Geens over Bende van Nijvel: “Speekselstaal van ‘De Reus’ leverde niets op”

Hoe kon de identiteit van ‘De Reus’ zo lang verborgen blijven? Hield iemand hem de hand boven het hoofd? De recente onthullingen rond de Bende van Nijvel roepen heel wat vragen op. Daar boog de commissie Justitie zich vanmiddag over in het parlement. Herlees het hier.

17:36 – “Niet uit te sluiten dat er meerdere manipulaties waren”

Minister Geens verduidelijkte vanavond in De wereld vandaag op Radio 1 dat “het niet valt uit te sluiten dat er meerdere manipulaties geweest zijn, maar daarmee heb ik niet gezegd dat de politieke piste of de piste waarin de verklaring binnen het apparaat te vinden is, de juiste pistes zijn”. Wel benadrukt Geens dat “de zaak heel ernstig genomen wordt” en dat dit “in geen geval een doofpotoperatie mag worden”. “Dat is ook in geen enkel opzicht de bedoeling van de magistraten die er nu mee bezig zijn.”

Volgende week bestudeert Geens met de procureurs-generaal hoe het verder moet met het onderzoek. Het dossier naar Vlaanderen halen, is volgens hem alvast geen optie. “Alleen al door de vertaling is dat een ondoenbare kwestie. Dat duurt een jaar of vijf, dat mogen we niet doen.”

Tot slot had de minister het over een eventuele bestraffing van de daders die nog in leven zijn. Aangezien de verjaringstermijn in 2015 met tien jaar verlengd is, is dat nog steeds mogelijk. “Indien bestraffing nog mogelijk zou zijn, is het belangrijk dat de daders een behoorlijke en verdiende straf krijgen”, aldus Geens. “Al zouden veel mensen al gerust zijn mochten ze de waarheid kennen, ook als de daders overleden zijn. Maar we doen er alles aan om die bestraffing nog mogelijk te maken.”

15:57 – Commissiezitting afgelopen

De commissiezitting zit erop. Volgende week komt ze opnieuw samen, en zal minister Geens meer uitleg geven over de stand van het onderzoek en hoe dat in de toekomst verder zal verlopen.

15:55 – Smeyers (N-VA): “Haal onderzoek uit het slop”

N-VA-Kamerlid Sarah Smeyers is geen voorstander van een derde onderzoekscommissie, maar roept Geens wel op om duidelijk te maken hoe hij het onderzoek uit het slop wil halen. “Nu debatteren heeft geen zin, dat schetst geen beter beeld van justitie. Dat doen we beter na uw oponthoud met de procureurs-generaal maandag.” Dan verwacht Smeyers van Geens dat hij concreet aankondigt hoe hij te werk wil gaan om de waarheid over de Bende van Nijvel boven te halen.

15:51 – Geens: “Verklaard wat ik mag verklaren”

“Ik had niet de intentie hier een persconferentie te houden, anders had ik de agenda zo niet aangevat”, reageert Geens. Hij verklaart zich bereid het debat te houden, maar wijst erop dat hij gebonden is aan het onderzoeksgeheim. “Ik heb verklaard wat ik mag verklaren, maar ik wil geen te hoge verwachtingen creëren.”

15:48 – Van Cauter: “Debat op korte termijn”

Open Vld-Kamerlid Carina Van Cauter vindt eveneens dat dit dossier op korte termijn een grondig debat vergt, “maar de commissieagenda vandaag was duidelijk: een stand van zaken door de minister”. Ze benadrukt wel dat het debat niet lang op zich mag laten wachten.

15:42 – Vuye: “Nog veel vragen”

Hendrik Vuye (V&W) steunt Stefaan Van Heckes oproep om vragen te kunnen stellen. “We zitten met een oud dossier, waarbij de indruk van een doofpotoperatie wordt gewekt. En dan komen er heel wat elementen niet via politie of justitie naar buiten maar via de media. Dan is het toch normaal dat wij vragen kunnen stellen aan de minister?”

