“Staatsveiligheid wist dat Bende Delhaize zou binnenvallen”

Een lid van de Staatsveiligheid verwittigde zijn familie om de avond van de Bende-aanslag in de Delhaize van Aalst niet naar die winkel te gaan. Dat wijst erop dat de Staatsveiligheid op de hoogte was van wat er die avond ging gebeuren, zo meent slachtoffer David Van de Steen. Van de Steen vindt dat tips over de Bende nog steeds niet ernstig genomen worden en onderzocht het verhaal dan maar zelf.

Slachtoffer David Van de Steen kreeg een tip binnen en ging zelf op onderzoek uit. De familie van de man bevestigde het verhaal. “Ik heb het verder onderzocht en dan bevestiging gekregen”, zegt Van de Steen. “De familie leeft nog maar de man zelf is overleden. We hebben de tip meteen doorgegeven om verder te laten onderzoeken.”

Tip niet grondig onderzocht

Het federaal parket zou de tip onderzoeken, maar vroeg niet naar de coördinaten van de bron, zo beweert Jef Vermassen, advocaat van Van de Steen. Die laatste vraagt zich af of – gezien het onderzoek vorige maand naar het federaal parket is verhuisd – de hoop op een nieuwe dynamiek in het onderzoek terecht was. Het onderzoek naar de Bende van Nijvel blijft bovendien in handen van Martine Michel, onderzoeksrechter in Charleroi. Ook daar heeft Van de Steen – die het dossier liever in Brussel behandeld ziet – vragen bij.

Informatievergadering

David Van de Steen maakte de informatie bekend na een informatievergadering van het federaal parket, waarop de nabestaanden door de slachtoffercel van het federaal parket worden geïnformeerd over hun rechten. “De bedoeling is niet om een stand van zaken te geven over het onderzoek, maar om de slachtoffers te informeren over hun rechten”, zei het parket daar gisteren over. De pers was niet welkom op het informatiemoment, dat vooral de nabestaanden moest informeren.

Bron » VTM

Slachtoffers en nabestaanden Bende van Nijvel blijven met vragen na uitleg over hun rechten

In Dendermonde hebben de slachtoffers en nabestaanden van de Bende van Nijvel meer uitleg gekregen over hun rechten door het federaal parket. Maar sommigen reageren teleurgesteld na de bijeenkomst. “We blijven met vragen zitten”, klinkt het.

De slachtoffers en nabestaanden kregen in Dendermonde meer uitleg door het federaal parket over hun rechten wat betreft begeleiding en het financiële aspect. Maar niet alle slachtoffers en nabestaanden zijn tevreden na de bijeenkomst.

Slachtoffer David Van de Steen reageert heel teleurgesteld. “Ik had gedacht dat men na 30 jaar in staat zou zijn om slachtoffers iets van hoop te geven, al was het financieel, maar er is niks”, zegt Van De Steen. “Op geen enkele vraag komt er antwoord, omdat er nog geen beslissingen zijn genomen. We krijgen gewoon een informatiefolder met nummers en adressen waar we terechtkunnen als we vragen hebben.”

Ook Nathalie Palsterman, die haar vader verloor bij een aanslag door de Bende van Nijvel, is ontgoocheld. “Ik had verwacht dat men antwoord zou geven op de vragen die we in december hebben gesteld in Charlerloi, en dat blijkt niet te zijn”, zegt Palsterman

“Ik wou onder meer weten hoe het zit met de rechtshulp, want dat is hier niet voorzien. Bepaalde slachtoffers hebben ook levenslange zorg nodig en moeten nog operaties ondergaan. Zij zouden automatisch een attest moeten krijgen voor levenslange vergoeding. En men weet ook nog niet hoe het zit met de emotionele financiële vergoeding. De kosten voor psychologische begeleiding zou automatisch moeten worden terugbetaald. Ik heb zo veel vragen, nu wil ik gewoon antwoord”

Nieuwe informatie?

De slachtoffers en nabestaanden kregen vandaag dus geen informatie over het onderzoek an sich. Maar slachtoffers David Van de Steen zei wel dat hij intussen een nieuwe tip heeft binnengekregen. Een persoon van de staatsveiligheid zou op de hoogte geweest zijn dat er een aanval zou gebeuren bij de Delhaize in Aalst.

“Een lid van de staatsveiligheid heeft tegen zijn zus en petekind gezegd dat ze niet naar de Delhaize mogen gaan”, zegt Van de Steen. “In diezelfde week gebeurt de aanslag op Aalst. Dan lijkt het mij duidelijk dat de man op de hoogte was dat dit ging gebeuren.”

Advocaat Jef Vermassen, die Van de Steen vertegenwoordigt, zegt dat hij het federaal parket zal aanschrijven met alle details over deze tip. “De familie van de man heeft mij de informatie bevestigd”, voegt Van de Steen nog toe. “De persoon van de staatsveiligheid in kwestie is intussen gestorven, maar er leven ongetwijfeld nog mensen die daar werkten in die tijd.”

Bron » VRT Nieuws

Nabestaanden Bende van Nijvel na een bewogen 2017: “Het gouden telefoontje? Dat kregen we vlak na de overval in 1985 al”

De familie van David Van De Steen (41), die zijn beide ouders en zus verloor bij de aanslag op de Delhaize in ’85, kreeg vrij snel na de aanslag een ­telefoontje van een lid van Groep Diane. Met een opmerkelijke biecht, blijkt nu. “De man, Martial ­Lekeu, gaf toen al het antwoord op wat iedereen al dertig jaar bezighoudt: dat de Bende een doods­eskader van rijkswachters en criminelen was dat vrouwen en kinderen moest doden. Met als doel het ontwrichten van de Belgische Staat.”

“Gaan biechten bij de duivel.” Dat is wat David Van De Steen begin dit jaar deed. In zijn ogen het equivalent van naar Charleroi trekken en de Bendespeurders cruciale informatie overhandigen in de hoop dat ze eindelijk, na meer dan drie decennia wroeten, man en paard benoemen.

Vergis u niet: als er in dit land één man vurig hoopt dat het onderzoek alsnog succesvol kan afgerond worden, is het Van De Steen. Maar hij en de speurders, dat is een verhaal van aantrekken en afstoten, van hernieuwde hoop, maar vooral ook van frustratie en wantrouwen.

Toch deed hij het, na een telefoontje van ene “Marc Van Damme uit Dendermonde”, die belde met de vraag om eens te babbelen. De man die zijn jaar overhoop zou gooien. “Ik had er niet veel zin in, weet ik nog. Om de twee maanden hing er wel iemand aan de lijn met de gouden tip in het onderzoek. Dat kost altijd tijd en energie, en het leidt toch tot niets.”

De bekentenis van een Reus

Het onderwerp van hun gesprek: de biecht van rijkswachter Christiaan Bonkoffsky, die op zijn sterfbed verklaarde (een) Reus te zijn geweest. Van De Steen volgde zijn buikgevoel en ging eerst een maand zelf op onderzoek. “Ik ging spreken met collega-rijkswachters, zocht uit waar die Bonkoffsky had gewoond en met wie hij op café was geweest.” En nadien ging hij dus te biechten in Charleroi.

