Oud-speurder over onderzoek Bende van Nijvel: “Eén hypothese lijkt mij volledig uitgesloten, die van het Grote Complot”

Deze zondag, 17 september, markeert een pijnlijke verjaardag. 40 jaar geleden sloeg de Bende van Nijvel toe in de Colruyt in Nijvel, waarbij drie doden vielen. Eddy Vos, de voormalige gerechtelijk commissaris, heeft na vijftien jaar betrokkenheid bij het onderzoek zijn eigen theorieën ontwikkeld die hij in dagblad La Dernière Heure overloopt.

Eddy Vos ging vorig jaar met pensioen nadat hij tussen 1996 en 2011 aan het hoofd stond van de cel Waals-Brabant. Met vijftien jaar toegewijde betrokkenheid in de zaak, heeft hij verschillende meningen en hypothesen gevormd.

Bij La Dernière Heure zet Eddy Vos enkele kenmerken van de bende op een rij. Hij benadrukt dat de doelen van de daders volgens hem in de loop der jaren zijn geëvolueerd. De eerste golf van misdaad in 1982 en 1983 betrof ‘gewone criminaliteit’. Pas daarna kwam er een element van terreur en provocatie bij die kenmerkend zou zijn voor de brutale overvallen met zwaar geweld. “Volgens mij waren de moorden een mix. De doelstellingen van de daders zijn gevarieerd en geëvolueerd.”

Hij stelt ook dat de daders bedreven waren in het manipuleren van gerechtelijke onderzoeken, het verband tussen de feiten leggen en hun sporen uitwissen. “Ze betrokken verschillende autoriteiten en zelfs taalregio’s om verwarring te zaaien, wat volgens mij geen toeval was.”

Wat Vos wel meteen afdoet als onzin, is het ‘Grote Complot’. Doorheen de jaren werd vaak geopperd dat het onderzoek van de Bende van Nijvel op niets uitdraaide omdat het van binnenuit werd gesaboteerd. Hij stelt zich ernstige vragen bij de haalbaarheid van een samenzwering waarbij honderden magistraten, rechercheurs en deskundigen gedurende veertig jaar zouden hebben gewerkt om de waarheid te verbergen.

“Laten we serieus blijven”, benadrukte hij. “Onze enige motivatie was altijd om antwoorden te vinden. Na meer dan 40 jaar denk ik dat het tijd is om de handdoek in de ring te gooien, tenzij het onderzoek ons binnen de komende twee jaar verrast. Dan zou ik degene zijn die als eerste de champagne laat knallen.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Justitie digitaliseert: ‘We kunnen dossiers nu vinden met zoektermen’

Een forse stijging van de drugsdossiers, of een zaak die te lang aansleept? In de langverwachte nieuwe software van Justitie krijgen magistraten daar automatisch een melding van.

Ze zijn niet te tellen, de incidenten waarmee Justitie te maken kreeg doordat ze bleef hangen in de ­papiermolens van de twintigste eeuw. Lukraak enkele voorbeelden: in 2018 dreigde een drugsbende vrij te komen, omdat de rechtbank een dvd met afgeluisterde telefoongesprekken niet kon afspelen. Bleek dat men het verkeerde programma gebruikte. ­Enkele jaren voordien raakten honderden pv’s uit het onderzoek naar misbruik in de kerk verloren, onder meer doordat een poetsvrouw ze had weggegooid. Kopietjes moesten het papieren dossier weer volledig maken. Bijzonder pijnlijk was de vrijlating uit voorarrest van enkele wapenhandelaars, in 2010. De reden: het karretje met hun dossier raakte niet waar het moest zijn.

De problemen overstegen de anekdotiek. Falende informatica belemmerde een goed werkend gerecht. Daar neemt Justitie nu stap voor stap afscheid van.

Bijeen puzzelen

‘Wanneer ik ’s morgens mijn computer opstart, krijg ik meteen te zien welke nieuwe dossiers er zijn’, zegt Stephanie Vanthienen, die als Leuvense parketmagistrate ook IT-verantwoordelijke is binnen Justitie. Ze bouwde mee aan ‘JustOne’, dat een wirwar aan applicaties verenigt en eind deze maand voor alle parketmagistraten beschikbaar wordt. ‘Om een bepaald dossier op te zoeken, gebruiken we zoektermen in plaats van de functietoetsen uit het verleden. Elke magistraat heeft ook zijn eigen dashboard. Wie bijvoorbeeld refe­rentie­magistraat is voor intrafamiliaal geweld of zedenzaken, zal zo een overzicht hebben van zijn dossiers en trends sneller kunnen opmerken.’

‘We verliezen ook veel minder tijd met het zoeken naar databanken, zoals het strafregister, omdat we die rechtstreeks vanuit ons systeem kunnen oproepen. Er is gewoon veel meer mogelijk: ik kan via het systeem de administratie vragen om een bepaalde deskundige te contacteren, zien of iemand op de Ocad-lijst staat, of slachtofferonthaal is aangesteld, enzovoort. Al die stukjes informatie moest je vroeger uit papieren dossiers bijeen puzzelen.’

Om te spreken van volledig digitale dossiers is het nog te vroeg, maar die weg is wel ingeslagen. Pv’s van de politie komen meer en meer elektronisch toe in het dossier. Op het einde van het jaar zullen advocaten hun documenten digitaal kunnen toevoegen.

‘Aantekeningen bij dossiers hangen er ook niet meer op met een papieren post-it, waardoor ze verloren kunnen raken, maar zijn opgeslagen in het systeem’, zegt Vanthienen. ‘De zittingen in een bepaalde zaak waren voor magistraten een onoverzichtelijk kluwen. Nu beschikken we over een tijdlijn en kunnen we onze doorlooptijden monitoren. Wanneer iets niet binnen een bepaalde termijn gebeurt, krijgen we daarvan een melding. Heel onze informatiedoorstroming is veel beter dan vroeger.’

Zal Justitie daardoor ook efficiënter worden? ‘We kunnen in ieder geval veel korter op de bal spelen’, zegt Vanthienen.

Kater

‘Vroeger’, dat is de tijd waarin ­magistraten een handleiding naast hun computer moesten hebben om de weg niet te verliezen in systemen zoals MaCH. Die software om dossiers bij te houden mag dan robuust zijn, er door de geluidsmuur mee knallen deden magistraten niet. ‘Wie in de magistratuur kwam werken, werd teruggeslagen in de tijd’, zegt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘De eerste handtekening voor MaCH werd gezet in de jaren 80 door (toenmalig minister van Justitie, red.) Jean Gol. Een update was broodnodig, maar we beseften ook dat één groot informaticasysteem voor heel Justitie niet de oplossing was.’

De kater na projecten als Phenix of Cheops, die één groot systeem voor heel Justitie moesten opleveren, was nog niet helemaal doorgespoeld. ‘Daarom hebben we allerlei kleinere applicaties ontwikkeld, maar wel gemaakt dat die met elkaar kunnen “praten”’, zegt ­Edward Landtsheere van de FOD Justitie.

Op dit moment is er sprake van niet minder dan 26 ­applicaties. Dat lijkt veel, maar doordat die aan elkaar zijn gelinkt, vormen ze aan de oppervlakte een geheel. ‘Het geld daarvoor is onder meer afkomstig van het Europese Herstelfonds’, zegt Van Quickenborne. ‘Daarvan gaat 137 miljoen euro naar digitalisering.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke