alweer plaatsgemaakt voor ontgoocheling. “Na de laatste vergadering met de onderzoeksrechter en minister Geens is mijn geloof opnieuw weg. Ik heb het gevoel dat het onderzoek alweer kabbelt. We zijn als nabestaanden even dom buiten­gegaan als we zijn binnengegaan. En dat is al dertig jaar zo. Terwijl het zo simpel is: lees het dossier en lees de antwoorden luidop voor.”

Antwoorden die zijn grootvader dertig jaar geleden al telefonisch kreeg, niet zo gek lang nadat David Van De Steen tijdens de aanslag op de Delhaize van Aalst zijn zus Rebecca, vader Gilbert en moeder Marie-Thérèse neergeschoten zag worden. “Ik zal eens iets onthullen”, vertelt Van De Steen. “In die periode stond mijn grootvader vaak zijn wanhoop uit te schreeuwen in de kranten. Plots kwam er thuis een telefoontje van Martial Lekeu, gewezen lid van Groep Diane en ooit zelf verdacht als Bendelid. Hij wou uitleggen waarom onze familieleden vermoord waren. Lekeu gaf, toen al, de antwoorden op wat ons land al dertig jaar bezighoudt. Hij zei dat hij ook benaderd was om mee te doen. Het plan: tien vrouwen en kinderen neerschieten in warenhuizen om paniek te zaaien”, klinkt het.

“Daarvoor, zei Martial, was een doodseskader samengesteld, besteld door hogerhand, bestaande uit rijkswachters en criminelen om het vuile werk op te knappen. Martial zei in dat gesprek dat hij eerst bereid was ­geweest om mee te doen, maar dat hij vrouwen en kinderen neerschieten meer dan een brug te ver vond.” De grootvader meldde dat opmerkelijke telefoongesprek meteen aan het ­gerecht, maar werd weggelachen. Nooit au sérieux genomen. Lekeu zelf is al jaren dood.

Film en boek

Hij zegt dat de voorbije maanden ongelooflijk vermoeiend zijn geweest. Met een hoofd dat nooit stopt met malen. Ook 2018 kondigt zich aan als het zoveelste jaar dat de Bende van Nijvel Van De Steens leven zal ­beheersen. Er komt een tweede boek. En in het najaar komt de film Niet Schieten uit, waarin regisseur Stijn Coninx hun levensverhaal vertelt. Hij is trots op de samenwerking.

“We hebben er zeven jaar aan gewerkt. De goede verstaander zal doorhebben wie achter de Bende zit, ook al gaat het over de slachtoffers. En geloof me, de Bende, dat waren geen drie, vier “scheef­gelopen” rijkswachters als Bonkoffsky. Het was een groep van een twaalftal mensen, met tentakels tot in de hoogste regionen. Het is ­allemaal complex, met wisselende ­samenstellingen, maar ergens ook zo helder als pompwater. Alleen lijkt niemand in dit land de ballen te hebben om het écht op te lossen.”

Nathalie en Diederik Palsterman hopen dat de zwijgers in 2018 eindelijk beginnen praten: “Laat iedereen die ooit in onderzoek gewerkt heeft eens vrijuit zijn zeg doen”

Het kwam tot een openlijke clash met hun vroegere advocaat, Jef Vermassen. En ze maakten zich niet bijster populair bij de onderzoeks­rechter van de Bende van Nijvel door openlijk een nieuw onafhankelijk onderzoek te eisen. En toch zijn Nathalie (51) en Diederik Palsterman (44) zachtaardige mensen die na een turbulent 2017 maar één ding willen: dat de moordenaars van hun vader Jan eindelijk de stilte doorbreken.

Ze noemt het zelf een gek idee, Nathalie Palsterman. Maar wel een idee dat een schat aan informatie zou kunnen opleveren. “Neem iedereen die de laatste 32 jaar heeft meegewerkt aan het onderzoek naar de leden van de Bende van Nijvel, van agenten en speurders tot magistraten en onderzoeksrechters, en laat die allemaal eens vrijuit hun zeg doen. Ongedwongen, zonder gevaar voor eigen leven en zonder strafrechtelijke consequenties. Je zou zeker de helft van het mysterie oplossen. Nu zit je met heel veel onderzoekers die er gedesillusioneerd de brui aan hebben gegeven. Of de boel, al dan niet gestuurd door hogerhand, gemanipuleerd hebben.”

Het is haar wens voor 2018, zegt ze, dat er opnieuw een soort Bendecommissie komt. Broer Diederik, zeven jaar jonger, is het idee aan de Aalsterse keuken­tafel bij een koffie en kerstpralines niet ongenegen. Hij stond die bewuste dag van de aanslag in hun thuisstad tussen de rayons en zag hoe hun vader Jan Palsterman, voor de ingang, in het hoofd werd geschoten. Dood. Eén schot dat zes kinderen wees maakte. Want hun moeder was dan al voorgoed uit beeld verdwenen. Amper een jaar voor de aanslag in ’85, was het hoederecht aan hun vader, net terug uit het toenmalige Zaïre, toegewezen.

“We zijn altijd een beetje buitenbeentjes gebleven”, zegt Diederik. “Tijdens onze jeugd, maar ook als nabestaanden.” Nathalie: “Wij waren allen minderjarig toen ons va stierf. Alle anderen hebben een levenslange concessie op het kerkhof verkregen. Wij niet. Zijn graf is intussen al weg en dat zorgt voor verdriet. We zijn geen kerkhofgangers, maar zoiets blijft wel aan je ribben plakken.”

“Ook wij willen maar één ding,” zegt Diederik, “dat de komende weken de telefoon gaat, met de melding dat de hele zaak is opgelost.” Ze hebben positieve hoop dat het ooit zal gebeuren. Ook al hebben ze naar eigen zeggen weinig vertrouwen in Martine Michel, de Waalse onderzoeksrechter die jaagt op de leden van de Bende van Nijvel. “Eén iemand die alle beslissingen neemt om bepaalde pistes wel of niet te onderzoeken? In zo’n complex dossier? Dat is toch compleet onlogisch. Onmogelijk. Zoiets kan je nooit op je eentje de baas. Ook al staan de namen van de Bende­leden ongetwijfeld al lang in het dossier.”

Eén tong omwringen

Ze pleiten voor een onafhankelijke lezing van het onderzoek, liefst door iemand die ook toegang krijgt tot verwante misdaaddossiers. Daarvoor startte de familie Palsterman dit najaar een crowdfunding op. “Al bestaat ook hier de kans dat het bij een ongerealiseerd voorstel blijft”, zegt Nathalie. “Zulke dingen hebben wij niet zelf in de hand. Het enige wat wij kunnen doen: zorgen dat we als nabestaanden alle zeilen bijzetten om de waarheid op een dag te laten zegevieren. Dat zij die alle baat hebben om te zwijgen, op een dag dan toch eens beginnen te praten. Als we één iemand zijn tong kunnen omwringen, zijn we definitief vertrokken.”

De zwijgers zijn talrijk, benadrukken ze. Sommigen namen hun geheim mee in het graf, anderen zwijgen bewust. “Al diegenen die al 32 jaar zwijgen en destijds aan de touwtjes hebben getrokken, zijn ook leden van de Bende. Ze moeten ooit praten. Voor ons, voor de zes kinderen die op de parking van de Delhaize hun vader zijn ver­loren.”

Bron » Het Nieuwsblad

David Van de Steen: “Ik wil geen slachtoffer zijn van de Bende, maar een overlever”

“Ik was misschien pas negen, maar ik realiseerde me op het moment heel goed dat ze mijn vader, mijn moeder en mijn zus vermoord hadden.” Bende-nabestaande David Van de Steen blikt terug op het Jaar van de Reus’, waarin de Bende van Nijvel eindelijk een gezicht kreeg.

Zijn wens voor 2018 behoeft geen uitleg. David Van de Steen wil het aktetasje kunnen wegzetten. Op een plek waar hij daarna nooit meer hoeft te zijn.

“In dat aktetasje zaten alle papieren die ‘petje’, mijn grootvader, in de loop der jaren heeft verzameld over de Bende van Nijvel en aanverwante dossiers. Dat tasje staat voor de weg die hij heeft afgelegd. De processen-verbaal uit de periode waarin hij bedreigd werd, de zaak met de nummerplaten. Kort voor zijn dood heeft hij het aan mij gegeven. Zo van: voilà, bij mij is het op, nu is het aan u. Dit is waar ik voor leef. Het moment waarop ik dat tasje ergens in een kast kan zetten en er nooit meer naar moet omzien. Wist je dat Jan Decleir dat aktetasje heeft gebruikt in de film? Ook het wapen dat Jan in de film trekt, is het originele wapen van mijn opa.”

David is opgegroeid in het appartement van zijn grootouders in de Parklaan in Aalst. Met uitzicht op de plek waar hij op 9 november 1985 zijn vader Gilbert Van de Steen (43), moeder Thérèse Van den Abiel (38) en zus Rebecca Van de Steen (14) geëxecuteerd zag worden. Waar ook hij, jochie van negen, was voorbestemd om te sterven. Albert Van den Abiel, alias petje, die in 2011 op 89-jarige leeftijd overleed, overhandigde hem het tasje kort voor zijn dood. Het wordt straks een beetje tot leven gewekt in Niet schieten, de film over de Bende van Nijvel van Stijn Coninx.

We ontmoeten David na een ochtendlijke check-up in het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel. Zijn leven, een medisch mirakel, staat nog steeds in het teken van constante ziekenhuisbezoeken.

“Als je er nu op terugblikt, wetende wat we nu weten, besef ik dat mijn opa een heel sterke mens moet zijn geweest. Een heel lieve mens. Getekend door de gebeurtenissen, totaal in het ongewisse over wie nog te vertrouwen was. Hij heeft de oorlog meegemaakt, de onafhankelijkheid van Congo. Hij was iemand die de wereld had gezien.”

Hij was er rotsvast van overtuigd dat de rijkswacht betrokken was bij de Bende van Nijvel. Hij sprak tegen mij altijd over ‘doodseskaders van de Belgische staat’.

David Van de Steen: (knikt) “Dat woord had hij van Martial Lekeu, de ex-rijkswachter die in 1984, voor de tweede golf Bende-aanslagen, naar Florida vluchtte. Lekeu (overleden in 1997, DDC) heeft destijds lang met mijn grootvader gebeld. Hij zei: ‘Mijnheer Van den Abiel, waarom denkt ge dat ze op kinderen schoten? Ik zal het u zeggen. Het was een inside job van de Staatsveiligheid.’ Lekeu zei ook dat ze hem hadden gevraagd mee te doen, maar dat hij geen vrouwen en kinderen wilde vermoorden. De interne opdracht was, nog steeds volgens Lekeu, om tien mensen per supermarkt te doden.

“Mijn opa is met dat verhaal naar de rijkswacht gegaan. Wat later kreeg hij telefoon: ‘Blijf voortdoen en er zal u hetzelfde overkomen als Vernaillen.’”

De majoor die de toenmalige rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer neermaaiden voor zijn voordeur.

“Het is zo spijtig dat Walter De Bock (overleden ex-journalist van De Morgen, kenner van het dossier, DDC) niet meer leeft, dat hij dit niet meer heeft kunnen meemaken. Hij wist volgens opa heel goed waarover hij het had.”

Voelt 2017 aan als het jaar van de waarheid?

“We hebben niet de bewijzen die het mogelijk maken een proces tegen de Bende van Nijvel te beginnen, maar we weten nu toch ongeveer wat zich heeft afgespeeld. Het is niet zo dat er in dat dossier dertig jaar lang niets is gebeurd. Er zijn ook speurders die resultaten hebben geboekt, maar die werden van hogerhand naar een andere dienst overgeplaatst.”

