In België wordt er steeds minder een beroep gedaan op robotfoto-tekenaars. Toch vervullen ze nog altijd een belangrijke functie. “Wij zijn steeds minder bekend bij jonge politiemensen”, vertelt tekenaar Benjamin Anciaux in de podcast ‘Onder ons: crimi‘. Hij schetst afbeeldingen van daders op basis van uitgebreide interviews met slachtoffers en getuigen. “Ze mogen mij alles vertellen, maar er is 1 ding dat slachtoffers niet mogen doen: dingen verzinnen die ze niet meer weten, om ervan af te zijn.”
Robotfoto-tekenaars vervullen een belangrijke functie binnen de federale politie. Op basis van een interview met een getuige of een slachtoffer maken ze een beeld op van de vermoedelijke dader van een misdrijf. Op basis daarvan kan de politie vervolgens criminelen opsporen.
“Voor heel België bestaan er 4 tekenaars”, vertelt Benjamin Anciaux, die zelf tot dat viertal behoort. “Twee van ons tekenen met potlood en papier, de andere 2, onder wie ikzelf, verkiezen de iPad. Je kan op die manier met verschillende lagen werken en gemakkelijker wissen en opnieuw beginnen.”
Toen Anciaux ongeveer 6,5 jaar geleden bij de federale politie als tekenaar begon, maakte de dienst zo’n 800 schetsen per jaar, nu nog een 200-tal. “Heel vaak lijkt onze foto heel sterk op de uiteindelijke dader. Maar soms kan hij er enkel wat in herkend worden, of lijkt hij er totaal niet op.”
Een arsenaal aan neuzen, ogen en monden
De slaagkans van zo’n tekening hangt dan ook sterk af van wat een slachtoffer zich nog van de feiten herinnert en ook van de nauwkeurigheid waarmee die de dader kan beschrijven. Hoe komt zo’n foto dan precies tot stand?
“Het slachtoffer kiest waar de tekening gemaakt wordt”, vertelt Anciaux. “Dat kan bij hen thuis, op het politiebureau of in het ziekenhuis, bij ernstige gevallen.”
“De eerste vraag die ik dan stel is om mij alles te vertellen wat zij nog weten over de dader. Dan komt er vanzelf een verhaal. Pas daarna ga ik specifieke vragen stellen over tattoos, kapsel, juwelen.”
Samen met de getuige legt Anciaux zo langzaamaan de puzzelstukjes bij elkaar. “Het is heel moeilijk om iemand enkel met woorden te beschrijven. Ik heb een kaft vol met afbeeldingen van neuzen, monden, ogen, enzovoort. Zij kiezen de afbeelding die het sterkst lijkt op wat ze hebben gezien en zo creëren we een robotfoto.”
Belangrijk is dat de getuige de tekenaar tijdens het schetsen op elk moment kan corrigeren. “Ik ben de auto die zij besturen”, zegt Anciaux daarover.
Eerlijk zijn
Wat mag er dan niet? “Een slachtoffer mag aan mij alles vertellen, dat zeg ik hen ook op voorhand. Er is maar 1 ding dat ze niet mogen doen: dingen verzinnen die ze niet meer weten, om ervan af te zijn.”
“Het is beter dat je dan gewoon zegt: “Ik weet het niet meer.” Dat is ook logisch: je ziet iemand soms maar een aantal seconden. Regelmatig gaat het daarbij om ernstige of traumatische feiten. Daarom proberen we ervoor te zorgen dat een interview ook niet langer dan 2 uur duurt. We willen vermijden dat die persoon alles een tweede keer moet meemaken.”
“Het is ook al eens gebeurd dat iemand een dader volledig verzonnen had, om de politie tevreden te stellen. Als mijn eerste schets meteen juist is volgens het slachtoffer, kan dat een aanwijzing zijn dat er iets niet klopt.”
Weinig details
Hoe ziet de ideale robotfoto er dan uit? Te veel details geven, is volgens Anciaux niet nodig. “Alles wat we niet weten, moet vaag blijven. Iedereen die naar zo’n tekening kijkt, moet daar iemand in kunnen herkennen, bijvoorbeeld een buurman of kameraad. Anders beperk je de kans op een identificatie. Hoe meer mensen iemand herkennen, hoe groter de kans dat de dader daar bij zit.”
“Daarom wordt zo’n foto ook altijd in zwart-wit opgesteld: het is zeer moeilijk om een huidskleur exact te beschrijven.”
Concrete cijfers over de nauwkeurigheid van zijn robotfoto’s heeft Anciaux niet. Toch hoort hij naar eigen zeggen heel vaak van collega’s dat ze op basis van zijn tekeningen een dader hebben kunnen identificeren.
“Dan spreken ze mij aan en zeggen ze: “Hé, Benjamin, weet je nog die foto die je vorige maand hebt gemaakt? We hebben hem.” Dat stelt me tevreden, want op zulke momenten weet ik weer waarom ik ga werken.”
Bron » VRT Nieuws