De jaren 80 waren jaren van ‘pure waanzin’, op alle vlakken: ‘1985’ door de ogen van ervaringsdeskundigen

De jaren 80 waren ‘jaren van lood’, met aanslagen van de Bende van Nijvel en de dreiging van de Koude Oorlog, maar ook van rebellerende creativiteit. Ook dat komt in 1985 aan bod. Herkenbaar voor zij die erbij waren. ‘De spontaneïteit, de durf en de wildheid van die punkperiode, dat was geweldig.’

Voor een reeks die 1985 heet, was het niet geheel onlogisch geweest als ze opende met, we zeggen maar iets, archiefbeelden van de aanslag op de Delhaize van Aalst, of met de enscenering van een spectaculaire auto-achtervolging tussen de rijkswacht en de Bende van Nijvel. Maar, zoals u vast heeft opgemerkt: zo begint 1985 niet. 1985 begint met de stem van Vicky Vice (Mona Mina Leon), de fictieve radio-dj van de minder fictieve piratenzender FM Bruxel, die zich zorgen maakt over de staat van de wereld. Na de begingeneriek maakt de jonge Marc De Vuyst (Tijmen Govaerts) zich klaar om een laatste keer uit te gaan alvorens hij aan zijn opleiding tot rijkswachter begint. Hoe hij dat doet? Door zijn kont te schudden op de tonen van TC Matics ‘Oh La La La’.

Want ook dát waren de jaren 80, en dat weet niemand beter dan 1985-scenarist Willem Wallyn, die destijds op de Vrije Universiteit Brussel (VUB) rechten studeerde en eerder in deze krant vertelde dat hij die periode “zeer intens” had beleefd. “Dat zijn mijn studentenjaren. Met een moeilijk te beschrijven angstklimaat. Het was heftiger dan je je vandaag kunt inbeelden. Er was angst voor de atoombom, voor agressieve rijkswachters. En dan om de zoveel tijd dat nieuws op de radio. Dat er mensen zomaar waren neergeknald in de Delhaize. Het was een rare, schizofrene periode, met tegelijkertijd ook fantastische muziek.”

Eenzelfde herinnering vind je terug bij Luckas Vander Taelen, die in diezelfde periode geschiedenis studeerde aan de VUB en er de band Lavvi Ebbel oprichtte. “Als je in het weekend naar de Delhaize ging, stonden daar rijkswachters met mitrailleurs. Dat zijn beelden die ik nooit zal vergeten. Ik weet nog dat ik naar de Franse radio aan het luisteren was, toen ik hoorde over een aanslag in ‘une ville près de Bruxelles’. Dat was de aanslag in Aalst, waar ik vandaan kom. Mijn moeder woonde daar nog. Het kwam allemaal heel dichtbij, het voelde heel bedreigend.”

Creatief

Pluis er de geschiedenisboeken of Wikipedia-pagina’s op na, en je komt onder het lemma ‘jaren 80 in België’ al snel uit bij data en feiten over aanslagen van de Bende van Nijvel en de Cellules Communistes Combattantes (CCC), over de regeringen van Wilfried Martens (negen stuks in totaal) of over het ontstaan van de taalgemeenschappen. Maar die jaren waren in België, en specifiek in Brussel, ook een ongebreideld creatieve periode. Waarin Marc Didden (Brussels by Night, 1984) en Dominique Deruddere (Crazy Love, 1987) hun eerste films maakten. Waarin choreografen als Anne Teresa De Keersmaeker en Wim Vandekeybus internationaal hoge ogen wierpen. En waarin radiopresentator Gust De Coster de term ‘belpop’ bedacht als parapluterm voor een nieuwe golf in de Belgische muziek. Van TC Matic over Front 242 tot Red Zebra.

De Coster was een van de presentatoren van FM Bruxel. Wallyn en Vander Taelen werkten er ook aan mee, net als Deruddere en Arbeid Adelt!-frontman Marcel Vanthilt – zij presenteerden samen het programma Met een stijve naar het front. “FM Bruxel is heel aanwezig in de reeks, waarbij de presentatrice haar hart lucht op de radio”, ziet Vander Taelen. “Dat wás ook echt zo. Wij maakten samen persoonlijke en vaak krankzinnige programma’s. Mijn schuilnaam was Luckas Losbol. Wat je ook ziet in de serie, is hoe de rijkswacht die radio’s opspoorde. Ik denk dat de installatie van FM Bruxel toch een paar keer in beslag is genomen. Dat kun je aan de jonge generatie nog maar moeilijk uitleggen, dat het illegaal was om zomaar radio te maken. Dat waren heel andere tijden.”

