Geens krijgt groen licht voor vijfde en laatste potpourri-wetsontwerp

Justitieminister Koen Geens (CD&V) heeft vandaag het fiat gekregen van de ministerraad voor zijn laatste potpourri-wetsontwerp, bedoeld om snel voor meer efficiëntie te zorgen bij Justitie. De tekst sleutelt onder meer aan de adoptieregels en de problematiek van kinderontvoeringen naar het buitenland, voert een centraal erfrechtregister in en maakt videoconferenties bij de notaris mogelijk.

Op twee jaar tijd stoomde Geens vijf stevige wetsontwerpen klaar, stuk voor stuk bedoeld om te vereenvoudigen, te moderniseren en snelle efficiëntiewinsten te boeken bij Justitie. “Ik denk dat dit ook het laatste zal zijn, want de meeste ‘quick wins’ liggen achter ons. Nu gaan we de grote structuren aanpakken”, aldus de CD&V’er.

Potpourri 5 mikt op het burgerlijk recht, het burgerlijk procesrecht en het notariaat. Opvallend is bijvoorbeeld de invoering van videoconferentie bij de notaris. Daardoor zouden koper en verkoper van een woning – en hun respectievelijke notarissen – niet langer fysiek tot bij elkaar moeten komen voor het verlijden van de akte.

Er komt ook een centraal erfregister dat de akten, attesten en verklaringen van erfkeuze zal bundelen. Iedereen zal daar voordeel uit halen, aldus Geens. Verhuurders zullen bijvoorbeeld meteen weten bij wie aan te kloppen voor achterstallige huur, bankiers om te melden welke rekeningen nog bestaan op naam van de overledene. Niet onbelangrijk, met per jaar meer dan 500.000 te regelen nalatenschappen, merkt Geens op.

Voortaan zal de verwerping en aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving ook steeds bij de notaris moeten gebeuren. Tot op heden kon dat ook bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de overledene. De griffies krijgen daardoor meer tijd voor hun kerntaken, terwijl de burgers in veruit de meeste gevallen minder ver zullen moeten gaan.

Adoptieregeling

Potpourri 5 sleutelt ook aan de adoptieregels. Zoals de Vlaamse Gemeenschap vorig jaar reeds besliste, zal elke kandidaat-adoptant die een ‘niet-vertrouwd’ kind adopteert voortaan steeds eerst een geschiktheidsvonnis moeten bekomen, opdat de beoordeling van de adoptiegeschiktheid op ernstige wijze zou gebeuren en de rechter niet voor voldongen feiten staat. Voor de adoptie uit landen die enkel de kafala kennen – een vorm van wettelijke voogdij in landen met een islamitisch rechtssysteem – wordt dan weer meer rechtszekerheid voorzien.

Bij kinderontvoeringen door één van de ouders naar het buitenland wil Geens tot snellere grensoverschrijdende procedures komen. Hij hoopt dat te stimuleren met meer vertrouwen tussen beide landen, door de Belgische rechters te verplichten rekening te houden met de argumenten aangevoerd door het andere land. Tegelijk worden de grensoverschrijdende procedures aangepast om tot een snellere afhandeling te komen.

Afzonderlijke rechtszaken over kinderontvoeringen en omgangsrecht zullen voortaan ook worden samengevoegd. Vroeger werd de laatste zaak geschorst, waardoor een beslissing over al dan niet terugkeer werd genomen zonder dat duidelijk was wie uiteindelijk omgangsrecht of ouderlijk gezag zou krijgen.

Gerechtelijke stage

Voorts schaaft potpourri 5 aan de gerechtelijke stage voor wie de magistratuur in wil. Het onderscheid tussen de korte en de lange stage wordt vervangen door een gemeenschappelijke gerechtelijke stage van 24 maanden. Stagiairs zullen voortaan ook alle stageverplichtingen “met vrucht” moeten voltooien en niet langer gewoon de stage voltooien.

Tot slot sleutelt Geens aan de mobiliteit tussen vredegerechten en politierechtbanken en verruimt hij de mogelijkheid om zittingen van de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling te organiseren in de gevangenis. Binnenkort zal dat ook kunnen in kader van overlevings- of uitleveringsprocedures.

Bron » De Morgen

Functie van onderzoeksrechter afschaffen? Geens buigt zich erover

Schaf de functie van onderzoeksrechter af. Tot die conclusie komen vier gerechtelijke ­experts, in een adviesnota voor minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Een schets van de pro’s en contra’s.

Geens is bezig met een hertekening van het gerechtelijke landschap. Hij wil de grote wetboeken, ­onder meer van het strafrecht en strafprocesrecht, hervormen en moderniseren, zodat ze aangepast zijn aan de realiteit.