“Acht maanden na mijn onderhoud had ik van hen echter nog steeds niets gehoord en borrelde de frustratie op. Weeral. Want al jaren probeer ik in dat dossier te wringen met een breekijzer, maar er bougeerde niets. Het leek alsof ze opnieuw niets deden met cruciale informatie.”

Om het getalm te doorbreken, liet zijn advocaat Jef Vermassen dit najaar bewust enkele ballonnetjes op. Toen de speurders wat later met foto’s van “De Reus” door Aalst liepen, kwam de zaak in de openbaarheid. En belandde Van De Steen opnieuw in een emotionele rollercoaster. “Sindsdien bellen er twee, drie mensen per dag om De Waarheid over de Bende uit de doeken te doen”, zegt Van De Steen. “En Vermassen lijkt wel een soort biechtvader voor hopeloze gevallen geworden”, klinkt het lachend.

Naast de fantasten en de complotdenkers op het Bendeforum ook heel wat oud-speurders, oud-rijkswachters en oud-magistraten, zegt Van De Steen. En heel recent nog: Lucien, een stokoude fruitteler die op de palliatieve afdeling van een Leuvens ziekenhuis nog één wens had: aan Jef Vermassen vertellen wie hij, destijds, midden jaren 80, allemaal gezien had in de schuur in Hoeilaart die hij nietsvermoedend had verhuurd aan criminelen. “Jef heeft drie uur bij hem ­gezeten en alles opgenomen. Een dag later is Lucien vredig gestorven.”

Van De Steen is formeel: wat op die geluidsopname staat, is, net als de biecht van “kleine garnaal” Bonkoffsky, van goudwaarde voor de speurders. “Bekende criminelen van toen zoals Philippe De Staercke, de top van de rijkswacht, zelfs politici, ze hebben allemaal wel een link met die schuur waar afspraken gemaakt werden en aan auto’s gesleuteld werd. En ze zijn volgens ons allemaal te linken aan de Bende van Nijvel. Probleem is dat al die zaken nooit deftig zijn onderzocht toen het dossier plots naar de andere kant van het land verhuisde.”

“Geloof opnieuw weg”

Van De Steen is blij met het “lawaai” dat hij de voorbije maanden rond de Bende van Nijvel heeft gemaakt. “De angstcultuur van toen is weg. Iedereen heeft plots zijn tong niet langer ingeslikt.” Al heeft het “naïeve op­timisme” toch alweer plaatsgemaakt voor ontgoocheling. “Na de laatste vergadering met de onderzoeksrechter en minister Geens is mijn geloof opnieuw weg. Ik heb het gevoel dat het onderzoek alweer kabbelt. We zijn als nabestaanden even dom buiten­gegaan als we zijn binnengegaan. En dat is al dertig jaar zo. Terwijl het zo simpel is: lees het dossier en lees de antwoorden luidop voor.”

Antwoorden die zijn grootvader dertig jaar geleden al telefonisch kreeg, niet zo gek lang nadat David Van De Steen tijdens de aanslag op de Delhaize van Aalst zijn zus Rebecca, vader Gilbert en moeder Marie-Thérèse neergeschoten zag worden. “Ik zal eens iets onthullen”, vertelt Van De Steen. “In die periode stond mijn grootvader vaak zijn wanhoop uit te schreeuwen in de kranten. Plots kwam er thuis een telefoontje van Martial Lekeu, gewezen lid van Groep Diane en ooit zelf verdacht als Bendelid. Hij wou uitleggen waarom onze familieleden vermoord waren. Lekeu gaf, toen al, de antwoorden op wat ons land al dertig jaar bezighoudt. Hij zei dat hij ook benaderd was om mee te doen. Het plan: tien vrouwen en kinderen neerschieten in warenhuizen om paniek te zaaien”, klinkt het.

“Daarvoor, zei Martial, was een doodseskader samengesteld, besteld door hogerhand, bestaande uit rijkswachters en criminelen om het vuile werk op te knappen. Martial zei in dat gesprek dat hij eerst bereid was ­geweest om mee te doen, maar dat hij vrouwen en kinderen neerschieten meer dan een brug te ver vond.” De grootvader meldde dat opmerkelijke telefoongesprek meteen aan het ­gerecht, maar werd weggelachen. Nooit au sérieux genomen. Lekeu zelf is al jaren dood.

Film en boek

Hij zegt dat de voorbije maanden ongelooflijk vermoeiend zijn geweest. Met een hoofd dat nooit stopt met malen. Ook 2018 kondigt zich aan als het zoveelste jaar dat de Bende van Nijvel Van De Steens leven zal ­beheersen. Er komt een tweede boek. En in het najaar komt de film Niet Schieten uit, waarin regisseur Stijn Coninx hun levensverhaal vertelt. Hij is trots op de samenwerking.

“We hebben er zeven jaar aan gewerkt. De goede verstaander zal doorhebben wie achter de Bende zit, ook al gaat het over de slachtoffers. En geloof me, de Bende, dat waren geen drie, vier “scheef­gelopen” rijkswachters als Bonkoffsky. Het was een groep van een twaalftal mensen, met tentakels tot in de hoogste regionen. Het is ­allemaal complex, met wisselende ­samenstellingen, maar ergens ook zo helder als pompwater. Alleen lijkt niemand in dit land de ballen te hebben om het écht op te lossen.”

Nathalie en Diederik Palsterman hopen dat de zwijgers in 2018 eindelijk beginnen praten: “Laat iedereen die ooit in onderzoek gewerkt heeft eens vrijuit zijn zeg doen”

Het kwam tot een openlijke clash met hun vroegere advocaat, Jef Vermassen. En ze maakten zich niet bijster populair bij de onderzoeks­rechter van de Bende van Nijvel door openlijk een nieuw onafhankelijk onderzoek te eisen. En toch zijn Nathalie (51) en Diederik Palsterman (44) zachtaardige mensen die na een turbulent 2017 maar één ding willen: dat de moordenaars van hun vader Jan eindelijk de stilte doorbreken.

Ze noemt het zelf een gek idee, Nathalie Palsterman. Maar wel een idee dat een schat aan informatie zou kunnen opleveren. “Neem iedereen die de laatste 32 jaar heeft meegewerkt aan het onderzoek naar de leden van de Bende van Nijvel, van agenten en speurders tot magistraten en onderzoeksrechters, en laat die allemaal eens vrijuit hun zeg doen. Ongedwongen, zonder gevaar voor eigen leven en zonder strafrechtelijke consequenties. Je zou zeker de helft van het mysterie oplossen. Nu zit je met heel veel onderzoekers die er gedesillusioneerd de brui aan hebben gegeven. Of de boel, al dan niet gestuurd door hogerhand, gemanipuleerd hebben.”

Het is haar wens voor 2018, zegt ze, dat er opnieuw een soort Bendecommissie komt. Broer Diederik, zeven jaar jonger, is het idee aan de Aalsterse keuken­tafel bij een koffie en kerstpralines niet ongenegen. Hij stond die bewuste dag van de aanslag in hun thuisstad tussen de rayons en zag hoe hun vader Jan Palsterman, voor de ingang, in het hoofd werd geschoten. Dood. Eén schot dat zes kinderen wees maakte. Want hun moeder was dan al voorgoed uit beeld verdwenen. Amper een jaar voor de aanslag in ’85, was het hoederecht aan hun vader, net terug uit het toenmalige Zaïre, toegewezen.

“We zijn altijd een beetje buitenbeentjes gebleven”, zegt Diederik. “Tijdens onze jeugd, maar ook als nabestaanden.” Nathalie: “Wij waren allen minderjarig toen ons va stierf. Alle anderen hebben een levenslange concessie op het kerkhof verkregen. Wij niet. Zijn graf is intussen al weg en dat zorgt voor verdriet. We zijn geen kerkhofgangers, maar zoiets blijft wel aan je ribben plakken.”

“Ook wij willen maar één ding,” zegt Diederik, “dat de komende weken de telefoon gaat, met de melding dat de hele zaak is opgelost.” Ze hebben positieve hoop dat het ooit zal gebeuren. Ook al hebben ze naar eigen zeggen weinig vertrouwen in Martine Michel, de Waalse onderzoeksrechter die jaagt op de leden van de Bende van Nijvel. “Eén iemand die alle beslissingen neemt om bepaalde pistes wel of niet te onderzoeken? In zo’n complex dossier? Dat is toch compleet onlogisch. Onmogelijk. Zoiets kan je nooit op je eentje de baas. Ook al staan de namen van de Bende­leden ongetwijfeld al lang in het dossier.”

Eén tong omwringen

Ze pleiten voor een onafhankelijke lezing van het onderzoek, liefst door iemand die ook toegang krijgt tot verwante misdaaddossiers. Daarvoor startte de familie Palsterman dit najaar een crowdfunding op. “Al bestaat ook hier de kans dat het bij een ongerealiseerd voorstel blijft”, zegt Nathalie. “Zulke dingen hebben wij niet zelf in de hand. Het enige wat wij kunnen doen: zorgen dat we als nabestaanden alle zeilen bijzetten om de waarheid op een dag te laten zegevieren. Dat zij die alle baat hebben om te zwijgen, op een dag dan toch eens beginnen te praten. Als we één iemand zijn tong kunnen omwringen, zijn we definitief vertrokken.”

De zwijgers zijn talrijk, benadrukken ze. Sommigen namen hun geheim mee in het graf, anderen zwijgen bewust. “Al diegenen die al 32 jaar zwijgen en destijds aan de touwtjes hebben getrokken, zijn ook leden van de Bende. Ze moeten ooit praten. Voor ons, voor de zes kinderen die op de parking van de Delhaize hun vader zijn ver­loren.”

Bron » Het Nieuwsblad

David Van de Steen: “Ik wil geen slachtoffer zijn van de Bende, maar een overlever”

“Ik was misschien pas negen, maar ik realiseerde me op het moment heel goed dat ze mijn vader, mijn moeder en mijn zus vermoord hadden.” Bende-nabestaande David Van de Steen blikt terug op het Jaar van de Reus’, waarin de Bende van Nijvel eindelijk een gezicht kreeg.

Zijn wens voor 2018 behoeft geen uitleg. David Van de Steen wil het aktetasje kunnen wegzetten. Op een plek waar hij daarna nooit meer hoeft te zijn.

“In dat aktetasje zaten alle papieren die ‘petje’, mijn grootvader, in de loop der jaren heeft verzameld over de Bende van Nijvel en aanverwante dossiers. Dat tasje staat voor de weg die hij heeft afgelegd. De processen-verbaal uit de periode waarin hij bedreigd werd, de zaak met de nummerplaten. Kort voor zijn dood heeft hij het aan mij gegeven. Zo van: voilà, bij mij is het op, nu is het aan u. Dit is waar ik voor leef. Het moment waarop ik dat tasje ergens in een kast kan zetten en er nooit meer naar moet omzien. Wist je dat Jan Decleir dat aktetasje heeft gebruikt in de film? Ook het wapen dat Jan in de film trekt, is het originele wapen van mijn opa.”

David is opgegroeid in het appartement van zijn grootouders in de Parklaan in Aalst. Met uitzicht op de plek waar hij op 9 november 1985 zijn vader Gilbert Van de Steen (43), moeder Thérèse Van den Abiel (38) en zus Rebecca Van de Steen (14) geëxecuteerd zag worden. Waar ook hij, jochie van negen, was voorbestemd om te sterven. Albert Van den Abiel, alias petje, die in 2011 op 89-jarige leeftijd overleed, overhandigde hem het tasje kort voor zijn dood. Het wordt straks een beetje tot leven gewekt in Niet schieten, de film over de Bende van Nijvel van Stijn Coninx.

We ontmoeten David na een ochtendlijke check-up in het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel. Zijn leven, een medisch mirakel, staat nog steeds in het teken van constante ziekenhuisbezoeken.

“Als je er nu op terugblikt, wetende wat we nu weten, besef ik dat mijn opa een heel sterke mens moet zijn geweest. Een heel lieve mens. Getekend door de gebeurtenissen, totaal in het ongewisse over wie nog te vertrouwen was. Hij heeft de oorlog meegemaakt, de onafhankelijkheid van Congo. Hij was iemand die de wereld had gezien.”

Hij was er rotsvast van overtuigd dat de rijkswacht betrokken was bij de Bende van Nijvel. Hij sprak tegen mij altijd over ‘doodseskaders van de Belgische staat’.

David Van de Steen: (knikt) “Dat woord had hij van Martial Lekeu, de ex-rijkswachter die in 1984, voor de tweede golf Bende-aanslagen, naar Florida vluchtte. Lekeu (overleden in 1997, DDC) heeft destijds lang met mijn grootvader gebeld. Hij zei: ‘Mijnheer Van den Abiel, waarom denkt ge dat ze op kinderen schoten? Ik zal het u zeggen. Het was een inside job van de Staatsveiligheid.’ Lekeu zei ook dat ze hem hadden gevraagd mee te doen, maar dat hij geen vrouwen en kinderen wilde vermoorden. De interne opdracht was, nog steeds volgens Lekeu, om tien mensen per supermarkt te doden.

“Mijn opa is met dat verhaal naar de rijkswacht gegaan. Wat later kreeg hij telefoon: ‘Blijf voortdoen en er zal u hetzelfde overkomen als Vernaillen.’”

De majoor die de toenmalige rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer neermaaiden voor zijn voordeur.