“De jingles die je in de serie hoort, heb ik ingesproken”, vertelt Vanthilt. “De allereerste versie van FM Bruxel, die bestond eigenlijk maar uit drie man. Wij namen ons programma op op woensdagnamiddag, op cassettes. En die speelden we zondagavond af, vanachter de verwarmingsketel in de kelder van een gebouw in Laken. Met een timer. Niemand was daarbij, want die radiozender was hoogst illegaal.” Dus: “Het decor van FM Bruxel klopt niet helemaal, maar dat maakt niet uit.”

Het einde van het helaal

Het team achter 1985 is nochtans vér gegaan om het Brussel van 1985 te recreëren. “Ik ben zelf geboren in 1986”, legt production designer Stijn Verhoeven uit. “Ik heb die periode dus helemaal niet meegemaakt, en hetzelfde geldt voor regisseur Wouter Bouvijn en director of photography Wim Vanswijgenhoven. We hebben dus heel veel research moeten doen – gelukkig is er veel te vinden over de periode van de Bende van Nijvel. En mijn ouders en grootouders hadden nog veel fotoalbums. Willem ook.”

Een groot deel van 1985 speelt zich af aan de Boulevard Général Jacques in Etterbeek. Aan de ene kant van de straat ligt de campus van de VUB, aan de andere de rijkswachtkazerne. “Voor de buitenkant van die gebouwen hebben we moeten zoeken naar hoeken en steegjes die werkten om het in beeld te brengen zoals het toen was. Maar veel is onbruikbaar. De kazerne is de laatste jaren omgevormd tot een gebouw met ateliers voor kunstenaars. Qua interieur hebben we veel moeten recreëren. Er waren nog wel gangen met de juiste deuren, maar vaak waren de muren dan beklad met graffiti. Dan moet je schilderen en de ruimte aankleden met de juiste meubels. De meeste sets zijn volledig gerecreëerd.”

Het heeft wel het beoogde effect bij hen die zich de Brusselse jaren 80 herinneren. “Qua decor en tijdsgeest klopt het helemaal”, vindt Vanthilt. “En ik vind het altijd leuk om de auto’s van toen terug te zien. Kijk, een Ford Taunus! En op een bepaald moment hebben ze het over een Volkswagen Santana, en ik dacht: daar heb ik nu nog nooit van gehoord. En net daarna zeggen ze dat er maar 400 van verkocht zijn. Dan denk ik: ah ja, dat klopt dus óók.”

Verhoeven: “Er zijn redelijk wat forums van oldtimer-liefhebbers, en je vindt hen ook in Facebook-groepen. Net zoals er heel wat mensen en organisaties zijn die veel dingen van de rijkswacht bijhouden – ook wagens. In mijn ploeg zit er een persoon die zich alleen maar met de auto’s heeft beziggehouden en annonces op fora plaatste. Als je dan de Bende van Nijvel vermeldt, komt er veel reactie. En via via kom je dan soms bij de jackpot terecht, zoals iemand met vier rijkswachtmoto’s.”

Nog een trip down memory lane: de etablissementen die de personages bezoeken. “Ik zag vorige week een scène waarin the good cop café Falstaff binnenwandelt”, zegt Vanthilt. “Ik dacht: godmiljaar, hoeveel avonden hebben we daar niet gesleten? Ik herinner me een avond dat ik daar zat met Arno – heel af en toe, als hij niet moest optreden, rookte hij weleens een jointje, en die avond had ik per uitzondering meegedaan. Dus we waren allebei een beetje stoned. We zijn toen samen een filosofische uiteenzetting begonnen over het einde van het heelal. Na twee uur moesten we stoppen omdat ik toch een beetje begon te flippen. Het einde van het heelal is al redelijk heftig als je niet stoned bent.”

“De Falstaff was in die tijd dé plek waar iedereen zat. Want in het centrum van Brussel was er verder niks. L’archiduc, wat later eigenlijk de tweede huiskamer van Arno is geworden, werd toen uitgebaat door de weduwe van Stan Brenders, de jazzmuzikant die de L’archiduc had opgericht. Zij deed eigenlijk alleen open voor persoonlijke vrienden, anders kwam je daar niet binnen. Pas later is dat een hippe kroeg geworden. En de AB, dat was toen een oude theaterzaal die op instorten stond en waar je nu en dan een fuif organiseerde – dat was nog niet de concertzaal die het nu is.”