“2017 was voor mij vooral ook het jaar van de film. Veel slachtoffers zijn nu zeventigers. De generatie van overlevers is aan het uitdunnen. Het geheugen is aan het wegebben. Veel overlevers hebben hun ervaringen nooit kunnen delen. Ze hebben die meegenomen in hun graf. Ik kan de gedachte niet verdragen dat mensen nooit zouden weten wat dat was, de loden jaren. Het is een stuk van onze geschiedenis, zoals ook de oorlog dat is. Dus ik heb alles gevolgd, alle opnames en scènes. De bedoeling was dat als ik ernaar keek, ik op geen enkel moment het gevoel zou hebben het verhaal van iemand anders te zien.”

“En dan opeens, tijdens de voorbereidingen, belt die man me op om te zeggen dat hij weet wie de Reus is.”

Marc Van Damme, de jeugdvriend van Christiaan Bonkoffsky.

“Ik heb het een beetje lastig met de manier waarop dat geframed werd. Nu lijkt het alsof de broer van Bonkoffsky, geplaagd door een knagend geweten, vertelde over de bekentenis van zijn broer kort voor diens dood, twee jaar geleden. Maar als Marc geen contact met mij had opgenomen en als ik het niet had doorgegeven aan de speurders, dan zweeg die broer nu nog. Uit zichzelf had hij nooit gepraat. Hij is pas door de knieën gegaan na een verhoor. Ik vraag me ook af: hoelang wist hij dit al?”

“Ik voelde tijdens mijn eerste gesprek met Marc Van Damme aan mijn ellebogen: ‘Dit is het.’ Zo’n Bonkoffsky die in de Brusselse hoerenbuurt overal welkom is en nergens hoeft te betalen: hoe kan dat? Ik denk niet dat jij dat kunt, en ik ook niet. Het betekent dat er connecties bestaan tussen het ene gegeven, de prostitutie, en dat andere, de rijkswacht.”

“We hebben nu een klein garnaaltje. Want men spreekt van dé Reus, terwijl drie of vier mensen die gestalte hebben. Hier is over nagedacht. Dit was een ongelofelijk misdaadplan. Men wilde verwarring creëren, getuigenissen verkrijgen die uit elkaar liepen.”

Jij hebt altijd gezegd dat je in de reus Patrick Haemers herkende.

“Klopt. Dat is een van de gezichten die ik er altijd uit gehaald heb. En dat roept veel weerstand op. Mensen zeggen dat dat niet kan, dat het niet mogelijk is. Intussen treden meer mensen die er toen bij waren me bij.”

Als jij het moet benoemen: wat was de Bende van Nijvel?

“De grote circuits van geld, drugs, afpersing. Je moet ver terug in de tijd, naar de jaren 1978, eerder dan naar 1985. Zo’n Bonkoffsky is door hogere instanties als een pion ingezet om onderlinge vetes uit te vechten. Daar waren getrainde mensen voor nodig. Waar haalde je die? Het spoor naar de groep-Diane is ook niet zo nieuw.”

“Nu kun je een stapje achteruit zetten en het bredere geheel proberen te zien. In die tijd kon dat niet. Hardop zeggen dat het de rijkswacht was, dat was vloeken in de kerk. Ik weet dat petje bang was. Zijn revolver lag naast hem in de zetel en als hij ging slapen nam hij die mee. Die lag naast het bed. Hij heeft ook een alarmsysteem geïnstalleerd aan de achterkant van het appartement. Ik leefde daarin als kind, in die angst. Ik ben daarmee opgegroeid.”

Jarenlang was de Bende van Nijvel een onontwarbaar kluwen, een ondoorgrondelijk mysterie en dus een veeleer saai onderwerp. 2017 zette alles op zijn kop. Boeken en oude documentaires worden verslonden. Bij veel jongeren is de honger naar kennis niet te stillen. “Ik denk dat dat ook kwam door de aanslagen in Zaventem”, zegt David. “Terreur was opeens niet zo abstract meer. Men kon zich bij die rijen ambulances iets meer voorstellen.”

In Pano zagen we Jo, de jongen die zich die avond naast jou trachtte te verstoppen voor de Reus. Opvallend: hij heeft alle herinneringen verdrongen.

“Ja, straf, hè? Het menselijke brein zit raar in elkaar. Jo heeft een manier gevonden om wat hij toen meemaakte te overleven door het naar de achtergrond weg te duwen.”

“Het zotte is dat hij Christiaan Bonkoffsky heeft gekend. Jo en hij hadden dezelfde stamkroeg, café Beukenhof. Bonkoffsky zat daar elke dag, altijd op dezelfde plek in zijn hoekje, alleen met zijn hond. Ik heb Jo na al die jaren voor het eerst teruggezien in 2010, toen Telefacts een reconstructie draaide van de laatste 24 uur van de Bende van Nijvel.”

“En dit is wel opvallend. In 2010 komt Jo heel even op tv in Telefacts en sinds die dag heeft Bonkoffsky geen stap meer in het Beukenhof gezet. Het zit in die gevoelsmatige dingen. Zoals het feit dat die man kanker heeft en zich niet laat behandelen. In het dossier zitten foto’s van hoe ze hem hebben gevonden. Als een uitgemergelde hond. Er schoot niets van over. Een hoopje ellende. Zijn geweten heeft hem parten gespeeld. En het was al geen gemakkelijke mens, naar men zegt.”

Hoe betrouwbaar acht je je eigen herinneringen?

