Raad van Europa: “België moet regels over nevenactiviteiten politie herzien”

België moet het systeem voor de toekenning van nevenactiviteiten aan politieagenten herzien. Dat zegt Greco, het anticorruptieorgaan van de Raad van Europa, bij de publicatie van zijn vijfde evaluatierapport. Ook roept Greco ons land op de regels voor de integriteit van de ministers en hun kabinetsleden aan te scherpen.

De federale politie van België heeft een goed imago bij de bevolking, maar ze heeft een gebrek aan middelen, die onder meer de diensten voor preventie en bestrijding van corruptie treft, zegt Greco (Groep van Staten tegen Corruptie) vandaag in een persmededeling.

De beperkingen op de uitoefening van nevenactiviteiten bij de federale politie werden volgens de groep onlangs bijna volledig opgeheven. “Deze verandering roept veel vragen op in het licht van de preventie van belangenconflicten”, klinkt het in het rapport. “Greco meent dat de uitoefening van nevenactiviteiten door transparante criteria en door een effectieve controle moet worden omkaderd. “Meer algemeen moet het hele interne controlesysteem meer proactief zijn.”

Geen integriteitsbeleid of deontologisch kader

Voorts is er volgens Greco omzeggens geen integriteitsbeleid noch een deontologisch kader van toepassing op de ministers in België. “Volledig naar hun believen kunnen ze kabinetsleden aanwerven en verlonen.” Dus moeten inspanningen worden gedaan om de voorwaarden voor de aanwerving en tewerkstelling van kabinetsmedewerkers te omkaderen en om hun activiteit transparanter te maken.

Greco zal de uitvoering van de jongste aanbevelingen aan België in 2021 evalueren. De verbeteringen in de aangifte van mandaten die werden doorgevoerd na de vorige evaluatie door Greco, moeten worden voortgezet, zo staat nog in de mededeling.

Bron » Het Laatste Nieuws

Strijd tegen corruptie krijgt versterking

De anticorruptiespeurders van de federale politie krijgen versterking. Eric Snoeck, de nieuwe directeur van de federale gerechtelijke politie, wil het aantal speurders opdrijven van 22 naar 66.

De Centrale dienst voor de bestrijding van de corruptie (CDBC) is al jaren een van de ondergeschoven kindjes van de federale politie. Uit een toezichts­verslag van het federale parket over de dienst bleek dit voorjaar dat het CDBC tekortschiet in zijn opdracht. Magistraten rekenen op het CDBC om de zware corruptiedossiers uit te spitten, zoals dat rond de Regie der ­Gebouwen, Kazachgate, het gesjoemel van MR-politicus Serge Kubla of recenter de matchfixing in het Belgische voetbal. Maar sinds 2015 ­onderzoekt het CDBC amper nog private corruptie.

Snoeck wil dat veranderen. ‘Corruptie en zware financiële criminaliteit moeten opnieuw de corebusiness van de federale gerechtelijke politie worden’, zegt hij. Hij wil het kader van 66 mensen bij de CDBC zoveel als mogelijk ­opnieuw invullen. Nu werken er amper 22 mensen. ‘Het gaat om dossiers met een groot maatschappelijke belang. Als we die speurders niet hebben, is dat een probleem voor ons land.’

De plaatsen zijn intussen open­gesteld. Ook andere centrale diensten van de federale gerechtelijke politie kunnen rekenen op een doorstart: de CDGEFID, bevoegd voor de zware financieel-economische criminaliteit, de ­Federal Computer Crime Unit, het FAST-team dat voortvluchtige veroordeelden opspoort, en de afdeling die ­onderzoek voert naar misdrijven binnen Defensie.

Met de steun van Geens

Die versterking gaat in tegen een trend die al jaren heerst bij de federale gerechtelijke politie. Gespecialiseerde diensten in Brussel werden afgebouwd ten voordele van de teams in de gerechtelijke arrondissementen.

Snoeck beklemtoont dat het zwaartepunt van de FGP in de arrondissementen blijft liggen, maar vindt ook dat de centrale diensten die zelf onderzoeken voeren, zoals de CDBC, voldoende sterk moeten zijn. Voor zijn plannen vindt hij steun in een koninklijk besluit dat de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken opstelden en intussen tekenden.

‘Daardoor kunnen de centrale diensten ook toekomstgericht werken’, zegt Sieghild Lacoere, woordvoerster van ­minister van Justitie Koen Geens (CD&V). ‘De parlementaire onderzoekscommissie rond de aanslagen van 22 maart 2016 heeft gezegd dat die centrale diensten geherwaardeerd moeten worden, net zoals het ­Comité P.’

Bron » De Standaard

Voortdurende petjeswissel ondermijnt rechtspraak

Advocaten, notarissen en professoren worden in ons land massaal opgevorderd als plaatsvervangend rechter. Dat staat de objectiviteit van de rechtspraak in de weg, oordeelt de Raad van Europa. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) belooft beterschap.

Rechter en partij spelen. Veel advocaten doen het in ons land. Niet in dezelfde zaak natuurlijk, wel treden velen onder hen tegelijk op als plaatsvervangend rechter. Regelmatig vellen ze vonnissen over domeinen waar ze ook actief zijn als advocaat. Is hun neutraliteit dan wel gewaarborgd? De voortdurende petjeswissel is een bedreiging voor objectieve rechtspraak in ons land, oordeelt Greco (Groep van Staten tegen Corruptie).

Greco is een orgaan van de Raad van Europa, dat zich bezighoudt met de strijd tegen corruptie en pleit voor meer transparantie bij overheid, gerecht en politiek. In totaal zijn er zo’n 45 landen lid, van Oekraïne tot Ierland en van Noorwegen tot Spanje. Hun laatste rapport over België werd onlangs voorgesteld in de Kamer.

Daarbij worden onder meer de plaatsvervangende rechters op de korrel genomen. Wat vooral tegen de borst stuit, is hun dubbele functie: nu eens advocaat, dan weer rechter. Zo was het enkele jaren geleden mogelijk dat een fiscale topadvocaat zetelde als rechter in het Brusselse hof van beroep en uitspraken moest doen over… fiscale dossiers. De plaatsvervanger kon vonnissen uitvaardigen waarbij hij wetteksten een specifieke interpretatie geeft. Die precendenten zou hij later als advocaat zelf kunnen aanhalen in zijn pleidooien. Een op zijn minst dubbelzinnige situatie.

De functie van plaatsvervangend rechter werd in de jaren 70 ingevoerd, als een soort lapmiddel bij noodgevallen. Advocaten, maar ook notarissen en professoren, kunnen sindsdien worden opgevorderd om even rechter te spelen, zodat de zaak niet uitgesteld moet worden omdat er geen rechter voorhanden is.

Door onderfinanciering en personeelstekorten op Justitie (“en misschien ook uit gemakzucht”, schrijft het Greco-rapport) is het systeem schering en inslag geworden. Naar schattig zijn er momenteel zo’n driehonderd plaatsvervangende rechters actief. Ze worden in zowat elke rechtbank ingezet, schrijft het rapport.

Greco klaagt aan dat de plaatsvervangende rechters onvoldoende worden getest op hun kwaliteiten. Ze moeten bijvoorbeeld geen examens afleggen. Ook worden ze nauwelijks betaald voor hun geleverde werk, dat vaak verder gaat dan waarvoor ze gemandateerd zijn. Regelmatig schrijven ze immers mee aan vonissen.

De Hoge Raad van Financiën klaagde de kwestie al meermaals aan, een laatste keer vorige zomer. Ze kregen toen de steun van de Orde van Vlaamse Balies. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) geeft aan dat hij werkt aan een oplossing. Zo kunnen wat hem betreft rechters op rust opgevorderd worden. Ook is er in de hervorming van Justitie voorzien dat rechters buiten hun arrondissement actief kunnen zijn, wat mogelijke gaten moet opvullen. Daarnaast wil hij in overleg met de Hoge Raad van Justitie bekijken hoe de objectiviteit beter gewaardborgd kan worden, onder meer via opleidingen.

De toegenomen mobiliteit van de rechters lost niet veel op, oordeelt Groen-Kamerlid en justitiespecialist Stefaan Van Hecke. “We zien dat nu al in Dendermonde. De gaten die daar vallen, moeten opgevangen worden door rechters uit Gent. Waardoor er dáár opnieuw personeelstekorten ontstaan.” Veel plaatsvervangende rechters doen uitstekend werk, geeft hij aan. Maar om de objectiviteit te garanderen, moeten ze opnieuw enkel in uitzonderlijke gevallen optreden, vindt hij. “En daarvoor zal nu eenmaal meer personeel nodig zijn.”