“Het is zo spijtig dat Walter De Bock (overleden ex-journalist van De Morgen, kenner van het dossier, DDC) niet meer leeft, dat hij dit niet meer heeft kunnen meemaken. Hij wist volgens opa heel goed waarover hij het had.”

Voelt 2017 aan als het jaar van de waarheid?

“We hebben niet de bewijzen die het mogelijk maken een proces tegen de Bende van Nijvel te beginnen, maar we weten nu toch ongeveer wat zich heeft afgespeeld. Het is niet zo dat er in dat dossier dertig jaar lang niets is gebeurd. Er zijn ook speurders die resultaten hebben geboekt, maar die werden van hogerhand naar een andere dienst overgeplaatst.”

“2017 was voor mij vooral ook het jaar van de film. Veel slachtoffers zijn nu zeventigers. De generatie van overlevers is aan het uitdunnen. Het geheugen is aan het wegebben. Veel overlevers hebben hun ervaringen nooit kunnen delen. Ze hebben die meegenomen in hun graf. Ik kan de gedachte niet verdragen dat mensen nooit zouden weten wat dat was, de loden jaren. Het is een stuk van onze geschiedenis, zoals ook de oorlog dat is. Dus ik heb alles gevolgd, alle opnames en scènes. De bedoeling was dat als ik ernaar keek, ik op geen enkel moment het gevoel zou hebben het verhaal van iemand anders te zien.”

“En dan opeens, tijdens de voorbereidingen, belt die man me op om te zeggen dat hij weet wie de Reus is.”

Marc Van Damme, de jeugdvriend van Christiaan Bonkoffsky.

“Ik heb het een beetje lastig met de manier waarop dat geframed werd. Nu lijkt het alsof de broer van Bonkoffsky, geplaagd door een knagend geweten, vertelde over de bekentenis van zijn broer kort voor diens dood, twee jaar geleden. Maar als Marc geen contact met mij had opgenomen en als ik het niet had doorgegeven aan de speurders, dan zweeg die broer nu nog. Uit zichzelf had hij nooit gepraat. Hij is pas door de knieën gegaan na een verhoor. Ik vraag me ook af: hoelang wist hij dit al?”

“Ik voelde tijdens mijn eerste gesprek met Marc Van Damme aan mijn ellebogen: ‘Dit is het.’ Zo’n Bonkoffsky die in de Brusselse hoerenbuurt overal welkom is en nergens hoeft te betalen: hoe kan dat? Ik denk niet dat jij dat kunt, en ik ook niet. Het betekent dat er connecties bestaan tussen het ene gegeven, de prostitutie, en dat andere, de rijkswacht.”

“We hebben nu een klein garnaaltje. Want men spreekt van dé Reus, terwijl drie of vier mensen die gestalte hebben. Hier is over nagedacht. Dit was een ongelofelijk misdaadplan. Men wilde verwarring creëren, getuigenissen verkrijgen die uit elkaar liepen.”

Jij hebt altijd gezegd dat je in de reus Patrick Haemers herkende.

“Klopt. Dat is een van de gezichten die ik er altijd uit gehaald heb. En dat roept veel weerstand op. Mensen zeggen dat dat niet kan, dat het niet mogelijk is. Intussen treden meer mensen die er toen bij waren me bij.”

Als jij het moet benoemen: wat was de Bende van Nijvel?

“De grote circuits van geld, drugs, afpersing. Je moet ver terug in de tijd, naar de jaren 1978, eerder dan naar 1985. Zo’n Bonkoffsky is door hogere instanties als een pion ingezet om onderlinge vetes uit te vechten. Daar waren getrainde mensen voor nodig. Waar haalde je die? Het spoor naar de groep-Diane is ook niet zo nieuw.”

“Nu kun je een stapje achteruit zetten en het bredere geheel proberen te zien. In die tijd kon dat niet. Hardop zeggen dat het de rijkswacht was, dat was vloeken in de kerk. Ik weet dat petje bang was. Zijn revolver lag naast hem in de zetel en als hij ging slapen nam hij die mee. Die lag naast het bed. Hij heeft ook een alarmsysteem geïnstalleerd aan de achterkant van het appartement. Ik leefde daarin als kind, in die angst. Ik ben daarmee opgegroeid.”

Jarenlang was de Bende van Nijvel een onontwarbaar kluwen, een ondoorgrondelijk mysterie en dus een veeleer saai onderwerp. 2017 zette alles op zijn kop. Boeken en oude documentaires worden verslonden. Bij veel jongeren is de honger naar kennis niet te stillen. “Ik denk dat dat ook kwam door de aanslagen in Zaventem”, zegt David. “Terreur was opeens niet zo abstract meer. Men kon zich bij die rijen ambulances iets meer voorstellen.”

In Pano zagen we Jo, de jongen die zich die avond naast jou trachtte te verstoppen voor de Reus. Opvallend: hij heeft alle herinneringen verdrongen.

“Ja, straf, hè? Het menselijke brein zit raar in elkaar. Jo heeft een manier gevonden om wat hij toen meemaakte te overleven door het naar de achtergrond weg te duwen.”

“Het zotte is dat hij Christiaan Bonkoffsky heeft gekend. Jo en hij hadden dezelfde stamkroeg, café Beukenhof. Bonkoffsky zat daar elke dag, altijd op dezelfde plek in zijn hoekje, alleen met zijn hond. Ik heb Jo na al die jaren voor het eerst teruggezien in 2010, toen Telefacts een reconstructie draaide van de laatste 24 uur van de Bende van Nijvel.”

“En dit is wel opvallend. In 2010 komt Jo heel even op tv in Telefacts en sinds die dag heeft Bonkoffsky geen stap meer in het Beukenhof gezet. Het zit in die gevoelsmatige dingen. Zoals het feit dat die man kanker heeft en zich niet laat behandelen. In het dossier zitten foto’s van hoe ze hem hebben gevonden. Als een uitgemergelde hond. Er schoot niets van over. Een hoopje ellende. Zijn geweten heeft hem parten gespeeld. En het was al geen gemakkelijke mens, naar men zegt.”

Hoe betrouwbaar acht je je eigen herinneringen?

“Het was mijn uur nul. Er is voor mij enkel een voor en een na. Door die splitsing herinner je je alles van daarvoor juist heel goed. Ik was misschien pas negen, maar ik realiseerde me op het moment heel goed dat ze mijn vader, mijn moeder en mijn zus vermoord hadden. Die gedachte schoot door mij: ‘Ik moet van dit moment zoveel mogelijk opslaan voor later.’ Wie zijn dat? Wat voor wapens hebben ze? Wat voor kleren? Hoe lopen ze? Ik ben blijven kijken, de hele tijd.”

“En nee, ik heb niemand in de Delhaize gezien in wie ik Bonkoffsky herken, maar ik ga ervan uit dat niet alle daders in de supermarkt waren. Sommigen waren op de parking gebleven. Dat waren de bewakers. Ik denk dat dat die avond zijn functie was.”

Hebben ze gesproken?

“Ja, ze zagen dat wij hen in het oog aan het houden waren. Ik zie nog die vinger, dat gebaar van: ‘Naar beneden.’ Ze spraken Frans. Ze riepen tegen de directeur van de Delhaize: ‘La caisse! La caisse!’ Maar in de gang, waar ik lag, spraken ze een taal die ik nog nooit gehoord had. Het was geen Frans en ook geen Engels. Dat was juist voor ze Marie-Jeanne Van Mulder vermoordden. Ze lag anderhalve meter naast me. Ze hebben van alles staan roepen, maar ik verstond er niets van.”

Begrijp je waarom ze achter een kind van negen aan gingen?

“Ik heb me altijd afgevraagd waarom vier mensen van hetzelfde gezin op vier verschillende plaatsen rondom die supermarkt moesten worden afgemaakt. Dan ga je je de vraag stellen: heeft mijn vader ooit iets gezien of meegemaakt? Of mijn moeder?”

Je bedoelt: de Reus dacht te zijn herkend?

“Bijvoorbeeld. Ik zit met een heleboel van die vragen. Op de weg naar binnen begonnen ze op mij te schieten. Ze hebben me ook geraakt, maar het zullen vleeswonden geweest zijn. Ik ben binnen geraakt, waar ik achter een deur ging liggen. Toen ze binnen waren, ging die deur dicht en lag ik midden in de winkel. Ze zagen me. Bij het buitengaan zullen ze gedacht hebben: ‘Ha, die kleine van op de parking, hier zit hij.’ Hij is voor me gestopt en heeft geschoten.”

“Het was zo’n afgezaagde tweeloop, met van die grove munitie. Balletten van tien bij tien millimeter. Daarmee blaas je een auto weg. Als je daarmee op een kind van negen schiet, kan dat enkel zijn om te doden. De vraag is: waarom schieten op een kind? Die vraag komt er vooral als je zelf vader bent geworden. Je kunt je dat niet voorstellen. Hoe kun je een kind nu iets misdoen, of het nu in naam is van je geloof of van een andere overtuiging?”

Je zus Rebecca was veertien. Ze zou nu…

(onderbreekt) “…46 zijn geweest. Zou ze kinderen hebben gehad? Zou ik dan nu nonkel zijn? Misschien zou ze intussen al gescheiden zijn. Die vragen komen altijd terug, zeker in de eindejaarsperiode. We hebben drie lege plaatsen aan tafel. Ik probeer het zo leuk mogelijk te maken voor het gezin, maar in je achterhoofd blijven die vragen spoken. Het idee: hoe zou het leven zijn geweest als wij daar tien minuten eerder waren aangekomen of tien minuten later? Ik kan me Rebecca niet voorstellen in het heden. Ze blijft voor mij veertien. Mijn moeder blijft 38, ook al zou ze nu 70 zijn geweest.”

Daags nadat Jef Vermassen eind oktober op TV Oost zijn eerste bommetje had gegooid en verkondigde dat hij de naam van de Reus kende, had David een gesprek met Patrick De Schutter, de vroegere tweede brigadecommandant bij de rijkswacht in Aalst. De naam Bonkoffsky was nog niet gevallen, maar van de inmiddels als korpschef in Lede gepensioneerde De Schutter kreeg David te horen dat die avond “van hogerhand” was bevolen de rijkswachtpatrouille die de Delhaize moest bewaken om 19.30 uur te doen vertrekken.

In de zes weken daarvoor was die patrouille altijd gebleven tot 20 uur. Nu was er dat merkwaardige bevel. En exact om 19.33 uur arriveerde de Bende.

Voor Jef Vermassen was dat de ‘gouden tip’. Men hoefde slechts uit te zoeken wie dat bevel had gegeven, maar in Charleroi werd het verhaal weggewuifd als oud nieuws.

“Patrick De Schutter is een verklaring gaan afleggen bij de politie in Aalst omdat ik tegen hem had gezegd dat hij dat moest doen. Ik heb hem letterlijk gezegd: ‘Nu moet gij vertellen wat ge weet.’ Hij zei: ‘Ja, dat is goed.’ Op de laatste vergadering met de onderzoeksleiding hoorde ik dat hij tegen de speurders iets totaal anders heeft gezegd. Ik heb daarom een confrontatie met hem aangevraagd.”

“De confrontatie werd me geweigerd en dus heb ik hem zelf opgebeld. Ik zei: ‘Leg dat eens uit.’ Toen heeft hij toegegeven dat hij die avond niet op kantoor was en een voetbaltoernooi organiseerde. In zijn eerste versie was hij het die zelf na instructies van hogerhand het bevel had doorgegeven en zich pas later bewust werd van wat hij had gedaan.”

“Het is intussen allemaal uitgezocht. Men acht bewezen dat de man die avond geen dienst had en met die voetbalmatch bezig was. Maar wat is er dan waar van wat bij de rijkswacht in 1985 allemaal op papier werd gezet? Volgens de processen-verbaal in het dossier bevond de patrouille zich aan de Villalaan. Nu zijn er mensen van de toenmalige rijkswacht Aalst die zeggen: ‘Weet je waar die mannen waren? Ze waren allemaal aanwezig bij de voetbalmatch.’ Die match – rijkswachters onder elkaar – was in Terjoden, bij Erembodegem. Niemand kan het bewijzen, maar volgens ooggetuigen stonden de mannen die de Delhaize moesten bewaken daar. Dan vraag je je af: ‘Wat voor een soep is dit?’ Het blijft wel een feit dat ze daar niet waren, terwijl ze daar hadden moeten zijn.”

En dat de daders dat misschien wisten.

“Ik heb altijd horen vertellen, door mijn opa en ook door anderen, over de spookpatrouille op de parking. Dat was een R4’tje van de rijkswacht dat al voor de overval op de Parklaan rondreed en tijdens de overval voor de Delhaize geparkeerd stond met twee gewapende rijkswachters erin. Die stonden met hun rug naar de overval, hun wapen gericht naar de andere kant. Ze grepen niet in. Het rare is dat die patrouille bij navraag officieel niet bestond.”

Je opa werd daar gek van, dat hij daar nooit een antwoord op kreeg. Hij bleef maar herhalen dat hij ze vanuit zijn raam met eigen ogen heeft gezien.

“Er zijn nog andere mensen die dat kunnen bevestigen. Er is geen verklaring voor. De onmacht die mijn opa moet hebben gevoeld, is enorm. Ik voel die nu nog, en je hoopt dat het ooit eens stopt.”

“Men komt nu met Peter van Koppen, een Nederlandse expert. Terwijl ik denk: het staat allemaal in het dossier. Bekijk de verklaringen van Martial Lekeu. Het is niet allemaal even helder, maar de grote lijnen hebben we wel. Je hebt geen buitenlandse expert nodig. We hebben wat eerlijkheid nodig.”

Als plot in een filmscenario zou het worden geschrapt. Het joch van negen dat ruim 30 jaar later als veertiger de game changer wordt in het al die tijd in het slop zittende gerechtelijke onderzoek. Pas toen David de forcing voerde en met Marc Van Damme naar Charleroi trok, werd het Bonkoffsky-spoor ernstig genomen. “Het verhaal komt van meerdere kanten”, zegt hij. “Van zijn ex, van zijn broer, van zijn jeugdvriend. Bonkoffsky zat trouwens gelijktijdig met Martial Lekeu bij de groep-Diane.”

Heb je vertrouwen in het uitgebreide onderzoeksteam?

“Dat zal ik pas over een jaar kunnen zeggen. Is er werkelijk iets veranderd of niet?”

Na de laatste bijeenkomst van de onderzoeksleiding en de slachtoffers voelde je vooral weer fatalisme.

“Daar wil ik niet aan toegeven, aan dat gevoel. Ik wil geen slachtoffer zijn, maar een overlever. Ik wil niet de hele tijd klagen en zagen. Ik heb het overleefd en ben ondanks alles toch ergens geraakt. Wat me aan het onderzoeksteam ergert, is dat er vooral veel ruzie wordt gemaakt.”

Je doelt op de aantijgingen als zou de wapenvondst in Ronquières zijn gemanipuleerd?

“Waarom gaan ze niet allemaal rond de tafel zitten? Freddy (Troch, de Dendermondse onderzoeksrechter die in 1986 de wapens van de Bende terugvond in het kanaal, DDC) zegt dat ook: ‘In plaats van ruzie met ons te maken: nodig ons uit. Wat heb je gevonden tegen ons? We zullen proberen te antwoorden.’ Nee, wat doen ze? Ze sturen een patrouille uit en pakken die mannen op.”

“Er is te veel machogedrag in dit dossier. Te veel mensen die zich naar voren werken met een attitude van: ‘Allemaal opzij, ik ga het hier eens oplossen.’ Misschien moet dat dan maar het voornemen voor 2018 worden, eerder dan een Nederlandse professor in te huren: minder machogedrag.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

De Bende van Nijvel vermoordde de vader van Nathalie en Diederik Palsterman: “Ik wéét dat de waarheid aan het licht gaat komen”

Chris Bonkoffsky dé wending in het onderzoek? Daar geloven ze niet in. Diederik en Nathalie Palsterman hopen eerder op de toekomst om eindelijk te weten wie de Bende van Nijvel was, die hun vader 32 jaar geleden vermoordde. “De gedachte dat mijn eigen kind zo’n verdriet zou moeten meemaken, is ondraaglijk.”

Wat voorafging

Ex-rijkswachter Chris Bonkoffsky zou op zijn sterfbed aan zijn broer bekend hebben dat hij de Reus van de Bende van Nijvel was, schreef deze krant op 21 oktober van dit jaar. De Bende schokte België in de jaren 80 met een reeks moorden en overvallen, waarbij 28 doden en minstens 40 gewonden vielen. Tot op vandaag is niet bekend wie er achter de Bende schuilging.

Het nieuws over Bonkoffsky leek dé doorbraak in het onderzoek te worden, ook voor Nathalie en Diederik Palsterman. Hun vader Jan werd in 1985 door de Bende vermoord op de parking van de Delhaize in Aalst. Sindsdien hopen ze dat de waarheid ooit nog aan het licht komt.

Het is een woonkamer die warm is en waar koffie en pralines op de tafel staan. Ergens tikt een klok de dag weg. Een knalrood kussen in het hoeksalon is bedrukt met ‘knuffels’ en in een andere zetel doet de golden retriever hard zijn best om even niet te slapen. Niets in deze heel gewone woonkamer doet denken aan een drama. Maar het drama was er wel, 32 jaar geleden, in deze familie, in deze stad.

Op 9 november 1985 om half acht ’s avonds werd Jan Palsterman vermoord. Hij was de vader van Diederik en Nathalie Palsterman, die hier aan tafel zitten in dit huis in Aalst. Op de parking van de Delhaize kreeg hij een kogel in het hoofd van iemand van de Bende van Nijvel. Wie die iemand was, weten de Palstermans nog altijd niet. Net zomin als wie de Bende was.

Diederik Palsterman werkt in de drukkerij in Lokeren waar ook De Morgen wordt gedrukt, maar op 20 oktober van dit jaar had hij de kranten van de dag erop niet van de persen zien rollen. Het was in zijn eigen huis, de volgende ochtend bij het ontbijt, dat hij in Het Laatste Nieuws dit bericht las: de zogenaamde Reus van de Bende zou Chris Bonkoffsky zijn, een ex-rijkswachter uit Aalst. Dat zou hij aan zijn broer bekend hebben toen hij op zijn sterfbed lag.

Met dat nieuws werd de perceptie gecreëerd dat we misschien eindelijk te weten zouden komen wie de Bende was. Ondertussen zijn die verwachtingen weer weggedeemsterd. Hoe hebben jullie die nieuwe wending in het onderzoek beleefd?

Diederik Palsterman: “Ik dacht direct: daar zijn ze weer. Herinner u het verhaal van Jean-Marie Tinck (die in mei 2014 werd aangehouden en mogelijk het raadsel van de Bende zou kunnen oplossen, red.). Dat spoor is allang weg. Het enige wat ze hadden, was een vage bekentenis die hij op een boot gedaan had.

“Of Patrick Pilarski, wie spreekt daar nog over? Die dook in september van dit jaar op, maar ondertussen heeft niemand het nog over hem. En nu zou het Bonkoffsky zijn? Ach, de onderzoekers hebben niks. Niks. Voor mij is de vraag dus: wanneer gaan ze nu eindelijk met iets concreets komen? Ze zitten nochtans in de goede richting. Ze durven ten minste al uit te spreken dat de rijkswacht en extreemrechts erbij betrokken waren. Dat is al iets.”

Is dat de piste waarin jullie geloven?

Nathalie Palsterman: “Het is op zijn minst een piste die men volledig moet uitspitten. Het onderzoek is gedwarsboomd, dat hebben wij altijd gezegd. Er mogen dingen niet aan het licht komen. Daarom zijn we dit jaar begonnen met een crowdfunding om het dossier door onafhankelijke experts te laten doorlezen, zonder inmenging van politiek of justitie.”

Er waren berichten over de Nederlander Peter van Koppen die het dossier als onafhankelijke zou bekijken. Hij is hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam en loste eerder moeilijke moordzaken op. Van Koppen werd verzocht een raming te maken en schatte de kostprijs voor zijn werk op 900.000 euro.

“Hij heeft zijn diensten zelf aangeboden,” zegt Nathalie Palsterman, “maar alle opties moeten grondig bekeken worden. Wanneer het uiteindelijke verzoekschrift ingediend wordt, is het de onderzoeksrechter die erover beslist.”

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft gezegd dat de kosten door Justitie zullen worden gedragen, wat wettelijk ook niet anders kan. De crowdfunding van de Palstermans zal dan niet meer nodig zijn.