“Het was mijn uur nul. Er is voor mij enkel een voor en een na. Door die splitsing herinner je je alles van daarvoor juist heel goed. Ik was misschien pas negen, maar ik realiseerde me op het moment heel goed dat ze mijn vader, mijn moeder en mijn zus vermoord hadden. Die gedachte schoot door mij: ‘Ik moet van dit moment zoveel mogelijk opslaan voor later.’ Wie zijn dat? Wat voor wapens hebben ze? Wat voor kleren? Hoe lopen ze? Ik ben blijven kijken, de hele tijd.”

“En nee, ik heb niemand in de Delhaize gezien in wie ik Bonkoffsky herken, maar ik ga ervan uit dat niet alle daders in de supermarkt waren. Sommigen waren op de parking gebleven. Dat waren de bewakers. Ik denk dat dat die avond zijn functie was.”

Hebben ze gesproken?

“Ja, ze zagen dat wij hen in het oog aan het houden waren. Ik zie nog die vinger, dat gebaar van: ‘Naar beneden.’ Ze spraken Frans. Ze riepen tegen de directeur van de Delhaize: ‘La caisse! La caisse!’ Maar in de gang, waar ik lag, spraken ze een taal die ik nog nooit gehoord had. Het was geen Frans en ook geen Engels. Dat was juist voor ze Marie-Jeanne Van Mulder vermoordden. Ze lag anderhalve meter naast me. Ze hebben van alles staan roepen, maar ik verstond er niets van.”

Begrijp je waarom ze achter een kind van negen aan gingen?

“Ik heb me altijd afgevraagd waarom vier mensen van hetzelfde gezin op vier verschillende plaatsen rondom die supermarkt moesten worden afgemaakt. Dan ga je je de vraag stellen: heeft mijn vader ooit iets gezien of meegemaakt? Of mijn moeder?”

Je bedoelt: de Reus dacht te zijn herkend?

“Bijvoorbeeld. Ik zit met een heleboel van die vragen. Op de weg naar binnen begonnen ze op mij te schieten. Ze hebben me ook geraakt, maar het zullen vleeswonden geweest zijn. Ik ben binnen geraakt, waar ik achter een deur ging liggen. Toen ze binnen waren, ging die deur dicht en lag ik midden in de winkel. Ze zagen me. Bij het buitengaan zullen ze gedacht hebben: ‘Ha, die kleine van op de parking, hier zit hij.’ Hij is voor me gestopt en heeft geschoten.”

“Het was zo’n afgezaagde tweeloop, met van die grove munitie. Balletten van tien bij tien millimeter. Daarmee blaas je een auto weg. Als je daarmee op een kind van negen schiet, kan dat enkel zijn om te doden. De vraag is: waarom schieten op een kind? Die vraag komt er vooral als je zelf vader bent geworden. Je kunt je dat niet voorstellen. Hoe kun je een kind nu iets misdoen, of het nu in naam is van je geloof of van een andere overtuiging?”

Je zus Rebecca was veertien. Ze zou nu…

(onderbreekt) “…46 zijn geweest. Zou ze kinderen hebben gehad? Zou ik dan nu nonkel zijn? Misschien zou ze intussen al gescheiden zijn. Die vragen komen altijd terug, zeker in de eindejaarsperiode. We hebben drie lege plaatsen aan tafel. Ik probeer het zo leuk mogelijk te maken voor het gezin, maar in je achterhoofd blijven die vragen spoken. Het idee: hoe zou het leven zijn geweest als wij daar tien minuten eerder waren aangekomen of tien minuten later? Ik kan me Rebecca niet voorstellen in het heden. Ze blijft voor mij veertien. Mijn moeder blijft 38, ook al zou ze nu 70 zijn geweest.”

Daags nadat Jef Vermassen eind oktober op TV Oost zijn eerste bommetje had gegooid en verkondigde dat hij de naam van de Reus kende, had David een gesprek met Patrick De Schutter, de vroegere tweede brigadecommandant bij de rijkswacht in Aalst. De naam Bonkoffsky was nog niet gevallen, maar van de inmiddels als korpschef in Lede gepensioneerde De Schutter kreeg David te horen dat die avond “van hogerhand” was bevolen de rijkswachtpatrouille die de Delhaize moest bewaken om 19.30 uur te doen vertrekken.

In de zes weken daarvoor was die patrouille altijd gebleven tot 20 uur. Nu was er dat merkwaardige bevel. En exact om 19.33 uur arriveerde de Bende.

Voor Jef Vermassen was dat de ‘gouden tip’. Men hoefde slechts uit te zoeken wie dat bevel had gegeven, maar in Charleroi werd het verhaal weggewuifd als oud nieuws.

“Patrick De Schutter is een verklaring gaan afleggen bij de politie in Aalst omdat ik tegen hem had gezegd dat hij dat moest doen. Ik heb hem letterlijk gezegd: ‘Nu moet gij vertellen wat ge weet.’ Hij zei: ‘Ja, dat is goed.’ Op de laatste vergadering met de onderzoeksleiding hoorde ik dat hij tegen de speurders iets totaal anders heeft gezegd. Ik heb daarom een confrontatie met hem aangevraagd.”

“De confrontatie werd me geweigerd en dus heb ik hem zelf opgebeld. Ik zei: ‘Leg dat eens uit.’ Toen heeft hij toegegeven dat hij die avond niet op kantoor was en een voetbaltoernooi organiseerde. In zijn eerste versie was hij het die zelf na instructies van hogerhand het bevel had doorgegeven en zich pas later bewust werd van wat hij had gedaan.”

“Het is intussen allemaal uitgezocht. Men acht bewezen dat de man die avond geen dienst had en met die voetbalmatch bezig was. Maar wat is er dan waar van wat bij de rijkswacht in 1985 allemaal op papier werd gezet? Volgens de processen-verbaal in het dossier bevond de patrouille zich aan de Villalaan. Nu zijn er mensen van de toenmalige rijkswacht Aalst die zeggen: ‘Weet je waar die mannen waren? Ze waren allemaal aanwezig bij de voetbalmatch.’ Die match – rijkswachters onder elkaar – was in Terjoden, bij Erembodegem. Niemand kan het bewijzen, maar volgens ooggetuigen stonden de mannen die de Delhaize moesten bewaken daar. Dan vraag je je af: ‘Wat voor een soep is dit?’ Het blijft wel een feit dat ze daar niet waren, terwijl ze daar hadden moeten zijn.”

