Advocaat-generaal Bernard Dauchot trad woensdag voor het Brusselse assisenhof in de voetsporen van de advocaat van de burgerlijke partij. Hij had het eveneens over de vele leugens van de beklaagde. Pas drieënhalf jaar na de feiten gaf Naïme El Atmani schoorvoetend toe dat zij aanwezig was geweest bij de moord op Maroun Hage en Naima Chahin. Wat het aandeel van de beschuldigde in de roofmoord betreft, stelde de aanklager dat daarmee pas moet worden rekening gehouden bij de afweging van de strafmaat. Deelname aan roofmoord, weze het als dief of als dader van de doodslag, komt automatisch neer op mededaderschap aan het ergste feit.
“Op de schuldvraag kan slechts met ja of neen geantwoord worden. Vermits de beklaagde met haar gewapende vriendin Yasmine Ben Hadi de woning van de slachtoffers is binnengedrongen, is het duidelijk dat zij samen de slachtoffers wilden bestelen. Ze heeft bekend de woning mee te hebben doorzocht. Ze heeft de slachtoffers niet gewaarschuwd noch in bescherming genomen tegen de vermoedelijke hoofddader. Het mededaderschap staat derhalve vast en dus kan er op de schuldvraag slechts bevestigend worden geantwoord.”
“Een neen zou betekenen dat de beklaagde vrijuit gaat en onmiddellijk haar misdadige activiteiten kan hervatten”, besloot de openbaar aanklager.
Bron » Gazet van Antwerpen