15:40 – Geens: “Ga debat niet uit de weg”

“Ik wil het debat zeker niet uit de weg gaan, en zal uw vragen zeker kunnen beantwoorden”, zegt Geens. “Ik kan u alleen veel beter inlichten nadat ik maandag met de procureurs-generaal heb samengezeten.”

15:37 – Nabestaanden geïnformeerd?

Christian Brotcorne (cdH) vraagt aan Geens of de slachtoffers en de nabestaanden op de hoogte werden gebracht van de piste die sinds februari wordt onderzocht, namelijk dat voormalig rijkswachter C.B een van de leden van de Bende zou zijn.

15:34 – PVDA wil derde onderzoekscommissie

PVDA-Kamerlid Marco Van Hees pleit ervoor om een derde onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel in het leven te roepen. “Ik weet wel dat er in het verleden al twee geweest zijn, maar die waren – laat ik het vriendelijk zeggen – niet goed op de hoogte.”

“Maar pas op, we moeten zeker zijn dat het om een ‘waarheidscommissie’ gaat en niet om een ‘vergeetcommissie’, zoals de commissies van 1990 en 1997”, zei Van Hees eerder vandaag al. Van Hees wil dat er een onderzoekscommissie komt “die niet bij voorbaat uitsluit dat sommige van de zwartste pagina’s van onze geschiedenis onderzocht worden”.

15:33 – Doofpot

Oppositielid Stefaan Van Hecke (Groen) vraagt of de parlementsleden ook vragen kunnen stellen, “of is dit enkel een persconferentie van de minister van justitie?” Hij wijst erop dat de afgelopen dagen “de indruk is ontstaan dat er zaken in de doofpot worden gestoken. En dat is nefast voor het beeld van justitie en politie.”

15:30 – Volgende week rapporteren onderzoekers

Volgende week zullen de onderzoekers rapporteren aan de procureur, dan zal ook de justitieminister ingelicht worden. “Meneer Fontaine, de baas van de gerechtelijke politie, heeft me laten weten dat hij de capaciteit wil verdubbelen indien nodig.”

15:27 – Extra capaciteit

Tijdens het overleg dat Geens zondagavond had met de procureurs-generaal heeft de minister hen verzekerd dat als er bijkomende capaciteit nodig is, er steun kan komen vanuit de federale politie en vanuit het Comité P. “Sinds september zijn er al twee Nederlandstalige onderzoekers toegevoegd aan het team van Charleroi, waar al drie onderzoekers waren.”

15:23 – Besmeurde erfenis

Geens: “We hebben allemaal een besmeurde erfenis gekregen, uit een tijd dat de onderzoeksmethoden en de ethiek anders waren dan vandaag.”

15:22 – Believers en non-believers

De piste die sinds februari is blootgelegd, is interessant, stelt Geens. “Zoals steeds zullen er believers en non-believers zijn, maar de laatste steen moet bovenkomen. Wie praat met gepensioneerde onderzoekers raakt diep onder de indruk van hun kennis, en het is duidelijk dat het dossier hen nooit heeft losgelaten.”

15:20 – Vingerafdrukken en speekselstaal leverden niets op

In 2000 werden een speekselstaal en vingerafdrukken afgenomen van C.B. Maar die vertoonden geen overeenkomst met de vingerafdrukken uit het dossier, vertelt Geens. Ook bij een nieuwe genetische analyse werd dit jaar geen overeenkomst gevonden.

15:18 – Procureurs samengeroepen

“De onthullingen van dit weekend noopten mij om meteen dringende maatregelen te nemen”, aldus Geens. Zondagavond riep hij het college van procureurs samen om zich op de hoogte te stellen van de laatste stand van zaken. Daar kreeg hij onder meer te horen dat een van de slachtoffers, David Van Den Steen, in februari dit jaar gecontacteerd was door iemand die zei dat voormalig rijkswachter C.B. zijn betrokkenheid bij de moorden in Waals-Brabant bekend had aan zijn broer.