Frieten op de campus

Concerten van iconische artiesten als Television, Echo & The Bunnymen en Elvis Costello vonden in die tijd gewoon plaats op de universiteit. “Op de ULB was een auditorium, de Paul Emile Janson-zaal, waar concerten werden georganiseerd. Ik heb daar Patti Smith gezien, Talking Heads, de Ramones. In een auditorium voor studenten”, herinnert Vanthilt zich. “Op de VUB was er nadien Aula Q. Daar heb ik zelf nog optredens georganiseerd, van TC Matic, van De Kreuners, van Lavvi Ebbel.”

Vander Taelen: “In Aula Q heb ik zelf nog opgetreden. Dat waren toffe avonden. Er waren toen niet veel mogelijkheden om op te treden in Brussel. Concerten op de VUB waren zeker niet uitzonderlijk.”

Rijkswachters waren er evenwel niet welkom. “Er zit in de reeks een beeld van het administratief gebouw van de VUB, de ‘camembert’, met een studentenpiket voor de deur”, legt Vanthilt uit. “De politie kwam daar niet. Dat zij op de campus kwamen was onwettelijk. En als er een rijkswachter in burger kwam, werd die gezien als een spion.”

Vander Taelen: “Ik herinner me nog een betoging tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld in 1978, en een bijeenkomst op de campus. Ik had toen op de campus een camionette van de rijkswacht zien staan. Toen ik dat tegen de rest zei, vlogen de radicalen daar naartoe. Maar uiteindelijk bleek dat ze gewoon in het geniep hun frietjes aan het eten waren (lacht).”

De nabijheid van de kazerne en de universiteit leidde wel vaker tot vreemde spanningen, ook na studentenbetogingen tegen de optrekking van het inschrijvingsgeld of tegen de plaatsing van kernwapens in Kleine-Brogel. “Dat waren stevige, heftige toestanden, met traangas, met een waterkanon, met stenen die door de lucht vlogen”, herinnert Vanthilt zich. “En achteraf moesten de studenten en die rijkswachters dan terug naar de Général Jacques, arm in arm, bij wijze van spreken. Er werd bijna ‘allez, tot volgende week!’ gezegd (lacht). Maar het heeft toen wel gespannen, tussen studenten en de rijkswacht.”

Vander Taelen: “Bij de studentenbetogingen van toen zaten ook trotskisten en mensen van Amada (de voorloper van de PVDA, EWC). Die betogingen werden dus heel serieus genomen en grondig voorbereid. Sommige militanten namen knikkers mee in hun zak, om paarden van de rijkswacht te doen struikelen. Of ze droegen een motorhelm, omdat fascisten hen de kop insloegen. Ik ben ook tegen de fascisten gaan betogen, maar ik ben nooit zo extreem geweest. Een helm dragen, dat vond ik toch al een provocatie, alsof je wilde dat ze je kop zouden inslaan.”

Vanthilt: “Toen leefde het idee dat je móést protesteren tegen het grote onrecht. Ook al geloofde niemand echt dat er een zot op de knop zou drukken. Er was een soort algemene psychose over de Koude Oorlog en het einde van de wereld, maar op de een of andere manier leek dat meer op een film. Nu zit er echt een gek met zijn vinger op de knop, en iedereen vindt dat normaal. Ik vind dat angstaanjagend. In de jaren 80 werd er geprotesteerd tegen de atoombommen die in Kleine-Brogel werden geplaatst. Nu liggen die kernkoppen daar al veertig jaar, en geen haan die ernaar kraait. Niemand ligt er wakker van.”

Er is dan ook best veel veranderd sindsdien. Op kleine en op grote schaal. “In de jaren 80 stonk het echt in de hogere echelons van de samenleving, de rijkswacht, de politiek. Dat stonk allemaal uren in de wind, was iets structureels. Dat zou vandaag niet meer kunnen. Nu komen ze daar niet meer mee weg, dat soort zaken wordt uitgespit”, ziet Vanthilt. “Vanaf 1987 of 1988 kwam ook de yuppiecultuur. De hippies van vroeger verdwenen. ‘Fuck al dit naïeve gedoe, ik ga gewoon carrière maken en zo veel mogelijk geld verdienden’ – die houding. De crisisjaren van de jaren 70 waren toen ook voorbij – de economie draaide goed genoeg opdat jonge mensen carrière zouden kunnen maken. Terwijl mensen vroeger filosofie of sociologie studeerden en er al van uitgingen dat ze nadien aan de dop zouden zitten, want er was toch geen werk.