En dat de daders dat misschien wisten.

“Ik heb altijd horen vertellen, door mijn opa en ook door anderen, over de spookpatrouille op de parking. Dat was een R4’tje van de rijkswacht dat al voor de overval op de Parklaan rondreed en tijdens de overval voor de Delhaize geparkeerd stond met twee gewapende rijkswachters erin. Die stonden met hun rug naar de overval, hun wapen gericht naar de andere kant. Ze grepen niet in. Het rare is dat die patrouille bij navraag officieel niet bestond.”

Je opa werd daar gek van, dat hij daar nooit een antwoord op kreeg. Hij bleef maar herhalen dat hij ze vanuit zijn raam met eigen ogen heeft gezien.

“Er zijn nog andere mensen die dat kunnen bevestigen. Er is geen verklaring voor. De onmacht die mijn opa moet hebben gevoeld, is enorm. Ik voel die nu nog, en je hoopt dat het ooit eens stopt.”

“Men komt nu met Peter van Koppen, een Nederlandse expert. Terwijl ik denk: het staat allemaal in het dossier. Bekijk de verklaringen van Martial Lekeu. Het is niet allemaal even helder, maar de grote lijnen hebben we wel. Je hebt geen buitenlandse expert nodig. We hebben wat eerlijkheid nodig.”

Als plot in een filmscenario zou het worden geschrapt. Het joch van negen dat ruim 30 jaar later als veertiger de game changer wordt in het al die tijd in het slop zittende gerechtelijke onderzoek. Pas toen David de forcing voerde en met Marc Van Damme naar Charleroi trok, werd het Bonkoffsky-spoor ernstig genomen. “Het verhaal komt van meerdere kanten”, zegt hij. “Van zijn ex, van zijn broer, van zijn jeugdvriend. Bonkoffsky zat trouwens gelijktijdig met Martial Lekeu bij de groep-Diane.”

Heb je vertrouwen in het uitgebreide onderzoeksteam?

“Dat zal ik pas over een jaar kunnen zeggen. Is er werkelijk iets veranderd of niet?”

Na de laatste bijeenkomst van de onderzoeksleiding en de slachtoffers voelde je vooral weer fatalisme.

“Daar wil ik niet aan toegeven, aan dat gevoel. Ik wil geen slachtoffer zijn, maar een overlever. Ik wil niet de hele tijd klagen en zagen. Ik heb het overleefd en ben ondanks alles toch ergens geraakt. Wat me aan het onderzoeksteam ergert, is dat er vooral veel ruzie wordt gemaakt.”

Je doelt op de aantijgingen als zou de wapenvondst in Ronquières zijn gemanipuleerd?

“Waarom gaan ze niet allemaal rond de tafel zitten? Freddy (Troch, de Dendermondse onderzoeksrechter die in 1986 de wapens van de Bende terugvond in het kanaal, DDC) zegt dat ook: ‘In plaats van ruzie met ons te maken: nodig ons uit. Wat heb je gevonden tegen ons? We zullen proberen te antwoorden.’ Nee, wat doen ze? Ze sturen een patrouille uit en pakken die mannen op.”

“Er is te veel machogedrag in dit dossier. Te veel mensen die zich naar voren werken met een attitude van: ‘Allemaal opzij, ik ga het hier eens oplossen.’ Misschien moet dat dan maar het voornemen voor 2018 worden, eerder dan een Nederlandse professor in te huren: minder machogedrag.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

“De gevangenis heeft me tot gangster gemaakt”

De Belgische regisseur François Troukens putte uit eigen ervaringen voor zijn misdaadthriller ‘Tueurs’, waarin de Bende van Nijvel weer tot leven komt. ‘Actie roepen op de filmset geeft me dezelfde opwinding als bij een overval.’

Goede voornemens en tweede kansen: François Troukens kent er wat van. In de jaren 90 was hij een van de topfiguren in het Belgische banditisme, gespecialiseerd in gewapende overvallen op geldtransporten. In 1996 werd hij daarvoor achter de tralies gezet, maar Troukens ontsnapte. Pas acht jaar en x aantal overvallen later werd hij gevat. Hij zat zijn gevangenisstraf uit en werkte aan een tweede leven.

Amper zeven jaar na zijn vrijlating loopt het resultaat daarvan in de cinema: Tueurs is een ongemeen straffe misdaadfilm die herinnert aan Heat van Michael Mann, met Olivier Gourmet en Kevin Janssens als zware jongens in een complot waarin misdaad, justitie, politie en politiek één pot nat vormen. De Bende van Nijvel vormde de aanzet voor de film, net nu de Bende afgelopen herfst weer in het middelpunt van de belangstelling kwam.

‘Dat kon ik niet weten toen ik het verhaal schreef’, vertelt Troukens in een café vlakbij de gevangenis van Vorst, de eerste die hij van binnenuit leerde kennen. ‘Maar het is glashelder dat de Bende van Nijvel niet zomaar overvallers waren. Ik spreek uit eigen ervaring: geen enkele overvaller breekt in een winkel in om zoveel mensen te vermoorden en, zoals in Aalst, zelfs door de rekken te rennen om een kind van kant te maken. Dat heeft niks meer te maken met een grote slag slaan.’

Het was hen niet om de buit te doen, maar om angst aan te jagen?