Ter voorbereiding van die gigantische oefening stelde hij een tijd geleden een commissie aan, waarin behalve twee Franstaligen ook twee Vlamingen zitten: Philip Traest, hoogleraar aan de UGent, en Yves Liégois, ­eerste advocaat-generaal bij het Antwerpse hof van beroep.

In een nota van de commissie wordt een suggestie aangereikt om de functie van onderzoeksrechter af te schaffen. Welke argumenten zijn er pro de afschaffing en welke contra?

Pro

“Een onderzoeksrechter opereert autonoom en onafhankelijk, los van de politieke en maatschappelijke druk. Zijn enige betrachting is de waarheid boven te halen en de democratische rechten van alle betrokken partijen te beschermen.” Philippe Van Linthout, onderzoeksrechter in Mechelen, vindt de suggestie van de experts om zijn functie af te schaffen, allesbehalve een goed idee.

“Tijdens een onderzoek krijgt de politie en het parket door de aanwezigheid van een onderzoeksrechter niet alle macht in handen en krijgt de beschuldigde een kans op een eerlijk proces”, aldus van Linthout.

En ook: “Dossiers beslaan makkelijk duizend bladzijden. Stel dat de politie een huiszoekingsbevel vraagt aan een gewone rechter die zich nog moet inlezen. Moet die dan eerst alles lezen, met het risico dat de politie een verdachte misloopt? Of moet hij toestemming geven zonder het dossier te kennen, waardoor het ambt zijn controlerende functie verliest?”

Contra

“Een onderzoeksrechter is niet omringd door een team van collega’s, hij handelt grotendeels op zijn eentje. Dat maakt hem in sommige omstandigheden bijzonder afhankelijk van de politie­ambtenaren aan wie hij geacht wordt leiding te geven”, stelt Frank Schins, voormalige procureur-generaal van Gent.

“Bovendien moet een onderzoeksrechter zich bijvoorbeeld niet houden aan de taakverdeling tussen de verschillende politiediensten, wat een efficiënt optreden niet altijd ten goede komt.”

De experts die Geens raadpleegde, vinden het dubbele petje dat een onderzoeksrechter draagt het grootste probleem. Hoe kan iemand tegelijk Maigret zijn en optreden als rechter Salomon? Hoe kan een rechter objectief oordelen over zijn eigen onderzoek?

Overigens hebben enkele wetten (zoals het minionderzoek) de macht van een onderzoeksrechter al uitgehold.

Bron » De Standaard

Onderzoeksrechters vechten om hun voortbestaan

Wat als de functie van onderzoeksrechter wordt afgeschaft, zoals vier experts minister Koen Geens suggereren? “Dan krijgen de politie en het parket te veel macht en staan de democratische ­basisprincipes op de helling.”

Schaf de functie van onderzoeksrechter af. Tot die conclusie komen vier gerechtelijke ­experts, in een adviesnota die bedoeld is voor minister van Justitie Koen Geens (CD&V).

Geens is bezig met een hertekening van het gerechtelijke landschap. Hij wil de grote wetboeken, ­onder meer van het strafrecht en strafprocesrecht, hervormen en moderniseren, zodat ze aangepast zijn aan de realiteit.

Ter voorbereiding van die gigantische oefening stelde hij een tijd geleden een commissie aan, waarin behalve twee Franstaligen ook twee Vlamingen zitten: Philip Traest, hoogleraar aan de UGent, en Yves Liégois, ­eerste advocaat-generaal bij het Antwerpse hof van beroep.

Regelmaat van de klok

Le Soir publiceerde gisteren een nota van die commissie, waarna de minister in het federaal parlement uitleg moest geven. Geens hield het bij een korte ­verklaring in het Frans, waarin hij benadrukt dat er nog geen enkele beslissing is genomen. De discussie loopt nog.

Een van de aangereikte suggesties is de afschaffing van de functie van onderzoeksrechter. In gerechtelijke middens leeft dat idee al langer (vooral bij advocaten en het parket) en het komt met de regelmaat van een klok naar boven.

Voorstanders van het systeem ­lijken voorlopig elke (politiek ­gestuurde) aanval op het ambt te kunnen afketsen, al wordt het nu wel link.

Philippe Van Linthout, onderzoeksrechter in Mechelen en voorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters, vindt het niet kunnen dat zo’n advies geformuleerd werd zonder dat de beroepsgroep behoorlijk en uitgebreid werd geraadpleegd.