Een onafhankelijke blik op het onderzoek naar de Bende zou veel voor jullie betekenen?

Nathalie: “We moeten met onze voeten op de grond blijven: het is geen garantie. Maar voor mij is het wel de laatste kans. Ik vind het heel belangrijk om te kunnen zeggen dat we hebben gedaan wat we konden doen. Ik zie het ook als een soort van proefproject. Als het lukt, hoop ik dat men het ook voor andere onopgeloste zaken in België kan implementeren.

“Wat ik wel wrang vind, is dat één persoon, de onderzoeksrechter, kan beslissen of het dossier al dan niet door een onafhankelijke kan worden bekeken. Dat geldt ook voor alle tips die binnenkomen bij het gerecht, bij de politie of bij ons. Niet de onderzoekers bepalen of een tip wordt onderzocht, wel de onderzoeksrechter. Ik begrijp dat het de wet is, maar dan vind ik het een slechte wet.”

Waarom is het 32 jaar later nog altijd zo belangrijk voor jullie om te weten wat er exact gebeurd is met jullie vader?

Diederik: “Omdat er van alles gesuggereerd is geweest. Sommige journalisten schreven dat er een reden was waarom hij vermoord werd, want voor zijn werk was hij in Zaïre (zoals Congo toen werd genoemd, red.) geweest, en dus was hij een diamantsmokkelaar. Sommige journalisten schreven dat mijn moeder de opdrachtgever van de Bende van Nijvel was, omdat mijn ouders net gescheiden waren. Tegen zulke berichten kun je niks doen. Je moet ermee leren te leven.”

Nathalie: “Zelfs van David (Van de Steen, die bij de overval in Aalst op 9 november zijn beide ouders en zusje vermoord zag worden door de Bende, red.) hebben we op een gegeven moment de vraag gekregen of onze moeder er iets mee te maken kon hebben. Het zou wel hallucinant zijn als ons va het doelwit geweest zou zijn.”

Diederik: “Ja, het zou heel straf zijn als ons va erbij betrokken was.”

Nathalie: “Als werfleider had hij wel in het buitenland gewerkt, maar bij zijn terugkomst had hij vijf kinderen om voor te zorgen. Hij was een gewone huisvader, en we leefden sober, zonder luxe. We hadden geen telefoon of internet. Doe het dan maar eens, diamantsmokkelaar zijn. Bovendien zouden we dan wel een ander leven hebben gehad.”

Diederik: “Mijn echtgenote heeft me geleerd om niet kapot te gaan aan dat soort van berichten. Ze heeft me gezegd: ‘Blijf bij jezelf. Wat weet jij over je vader? Wat is je gevoel?’ Het plan was eigenlijk om in de namiddag naar de Delhaize te gaan, niemand kon weten dat we er om halfacht zouden arriveren. Dat zijn de feiten. En wij weten hoe ons va was.”

Er is ook geschreven dat het vreemd was dat jullie net die avond naar de Delhaize gingen, want daar gingen jullie nooit naartoe.

Diederik: “Dat klopt, wij gingen altijd naar de Aldi, die was dichterbij. Maar onze zus Irena had die dag babypoeder nodig voor haar baby’tje, en waarschijnlijk hadden ze dat merk alleen in de Delhaize.”

Nathalie: “De man van Irena zat in het buitenland, en ze had die namiddag aan ons va gevraagd of hij met haar naar de Delhaize wilde rijden. Maar ze zijn blijven hangen, om spelletjes te spelen en te kaarten, en dus zijn ze veel later vertrokken. Ik was niet thuis, ik was aan het werken.”

Mijnheer Palsterman, u was twaalf, en hebt alles meegemaakt.

Diederik: “We waren nog maar enkele minuten binnen in de Delhaize, we hadden onze boodschappen al gedaan, denk ik, en ineens brak er paniek uit. Mensen huilden en riepen, glas brak. Ik dacht: ‘Ik moet naar de parking, want vader is daar.’ Maar toen kwam er een man die tegen mij en Irena zei: ‘Kom, we gaan ons verstoppen.’ In feite heeft die man mijn leven gered. Eind 2015 heb ik aan de speurders gevraagd uit te zoeken wie hij was, zodat ik met hem kon praten. Maar enkele dagen na Nieuwjaar kreeg ik telefoon met de mededeling dat hij pas was overleden.”

Waarom hebt u daar zolang mee gewacht?

Diederik: “Eigenlijk is alles bij mij maar losgekomen met de mogelijke verjaring van het dossier in 2015. We moesten onze vraag om het dossier niet te laten verjaren toelichten bij minister Geens. Ik had op voorhand een brief geschreven. De laatste zin was: ‘Als u die verjaring laat gebeuren, dan geeft u het signaal dat de feiten niet gebeurd zijn, en dan vraag ik aan u: wanneer komt mijn vader naar huis?’

“Toch was het dubbel. Het onderzoek werd met tien jaar verlengd, maar als het dossier wel verjaard was, hadden de speurders al mogen praten. Dan hadden we nu misschien veel meer geweten. Maar ik spreek vooral als slachtoffer. Iemand die deelgenomen heeft aan de Bende en ongestraft zou blijven, dat kun je toch niet verantwoorden? Daders moeten toch ten minste het gevoel hebben dat ze gepakt kunnen worden?

“Toen het dossier dreigde te verjaren, wilde ik ook weten wat er juist gebeurd was op die parking. Geen enkel verhaal in de pers daarover klopt.”

Hoe is uw vader dan wel juist gestorven?

Diederik: “Ik weet perfect waar zijn auto stond toen ze op hem schoten. Hij reed in de richting van het gevaar.”

Nathalie: “Ze hadden ons dat moeten zeggen. (met tranen in de stem) We hebben daar twintig jaar mee rondgelopen en nooit heeft iemand ons verteld wat er werkelijk is gebeurd.”

Diederik: “Het was zogezegd het geheim van het onderzoek, maar ik moest en zou het weten. In het ene artikel stond dat hij drie kogels had gekregen, in het andere artikel was het een genadeschot.”

“Dit is er echt gebeurd: mijn vader is het tweede deel van de parking opgereden, en terwijl hij aan het rijden was, is er vanop 18 meter op hem geschoten. Hij moet het gezien hebben, want hij heeft nog geprobeerd zich te bukken terwijl hij reed. Daarom is de kogel achteraan door de ruit gegaan. Het was een cartouche die geladen was met twaalf loden bollen van 9 millimeter. Drie bollen zijn in zijn hoofd terechtgekomen.”

Nathalie: “(snikt) Hij moet het ergens beseft hebben, want er is ons ook gezegd dat hij een zakdoek met bloed op in zijn hand had.”

Diederik: “Hij heeft nog geprobeerd het te stelpen.”

Nathalie: “Dat hebben we ook nooit geweten. Terwijl het al een hele tijd in het dossier zat. Maar nooit hebben wij iemand van de speurders uit Dendermonde gezien.”

Diederik: “Sommigen van die cel hebben spijt. Ze beseffen dat ze aandacht voor de slachtoffers gehad hadden moeten hebben.”

Nathalie: “Als minderjarigen hadden we geen recht op informatie. Maar het is net alsof ze dachten dat wij altijd kinderen zouden blijven.”

Hoe is het contact met de andere nabestaanden?

Nathalie: “Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Overijse, Aalst, het is allemaal anders. We hebben altijd vooral contact gehad met David. Ik bewonder hem. Hij is enorm sterk. Maar als ik een gouden tip had, zou ik er nooit mee naar de pers gaan. (Ze verwijst naar Jef Vermassen, advocaat van David Van de Steen, die begin november in de media verklaarde dat er een gouden tip was binnengekomen die de zaak zou kunnen ophelderen, red.) Toch heeft hij misschien een punt als hij zegt dat het de enige manier is om nog iets te bereiken in dit verhaal.”

Diederik: “David en ik sms’en af en toe. Ik had hem op 9 november op de radio gehoord en stuurde hem dit bericht (neemt zijn telefoon en leest voor): ‘Mooi en moedig gesprek, David.’ En toen ik enkele weken geleden in de reportage van ‘Pano’ zat, stuurde hij me dit: ‘Heel mooi, Diederik. Steek nooit je gevoel of je emotie nog weg. Ons levenspad is anders dan gewone mensen. We moesten zo snel groot zijn in ons leven. Onze vaders zouden trots zijn dat hun zonen na 32 jaar nog niet opgegeven hebben. Ik voelde jouw verdriet en ik herkende het ook.’”

Jullie hebben niet het pad bewandeld van de meeste mensen, zegt hij. In welke mate heeft de dood van jullie vader jullie leven beïnvloed?

Diederik: “(vecht tegen zijn tranen) Het heeft op alles een invloed gehad. Pas op, we zijn er ook toffe mensen door geworden. (hij lacht, zijn zus ook) Ja, ik denk dat. Omdat je anders bent.”

Nathalie: “Ik voel me soms een buitenbeentje. Niet dat ik me altijd slecht voel. (stokt) Wat ik altijd verschrikkelijk heb gevonden, is dat ze ons uit elkaar hebben gehaald.”

Diederik: “Zes kinderen kun je niet samenhouden.”

Nathalie: “Onze ouders waren aan het scheiden. In september 1984 werden we voorlopig aan ons va toegewezen, nadat we van onze moeder waren weggelopen. Hij verkreeg in januari 1985 definitief het hoederecht over ons.”

Diederik: “Toen hij terugkwam van een buitenlandse werf in Zaïre, wou mijn moeder hem niet meer in huis. Hij moest direct buiten. Het werd een vechtscheiding. Dat heeft ons veel pijn gedaan. We wilden bij hem zijn. Zij had niet bewezen dat ze in staat was voor ons te zorgen.”

En toen jullie vader is gestorven, zijn jullie elk op een andere plek terechtgekomen?

Diederik: “Mijn vader had veel broers en zussen, en iedereen heeft iemand van ons ten laste genomen.”

Nathalie: “Ik ben de enige die niet bij familie is terechtgekomen. Het was voor alle partijen erg moeilijk. Ze moesten getraumatiseerde kinderen opvangen en kregen daar geen enkele hulp bij. En omdat we uit elkaar gehaald zijn, hebben we elkaar jaren niet gezien. Pas toen een van onze broers in het weeshuis terechtkwam, is Diederik bij hem gaan wonen, en ben ik hen weer kunnen gaan opzoeken.”

Diederik: “Ik hoor liever sociaal-pedagogisch huis. Weeshuis heeft een negatieve klank. Terwijl ik daar graag was. Ik was er vrij. Ik mocht er roken en een lief hebben. (lacht)”

Hebben jullie over dit alles nog met jullie moeder kunnen spreken?

Diederik: “Ik heb in de jaren 90 nog enkele keren contact met haar gehad, maar sindsdien hebben we onze moeder niet meer gezien. Ik heb het haar altijd kwalijk genomen dat zij de voedingsbodem was van de geruchten dat Jan Palsterman een diamantsmokkelaar was.”

U weet zeker dat het van haar komt?

Diederik: “Ja, dat weten we zeker. Dat je een scheiding niet kunt verwerken, dat kan ik begrijpen. En dat ze het erg vond dat wij aan ons va toegewezen werden, dat begrijp ik ook. Maar moet je daarom iemand in zo’n slecht daglicht stellen?”

Jullie zijn er wel in geslaagd een leven uit te bouwen. Er is getrouwd, er zijn kinderen gekomen.

Diederik: “Zeker, iedereen heeft zijn leven en zijn werk.”

Nathalie: “Maar niet bij iedereen zijn er kinderen. Onze Jan heeft altijd gezegd dat hij er geen wou.”

Diederik: “Ik heb er ook bewust geen. Ik kan de gedachte niet verdragen dat mijn kind zo’n verdriet zou moeten meemaken. Gelukkig dacht mijn echtgenote er hetzelfde over.”

Nathalie Palsterman krijgt telefoon. Ze blijft lang weg. Het gesprek gaat verder met Diederik Palsterman alleen. Wat hoopt hij dat 2017 nog zal brengen? De goedkeuring van onderzoeksrechter Martine Michel om het dossier over de Bende door een onafhankelijke expert te laten onderzoeken, zegt hij.

“Het zou echt een opening zijn in een pot die altijd dichtgebleven is. Het gaat nog uitkomen, daar ben ik van overtuigd. Ken je het nummer ‘Time Is on My Side’ van The Rolling Stones? Ik ben 44, met een normale levensverwachting zal ik nog te weten komen wat er is gebeurd. Zeker weten. Het moet. Niet alleen voor de nabestaanden. Ook voor iedereen die ooit ten onrechte in verband gebracht is met de Bende van Nijvel. Er zijn duizend verdachten in het dossier. En een stuk of dertig Reuzen. Het is een kluwen. Voor iedereen die eronder geleden heeft, moet het uitkomen.”

Zou u soms willen wisselen met vroegere klasgenootjes die in normalere omstandigheden groot zijn geworden?

Diederik: “Dat is een rare vraag. (denkt na en slikt iets weg) Misschien is mijn antwoord ook raar: niet zonder mijn vader. (zwijgt even) Het was een goede vraag. Nee, ik had geen ander leven gewild zonder mijn vader. Ik ben blij dat hij er geweest is. Ik vraag me nog vaak af: ‘Wat zou hij nu gezegd hebben?’ Hij was iemand met principes en ideeën, hij was creatief, hij zette zich zo hard in.”

“Jaren heeft hij van ’s morgens tot ’s avonds als stukadoor gewerkt en volgde hij daarbij nog avondschool om een diploma van werfleider te halen. Hij is een voorbeeld geweest. Van iemand die alles kon, maar pech gehad heeft in het leven.”

Bron » De Morgen | Sofie Mulders