‘Veel wijst in die richting. Waarom zou er in België geen invloed zijn geweest van de CIA? Die was er in Duitsland, Italië, Luxemburg (Operatie Gladio, red.). Het ging erom de politiestaat in België te versterken, maar daarvoor moest de kiezer worden overtuigd om meer budget vrij te maken. De feiten zijn er: in de jaren 80 is de rijkswacht van een nabijheidspolitie omgevormd naar een goed bewapende, efficiënte militaire politie. Dat afdoen als complottheorieën betekent dat je geen onderzoek wil en dus medeplichtig bent, of bang voor de waarheid.’

‘Tueurs’ toont een onontwarbaar kluwen van misdaad, politie en gerecht. U wil de ogen openen?

‘Ik hoop dat de kijker ervan wegkomt met het idee: wat je ziet en leest is niet altijd de hele waarheid. Het is niet omdat de journalisten en rijkswachters zus of zo zeggen, dat het ook zo is: ook zij kunnen gemanipuleerd zijn.’

Anarchist of kapitalist

In totaal bracht Troukens tien jaar van zijn leven in gevangenissen door. Niets verraadt dat deze nette, aardige man – die op de laatste dag van het jaar 48 wordt – ooit zo’n zware jongen was. Tenzij: zijn charisma, inventiviteit en tomeloze energie – dezelfde talenten waarmee hij nu films maakt.

Of het nu gaat om overvallen of films, eigenlijk hebt u altijd scenario’s bedacht.

‘Het plan smeden en finetunen: dat heb ik altijd spannend gevonden. Hoezo, de Nationale Bank kun je niet kraken? Het onmogelijke klaarspelen trok me altijd al aan. Wat niet zo opwindend is, is dat in het echte leven mensen kunnen sterven.’

‘Ik ben geen gangster die artiest is geworden, ik ben een artiest die zich aangetrokken voelde tot de onderwereld. Van kindsbeen af al schreef ik scenario’s. Toen ik in 1991 Point break van Kathryn Bigelow zag, was dat een openbaring: ecologisten die zich tegen het systeem kanten en genoeg hebben van de banken, dat leven wou ik leiden. Ik legde de link tussen anarchisme en verzet aan de ene kant en zwaar banditisme aan de andere kant. Pas later besefte ik dat ik me al die tijd vergist had.’

Wanneer drong dat door?

‘Toen ik op de vlucht was. In de gevangenis van Parijs had ik Baskische terroristen leren kennen. Zij ­gaven hun leven voor een zaak waarin ze geloofden. Vergeleken met hen was ik een egoïst: ik nam geld van de banken en plezierde de mensen rondom mij, maar ik veranderde de maatschappij niet.’

‘Ze ontmaskerden mijn revolutie als bullshit. Wat is het verschil nog tussen een bankier en een bandiet? Allebei zijn het zuivere kapitalisten. Een bandiet wil een shortcut nemen om aan de top van de samenleving te geraken. Dat heeft niets met anarchisme te maken.’

Kwam u ooit in de situatie dat het op leven en dood aankwam?

‘Ik ben op het juiste moment gestopt, rond 2002. Het werd te riskant voor het geld dat ik ermee kon halen. Ik wist dat ik vroeg of laat iemand zou doden als ik doorging. Inbreken was eind jaren 90 niet meer wat het geweest was. Criminelen zetten helikopters in, de politie begon oorlogswapens te dragen, er waren schietpartijen. Wat als ik een kind zou doden?’

‘Ik ben gestopt op de dag dat ik een agent heb verwond. We stonden tegenover elkaar, ik schoot eerst. Dat was een brug te ver. Op dat moment maakte ik de overstap van vogelvrij naar crimineel. Vogelvrij is romanesk: het is Robin Hood en Bonnie en Clyde.’

Voor u waren de overvallen op geldtransporten avontuur? Het blijft toch misdadig?

‘Ik legde alleen rekenschap af aan mijn eigen gevoel voor rechtvaardigheid. Ik hoop dat dit ook uit Tueurs spreekt: een bandiet kan rechtvaardiger zijn dan een rechter, advocaat of minister. Het is niet omdat je dat etiket draagt, dat je ook juister bent.’

Zeg dat nooit tegen een rechter.

‘Je kan buiten de wet staan, maar eerlijk zijn en trouw aan je principes. Met eerlijk bedoel ik: het leven niet verraden, niet doden, geen drugs verkopen, geen kinderen gijzelen. Gewoon: banken overvallen zonder mensen aan te vallen. Helaas, dat is slechts theorie. Tien, vijftien keer gaat dat goed. Maar op een dag sta je tegenover iemand die zijn wapen trekt. Wat doe je dan?’

Hoe belandde u in de criminaliteit?

‘Ik ben van goede komaf. Mijn moeder las me elke avond sprookjes van Grimm voor. We mochten geen tv kijken omdat het te gewelddadig was, we mochten niet met plastic speelgoedgeweertjes spelen. Verklaart dat de latere aantrekkingskracht ervan?’

‘Aanvankelijk ging ik film studeren in Brussel, maar na een jaar vond ik werk als bodyguard. De man die ik moest bewaken, Georges Gutelman, belandde in de gevangenis wegens oplichterij. Voor vijf miljard Belgische frank moest hij welgeteld één dag brommen. Ik trok al vlug mijn conclusies.’

‘Ik was 23 en had er geen flauw idee van dat het hier niet ging om oplichterij, maar om Operatie Mozes, uitgevoerd door Gutelmans luchtvaartmaatschappij TEA om in 1984 met de hulp van de CIA in het grootste geheim Ethiopische Joden te vervoeren van Soedan naar Israël. Zelf was ik mijn job kwijt, maar Gutelman kwam ermee weg. Ik ervoer een groot gevoel van onrechtvaardigheid.’

‘Dat is het moment waarop ik besloot om een kraak te zetten. Ik vond een job bij Securitas en werkte een jaar lang de hele procedure af om geldtransporten te begeleiden. Uiteindelijk ging ik met het geld van een bank aan de haal. Ik zei dat ik aangevallen was en men vond me vastgeketend terug, met bloed en al.’

Een heus scenario …

‘Dat was mijn eerste script. Zoals in alle films werd ik erbij gelapt door mijn handlanger. De menselijke factor is altijd de zwakke schakel in het verhaal. Mijn lot kantelde en ik belandde in de gevangenis van Vorst.’

‘Ik werd in een cel gegooid zonder tafel, stoel of venster. Als ze me de dag daarna hadden buitengelaten en gezegd: nu ga je stoppen met je flauwekul, we gaan je op het rechte pad helpen, dan zou ik geen seconde getwijfeld hebben. In de plaats daarvan werd ik geleid naar de koer, waar de zware gangsters me onmiddellijk omarmden. Voor hen was ik goud dat ze alleen nog moesten smeden: ik had ervaring als bodyguard, kon met wapens om, kende de geldtransporten.’

Je werd geronseld?

‘Voor ik in Vorst belandde, had ik nooit eerder wat mispikkeld. De gevangenis heeft me opgeleid tot gangster. Van zodra ik buiten kwam, bracht ik een team bijeen met specialisten: de ene kon me de gestolen auto’s leveren, de andere de wapens, een chauffeur … ’

Als de gevangenis alleen een slechte invloed op u had, wat heeft u dan overtuigd om het criminele pad te verlaten?

‘Als je vader wordt, denk je na over de waarden die je wil doorgeven aan je zoon. Mijn ex-vriendin was geen bandietenliefje, maar une femme bourgeoise, een productie-assistente bij Canal+. Zij had er genoeg van. Bovendien had ik geen zin om als gangster te sterven. Dat was niet mijn leven.’

‘In 2002 gooide ik de boeg om, maar tot op vandaag moet ik over dat afgesloten verleden vertellen. Wellicht moet ik nog een film of twee maken eer de interviews gaan over mijn werk als regisseur. Het is belangrijk om aan jongeren mee te geven dat iemand die heel laag is gevallen zich toch weer kan herpakken. En dat de samenleving in staat is om te vergeven.’

Op RTL mocht u zelfs een misdaadprogramma presenteren.

‘Ik ben niet dom, uiteraard haalde RTL er publiciteit uit door een ex-gangster op te voeren. Maar ondertussen gaven ze me toch ook mooi een kans. Dat is moedig. Ik zeg niet: overvallen is prima. Maar wel: studeer, werk, verander je leven.’

‘De periode van het grote banditisme ligt achter ons, nu kweken de gevangenissen terroristen. Jongeren radicaliseren in de gevangenis, terwijl het net de plek zou moeten zijn waar ze verzoend geraken met de maatschappij.’

‘We moeten die gasten een keuze kunnen aanbieden: ofwel zit je hier tien jaar vast, ofwel teken je dit document waarin je belooft dat je met ons gaat werken om iemand te worden. Laat zo iemand niet in handen van andere criminelen, maar isoleer hem van hen en breng hem in de maatschappij. Ze doen dat al zo in de Scandinavische landen, en met succes.’

Klinkt dat niet erg laks?

‘Vergis je niet, ik ben tegelijk voor strengere bestraffing. Neem de rellen in Brussel dit najaar: het is niet normaal dat de politie niet ingrijpt wanneer mensen moedwillig naar het stadscentrum komen om de boel kort en klein te slaan. Die moet je oppakken en tonen dat zij niet de macht hebben op straat. Ook in de gevangenissen is het de jeugd die de wet stelt. Dat moet je breken. De eerste keer dat iemand een stommiteit begaat, moet je hem vijf dagen in een isoleercel steken. De eerste mensen die hij er ziet, zouden geen andere criminelen mogen zijn, maar een psycholoog, een leerkracht, een opvoeder.’

‘De gevangenis moet veranderen, en niet eens voor de jongeren zelf, maar voor ons eigen belang. Al de terroristen die de voorbije jaren toesloegen, zijn langs de gevangenis gepasseerd. Daar leerden ze om de maatschappij te haten en te verwerpen, omdat ze er zelf door de maatschappij zijn afgestoten. In plaats van na te denken over hun fouten, krijgen ze van les barbus te horen dat het niet hun eigen schuld is. Het is de schuld van de joden, het westen, de samenleving. Die mensen hebben ­iemand nodig die zegt: oké, jij heet Mohammed, maar jij bent net zo goed Belg als ik.’

Bent u niet hét voorbeeld dat gevangenisstraf wel zin heeft?

‘Toen ik besloot om mijn gevangenisstraf uit te zitten, ging ik keihard aan de slag. Niet de gevangenis, maar ik heb dat beslist. Als ik nu films maak, is dat niet omdat het me in de schoot is geworpen, maar omdat ik er twee keer zo hard voor werk als anderen. Medegevangenen keken naar me alsof ik gek was geworden. Het enige wat zij deden, was met vier man in één cel jointjes roken en gamen. Ik kon me geen verloren dag meer permitteren.’

‘De dagen in de gevangenis duurden te kort voor al wat ik wou doen. Ik studeerde, ik schreef, ik las. In de gevangenis van Namen was er een atelier geleid door Joachim Lafosse. In de Franse gevangenis kwam Cabu van Charlie Hebdo een schrijfcursus geven. Aan het eind van mijn straf had ik twee diploma’s: een koksdiploma en een van psycho-pedagogie. Ondertussen schreef ik een scenario.’

Mist u de sensatie van de misdaad niet?

‘Actie roepen op de filmset geeft me dezelfde opwinding als bij een overval. Maar overvallen interesseren me niet meer. Ik besef nu dat geld me geen vrijheid verschaft. Creëren is mijn vrijheid. Dat mensen naar mijn films komen kijken geeft me energie. Over overvallen heb ik nooit kunnen praten of opscheppen. Je ziet bij een overval nooit wie het scenario heeft geschreven.’

Bron » De Standaard

Techreuzen plooien voor Belgisch gerecht

De Amerikaanse techgiganten Facebook, Microsoft, Apple en co delen meer gegevens met het Belgisch gerecht.

Apple was in de eerste helft van dit jaar in bijna acht op de tien gevallen bereid te vertellen wie schuilging achter een verdacht toestel of een account die opduikt in een strafdossier, gaande van internetfraude tot terrorisme. In dezelfde periode vorig jaar gebeurde dat slechts in vier op de tien gevallen. Apple krijgt een pak meer vragen (199 in de eerste helft van 2017) van onze justitie om informatie vrij te geven.

Eerder dit jaar had minister van Justitie Koen Geens (CD&V) Facebook, Apple en co opgeroepen meer informatie vrij te geven over hun klanten en gebruikers als de Belgische justitie daarom vroeg. Zeker na de onthullingen in 2013 over massale elektronische spionage door de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA waren de Amerikaanse techreuzen terughoudend geworden. Alleen in terrorismedossiers gingen ze niet op de rem staan.

Apple werkte in de eerste helft van vorig jaar in slechts 44 procent van de gevallen mee met justitie. Nu is dat al 77 procent.
Geens wees hen er samen met de Belgische magistraten en politiemensen op dat de Belgische wet hen verplicht gehoor te geven aan alle verzoeken om informatie van justitie, net zoals een Belgische telecomoperator als Proximus dat moet doen.

Facebook werkt nog beter dan Apple mee met ons gerecht. De socialenetwerkgigant ging in de eerste helft van dit jaar in op 85 procent van de vragen die het Belgische gerecht stelde. Facebook ontving in die periode 513 verzoeken om informatie uit ons land, een record. Die gingen over liefst 757 Facebook-accounts, ook een record.

Nog een betere leerling in de klas is Microsoft, die onder andere eigenaar is van de videocommunicatiedienst Skype. Slechts in 8 procent van de gevallen weigerde Microsoft onze justitie gegevens te bezorgen. Een belangrijke kanttekeningen is dat 15 procent van de opgevraagde data niet te vinden waren en dat Microsoft nooit inhoudelijke gegevens aan ons gerecht bezorgde, bijvoorbeeld over een onlinegesprek. Microsoft was alleen bereid gegevens te delen over een abonnee of een bepaalde transactie.

Opgeteld gaan de Amerikaanse techreuzen in op acht van de tien vragen die ons gerecht hen stelt. De slechtste leerling is Twitter. Dat werkte in de eerste helft van dit jaar slechts in 67 procent van de gevallen mee. Het kreeg ook de minste vragen van ons gerecht (21 over 32 accounts).

Bron » De Tijd

Gerecht vraagt meer info op bij Apple en Facebook

Het Belgisch gerecht vraagt steeds meer gegevens op bij techreuzen als Apple, Facebook en Microsoft. In acht op de tien gevallen krijgt het die gegevens ook.

Het Antwerpse hof van beroep heeft vorige maand het softwarebedrijf Skype, dat eigendom is van Microsoft, tot een boete van 30.000 euro veroordeeld omdat het weigerde mee te werken aan een gerechtelijk onderzoek. Skype weigerde in 2012 een Mechelse onderzoeksrechter te helpen bij het afluisteren van een verdachte. Het hof gaf met zijn arrest zowel Skype als de andere techreuzen een duidelijk signaal. Elke operator of dienstverlener die zich op de Belgische markt richt, moet de Belgische regels naleven en onze justitie helpen.

Maar hoe reageren Microsoft en co. als het Belgisch gerecht nu vraagt om samen te werken? Vast staat dat het Belgisch gerecht zich niet laat ontmoedigen en steeds meer informatie opvraagt bij de Amerikaanse computerbedrijven. In de eerste helft van dit jaar kregen Microsoft, Facebook, Apple, Google (YouTube) en Twitter samen 2.619 verzoeken om gegevens uit ons land. Dat waren er nog nooit zoveel. Vier jaar eerder waren het er in dezelfde periode nog maar 1.417.

De verzoeken hadden in de eerste helft van dit jaar betrekking op een recordaantal accounts of toestellen (1.341). Het gerecht wil bijvoorbeeld weten wie schuilgaat achter een bepaalde iPhone of iCloud van Apple. Dat aantal neemt al vier jaar gestaag toe, met 908 geviseerde toestellen en accounts in de eerste helft van 2013.

De meeste vragen om informatie waren in de eerste zes maanden van dit jaar gericht aan Apple (1.040 accounts en toestellen) en Facebook (757 accounts). Microsoft ontving verzoeken over 441 toestellen en accounts, Google over 349 accounts. De minste verzoeken van ons gerecht waren aan Twitter gericht, over 32 accounts.

Maar vooral de antwoorden van de techreuzen gaan de goede richting uit. In gemiddeld acht op de tien gevallen bezorgden ze in de eerste helft van dit jaar gegevens aan ons gerecht. Dat gebeurde in verschillende gradaties. Microsoft, de eigenaar van Skype, heeft sinds 2013 nog nooit inhoudelijke data aan het gerecht bezorgd, ook dit jaar niet. Het ging telkens alleen over gegevens die een gebruiker konden ontmaskeren.

Facebook stemde er in de eerste helft van dit jaar in 64 gevallen ook mee in om bepaalde accountgegevens 90 dagen te bewaren in afwachting van formele juridische stukken.

Facebook werkte niet alleen mee aan strafonderzoeken in ons land. Unia, de Belgische instelling die tegen discriminatie strijdt, vroeg haatberichten te blokkeren en Facebook heeft dat in de eerste helft van dit jaar in drie gevallen gedaan. Facebook deed dat ook toen de economische inspectie vroeg twee web-pagina’s te blokkeren waarop illegaal tickets werden doorverkocht. Daarnaast beperkte het dit jaar de toegang tot 18 Belgische pagina’s die de holocaust ontkenden.

Bron » De Tijd