“Wat mij vandaag het meest irriteert, is mijn smartphone. Want ik ben daar heel afhankelijk van, dat ding bepaalt heel mijn leven. Als ik nu naar 1985 kijk, denk ik: hoe deden wij dat vroeger? Niemand was eigenlijk bereikbaar, en toch bereikten we elkaar. Daar heb ik wel heimwee naar. Of het gevoel wanneer je ’s avonds thuiskomt en het lichtje ziet knipperen op het antwoordapparaat van je telefoon. Dan wist je: ik heb nog drie berichten. Nu krijg ik héél de dag door berichten.”

“Het was een heel woelige periode”, besluit Vander Taelen over de periode rond 1985. “Nu is het veel kalmer, op lokale schaal toch. Toen stond het land op instorten. Maar de spontaneïteit, de durf en de wildheid van die punkperiode, dat was geweldig. Iedereen maakte muziek, ook al kon je geen muziek spelen. En Crazy Love en Brussels by Night, de debuutfilms van Deruddere en Didden, daar zat ook punk in. Als ik nu naar de radio luister, denk ik: het klinkt allemaal zo glad. Toen was het pure waanzin. Die sfeer was eigen aan die tijd. En dat mis ik wel.”

Bron » De Morgen | Ewoud Ceulemans

Linda overleefde aanslag door Bende van Nijvel uit tv-reeks ‘1985’: “Ze mogen dat onderzoek afsluiten, op één voorwaarde”

“Fictiereeks gebaseerd op waargebeurde feiten”, wordt bij de start van Eén-serie 1985 gemeld. Afgelopen zondag kwam in de vijfde aflevering de overval door de Bende van Nijvel op de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse aan bod. Voor Linda Van Huffelen (65) uit Mortsel, die bij de slachtpartij haar man verloor en zelf levenslang invalide werd geschoten, is dit geen fictie, maar na exact veertig jaar nog steeds de dagelijkse realiteit.

1985 is de naam van de fictiereeks, maar het bloederige parcours van de Bende van Nijvel begon al enkele jaren eerder. De slachtpartij in Temse was een van de preludes. In de ochtend van 10 september 1983 drongen enkele mannen de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse binnen. De gangsters arriveerden in een gestolen Saab 900 Turbo, die ze een paar dagen later zouden gebruiken om de moordpartij op de parking van het Colruyt-filiaal in Nijvel aan te richten. Doel van de inbraak in Temse? Zeven prototypes van speciale kogelwerende vesten stelen, waarvan alleen de rijkswachttop wist dat ze daar gemaakt werden.

“Nee, ik heb de aflevering van zondag niet gezien”, reageert Linda Van Huffelen een dag later in haar studio in Mortsel. “Maar een kennis belde me vandaag wel op dat ‘onze’ overval getoond werd. Ik heb zelf zondag naar een film met Bruce Willis gekeken. Eerlijk gezegd wist ik niet dat die reeks 1985 over de Bende van Nijvel gaat, anders had ik waarschijnlijk wel gekeken.”

Of ze het fragment waarin zijzelf en haar man komen even wil herbekijken via VRT Max op onze gsm? Of gaat dat, omdat er best wel hard geschoten wordt, te confronterend zijn? “Toon maar, ik ben al wel wat gewend”, zegt Linda. “Op zich ben ik al blij dat er aandacht aan besteed wordt. Meestal zijn wij de vergeten slachtoffers en gaat het alleen over de overvallen op de Colruyts en Delhaizes.”

“Een slachtpartij. De opzichter werd doodgeschoten, zijn vrouw heeft het amper overleefd”, vertelt personage Marc De Vuyst aan majoor Herman Vernaillen. Linda knikt. “Dat klopt. Ze hadden me al in een lijkzak gestoken. Gelukkig zag een van de twee ambulanciers bij het dichtritsen dat er nog iets ‘bougeerde’. De kuil op het kerkhof van Borsbeek naast het graf van mijn man hebben ze zes weken laten openliggen, omdat ze dachten dat ik nog zou volgen.”