Bovendien vindt Van Linthout dat het advies ‘nog enkele hardnekkige kemels bevat’, bijvoorbeeld als het gaat over het geciteerde ­aantal gevangenen in voorlopige hechtenis.

Bron » De Standaard

Politie mag voortaan in uw kasten neuzen

Speurders die stiekem een huis doorzoeken, mogen vandaag geen gesloten kasten doorzoeken. Maar de regels rond bijzondere opsporingsmethodes veranderen: het wordt voor de politie eenvoudiger om in de echte en de virtuele wereld sporen te verzamelen.

De Facebook-app openen op een telefoon van een terreurverdachte is dus een zéér voor de hand liggende onderzoeksdaad. Maar door de achterhaalde regels over de opsporingsmethoden is dat toch ontzettend complex.

Dee verouderde manier van werken leidt tot tragere onderzoeken en onduidelijkheid voor de politie. Tegen het einde van het jaar moet het een pak duidelijker zijn. De ministerraad keurde vorige week verschillende aanpassingen goed die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil doorvoeren. In het najaar moeten die in de praktijk zijn omgezet.

Eenentwintigste eeuw

Daarmee komt er eindelijk een update naar de eenentwintigste eeuw van de regels over afluisteren van gesprekken via apps (zoals WhatsApp of Skype) en de hacking van computers en andere internetapparatuur. Bij hacking wordt het ook eenvoudiger om informatie te kopiëren.

“Als een verdachte bijvoorbeeld zijn Dropbox-account (een online harde schijf, red.) heeft beveiligd met een wachtwoord, zal er wel nog altijd een onderzoeksrechter toestemming moeten geven om die code te kraken”, zegt de woordvoerster van minister Geens. De toelating om een smartphone of computer te doorzoeken verloopt ook nog altijd volgens een getrapt systeem. Een politieman zal niet zomaar op eigen houtje mogen beslissen om in een smartphone rond te neuzen die hij heeft aangetroffen.

‘Inkijkoperatie’

Tegelijk verandert ook een en ander aan de speelruimte die de speurders hebben in de echte wereld, meer bepaald rond het stiekem binnendringen van woningen en andere privéruimtes. In de gerechtelijke wereld heet zoiets een ‘inkijkoperatie’, en dat valt vrij letterlijk te nemen: veel meer dan gewoon rondkijken mag de politie niet doen. Wanneer ze op een gesloten kast of een safe stoten, mogen ze die niet (proberen te) openen. Maar dat verandert nu dus.

Bron » De Standaard

Regering is het lekken van geheime info ‘kotsbeu’

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) werkt aan een voorstel om de straffen op het lekken van geheime informatie te verdubbelen tot maximum een jaar.

Ook zal het mogelijk worden personen die verdacht worden van lekken, af te luisteren. Die bijzondere opsporingsmethode (BOM) kan maar worden gebruikt voor een gelimiteerd aantal, veeleer zware, misdrijven en momenteel hoort lekken daar niet bij.

De terreurdreiging weegt op de regering-Michel, de zenuwen staan al dagenlang strak gespannen. Zaterdag raakte via Het Nieuwsblad bekend dat vier federale topministers onder extra beveiliging staan omdat er aanwijzingen zijn dat zij en hun familie geviseerd worden, maar ook de niet-beschermde ministers lijden onder de situatie.

Zo gaf minister Willy Borsus (MR) gisteren op RTL toe dat de dreiging ruimer is dan de vier genoemde personen. “Iedereen die symbolisch een instituut, de staat, het land vertegenwoordigt, is een potentieel doelwit”, zegt Borsus.

Net daarom is het des te belangrijker dat geheime info geheim blijft, zegt de Nationale Veiligheidsraad (NVR). Alleen: het is een pak moeilijker geworden om zaken binnenskamers te houden sinds de aanslagen in Parijs en Brussel.

Op zoek naar de mol

De regering wil een krachtig signaal geven en gaat achter de mol aan. Minister van Justitie Geens werkt aan een wettelijk initiatief om de straffen te verdubbelen: schending van het beroepsgeheim levert nu maximum zes maanden cel op, dat zou een jaar worden.

Daarenboven zal het gerecht voortaan ook telefoontaps – een bijzondere opsporingsmethode – kunnen inzetten als men iemand verdenkt van het lekken van gevoelige informatie. Tot slot wordt in het parlement ook gedebatteerd over een transparant kader voor het delen van vertrouwelijke/geheime informatie die onder het beroepsgeheim valt.

Het onderwerp is één van de stokpaardjes van de minister. Hij zegt al sinds de verijdelde aanslag in Verviers in januari 2015 dat er te veel gelekt wordt naar de media.

Bron » De Standaard