Andere aandachtspunten:

  • Weinig transparantie en regelgeving van lobbywerk in de politieke besluitvorming. Onder meer de diamantlobby wordt met de vinger gewezen.
  • De regelgeving rond partijfinanciering is aan opfrissing toe. Sommige wetten dateren van 1931. Giften zijn gelimiteerd, sponsoring niet.
  • De samenstelling van de Hoge Raad van Justitie is te politiek.
  • Corruptiebestrijding lijkt geen prioriteit meer voor de overheid. De Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie (het vroegere Hoog Comité van Toezicht) heeft te weinig slagkracht.
  • De afkoopwet, waarbij de mogelijkheid tot minnelijke schikkingen werd uitgebreid, staat het onafhankelijke werk van rechters in de weg.

Bron » De Morgen

Corruptie bij aankoop wapens politie?

Het gerecht onderzoekt of er bij de aankoop van de wapens van de politie smeergeld is betaald. Het lastenboek was zo opgesteld dat enkel het Amerikaanse Smith & Wesson overbleef en concurrenten zoals FN uit Herstal naast de bestelling grepen.

Drie mensen zijn door de onderzoeksrechter in verdenking gesteld voor actie en passieve corruptie. Het gaat om een commissaris van de aankoopdienst van de federale politie, een lid van de evaluatiecommissie en een wapenhandelaar. Het parket van Brussel moet nog beslissen wie voor de rechter zal moeten verschijnen.

Bron » De Morgen

Belgische overheid en bedrijfswereld vatbaar voor corruptie

De ministeriële kabinetten moeten drastisch worden ingekrompen en er moet een duidelijke taakverdeling komen tussen de kabinetten enerzijds en de administratie anderzijds. Dat is een van de aanbevelingen in een rapport van Transparency International over corruptie en integriteit in België.

Het onderzoek, dat werd uitgevoerd in samenwerking met drie Belgische universiteiten, is relatief mild voor ons land. In vergelijking met de rest van de wereld scoren we goed wat betreft integriteit, een concept dat Transparency hanteert als tegenovergestelde van corruptie. De regering, de openbare diensten en het bedrijfsleven vormen echter zwakke schakels.

“Op dit moment is er in België geen nationale strategie tegen corruptie”, zegt Jeroen Maesschalck van de KU Leuven, die het onderzoek leidde. “Dat uit zich in verschillende kleine zaken. Op het gerechtelijk niveau hebben onderzoeksrechters bijvoorbeeld te weinig bevoegdheden om vermogensaangiften te consulteren.”

Volgens minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) zullen veel problemen worden opgelost door de recente herindeling van de gerechtelijke arrondissementen en de kruispuntdatabank die in het vooruitzicht wordt gesteld.

Op het uitvoerende niveau loopt bij de politieke partijen een en ander mis. De commissie die de uitgaven van de partijen controleert is volledig samengesteld uit parlementsleden en de partijen zijn niet verplicht hun uitgaven te publiceren op hun websites. Bij de ambtenarij zou Transparency graag een strengere tuchtregeling zien en een wetgeving rond klokkenluiders.

Ondanks verschillende parlementaire initiatieven zijn die nog steeds niet beschermd. Dat laatste is volgens staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (SP.A) dan ook geen prioriteit. “Ik heb er mijn twijfels bij of dat veel zou uithalen. De versterking van de auditprocedure waaraan we werken zal meer zoden aan de dijk zetten.”

Crombez wil zich wel inzetten voor een hogere mate van integriteit bij de privébedrijven, al is dat een uitdaging van formaat. “De afgelopen jaren zijn er welgeteld vijf veroordelingen uitgesproken voor corruptie bij ondernemingen, tegenover 397 met betrekking tot ambtenaren.”

Volgens Transparency International zijn ook onze politiediensten voor verbetering vatbaar. Onder meer de politieke rol in de benoemingsprocedure wordt in vraag gesteld. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) is verbaasd: “Sinds de politiehervorming verloopt de rekrutering en benoeming volgens strikt objectieve procedures.”

Bron » Knack