Oog in oog met de gangster

Linda was net als haar man, amateurbokser Jos Broeders, afkomstig van Berchem. De twee waren al sinds hun 12de samen. Bij hun huwelijk trokken ze naar Temse, waar Linda conciërge werd in de fabriek van Wittock-Van Landeghem, een zeilmakerij, waar ook kogelwerende vesten werden gemaakt. Als jong gezin hadden ze dan ineens onderdak. Haar man werkte buitenhuis als schilder-behanger.

Ze waren allebei 26, met een dochtertje Sharon (2,5) en baby Patricia (6 weken), toen op 10 september 1983 Jos gewekt werd door glasgerinkel. “Hij is naar buiten gegaan en stond oog in oog met de gangster. Jos is weer naar binnen gevlucht. Ze hebben gewoon los door de deur geschoten. Hij kon nog op handen en voeten tot in de keuken kruipen, waar ze hem van dichtbij afgemaakt hebben. Ik moet wakker zijn geschoten en ben uit bed gekomen. Omdat ik mijn hand voor mijn gezicht heb geslagen, is de kogel die voor mijn hoofd bestemd was, op mijn duim en oor geketst. Vervolgens hebben ze met de kolf van een riotgun mijn kaak kapot geslagen.”

Twee maanden lag ze in coma, met rijkswachtbewaking voor de deur, uit schrik dat de Bende haar werk nog zou komen ‘afmaken’. “Ik herinner me niks. Ons dochtertje Sharon is door een van de gangsters terug in haar bedje gelegd, want haar voetsporen stonden in het bloed en ze lag omgekeerd. De speurders hebben haar later nog onder hypnose willen ondervragen, maar ik heb dat geweigerd. Ze herinnert zich ook niks. Dat ze onze kindjes gespaard hebben, is een zeldzaam moment van genade geweest, want voor de rest heeft de Bende zelfs een kind op de fiets doodgeschoten.”

Zware kosten

Linda doet haar huishouden met de twee vingers van haar rechterhand die ze kan gebruiken. Haar hals zit nog vol lood van de hagel. Ruim een jaar lag ze in revalidatiecentrum Hof ter Schelde op Linkeroever. “Sommige mensen vragen of ik een herseninfarct heb gehad als ze me zien. Nee, ik ben door de Bende van Nijvel neergeschoten, antwoord ik dan naar waarheid.”

Of ze blij is dat een televisiereeks als 1985 en nu ook de recente vondsten door een Nederlandse magneetvisser van twee zware wapens in de Damse Vaart het onderzoek warm houden? “Dat er nu ineens nog wapens worden opgevist, vind ik compleet onbegrijpelijk. De Bende heeft niet alleen mijn man afgepakt en mijn kinderen hun vader, maar heeft mij ook in de armoede gebracht.”

“Ik ben 80 procent invalide en overleef nu op een klein weduwepensioentje. Drie jaar geleden ben ik van Merksem naar deze studio in Mortsel verhuisd, dichter bij mijn familie. Ik woon hier heel graag, maar ik weet niet of ik de kosten kan blijven dragen. Een vrouw uit Westmalle komt mij wekelijks een voedselpakket brengen. Ik sta al twintig jaar op de lijst voor een sociale woning of flatje. Maar ik weiger bitter te klinken. Ik blijf een positieve vrouw.”

Linda gelooft dat de Reus nog leeft. “Maar ik geloof niet meer in een ontmaskering, als ze zelfs de slachtoffers na veertig jaar nog niet deftig kunnen vergoeden. Van mij mogen ze dat onderzoek afsluiten op voorwaarde dat alle slachtoffers uit de geldzorgen zijn.”

Bron » Het Nieuwsblad

Robert Beijer zaterdag geland op Belgische bodem

Oud-rijkswachter Robert Beijer is terug in België. Dat meldt de RTBF en bevestigt zijn advocaat Pierre Chomé. Het Belgische gerecht wil de man horen over zijn mogelijke betrokkenheid bij de Bende van Nijvel.

Onderzoeksrechter Martine Michel, die met het onderzoek naar de Bende belast is, zal Beijer “de komende dagen” ondervragen. Daarvoor is nog geen datum vastgelegd.

Vorige maand werd Beijer aangehouden in Thailand. In de woning van Beijer werd door het Belgische gerecht gezocht naar elementen die hem aan de Bende van Nijvel kunnen linken. De Thaise autoriteiten arresteerden daarop Beijer omdat hij niet in orde geweest zou zijn met de wetten op legaal verblijf in het land.

