Nieuwe fictiereeks 1985 in première op Film Fest Gent

De nieuwe fictiereeks 1985 beleeft op zondag 16 oktober haar Belgische première op Film Fest Gent. Dat werd bekendgemaakt door het filmfestival. 1985 is een unieke en ambitieuze fictiereeks over de Bende van Nijvel, geproduceerd door Eyeworks voor Eén (VRT) en La Une (RTBF).

Voor het eerst werken deze twee openbare omroepen van ons land samen voor een fictieproject voor volwassenen. Jonge talenten Tijmen Govaerts, Aimé Claeys en Mona Mina Leon vertolken de hoofdrollen in 1985. Daarnaast zijn onder andere Tom Vermeir, Titus De Voogdt, Ruth Becquart, Peter Van den Begin en Barbara Sarafian te zien.

De reeks brengt het verhaal van een zwarte bladzijde uit onze gezamenlijke geschiedenis. 1985 is gebaseerd op waargebeurde feiten en speelt zich af in de woelige jaren 80, toen de Bende van Nijvel volop terreur zaaide. De reeks volgt drie jongvolwassenen die terechtkomen in het oog van de storm die België toen op zijn kop zette, wanneer de bende brutale overvallen pleegt en spanningen tussen de onderzoekers verhinderen om de zaak op te lossen.

Het verhaal van de Bende Van Nijvel, de spanningen binnen de rijkswacht en de talrijke gebeurtenissen die ons land ontwrichtten in de jaren 80, staan in het collectieve geheugen van beide taalgemeenschappen gegrift. Het project is dan ook een organische en authentieke coproductie tussen de twee openbare omroepen VRT en RTBF, ontstaan uit het thema van de reeks.

1985 beleefde eerder al zijn internationale première op het prestigieuze festival Canneséries, waar het geselecteerd was voor de officiële competitie.
Gemengde Vlaamse en Franstalige cast

1985 wordt gemaakt met een gemengde Vlaamse en Franstalige ploeg. Ook de cast komt uit zowel Vlaanderen, Brussel als Wallonië. Tijmen Govaerts, Aimé Claeys en Mona Mina Leon vertolken de drie jongvolwassenen die centraal staan. Andere hoofdrollen en belangrijke bijrollen zijn weggelegd voor Roda Fawaz, Tom Vermeir, Peter Van den Begin, Guillaume Kerbusch, Yoann Blanc, Titus De Voogdt, Tibo Vandenborre, Baptiste Sornin, Ruth Becquart, Barbara Sarafian, Josse De Pauw, Erico Salamone, Philippe Résimont, Lien Thys, François Maquet, Simon Delecosse, Pieter Piron en Michelangelo Marchese.

De reeks werd geschreven door Willem Wallyn (De 16, All of Us), wordt geregisseerd door Wouter Bouvijn (De twaalf, Red Light) en geproduceerd door Gunter Schmid en Peter Bouckaert voor Eyeworks (Cordon, De twaalf, Red Light). Stijn Coninx (Niet schieten) is betrokken als creatief adviseur.
Het verhaal

1985 volgt vrienden Marc, Franky en zijn zus Vicky in de turbulente jaren 80. Marc en Franky verruilen hun geboortedorp op het platteland voor Brussel, om een opleiding en carrière bij de rijkswacht, het elitekorps van de ordehandhaving, te volgen. Met grote ambities en veel enthousiasme beginnen ze aan hun opleiding. Maar onverwachts belanden ze in een korps in volle crisis, wanneer het land geteisterd wordt door een reeks brutale overvallen.

Vicky studeert rechten aan de VUB in Brussel, aan de overkant van de rijkswachtkazerne. Haar wilde karakter en progressieve idealen botsen met alles waar Franky en Marc voor staan. Wanneer een invloedrijke rijkswachtcommandant veroordeeld wordt voor drugshandel en er een aanslag wordt gepleegd op majoor Vernaillen die de zaak aan het licht bracht, worden de drie jongeren meegezogen in een spiraal van gebeurtenissen die later worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel.

De reeks brengt het verhaal van het verlies van onschuld: niet enkel van de drie jongeren maar ook van de Belgische democratie, wanneer het vertrouwen van de bevolking in het politiekorps en de politiek een flinke deuk krijgt door de gebeurtenissen rond de bende. Een verlies dat tot op vandaag blijft nazinderen in onze maatschappij.

1985 is een productie van Eyeworks, VRT/Eén en RTBF, met de steun van VAF/Mediafonds, Screen Flanders,het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Screen.Brussels), en de Belgische tax shelter i.s.m Casa Kafka Pictures, met de deelname van Wallimage (La Wallonie), in coproductie met VRT/Eén en RTBF. Deze productie kwam tot stand met de steun van het Vlaams noodfonds corona van de Vlaamse regering en het Garantiefonds voor de Vlaamse onafhankelijke audiovisuele productiesector.

1985 is in 2023 te zien op Eén en La Une.

Bron » VRT Nieuws

Het dossier van de Bende van Nijvel mag niet gesloten worden

In een artikelenreeks met merkwaardige uitspraken over de moorden door de Bende van Nijvel verklaarden federale procureurs dat het onderzoek binnenkort gesloten wordt. In geen geval is het maatschappelijk aanvaardbaar om dit dossier te sluiten.

Daar zijn verschillende redenen voor. Gedurende al die jaren zijn er via kranten en websites heel wat elementen bekend geraakt die wijzen op de piste van de ontwrichting van de staat. Voor verder onderzoek naar dit maatschappelijk erg belangrijk gegeven is er geen verjaring. Wat er naar buiten is gekomen, heeft ook het geloof van de bevolking in justitie en politie sterk aangetast.

Wat er kan aan toegevoegd worden, kan je uit de boeken halen die over de Bende werden geschreven. Maar ook de kranten hebben nuttige elementen ter kennis gebracht. Zo is er de recente artikelenreeks in De Morgen. Deze reeks is grotendeels ingegeven door de verklaringen van Etienne Delhuvenne. Dat is op zich al merkwaardig. In La Dernière heure van 14 december 2018 gaf Delhuvenne al het hele verhaal en zelfs meer dan nu wordt verteld.

In 2018 vertelde Delhuvenne dat de eerste Bendemoord bij de wapenroof in Waver bij wapenhandel Dekaise door Bruno Vandeuren en Jean-Luc Piaveaux werd gepleegd. Delhuvenne deed het hele verhaal aan Francis Dossogne, de leider van de extreemrechtse organisatie Front de la Jeunesse. Dossogne deed op zijn beurt het verhaal aan de commissaris van de gerechtelijke politie Yves Zimmer.

Delhuvenne deed het verhaal ook aan de BOB in Brussel. Hij voegde er aan toe dat Vandeuren een bewondering had voor Michel Anthemus (ook genoemd als mogelijke mededader). De rijkswachtkapitein zei nooit meer die naam uit te spreken omdat het een indicateur was. Een toenmalige adviseur van justitieminister Jean Gol vroeg informatie over Jean Bultot, adjunct-directeur van de gevangenis in Sint-Gillis. Bultot beweerde dat Vandeuren tijdens zijn opsluiting in Sint-Gillis aan hem bekend had een van de overvallers te zijn.

Levens vernietigd

Het leven van alle betrokkenen werd vernietigd. Delhuvenne werd negen keer in verdenking gesteld. Bultot vluchtte. De raadgever van Gol werd opgesloten. Piaveaux werd in Congo vermoord. Vandeuren werd afgemaakt met een schot naast het linkeroor.

De recente artikelen in De Morgen voegen er namen aan toe. Zoals die van Madani Bouhouche, in die tijd rijkswachter bij de drugssectie bij de BOB in Brussel. Zijn collega-rijkswachter van de BOB in Waver Bernard Sartillot verklaarde: “Ik heb toen het gezicht van de man op de passagiersstoel in me opgenomen. Hij stond maar enkele meters van me. En jaren later heb ik hem ook herkend. Over Bouhouche kan ik niets zeggen, ik heb zelf maar twee van de drie gezichten in mijn geheugen zitten en van een van de drie ben ik zeker. Dat was de enkele jaren later vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez-Blaya.”

Waarom zou Delhuvenne liegen en zou de herkenning door Sartillot niet zeker zijn? Uit de afgelegde verklaringen heb je de namen van de daders van de eerste overval van de Bende. En wat in die verklaringen staat, werd in een vroeg stadium van het onderzoek zowel aan de gerechtelijke politie als aan de rijkswacht ter kennis gebracht.

Wat heeft het onderzoek daarmee gedaan? Het gaat maar over één overval? Als je naar de website van De Bende van Nijvel gaat, krijg je allerlei nuttige gegevens en besprekingen over de andere moorden. Kan je daar zo maar aan voorbijgaan door het onderzoek af te sluiten zodat wat er in staat voor de toekomst wordt vergrendeld?

Onbestrafte misdaden

“Niets wist de schaamte uit van 31 jaar straffeloosheid”, sprak minister van Justitie Koen Geens (CD&V) tijdens de herdenking van de gruweldaden van de Bende van Nijvel in Aalst. Kan er na al die jaren dan nog een doorbraak komen? Absoluut. U weet dat ik vorig jaar de verjaringstermijn voor zware misdrijven heb verlengd van dertig naar veertig jaar”, zei Geens. “Ik besef dat sommige families liever hadden gezien dat het onderzoek afgesloten zou worden en ik heb alle begrip voor hun verzuchtingen tot rust. Als maatschappij kunnen we echter niet toelaten dat dergelijke zware misdaden onbestraft blijven.”

Dat deze misdaden onbestraft zullen blijven, lijkt nu een feit. Als maatschappij kunnen wij echter niet toelaten dat het dossier over dergelijke misdaden gesloten wordt.

Tegenover de verklaring van de justitieminister moeten nu de verklaringen van de federale procureurs worden gesteld. “Heel veel aspecten zijn onderzocht, zonder resultaat”, zegt Eric Van Duyse van het federaal parket. “De tijd gaat snel, de verjaring nadert en de coronapandemie heeft dit onderzoek ook nog eens twee jaar gekost. Indien er tegen het einde van dit jaar geen nieuwe elementen opduiken, zullen we het onderzoek moeten stoppen en het dossier sluiten. De bevoegde magistraat Marianne Cappelle is van mening dat de termijnen om het dossier nog voor de verjaring voor de rechtbank te kunnen brengen te kort zijn.”

Je kan er niet onderuit dat een proces over de Bendefeiten ondoenbaar is geworden. Indien zij nog in leven zijn, zijn de mogelijke verdachten en getuigen oude mensen geworden. Hoe over de duizenden bladzijden een assisenprocedure kan gevoerd worden, is even onwezenlijk. Dergelijk proces houdt in dat zowel de speurders, de getuigen, de experten en niet in het minst de verdachten en hun advocaten op openbare en tegensprekelijke wijze gehoord worden en het gehele onderzoek op de zitting kan worden overgedaan. Dat daardoor ook niet meer aan de vereisten van het eerlijk proces kan voldaan worden en dat juist de reden is voor de verjaring van de strafvordering is evident.

Maatschappelijk belang

Dat het dossier daardoor ook moet gesloten worden, is een geheel ander besluit. De commissie-Franchimont, die na het eerste parlementaire bendeonderzoek werd opgericht om de knelpunten in de procedure weg te nemen, had er al een andere kijk op. Op het advies van deze commissie, samengesteld uit advocaten, professoren en magistraten, werd aan de procureur en aan de advocaat van de verdediging de mogelijkheid gegeven om zelfs tijdens het onderzoek mededelingen te doen indien het openbaar belang dat vereist. Daar is nooit gebruik van gemaakt om ook maar één dienstige mededeling te doen. Het bleef bij een bijna jaarlijkse opstoot met evenmin duidelijk beantwoorde onthullingen.