15:12 – Geens breekt lans voor spijtoptanten

Geens pleit opnieuw voor de invoering van spijtoptanten en burgerinfiltranten. Dat is niet voor het eerst, erkent hij. Onze samenleving heeft geen ervaring met die onderzoeksmethoden. Geens wijst er wel op dat de afgelopen decennia zijn partijgenoten Tony Van Parys en Raf Terwingen al eerder voorstellen in die richting indienden, zonder dat ze door het parlement geraakten.

15:09 – Geens: “Steeds volle aandacht gehad voor dossier-Bende”

“Sinds ik minister van Justitie ben, heeft het dossier van de Bende van Nijvel altijd mijn volle aandacht gehad”, zegt Geens. “Een van mijn eerste ontmoetingen met de procureurs ging over dit dossier, en over de gevolgen hiervan voor de veiligheid van de bevolking.”

“Het was duidelijk dat er pogingen waren geweest om het onderzoek te manipuleren, terwijl ik van de slachtoffers hoorde dat zij onvoldoende werden betrokken bij het onderzoek.”

Geens wijst er ook op dat op zijn voorstel in 2015 de verjaringstermijn met tien jaar werd verlengd, om een dreigende verjaring te vermijden.

14:45 – Ministers “benijden Geens niet”

Ook binnen de regering wordt “met stijgende verbazing” gekeken naar de recente onthullingen rond de bende. “In alle eerlijkheid: we benijden minister Geens echt niet. Hij moet die zaak nu uitpluizen, maar of het gerechtelijk apparaat hem daarbij wil helpen, dat is afwachten.”

14:40 – Eerst andere agendapunten

Oppositielid Annick Lambrecht (sp.a) dringt erop aan om het meteen over de Bende van Nijvel te hebben, en niet eerst over drie andere thema’s die al langer op de agenda stonden. “De bevolking heeft veel vragen over de Bende van Nijvel.” Dat verzoek wordt afgewezen. Eerst buigt de commissie zich dus onder meer over de hervormde wapenwet en de voorlopige hechtenis.

14:34 – Geens arriveert

Justitieminister Geens komt de zaal binnen en wordt meteen half verblind door het geflits van de fotocamera’s. De parlementsleden zetten zich wat rechter in hun stoel.

14:20 – Parlement stroomt vol

Het parlement is volgestroomd voor de commissievergadering. Parlementsleden en pers zijn massaal aanwezig. Er worden extra stoelen aangerukt. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) moet “alles op alles” zetten om de waarheid over de Bende van Nijvel naar boven te brengen, klinkt het.

Bron » De Morgen

De vraag bij het Bende-dossier: hoe gaan we om met de staatsmacht?

Het dossier van De Bende van Nijvel is er een van de duistere jaren 80. Maar het is ook veel meer dan dat. Het noopt ons tot een fundamentele vraag: hoe gaan we om met de staatsmacht? Het elitekorps Diane wordt opgericht in 1972, in de nasleep van de aanslagen op de Olympische Spelen in München. Het is een antwoord op een internationale terreurdreiging. Als de feiten die nu aan het licht komen juist zijn, dan is er veel misgelopen bij Diane en de rijkswacht. En dat kon enkel mislopen omdat er onvoldoende controle was.

De democratie worstelt al lang met deze kwestie. We vinden er zelfs sporen van in de Belgische Grondwet van 1831. Deze bepaalt dat rechtszittingen openbaar zijn en dat vonnissen in openbare terechtzitting worden uitgesproken. Vandaag lijkt dat een achterhaalde formaliteit. In 1831 is het een manier om toch enige controle uit te oefenen op de rechterlijke macht, want rechters moeten aan niemand verantwoording afleggen.

Hoe controleert men op afdoende wijze de staatsapparaten? Wie controleert de hoge magistratuur, het college van procureurs-generaal, de onderzoeksrechters, de politietop, … Dit probleem wordt al aangekaart door Montesquieu in zijn L’esprit des lois (1748). Hij schrijft dat de ervaring leert dat wie macht heeft, geneigd is deze te misbruiken. Zijn oplossing is de eenvoud zelve: “Er moeten voldoende checks-and-balances zijn, zo niet loopt het fout.”

Veel veranderd

Er is natuurlijk veel veranderd sinds De Bende van Nijvel actief was. Toen was de rijkswacht onderdeel van defensie. Van enige controle op de rijkswacht was nauwelijks sprake. De rijkswacht is intussen gedemilitariseerd en opgedoekt. Een Comité P en een Comité I controleren de politie en de inlichtingendiensten. Er is een Hoge Raad voor de Justitie. Er zijn ombudsdiensten en nog veel meer. Toch blijft het systeem falen.

In het Bende-dossier hebben gerecht en politie niet alleen gefaald in de jaren tachtig. Ze falen sinds de jaren 80 tot vandaag. Meer dan 30 jaar. De elementen die nu opduiken, komen er via de media, niet via politie, gerecht of parlementaire Bende-commissies. Dit toont het belang aan van de persvrijheid in een democratie.

Gouden regel

We worden vandaag opnieuw geconfronteerd met terreur. We hebben weinig geleerd. De reactie van de politiek bestaat in een voortdurend versterken van politie- en inlichtingendiensten. In een democratie is het echter een gouden regel dat hoe meer macht men toekent aan een staatsapparaat, des te groter de controle moet zijn. Dit controleluik wordt meestal vergeten. Er heerst opnieuw een law-and-ordersfeertje. Na jaren geleden de rijkswacht gedemilitariseerd te hebben, lijkt het er op dat we nu de politie militariseren. Een gezond wantrouwen ten opzichte van staatsapparaten is nochtans ook een onderdeel van de democratie. Dit moet de les zijn van het mismeesterde Bende-dossier.

Ons staatsbestel kreunt onder de afwezigheid van checks-and-balances. Ook de politieke instellingen. Het parlement controleert de regering al lang niet meer. De meerderheid volgt gedwee. Toch kan net het parlement een instrument zijn van democratische controle op het overheidsapparaat. We kunnen de werking van de Comités P en I verfijnen. Een nieuw Comité J, dat een democratische controle uitoefent op justitie, is geen overbodige luxe. Dit alles veronderstelt natuurlijk dat we een gezonde parlementaire democratie worden en het juk van de particratie afwerpen.

Bron » De Morgen | Veerle Wouters & Hendrik Vuye

Bende van Nijvel onlosmakelijk verbonden met woelig sociale en economische klimaat jaren ’80

In veel terugblikken op de ‘loden jaren’ 80 ontbreekt de specifieke politieke, sociale en economische context. Hoe zag de maatschappij er toen uit en heeft de ‘strategie van de spanning’ iets uitgehaald? Een overzicht.

Met de mogelijke ontmaskering van één van de leden van de Bende van Nijvel komt de piste van de ‘strategie van de spanning’ weer op de voorgrond. Achter de bloederige raids uit de jaren 80 zat geen criminele bende die louter uit was op geldgewin, maar een extreemrechts netwerk met vertakkingen bij de toenmalige rijkswacht, justitie en de politiek. Een netwerk dat de instellingen wou destabiliseren en een angstklimaat creëren.

Dat klimaat zou het dan makkelijker moeten maken om de samenleving in een rechtse richting te duwen. Het is een piste die door een eerste generatie onderzoeksjournalisten als Walter De Bock en Herwig Lerouge naar voor werd geschoven.

Op 6 april 1981 viel de vierde regering van Wilfried Martens (CVP, zoals de CD&V toen heette). Martens IV had nauwelijks een half jaar aangemodderd. Een verrassing was dat niet. Sinds 1977 had geen enkele regering het langer dan een jaar uitgehouden. Maar er is wel een verschil. De eerste twee regeringen van Martens en de regeringen daarvoor van Tindemans struikelden over communautaire kwesties.

Martens III en IV vielen uit elkaar na strubbelingen over het herstelbeleid. De crisis van de jaren 70 had ook in België zwaar toegeslagen. Lange rijen voor de stempellokalen (werklozen moesten toen nog elke dag een stempeltje gaan ophalen), oude industrieën in grote moeilijkheden en de economische groei die een duik nam.

Wilfried Martens zag maar één oplossing: de bevolking moest ‘zware en pijnlijke offers’ brengen. En dat lukte niet met een regering waar de socialistische partijen deel van uitmaakten. “Een saneringsbeleid kon je toen met de socialisten niet voeren, en ik was de enige die de moed had gehad daaruit lessen te trekken”, zei hij daarover ooit in Humo.

Martens leunde even enkele maanden achterover en keek van aan de zijlijn hoe zijn partijgenoot Mark Eyskens begon aan de laatste kwakkelregering van die jaren. De regering gleed acht maanden later uit op een conflict over de financiering van de noodlijdende Waalse staalindustrie.

Verraad

De CVP kreeg een klap in de nieuwe verkiezingen maar op 14 december 1981 kon Martens toch een nieuwe regering voorstellen. De socialisten werden aan de kant geschoven. De christendemocraten gingen in zee met de liberalen en de regering zou met volmachten regeren. Martens V werd aangekondigd op een woelige persconferentie. De BRT-journalist Daniël Buyle vroeg toen aan Martens “of hij geen verraad pleegde aan zijn jeugdidealen”. Het was een verwijzing naar de jonge Martens die in 68 geijverd had voor progressieve frontvorming, een samenvloeiing van de linkse krachten binnen de socialistische en christelijke bewegingen. Het leverde Buyle een degradatie op en later – na een nieuwe aanvaring met de CVP – zelfs een definitief ontslag.

In Humo blikte Martens later terug op die persconferentie. “Ze begrepen al niet dat ik meewerkte aan een regering met liberalen, mét volmachten – toen kon ik nog niet zeggen dat ik die nodig had om een devaluatie te kunnen doordrukken – en dan was ik ook nog eens de verrader die het omroepmonopolie zou doorbreken”, zei hij.

De devaluatie van de Belgische frank met 8,5 procent kwam er begin 82. Later volgden ook nog drie indexsprongen. Tussen 81 en 85 zagen de Belgische werknemers daardoor 8,7 procent van hun koopkracht in rook opgaan. Martens V verdubbelde ook het inschrijvingsgeld aan de universiteiten en verlaagde de uitkeringen. Maar naast een besparingsoperatie op de rug van werknemers en mensen die leven van een uitkering was het ook een herverdeling van arm naar rijk. In diezelfde periode steeg het aandeel van de 1 procent rijksten in de inkomens met 15 procent.

Racisme

De vijfde regering van Martens was om nog een andere reden revolutionair. Voor het eerst maakte er een partij deel van uit die een anti-migratiecampagne had gevoerd. In de communicatie van de PRL, de Franstalige liberalen, waren de arbeidsmigranten en hun kinderen een ‘probleem’ geworden. In 1974 was er al een migratiestop afgekondigd, maar Martens voegde daar enkele racistische maatregelen aan toe. Zo mochten burgemeesters weigeren om niet-Belgen in te schrijven en werden de mogelijkheden tot gezinshereniging beperkt.

Daarboven op kwam nog één dossier dat al aansleepte sinds het einde van de jaren 70. De Amerikaanse overheid wou kernraketten plaatsen in België. In december 1979 had VAKA (Vlaams Aktiekomitee tegen Atoomwapens) daar een eerste keer tegen betoogd. Die aanvankelijke kleine beweging zou uitgroeien tot één van de grootste protesten ooit in België. Op 23 oktober 1983 stapten 400.000 mensen door Brussel. Het was al lang donker toen de laatste betogers aan het traject konden beginnen.

Bijna een half miljoen mensen die op een zondag naar de hoofdstad komen om te betogen tegen een Navo-engagement. Er zal in die tijd wel voor minder zenuwachtigheid ontstaan zijn binnen de cirkels van de Amerikaanse veiligheidsdiensten die toen nog verwikkeld waren in een Koude – maar heel verbeten – Oorlog met de Sovjet-Unie. Op 7 november 1990 gaf toenmalig minister van Defensie Guy Coëme (PS) toe dat er ook in België een geheim “Gladio-leger” actief was geweest. Als er ooit Russisch-gezinde (of anti-Amerikaanse) regeringen aan de macht zouden komen in Europese landen moesten die stay behind-netwerken in het verzet gaan.

Op 17 maart 1985 betoogden nog eens 200.000 mensen tegen de plaatsing van de raketten. Ze wisten toen niet dat de raketten al onderweg waren naar België. Martens had de tegenstand van de arbeidersvleugel van zijn partij aan de kant geschoven. Zijn minister van Buitenlandse Zaken Le Tindemans zei daar later over dat ‘het niet aan de wijkmeesters van de KWB, de bodes van de mutualiteit of de getrouwde onderpastoors is om de wereldpolitiek te bepalen’.

Hindernissen

Dat aan de kant schuiven van het zogenaamde middenveld was een vast onderdeel van de strategie van Martens V. “Gelukkig was mijn regering ditmaal van heel wat hindernissen ontdaan. Al van bij het begin had ze zich formeel losgekoppeld van de sociale partners, die niet langer het sociaaleconomisch beleid zouden bepalen. ‘De regering zal regeren’ was ons devies”, schreef Martens in zijn memoires.

Hindernissen noemde Martens de vakbonden en andere sociale bewegingen en hij zette daarmee een punt achter de naoorlogse periode van sociaal overleg en pacificatie. Dat was trouwens pas het begin van een lang proces. Een proces dat verdergezet werd in de regeringen-Verhofstadt (met de nadruk op het primaat van de politiek) en in het huidige confrontatiemodel van de regering-Michel.

De rakettenbetogingen waren het niet het enige protest waar Martens V mee te kampen kreeg. De socialistische vakbond organiseerde in 1982 drie 24-urenstakingen. Maar vooral de herfst van 1983 werd woelig. Bij de openbare diensten werd toen meer dan 10 dagen gestaakt. De staking begon bij het spoor, maar verschillende privébedrijven sloten zich aan. In 1986 kreeg het ABVV in haar eentje zelfs 250.000 betogers op straat tegen het Sint-Annaplan, de grote besparingsronde van Martens VI (deze keer met de jonge Verhofstadt in een glansrol als minister van Begroting).

Om het ACV los te weken uit het vakbondsfront had Martens toen de toenmalige voorzitter Jef Houthuys opgenomen in het selecte gezelschap dat tussen 1982 en 1987 regelmatig samenkwam in Poupehan. De latere voorzitter van de Nationale Bank, Fons Verplaetse, had daar een vakantiehuisje. Martens logeerde er met Houthuys en Hubert Detremmerie, de voorzitter van de bank BAC (later Bacob en nog later opgegaan in Dexia).

Jongerenmarsen

Nog een opmerkelijk protestfenomeen uit die jaren waren de Jongerenmarsen. In 1982 en 1984 trokken tienduizenden jongeren de straat op om de stijgende werkloosheid aan te klagen. Het waren telkens woelige betogingen met stevige confrontaties met de ordediensten.

Zo zagen de jaren er uit tussen 1982 en 1985, tussen de eerste en de laatste aanslag van de Bende van Nijvel: veel historisch grote betogingen, veel sociale onrust en het begin van het neoliberale beleid in België. Ook een regering die enkel geobsedeerd was door de begroting en de winstcijfers van bedrijf en zich weinig aantrok van de rest van de samenleving en instellingen.

In die jaren konden massale betogingen niet beletten dat de raketten er kwamen, dat de uitkeringen daalden en de werkloosheid bleef stijgen, dat er gehakt werd in de openbare diensten en in de lonen. Wat toen nog experimenteel was – racistische politieke campagnes, neoliberale recepten, de commercialisering van de media met de beslissing om het monopolie van de openbare omroep af te breken – is nu gemeengoed. De trouw van België aan de Navo werd ook nooit meer zo algemeen en zo scherp in vraag gesteld als toen.

Als het de bedoeling was van de broodheren achter de Bende van Nijvel om België in een meer rechtse richting te sturen en om het protest een klap toe te dienen, dan kunnen zij – als ze nog leven – niet helemaal ontevreden terugkijken op de loden jaren.

Die hele gewelddadige periode leverde ook nog een andere duidelijke winnaar op. De Rijkswacht, in wier middens de daders gezocht moeten worden, kreeg in 1986 8 miljard Belgische frank extra toegewezen. Dat budget moest onder meer dienen om zware wapens aan te kopen zodat de agenten op zouden kunnen tegen het kaliber van de gangsters. Ook op dat vlak lijkt de strategie van de spanning perfect gewerkt te hebben.

Bron » De Wereld Morgen | Christophe Callewaert

Van Rossem over onderzoek naar Bende van Nijvel: “België is maffiastaat waar niemand nog valt te vertrouwen”

De onthullingen rond de Bende van Nijvel van afgelopen weekend blijft over de tongen gaan. Ook ex-politicus Jean-Pierre Van Rossem spreekt zich op Facebook nu uit over het nieuws. Hij noemt ons land daarin een ‘maffiastaat’.

Jean-Pierre Van Rossem liet vooral in de jaren ‘80 en ‘90 van zich spreken met een eigen partij en met kritiek op de toenmalige Belgische politiek. En ook nu spaart hij zijn kritiek niet: “Er moet dringend een onderzoek komen naar het onderzoek”, zo zegt Van Rossem in meerdere Facebookposts.

“Ofwel zijn de onderzoekers in het Bende-dossier compleet onbekwaam, ofwel kregen ze instructies van hoger hand niets met de namen te doen.” Dat onderzoek moet volgens Van Rossem gevoerd worden door “onbevoordeelde, professionele magistraten die zich realiseren dat “België een landje is dat alle ingrediënten van een maffiastaat bevat waar niemand nog te vertrouwen valt.”

Van Rossem vindt dat de overvallen van de Bende van Nijvel “misdaden zijn tegen de mensheid”, en dus zou dit onderzocht moeten worden door het Internationaal Strafhof in Den Haag, vindt Van Rossem.

Zelf kreeg hij naar eigen zeggen in 1995 bezoek van een voormalige gangster. Die vertelde hem dat er niet één maar wel drie reuzen van de Bende van Nijvel waren geweest.

“Allen maakten ze deel uit van de rijkswacht. Toen ik hem vroeg of het gerecht daarvan op de hoogte was, bevestigde hij mij dat hij de drie namen had doorgespeeld aan onderzoeksrechter Ancia uit Luik die toen het onderzoek in de moord op Cools leidde. Als dat waar was dan zat de naam van C.B. (de Reus, red.) al minstens sedert 1995 in een gerechtelijk dossier. […] Dat er tot zijn dood in 2015 niets met de naam werd gedaan, valt moeilijk te geloven.”

Bron » Gazet van Antwerpen

Politici van toen over de Reus, de Bende en de rijkswacht: “Ze scholden me uit voor fantast”

C.B., de man die op zijn sterfbed bekende dat hij de Reus was, werd eind 1998 al verklikt door zijn jeugdvriend. Toch werd de voormalige rijkswachter nog zeventien jaar met rust gelaten. Politici die toen het dichtst bij het dossier van de Bende van Nijvel stonden, reageren. ‘De onderzoekers moeten met een goede uitleg komen.’

Tony Van Parys (CD&V), de justitieminister van dit land vlak voor de eeuwwisseling, zucht aan de telefoon. Hij kan het zich naar eigen zeggen moeilijk herinneren. Het is ondertussen lang geleden. “Maar hoe meer ik hierover denk hoe zekerder ik ben: niemand heeft met toendertijd ingelicht over die tip. Anders zou ik dat nog weten. Ik heb jarenlang gezeteld in de onderzoekscommissies naar de Bende van Nijvel. Ik verdacht zelf de rijkswacht. Dan zou mijn alarm wel zijn afgegaan.”

Niet alleen de Dorpsstraat maar ook de Wetstraat is al decennia in de ban van de Bende. Twee speciale commissies, duizenden pagina’s verslagen en ontelbare debatten. Allemaal zonder tastbaar resultaat. Ook niet nadat er dus eind 1998 een gouden tip binnenkwam van Marc Van Damme over de identiteit van de Reus.

Tip niet doorgekomen

“De minister van Justitie wordt niet over elk lopend onderzoek geïnformeerd. Dat zou het geheim van het onderzoek in gevaar brengen. Maar als er gewichtige nieuwe elementen zijn in een dossier dat zo belangrijk is als dat van de Bende, verwittigt de procureur-generaal zijn minister normaal”, zegt Van Parys.

Maar dat is dus niet gebeurd. Luc Van den Bossche (sp.a), indertijd minister van Binnenlandse Zaken en bevoegd voor de ijksijkswacht, vertelt hetzelfde. “Die tip is toen niet tot bij mij geraakt. Ik had wekelijks een vergadering met de leiding van de rijkswacht en daar is nooit over gesproken.”

Hoe dit te verklaren valt? Van Parys en Van den Bossche moeten het antwoord schuldig blijven. “Misschien was er wat laksheid. Misschien werd die tip toen nog niet als zo bepalend aanzien”, vertelt de eerste. Zijn collega haalt de schouders op. “Wie weet wat er gebeurd is? Ik alvast niet.”

Vijfde generatie

Stefaan De Clerck (CD&V), die al justitieminister diende tussen 1995 en begin 1998, stelt dat er in die periode wel “een zekere moedeloosheid” was ingeslopen bij de speurders. “Er leek geen hoop op een doorbraak. Het personeelsverloop was groot. Ik kan me ook voorstellen dat zo’n onderzoek op een bepaald ogenblik een onmogelijke ‘massa’ wordt. Later, als justitieminister tussen 2008 en 2011, waren we al aan de vierde of vijfde generatie onderzoekers toe.”

De christendemocraat fronst wel de wenkbrauwen bij alle recente onthullingen rond C.B. “De speurders zullen een goede uitleg moeten hebben waarom die tip over de Reus niet eerder is opgepikt. Daar kan je toch vragen bij stellen. Als het klopt dat de onderzoekscel jaren heeft geaarzeld met cruciale informatie, is dat beangstigd voor mij.”

Hugo Coveliers, die voor de Volksunie in de beide onderzoekscommissies naar de Bende zat en er als ongebonden politicus tegen alle schenen stampte, brengt een nuance aan. “Ik denk niet dat de speurders bewust potjes dicht hebben gehouden. Je mag ook niet vergeten: er komen daar immens veel tips binnen.”

Allergrootste vraagteken

Tegelijk blijft Coveliers achter zijn oude these staan: het is de rijkswacht. “In de jaren tachtig scholden ze me uit voor fantast en dorpsgek als ik dat maar durfde zeggen. Het nieuws rond C.B. zorgt dus wel voor enige voldoening (lacht). In het beste geval kan de Reus ons nu leiden naar de opdrachtgevers van de Bende. Want zij blijven het allergrootste vraagteken.”

Nog dit: huidig minister van Justitie Koen Geens wil meer inzetten op spijtoptanten, om nog extra getuigenissen los te weken over de Bende. Dat is allesbehalve een nieuw idee. Het was een van de aanbevelingen van de commissies naar de Bende. “Maar finaal kwam het er niet door omdat Elio Di Rupo er zijn voet voor plaatste”, zegt Van Parys. “Di Rupo bleek te getraumatiseerd na zijn onterechte beschuldiging voor pedofilie door ‘de informant’ Olivier Trusnagh dat hij vreesde dat spijtoptanten nooit als geloofwaardige bron konden dienen. De enige overgebleven optie: berouw op het sterfbed.”

De Clerck: “Ik heb er altijd in geloofd dat iemand zou spreken. 28 doden, die achtervolgen je.”

Bron » De Morgen