Volgens advocaat Chomé werd Beijer twee weken vastgehouden door de Thaise immigratiediensten. Die blokkade werd onnodig gerekt door het federaal parket, aldus Chomé. Dat verhinderde aanvankelijk de afgifte van een voorlopig paspoort nodig om Beijer te laten terugkeren naar België, betreurt de advocaat.

Bron » Het Nieuwsblad

‘Dé Bende van Nijvel bestaat volgens mij niet’: Hilde Geens hoopt dat ‘1985’ de onderzoekers motiveert

Dik over het miljoen kijkers lokt 1985 wekelijks. En daar is Hilde Geens (77), onderzoeksjournaliste en auteur van een boek over De Bende van Nijvel, heel blij om. ‘De enige manier waarop we ooit de waarheid zullen krijgen, is door onderzoek.’

Kan de populariteit van de serie en interesse van het brede publiek een impact hebben op het onderzoek?

“Ik denk dat wel, ja. Mijn ervaring met politie en magistratuur is toch dat wanneer er aandacht is voor een dossier in de pers, ze extra gemotiveerd zijn om resultaat te boeken.”

U heeft het strafdossier van de Bende van Nijvel zelf ingekeken en eerder al gezegd dat u er zeker van bent dat het onderzoek met opzet onklaar gemaakt is, door de rijkswacht zelf. Waarom?

“Niet door dé rijkswacht maar door een stel rijkswachters. Je zou bijvoorbeeld verwachten dat zo’n belangrijk dossier zorgvuldig bewaard en bewaakt wordt. In werkelijkheid is het al lang niet meer compleet. Intussen zou het gedigitaliseerd zijn.”

“Het dossier telt miljoenen pagina’s, maar dat zijn dus resterende brokken. De naam Robert De Vos zegt u wellicht niets? Die man is jarenlang beschuldigd geweest van betrokkenheid bij de roofmoord bij wapenhandel Dekaise in Waver, maar niemand weet waarom. Heel dat dossier is gewoon verdwenen.”

“Ik kreeg toelating van het parket-generaal om het strafonderzoek van de politie in te kijken in de zaak-François, die het onderwerp was van mijn laatste boek. Ik was zo blij als een kind. Maar dan bleek niemand dat dossier te kunnen terugvinden. Na lang zoeken zijn wel zes of acht dozen opgeduikeld met het parketdossier, maar dat was een puinhoop. Mappen zonder voorblad, stukken pv waar pagina’s in ontbraken, handgeschreven en moeilijk leesbare verslagen van de procureur. Toen ik al vijf maanden in die rommelpot zat te woelen, kreeg ik bericht dat Marianne Cappelle, de magistrate die het onderzoek naar de Bende nu leidt, het strafdossier-François bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel gevoegd heeft. Maar ondertussen weet ik dat ook dat strafdossier onvolledig is.”

Wie was volgens u de Bende van Nijvel?

“Dé Bende bestaat volgens mij niet. Er zijn een dertigtal verdachten die er mogelijk deel van uitmaakten, en in diverse netwerken samenwerkten. Er zijn natuurlijk de centrale figuren: de twee ex-rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche, de broers De Staerke. Tegen hen zijn zeer sterke aanwijzingen. Maar ze zijn niet de enigen. Het boeltje wordt bij mekaar gehouden door de wapens die gebruikt werden bij de aanslagen.”

In de serie 1985 wordt ook sterk de nadruk gelegd op de link met de pseudomilitaire organisatie Westland New Post en extreemrechts.

“Ik weet dat Willem Wallyn (scenarist van ‘1985′, AVB) sterk gelooft in de theorie van de spanning. Ik heb daar vroeger ook in geloofd. Het idee dat de aanslagen van de Bende er kwamen om aan te tonen dat de politie en justitie niet opgewassen waren tegen de zware misdaad en dat ze versterkt moesten worden. Maar ik heb nog nooit zelfs maar de ontwikkeling van een spoor gezien dat daar een bewijs voor zou vormen. Er zijn effectief meer middelen gekomen, maar vooral pas na de zaak-Dutroux. En er is toch niemand die gaat beweren dat Marc Dutroux meisjes verkracht en vermoord heeft om de rijkswacht sterker te maken?”