Dat het strafrechtelijke aspect niet meer behoorlijk kan beantwoord worden, betekent niet dat het maatschappelijke belang er moet bij inboeten. Er mag ook getwijfeld worden aan de beweerde verzuchtingen tot rust van sommige families. Zonder een behoorlijk antwoord op wat is kunnen gebeuren, is die rust niet mogelijk. Buiten het leed van de slachtoffers en de nabestaanden is er ook het maatschappelijke belang. De mislukking van zowel de gerechtelijke als de parlementaire onderzoeken blijft als een erfelijke belasting op de werking van justitie en politie wegen.

Buiten alle andere disfuncties kan niet worden ontkend dat er behoorlijk wat gemanipuleerd werd om het ontdekken van de waarheid te voorkomen. Anderzijds heeft het onderzoek naar de Bende ook een sterke invloed gehad op de werkwijze van politie en justitie en werden daardoor nieuwe methoden gewettigd.

Het is nu de formele vraag of al deze disfuncties en manipulaties zonder meer kunnen vergeten worden door het afsluiten van het dossier. Afsluiten betekent immers dat er niemand nog door kan geraken. In die zin is de door de federale magistraten voorgestelde afsluiting van het Bendedossier maatschappelijk onaanvaardbaar. De enige manier om het wél te doen is het open te stellen voor wetenschappelijk onderzoek. Want verborgen disfuncties verdwijnen niet, 28 doden verjaren niet en het openbaar belang evenmin.

Bron » Apache | Walter De Smedt

Walter De Smedt is gewezen raadslid van Comité I en Comité P. Hij bracht in juni 2020 het boek ‘Het land van de onbestrafte misdaden. Waarom faalt justitie?’ uit bij uitgeverij Kritak.

Als doorbraak komende maanden uitblijft, zal onderzoek naar Bende van Nijvel eind november onherroepelijk stoppen

Als er de komende maanden geen doorbraak komt in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, dan zal het onderzoek naar wie achter de bloedige aanslagen in de jaren 80 zat, onherroepelijk stoppen. Dat heeft onze redactie vernomen bij bronnen dicht bij het onderzoek.

Het onderzoek naar de verantwoordelijken voor de aanslagengolf, onder meer op de Delhaize van Aalst in 1985, loopt intussen al 37 jaar. Bij die golf van aanslagen, overvallen en diefstallen vielen in totaal 28 doden en 40 gewonden. Al bijna vier decennia regent het hypothesen over de identiteit van de daders.

De ultieme deadline om die daders definitief – in eerste aanleg en eventueel in beroep – te berechten ligt op 2025. Het is dus stilaan money time in een oud dossier dat de voorbije vier jaar door het federaal parket nieuw leven werd ingeblazen. Er kwam een totale revisie, er volgden tal van opgravingen in de hoop via doorgedreven DNA-onderzoek alsnog het nodige bewijsmateriaal te vergaren. Sommigen hoofdverdachten zijn nog in leven, anderen zijn al jaren overleden. Het federaal parket heeft volgens onze informatie een zeer grondig hypothese over wie verantwoordelijk is, maar bewijslast vergaren is na al die jaren haast een onmogelijke klus gebleken.

Te weinig tijd

Dat de datum om het onderzoek stop te zetten dit najaar ligt, heeft het federaal parket altijd zo in het achterhoofd gehouden. Waarom? De nodige juridische procedures om mogelijke verdachten veroordeeld te krijgen, nemen heel wat tijd in beslag. En die tijd is stilaan op. Voor alle duidelijkheid: dit is nog geen officiële stellingname van het federaal parket. “Er is nog geen beslissing genomen”, klinkt het bij woordvoerder Eric Van Duyse. “Wat wel zo is, is dat mevrouw Cappelle, de magistraat die het onderzoek leidt, meent dat er tegen eind dit jaar een doorbraak moet zijn om de zaak tegen de verjaringstermijn van 2025 alsnog voor de rechter te krijgen.” Van Duyse duidt op de procedures voor de raadkamer, in eerste aanleg voor een strafrechter alsook eventueel beroep. “Als we eind 2022 geen doorbraak hebben, wordt die periode te kort. Dat heeft mevrouw Capelle altijd al gezegd.”

Opmerkelijk aan de deadline is dat de verjaring van het onderzoek in 2014 al eens vooruitgeschoven werd met tien jaar, door toenmalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V). In september 2020 sprak hij zich op de openbare omroep nog uit over die deadline, naar aanleiding van de 35ste ‘verjaardag’ van de raid op een Delhaize-filiaal in Overijse waar in 1985 vijf doden vielen. “Voor de slachtoffers en hun familie wil ik benadrukken dat er alles aan wordt gedaan om de waarheid boven te halen. Ik heb er vertrouwen in. Dit dossier is honderd procent in orde, elk document is nagekeken en DNA-sporen worden nog steeds gecontroleerd.”

“Niet op de hoogte”

De raid in Overijse was niet eens het meest dodelijke ­wapenfeit van de Bende van Nijvel. De dodelijkste overval vond in 1985 plaats in Aalst, alweer aan de plaatselijke Delhaize. Op zaterdag 9 november 1985 vielen de daders kort voor sluitingstijd het warenhuis binnen nadat ze eerst al enkele klanten op de parking hadden doodgeschoten. In het warenhuis werd ook de 9-jarige David Van de Steen neergeschoten. Hij overleefde als bij wonder. Van de Steen reageerde gisteravond verrast op het nieuws over de deadline. Hij liet aan onze redactie weten er niet van op de hoogte te zijn.

Bron » Het Nieuwsblad

De executie van Bruno Vandeuren: ‘Plots stond hij hier met een Golf GTI en een riotgun’

40 jaar Bende van Nijvel: ‘Bruno zei: een formule die werkt, die verander je niet’

Op zaterdagochtend 24 december 1988 wordt het lichaam van Bruno Vandeuren aangetroffen in het Koningspark in Oostende. Hij is geliquideerd met een nekschot.

Als hem eind 1988 eindelijk twee dagen vrijheid worden gegund, zoekt Bruno Vandeuren contact met een politicus die hij denkt te kunnen vertrouwen. Eerst wil hij nog iets anders doen. ‘Opeens stond Bruno hier, met een Golf GTI en een riotgun.’

Op 30 september 1982 pleegde de Bende van Nijvel haar eerste roofmoord in Waver. In deze zesdelige reeks gaat De Morgen op zoek naar nieuwe puzzelstukjes in het grootste Belgische criminele enigma ooit. Vandaag: de executie van Bruno Vandeuren.

Het was een Franstalige, licht geagiteerde stem, herinnert Hugo Coveliers zich: “Ik ben Bruno Vandeuren en ik wil u spreken.”

Het was december 1988, drie jaar na Aalst. Het onderzoek was een puinhoop en in het parlement was een onderzoekscommissie opgericht. Coveliers, toen bij de Volksunie, de latere N-VA, gold bij het brede publiek als het meest gedreven commissielid. “De naam Vandeuren zei mij op dat ogenblik zo direct niet veel”, weet de nu 75-jarige Coveliers nog. “We maakten een afspraak. Veel is er niet gezegd. Ik hield er in die tijd rekening mee dat mijn telefoon werd afgeluisterd. En ja, de afspraak is dus nooit doorgegaan.”

De dan 26-jarige draaideurcrimineel belt niet alleen Coveliers, ook een speurder bij de Brusselse stadspolitie tegenover wie hij eerder zijn betrokkenheid bij de roofmoord bij Dekaise opbiechtte. Ze spreken af in een café aan de Gentsesteenweg in Molenbeek. “Vandeuren was gehaast”, schrijft Hilde Geens in Beetgenomen. “Hij herhaalde dat hij erbij was bij de overval op wapenhandel Dekaise, maar dat hij later het hele verhaal zou doen.”

Weekend vrij

Bruno Vandeuren heeft volgens gegevens van de FOD Justitie op zaterdagochtend 3 december om 10 uur de gevangenis van Lantin verlaten. Hij wordt verondersteld om zich op maandagochtend om 6 uur ’s ochtends terug te melden in de gevangenis.

Voor het beetje familie dat Vandeuren heeft, is het penitentiair verlof achteraf een verrassing. Een vorige poging om hem een weekendje vrije lucht te gunnen is er op 6 maart 1986 op uitgedraaid dat hij diezelfde dag al in Brussel door de politie staande werd gehouden in een gestolen BMW. “Ik heb geen enkel contact gehad met hem in die periode”, zegt zijn halfzus. “Ook zijn advocaat en zijn moeder niet, wat ons altijd erg heeft verwonderd.”

Sinds de wapenvondst in Ronquières staat de zaak-Dekaise helemaal bovenaan de crime walls van de Bende-speurders. Het onderzoek naar Vandeuren krijgt hierdoor volgens het eindverslag van de tweede bendecommissie “een nieuwe impuls”. Vandeuren, intussen veroordeeld tot vier jaar cel extra voor autodiefstallen, is meermaals uit zijn cel gehaald en ondervraagd over zijn tijdsgebruik op 30 september 1982. Hij schermt met zijn op een toen 18-jarig liefje berustend alibi. Volgens haar lagen ze tot een eind in de voormiddag samen in bed, terwijl de raid in Waver plaatsvond om 10.30 uur. In de zomer van 1988, zegt het verslag, beveelt onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix nieuw onderzoek naar dat alibi – wat erop lijkt te wijzen dat hij er zijn twijfels bij heeft.

Bruno Vandeuren trekt op zaterdagochtend meteen naar Brussel en vindt onderdak bij twee vriendinnen, een zekere Eveline en Marie-Rose F. Eveline is de kersverse weduwe van gangster Ghislain Hinderyckx. Zijn naam valt in politierapporten als een van Vandeurens mogelijke Dekaise-medeplichtigen.

Het lijk van Hinderyckx is op zaterdagochtend 2 juli 1988 in Veurne aangetroffen op een werf van de nog onvoltooide E40 richting Calais. “In zijn hoofd zaten vijf kogels van 9 millimeter”, bericht Le Soir. “Het lichaam van Hinderyckx heeft folteringen ondergaan. De man was de vorige nacht in Brussel vertrokken. Hij zei tegen zijn vrouw dat hij zich ging ontdoen van enkele klootzakken.”

Bijna als vanzelfsprekend keert Vandeuren op maandagochtend niet naar de gevangenis terug. De afspraken met Coveliers en de agent heeft hij voorbij zijn vrije weekend vastgelegd. Hij heeft eerst andere plannen. Hij ontmoet R., de Brusselse topgangster die hij volgens zijn ex-advocaat Etienne Delhuvenne tijdens hun ontmoeting in de gevangenis vermeldde als een van de twee mededaders bij de overval op Dekaise. “Volgens Bruno was het R. die agent Claude Haulotte heeft geëxecuteerd”, zegt Delhuvenne. “Is het waar? Ik kan enkel herhalen wat Bruno me toen in vertrouwen, zijn advocaat zijnde, heeft gezegd.”

Ook R. was goed bevriend met Ghislain Hinderyckx.

De overval

“Ghislain was als een broer voor mij”, zegt R., als we hem op 18 januari 2018 ontmoeten in een zaaltje langs de Louizalaan in Brussel. R. ontkent elke betrokkenheid bij wat voor aan de bende gerelateerd misdrijf ook. “Ik was in die tijd beroepsgangster”, zegt hij, op een toon die klinkt als evident bewijs van zijn onschuld.

R.: “Wij, het overvallersmilieu in Brussel, vormden een gesloten wereld. Wij wisten veel van elkaar. De Bende van Nijvel was slecht voor ons. Wij wilden heel graag weten wie hier achter zat. We wilden ze zelf vinden, zeker na de tweede golf. Kinderen doodschieten, dat was tegen alle regels. Je kon beter niet in de gevangenis belanden als kindermoordenaar. Dan ging je eraan. Ik werkte meestal met mannen als Basri Bajrami of Ramadan Dodack (topcriminelen uit die tijd, DDC). Volgens wat Bruno mij vertelde, had hij in Lantin een ontsnappingsplan van Eric Lammers verklapt aan de gevangenisdirectie. Daardoor had hij zijn penitentiair verlof ‘verdiend’, om het zo te zeggen.”

De detentiefiches van Vandeuren en Lammers, een moordenaar verbonden aan het extreemrechtse Westland New Post, lijken dat laatste tegen te spreken. Beiden zaten het hele jaar 1988 in verschillende gevangenissen.

R. broedt eind 1988 al een poosje op een plan om met P.H. een juwelierszaak te overvallen in de Koning Albertstraat in Sint-Agatha-Berchem. Als hij R. daarover hoort spreken, is Bruno Vandeuren meteen enthousiast. Hij wil meedoen.

R.: “Bruno is me toen zo’n beetje opgedrongen. Na zijn vrijlating was hij boos op zijn familie. Hij wou geen contact met hen. Voor de overval hadden we een wagen nodig en een wapen. Bruno heeft alles geregeld. Hij verdween en drie uur later stond hij daar terug. Met een Golf GTI met verwijderde achterbank.”

Precies zoals de Bende van Nijvel. Een bende waar Bruno Vandeuren hooguit zijdelings, helemaal in het begin, bij betrokken kan zijn geweest. Tijdens alle overvallen, behalve die bij Dekaise, zat hij in de gevangenis.

R.: “Bruno kwam met carnavalsmaskers aanzetten, een riotgun en van die lange mantels. Mijn eerste reactie was: ‘Ze gaan nog denken dat wij de Bende van Nijvel zijn.’ Waarop Bruno zei: ‘On ne change pas une formule qui marche.’ (‘Een formule die werkt, die verander je niet’, DDC). Wat ik daar nu over denk? Het was ridicuul, achteraf bekeken. Bruno was een dikkenek, een stomme kloot. Ik weet nog dat ik heb geëist dat we een paar honderd meter voor die juwelier zouden uitstappen en onze wapens ontladen. We deden die overval pal voor een politiecommissariaat, ook nog. Dat was mijn idee. Ergens wou ik dat mijn loopbaan als overvaller stopte. Ik wou gewoon gepakt worden. Ik was zelfdestructief, speelde weleens Russische roulette. Die Marie-Rose, een kassierster, een heel gewoon iemand, ging als eerste de zaak binnen, zogezegd als klant. Daarna volgden wij.”

De overval vindt plaats op woensdagavond 21 december 1988 en levert volgens krantenberichten van toen een partij juwelen op ter waarde van 8 miljoen frank, zo’n 200.000 euro. Veel plezier wordt daar niet aan beleefd.

R.: “De Golf hebben we voor de kerk achtergelaten, we zijn met een andere wagen weggereden, niet meer dan zeshonderd meter. We hebben ons verstopt bij een meisje dat ik kende. Ze woonde aan Karreveld, aan de Gentsesteenweg in Molenbeek. Daar hebben we de juwelen gesorteerd: goud en edelsteentjes apart, zilver apart. Zilver is waardeloos. Dat ging diezelfde avond het kanaal in. Bruno zei dat hij een heler had aan de kust, Jean V. Marie-Rose is diezelfde avond door de politie hard aangepakt en ging door de knieën. Ze verklapte alles, waardoor P.H. en ik een paar uur later al werden gearresteerd. Bruno niet, die was onderweg naar Oostende.”

Nekschot

Daar, in deelgemeente Mariakerke vlak bij het stadion van KV Oostende, heeft de gewezen visser Jean V., alias Jantje, in een voormalig gebouw van de coöperatieve SEO een antiekzaak. Die staat volgestouwd met eiken kasten, wasmachines en oude schilderijen. Jantje V. zal achteraf worden beschouwd als de laatste die Bruno Vandeuren levend heeft gezien.

Op zaterdagochtend 24 december wordt zijn lichaam aangetroffen in het Koningsparkje, vlak bij het stedelijk zwembad. Hij is geliquideerd met een nekschot. In zijn jaszak vindt de politie een adreskaartje en de bankkaart van Jantje V.

R.: “De onderzoeksrechter in de zaak van de juwelier verdacht in eerste instantie mij. Ze zei: ‘Er vallen precies nogal veel doden rondom u.’ Dat was waar, maar ik had een alibi: ik was al gearresteerd toen Bruno werd vermoord. Waarop de onderzoeksrechter zei: ‘Zoiets kan ook over de telefoon.’ Ik heb drie jaar gezeten voor de overval op de juwelier.”

Een paar dagen later wordt Jantje V. gearresteerd. Hij ontkent. De gestolen juwelen zijn in zijn antiekzaak teruggevonden, verdere forensische sporen pleiten hem vrij.

R.: “Die Jantje V. was een informant van de rijkswacht in Aalst. In het strafdossier las ik dat hij bloed van Bruno op zijn jas had zitten. Misschien was het allemaal té. Het voelde als in scène gezet. Als ik iemand zou vermoorden, zou ik in elk geval mijn bankkaart niet in zijn binnenzak achterlaten.”

Jantje V. sticht enkele jaren later brand in een kasteel, wordt daar in 2004 voor veroordeeld tot één jaar effectief, en verhuist naar het zuiden van Frankrijk, waar een vorig team Bende-speurders hem enkele jaren geleden tevergeefs ging zoeken. De moord op Bruno Vandeuren werd nooit opgehelderd. Het is een van de vele cold cases in de periferie van het Bende-dossier.

Cold case

R. zegt ervan overtuigd te zijn dat Bruno Vandeuren wel degelijk deel heeft uitgemaakt van wat men op grond van ballistische sporen de Bende van Nijvel is gaan noemen, maar dan enkel in de beginperiode.

R.: “De overval bij Dekaise, de moord op Jacques Van Camp (uitbater van herberg Au Trois Canards, DDC), die op die taxichauffeur: dat soort dingen. En nu gaat u zeggen dat dat niet kan, omdat hij in de gevangenis zat. Ten tijde van gevangenisdirecteur Jean Bultot was dit in Sint-Gillis de gewoonste zaak: hij liet gedetineerden stiekem vrij om een overval te doen, en dan was het fiftyfifty. Geen beter alibi denkbaar (volgens zijn detentiefiche zit Vandeuren van 17 november 1982 tot 26 januari 1983 inderdaad opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis, DDC). Bruno heeft me in de dagen voor de overval bij de juwelier een geluidsdemper van bij Dekaise laten zien, ik heb die nog in mijn handen gehad. Dat was er een uit die partij die was besteld door de Falangisten.”

Jantje V. zit vijf maanden in voorarrest op verdenking van de moord op Bruno Vandeuren. Hij is nog niet zo lang vrij als ook hij op 11 oktober 1989 rond vier uur ’s ochtends in Oostende wordt beschoten. Zes keer, met een 7.65, hetzelfde kaliber als bij Vandeuren. Jantje wordt tweemaal geraakt, maar overleeft. Ook deze moordpoging draait uit op een cold case.

Het dodenlijstje kan verder worden aangevuld met Jean-Luc Piavaux, de man die Vandeuren op de dag van de overval bij Dekaise een dringende lift bezorgde. Hij kwam in 1986 om het leven op de Seychellen.

In 1988 is het niet evident om op een Europese luchthaven ongemerkt voorbij de identiteitscontrole te geraken. Dat lukt enkel door je last minute te melden voor een chartervlucht. Robert Beijer, de kompaan van de rond die tijd in verband met de moord op Juan Mendez-Blaya gearresteerde Madani Bouhouche, heeft kort gezeten en is terug vrij sinds augustus 1988. Hij staat aan Belgische grensovergangen geseind voor “grondige controle” en “metgezellen identificeren”, maar slaagt er op zaterdag 24 december 1988 om rond 13 uur in aan boord te gaan van een chartervlucht. Dat is enkele uren na de executie van Bruno Vandeuren.

“Naar Torremolinos”, beantwoordt Robert Beijer onze vraag per mail. “Naar het huis van mijn moeder, met het doel er een paar dagen door te brengen en afscheid van haar te nemen. Ik wist dat ik zou gearresteerd worden.”

Beijer zegt dat hij ervan uitging dat de speurders in het onderzoek-Mendez op het punt stonden de door Bouhouche en hemzelf gehuurde garageboxen in parking Beau Site te ontdekken. “Daarom bereidde ik de te volgen strategie voor”, schrijft hij. “Ik heb de Bruno Vandeuren waarover u het heeft nooit gekend, en mijn vertrek had daar dan ook niets mee te maken.”

Bron: De Morgen | Douglas De Coninck

De rijkswacht verdween, toen verscheen de Bende van Nijvel. ‘Dat niemand zich afvroeg: ‘Zitten wij hier met een mol?‘’

Op 30 september 1982 pleegde de Bende van Nijvel haar eerste roofmoord in Waver. In deze zesdelige reeks gaat De Morgen op zoek naar nieuwe puzzelstukjes in het grootste Belgische criminele enigma ooit. Vandaag: Marc Geeroms uit Aalst woonde aan de Delhaize. Zesendertig dagen lang was daar elke dag politiebewaking. Op zaterdag 9 november 1985 vanaf 19.30 uur een kwartier lang niet meer. Exact 3 minuten later kwam de Bende van Nijvel.

“Wij woonden in de Parklaan, met zicht op de Delhaize”, zegt Marc Geeroms (52). “Toen we de schoten hoorden zijn we op de grond gaan liggen. Mijn pa kwam overeind en rende naar beneden. Ik ben gevolgd. Daar was Albert, onze buurman. Hij hield een revolvertje in zijn hand en van boven hoorde ik zijn vrouw, tante Mietje, roepen: ‘Ons kinderen zijn dood!’ Ik vond dat wel raar. Albert wou met zijn revolver van in de Congo de straat oversteken. Aan café The Fox, aan het kruispunt, heeft men hem kunnen tegenhouden.”

Marc Geeroms was in 1985 de 15-jarige buurjongen van de in de film Niet schieten (2018) door Jan Decleir vertolkte Albert Van den Abiel, de opa van David Van de Steen. De 9-jarige David werd die avond van dichtbij beschoten, maar overleefde. Vader Gilbert (43), moeder Thérèse (39) en zus Rebecca (14) werden net als vijf andere klanten geëxecuteerd.

“Ik kende David niet zo goed”, zegt Geeroms, 37 jaar later bij een koffie in The Fox. “Ik had meer oog voor Rebecca. Van de overval zelf heb ik niets gezien, wel van wat daarvoor gebeurde. Onlangs, in maart, ben ik gaan getuigen bij het federaal parket.”

Eigenbrakel-Overijse

Marc Geeroms staat op de plek waar toen de ingang van de Delhaize was. “Het is moeilijk uit te leggen aan mensen die die tijd niet hebben beleefd”, zegt hij. “Hoe de sfeer was in de weken na 27 september 1985.”

Na bijna twee jaar stilte heeft de bende op vrijdagavond 27 september 1985 opnieuw toegeslagen. In en rond de Delhaize in Eigenbrakel zijn drie mensen neergeknald. De daders verlaten de supermarkt met een Golf GTI met open achterklep van waaruit de reus achterwaarts schiet op wat beweegt. Nog geen halfuur later overvalt de bende 20 kilometer verder de Delhaize van Overijse. Vijf doden.

In 1985 kan je in de winkel nog niet pinnen. Belgen betalen cash of met cheques. De supermarkt is een goede gelegenheid om van grote biljetten verlost te geraken: in die tijd van 1.000 en 5.000 frank (25 en 125 euro). De daders graaien in Overijse bankbiljetten uit de kassa’s en proppen die in een vuilniszak. Een rijkswachtverslag meldt kort na de feiten: “De biljetten van 1.000 en 5.000 frank worden niet meegenomen.”

In theorie bedraagt de buit 2.511.103 frank, waaronder voor 1.520.000 frank aan cheques. Kassiersters hebben die cheques afgestempeld, wat ze waardeloos maakt. Blijft over: een buit van 1 miljoen frank of 25.000 euro.

Geeroms: “Wij konden er na 28 september onze klok op gelijk zetten. Elke avond stond waar ik nu sta een anoniem beige R4’tje met drie rijkswachters in. Om kwart voor acht werd dat afgelost door de stadspolitie. De ene wagen ging, de andere kwam.”

Marc Geeroms zag, net als meerdere andere getuigen, op zijn 15de een verdachte op de plaats van de misdaad. “Die avond komen wij om kwart over zeven thuis. Wij parkeren. Het R4’tje staat daar, zoals gewoonlijk, en aan het huisnummer 207 zie ik twee mannen met een soort oorlogswapen met een grote lader. Er staat nog een tweede R4’tje, wit met oranje streep. Rijkswacht. Daarnaast staat een lange man met een walkietalkie. Ik breng boodschappen naar boven en ga terug naar beneden voor de volgende. Daar zie ik een beige Ford Taunus komen aanrijden. Een opvallende auto, met op de bumper gemonteerde mistlichten. Er stapt een man uit in een groene lange jas die bovenaan is dichtgeknoopt en met een pruik. Hij heeft zijn gezicht bruin geschminkt. Net als die uitstapt, zie ik het beige R4’tje wegrijden. Het is dan halfacht, een kwartier vroeger dan altijd. Alsof de man met de pruik het signaal is om te vertrekken. Die vent keek naar mij.”

Zoals Marc Geeroms het vertelt zou minstens één dader niet per Golf GTI zijn gekomen, maar onder de ogen van rijkswachters – of mensen die er uitzagen als rijkswachters – tot daar zijn gebracht.

Witte map

Een na de moordpartij opgesteld opsporingsbericht toont schetsen, gemaakt op basis van getuigenissen van overlevenden. Een man met een pruik staat er niet tussen, maar komt wel ter sprake in de eerste verklaring die de 9-jarige David op 20 november 1985 vanuit zijn ziekbed aflegt over de man die hem beschoot: “Zijn gelaat was donkerbruin, naar mijn gevoel geverfd, geschminkt. Hij had een grijze sjaal voor de mond en hij droeg een zwarte pruik met krulhaar.”

Geeroms: “Ik ben niet de enige die de rijkswachters, de R4’tjes en die man hebben gezien. Mijn ouders en onze buren ook, maar in die dagen deed men geen buurtonderzoek.”

Enkele jaren voor zijn dood in 2011 overhandigt Albert Van den Abiel ons een ringmap met achter plastic de doodsprentjes van Gilbert, Thérèse en Rebecca. Het is het archief van zijn jarenlange strijd om opheldering over het R4’tje. Ook Albert zag het wegrijden om 19.30 uur. Drie minuten later vielen de eerste schoten.

Rond zevenen kreeg de Aalsterse vrije radio Mi Amigo tijdens het verzoekplatenprogramma een telefoontje: “Ik zou een plaatje willen aanvragen voor de bende van Hofstade in naam van de bende van Nijvel. De Marlets met ‘Te voet naar Scherpenheuvel’. Liefst draaien voor kwart over zeven of om kwart over zeven, zeker niet later. Anders is het te laat.”

Wie belde? Van waar? Het zoveelste enigma. “Ik geloof er niet meer in”, zei Albert Van den Abiel bij het overhandigen van de map. “Ze willen het niet ophelderen, mijnheer.”

Vooraan in de map zit een op zijn schrijfmachine verwerkte tekst over ‘De zwaarste dag’. Van den Abiel beschrijft hoe hij en tante Mietje de tafel dekten met het oog op Sint-Maarten en hij door het raam keek: “De rijkswacht is voorzichtig geworden. Ik heb met eigen ogen gezien dat er op de parking achteraan 2 rijkswachters staan met een automatisch wapen in de hand.”

Dat lijken de twee te zijn die ook Marc Geeroms heeft opgemerkt, maar die aanname gaat voorbij aan de vraag waarom zij niet in actie kwamen. De enige agent die de Golf achterna rende en onder vuur nam, was agent Eddy Nevens van de Aalsterse stadspolitie.

Perfecte synchronie

Dossierstukken uit 1985 brengen partieel opheldering over het R4’tje. In een die nacht opgesteld proces-verbaal 5337 melden rijkswachters Cornelis, Arijs en De Vlieger dat ze met ‘toezichtsdienst warenhuizen’ belast zijn. Het pv verduidelijkt niet waarom ze van de kwart-voor-acht-gewoonte afwijken. Ze ontvangen de eerste oproep over de overval als ze zich 2 kilometer verder bevinden. Als in een perfecte synchronie met de bende zijn ze weggereden van de Delhaize die ze hoorden te bewaken. Na de overval is er in het parlement discussie over het R4’tje en de in eerste instantie door de rijkswachttop gegeven uitleg, dat er meerdere warenhuizen dienden te worden bewaakt. In 1985 telt Aalst naast de Delhaize twee warenhuizen: een Colruyt en een Aldi. De Colruyt sluit om zeven uur, de Aldi om zes.

David Van de Steen: “Die timing is niet te geloven, en wat ik helemaal niet kan begrijpen is dat men zich daar binnen de rijkswacht zelf geen vragen over stelde. Dat niemand zich afvroeg: ‘Zitten wij hier met een mol?’”

Christiaan Bonkoffsky

Eind 2017 raakt bekend dat de drie jaar eerder overleden Aalsterse oud-rijkswachter Christiaan Bonkoffsky op zijn sterfbed opbiechtte dat hij deel uitmaakte van de bende. Het nieuws leidde tot de grootste reactivering van het Bende-onderzoek in twintig jaar. Onder leiding van federaal magistrate Marianne Capelle kwam er een nieuw onderzoeksteam. Na een jaar meldde het federaal parket: “Christiaan Bonkoffsky is niet de Reus van de Bende van Nijvel.”

Geert Lenssens, advocaat van de familie Bonkoffsky, heeft het lastig met de toen getrokken conclusies: “Mijn cliënten hebben nooit beweerd dat Bonkoffsky de reus was, zij stellen alleen dat hij lid was van de bende. Hij was groot, zeker, maar over zijn precieze rol hebben zij zich nooit uitgelaten. Omdat de man dat zelf ook nooit deed. Ze hebben getuigd dat hij bij elk bericht op tv over opgravingen of huiszoekingen in verband met de bende altijd zei: ‘Dààr gaan ze zeker niks vinden.’ En dat hij op het laatst tegen zijn broer tot tweemaal toe bekende dat hij deel uitmaakte van de bende.”

N.A., twee jaar lang de partner van Bonkoffsky, vroeg het hem een keer op de man af: “Ik zag die affiche met die robotfoto in een café. Ik zeg: ‘Maar dat zijde gij!’ Hij reageerde furieus: ‘Ik zat die dag met mijn voet in het gips.’ Daarna heb ik er nooit meer naar durven vragen.”

Wat N.A. zich vooral herinnert, is Bonkoffsky’s devote trouw aan het instituut rijkswacht, dat wat hem betrof niet de waardering kreeg die het verdiende. “Hij klaagde over gebrekkig materieel. Hun wagenpark, hun wapens. In zijn hal stond zo’n glazen kast met zijn uniform, zijn insignes en het horloge dat hij bij zijn pensioen kreeg. Dat was een heiligdom, je mocht dat niet aanraken.”

Rijkswachtbudget

De Bonkoffsky-periode werd ingeleid door Jef Vermassen, advocaat van David, die op 15 oktober 2017 op TV-Oost zei: “Ik weet wie achter de Bende van Nijvel zit.” Hij kreeg diezelfde avond telefoon van Patrick De Schutter, destijds brigadecommandant van de rijkswacht in Aalst, tweede hoogste in bevel. Later noemde Vermassen deze conversatie de “gouden tip”. Hij zei: “De rijkswachters mochten die avond niet op de parking van de Delhaize komen. Ik weet niet van wie het bevel kwam, misschien uit Brussel?”

David Van de Steen: “Volgens wat de commandant ons toen vertelde, was er wel degelijk een bevel om de bewaking om halfzeven te stoppen, maar herinnerde hij zich niet of dat per telefoon was gekomen of per telex. Toen hij daar eind 2017 over werd verhoord, zei hij dat hij zich niet herinnerde of er een bevel was geweest.”

De ex-commandant: “Mijn woorden zijn uit hun context getrokken. Ik heb tegen mijnheer Vermassen gezegd dat we moesten kijken naar het dienstbulletin van die avond. Was dat een statische of een mobiele bewaking? Ik weet dat onze mannen enkele minuten voor de komst van de bende zijn weggereden, maar is daar een bevel toe gegeven? Stel dat ik echt zo’n bevel had gekregen, dan zou ik de avond zelf toch zijn gaan rondvragen van wie? Normaal wordt zoiets door de dispatching omgeroepen op de boordradio en dan horen alle operationele leden van de brigade dat.”

Opnames zijn er niet. Het was 1985.

In 1990 verschijnt bij de inhuldiging van de nieuwe kazerne in de Denderstraat het boek Gendarmen en rijkswachters te Aalst. De nieuwe kazerne is een van de antwoorden van de Wetstraat op de terreur van 1985. Die leidde tot een verhoging van het rijkswachtbudget met meer dan 25 miljoen euro. In het boek staat een foto van vier rijkswachters bij de oplevering van nieuw materieel: een VW combi en twee Golf GTI’s. De vier kunnen nu, oktober 1989, ook pronken met nieuwe uzi-machinegeweren. De rijkswachter rechts is Bonkoffsky.

Het boek staat op pagina 137 stil bij “de dramatische gebeurtenissen te Aalst op 10 november 1985 waarbij 10 mensen werden vermoord”. Vreemd: elke Aalstenaar kan je zo zeggen dat de raid op 9 november plaatsvond en er 8 doden vielen. De aanslag wordt in het boek beschreven als een gebeurtenis die “… de regering ertoe heeft genoopt om de rijkswacht aanvullende kredieten toe te kennen voor de transmissie, de bewapening en de algemene uitrusting, zodat de onvoldoende uitrusting waarvan de nefaste gevolgen op de operationele doeltreffendheid duidelijk merkbaar werden, zou worden verholpen”.

In de witte map van Albert Van den Abiel zitten kopietjes van brieven die hij naar diverse instanties schreef: om parkeerboetes aan te vechten voor een BMW die kennelijk met een kopie van zijn nummerplaat rondreed, of takelfacturen. Alsof een onbekende vijandige macht hem na november 1985 specifiek begon te viseren. Marc Geeroms zegt gelijkaardige ervaringen te hebben.

“Ik werd op de dag van mijn achttiende verjaardag opgeroepen bij de rijkswacht in Aalst, waar ze me betichtten van een nagemaakte handtekening voor een lening”, zegt hij. “Wat later werd mijn auto gestolen door de bende van Kapllan Murat (beruchte gangster uit die tijd, DDC). Een paar dagen later visten ze die op uit het kanaal in Neder-over-Heembeek, met achter het stuur het lijk van een voortvluchtige gangster. Dertig jaar later is dat bijna exact de plek waar het federaal parket op aanwijzing van Robert Beijer begint te graven naar het lichaam van geldkoerier Francis Zwarts.”

Het lichaam werd niet gevonden, zoals op aanwijzing van Beijer nooit wat dan ook is gevonden. “Je blijft wel achter met dat akelige gevoel”, zegt Geeroms. “Alsof 9 november 1985 ons altijd blijft achtervolgen.”

Bron: De Morgen | Douglas De Coninck