Er wordt gewerkt aan een wetswijziging waardoor de zaak niet zal kunnen verjaren in 2025. Sommigen geloven dat net dat zal beletten dat de waarheid ooit aan het licht komt.

“Grote onzin, vind ik dat. Kijk naar Robert Beijer. Hij heeft bekend dat hij deelgenomen heeft aan de aanslag op majoor Herman Vernaillen en die bovendien heeft georganiseerd. Maar hij geeft geen enkel detail waar je onderzoek naar zou kunnen doen. Dus is dat dan waar? Zulke bekentenissen, daar heb je niks aan. Denk aan Bonkoffksy (oud-rijkswachter die op zijn sterfbed bekende dat hij lid was geweest van de Bende van Nijvel, maar dat bleek na onderzoek niet zo te zijn, AVB).”

“Weet je dat er intussen 134 mensen bekend hebben dat ze destijds de Zweedse premier Olof Palme vermoord hebben? Aan bekentenissen alleen heb je niks. De enige manier waarop we ooit de waarheid zullen krijgen, is door onderzoek. En er zijn nog steeds onderzoeksdaden die nog niet gebeurd zijn.”

Zoals?

“Ik ken bijvoorbeeld iemand uit de buurt van een slachtoffer die heel goed weet waarom een van de broers De Staerke jarenlang verdacht is geweest van de moord op de conciërge van het kasteel van Beersel. Maar die persoon is daarover zelfs nooit verhoord geweest.”

Waarom niet?

“Ik denk dat de speurders vandaag vooral praktisch redeneren. Er zijn zoveel fouten in het onderzoek gebeurd in de loop der jaren, een beetje advocaat gooit het meteen op procedurefouten wanneer het tot een proces komt. Ze weten dat ze bovenal onomstotelijke DNA- en andere bewijzen moeten hebben, met getuigenissen alleen gaan ze er niet komen. Ik begrijp dat ook. De verhalen die al onderzocht zijn, zijn al duizenden keren onderzocht en worden telkens anders. Maar het is zo frustrerend dat er nog steeds verhalen zijn die gewoon nooit onderzocht zijn.”

Heeft dat nog zin na veertig jaar? Niets zo feilbaar als het menselijk geheugen.

“Het zijn details die een verhaal maken. Er kan altijd een spoor inzitten.”

Bron » De Morgen

De tragiek van de echte Goffinard uit ‘1985’: adjudant Guy Goffinon was er zeker van dat hij de Bende bij de lurven had

Twee jaar na de laatste moordpartij van de Bende van Nijvel was rijkswachtadjudant Guy Goffinon er rotsvast van overtuigd dat hij – en hij alleen – ze had ontmaskerd. Achter het personage Goffinard uit de tv-serie 1985 schuilt een hoop tragiek.

“Wacht, niet binnenkomen, ik heb een gevaarlijke hond, ik zal hem eerst opsluiten”, zo beschrijft oud-rijkswachter Robert Beijer in zijn boek De laatste leugen zijn list bij de huiszoeking in zijn appartement, oktober 1987. “Ik glip binnen en sla de deur dicht. Dan begin ik met de grote opruimoperatie. Alle documenten die ik niet in handen van de flikken wil zien vallen, gooi ik in de open haard.”

Beijer runt in die tijd met kompaan Madani Bouhouche een detectivebureau. Hij wordt verdacht van illegale telefoontap en (later ook) betrokkenheid bij de moord op FN-wapeningenieur Juan Mendez-Blaya in Waver, begin 1986. Die was er zeker van dat bij hem afkomstige wapens waren gebruikt bij de achtvoudige moord in de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, de laatste raid van de Bende met de grote B. Mendez zou zijn geliquideerd als hinderlijke getuige.

Het onderzoek werd geleid door Guy Goffinon, adjudant bij de Brusselse BOB, de recherche van de toenmalige rijkswacht. “Hij werkte dertien, veertien uur per dag, en soms de nacht door”, zegt een ex-BOB’er. “Hij was bezeten door zijn dossiers.”

Floppydisk

De echte Goffinon verschilde op veel vlakken van de in 1985 door Tom Vermeir neergezette cynicus met het sappige Brusselse accent. Goffinon, bijgenaamd ‘de Gof’ of ‘de vos met de zilveren slapen’ was louter Franstalig. En hij had een enorm netwerk van boeven en prostituees doordat hij als agent in de jaren zeventig was begonnen in de rosse buurt rond de Naamse Poort in Brussel. “Hij had iets aristocratisch”, zegt de ex-BOB’er. “Een woord was voor hem een woord. Heel letterlijk.”

Beijer, die bij de BOB ooit nog onder hem had gediend, kreeg tijdens de huiszoeking niet alles verbrand. Op zijn kantoor vonden de speurders enkele floppydisks – de verre voorloper van de USB-stick. Tijdens een ondervraging haalde Beijer er stiekem eentje uit de stapel en probeerde ze te breken tussen zijn knieën. Dat lukte niet. De floppy ging in de pc en op het scherm verscheen codetaal.

Goffinon kreeg er een papieren uitdraai van en ging aan de slag. Dagen, nachten. In de late namiddag van vrijdag 6 november 1987 veerde hij met een wilde kreet recht. Hij had de code gekraakt. Er kwamen adressen te voorschijn van garageboxen die Beijer en Bouhouche sinds 1981 onder valse namen huurden.

“De jackpot”

Een van de boxen was nummer 179 in parkeergarage Beau Site langs de Brusselse Louizalaan. Die locatie is verbonden met de Bende. Na de eerste raid, bij wapenhandel Dekaise in Waver in september 1982, was de buit volgens zelfverklaard mededader Bruno Vandeuren daar naartoe gebracht. Goffinon wist dat, hij had Vandeuren zelf ondervraagd.

Goffinon en zijn mannen trokken meteen naar de garage. Ze haalden er een ladder bij, want bovenaan de poort was een spleet. Ze keken binnen. Wat ze zagen, deed hun harten nog sneller kloppen: een witte Toyota Hiace-bestelwagen die in 1980 was gestolen en waarvan de inhoud was gedumpt op exact dezelfde plek in het Ter Kamerenbos als de bij Dekaise gebruikte overvalwagen.

Doordat Beijer de speurders al eens te grazen had genomen, zou elke andere politieman de box hebben laten bewaken in afwachting van het huiszoekingsbevel. Goffinon niet. Hij ging Beijer op zaterdag bezoeken in de cel en vroeg hem wat hij in de box zou vinden. Volgens ‘de Gof’ antwoordde Beijer: “De jackpot.”

Toen hij op zaterdagnamiddag rond 15 uur terugkeerde naar de box, stond de deur van de Toyota open en was de hele binnenkant bewerkt met een brandblusser. De auto was leeg. Christian Amory, een andere rijkswachter uit de entourage van Bouhouche en Beijer, zei later: “In die box lagen de wapens van de Bende van Nijvel.”

Goffinon heeft het geklungel nooit kunnen verklaren. “Wat vooral speelde, was dat ‘de Gof’ het zo graag allemaal zelf wou doen”, zegt de ex-collega. “De box is tweeëntwintig uur onbewaakt gebleven. Al die tijd waande hij zich de man die – eindelijk – de Bende had ontmaskerd.”

In haar boek Het complot van de stilte suggereert Humo-journaliste Hilde Geens dat Goffinon bewust de boel saboteerde. Omdat Bouhouche en Beijer hem chanteerden. Ze citeert ook een ooggetuige, die zaterdag: “Toen heb ik Goffinon zien huilen.”

De adjudant werd het mikpunt van verdenkingen en hoorzittingen in een parlementaire onderzoekscommissie. Begin 1990 liet onderzoeksrechter Luc Hennart een huiszoeking uitvoeren in zijn kantoor en zijn woning in Jette. Want intussen waren er andere onbegrijpelijke verhalen. Over zijn in 1985 erg realistisch nagespeelde rol in de zaak-François (drugs) en de mislukte moordaanslag op majoor Herman Vernaillen.

In een zes pagina’s lange brief aan de commissie schrijft Goffinon op 1 maart 1990: “Het is een man, gekneusd in zijn eerlijkheid, die het zich veroorlooft zich tot u te richten.” In de brief betwist hij elke band met Beijer, en eindigt hij met: “Had men schrik dat ik de waarheid zou ontdekken?”

Volgens een ex-collega is de adjudant de huiszoeking nooit te boven gekomen. “Hij heeft drie jaar later zijn vervroegd pensioen aangevraagd. En gekregen.”

Guy Goffinon (58) overleed op 11 mei 1995. We zullen nooit weten hoe het zou zijn gelopen als hij de code op maandag had gekraakt, en er diezelfde dag nog een huiszoekingsbevel was afgeleverd.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck