Rechters moeten hun rol als tegenmacht behouden

Een brede coalitie van advocaten- en magistratenverenigingen roept samen met de Liga voor mensenrechten de politiek op om meer te investeren in de onafhankelijkheid en de kwaliteit van justitie.

Sinds meer dan een jaar is België het toneel van een schending van de ­fundamentele beginselen van de rechtsstaat, en dat op een ongekende en zeer verontrustende schaal: de ­federale regering heeft duizenden rechterlijke beslissingen naast zich neergelegd. Het gaat met name, maar niet uitsluitend, om uitspraken over de opvang van asielzoekers, waarin ­ arbeidsrechtbanken, rechtbanken van eerste aanleg en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben vastgesteld dat de Belgische staat zijn internationale verplichtingen en de Belgische wetgeving niet nakomt.

In deze kwestie kan het voor poli­tici niet volstaan te helpen zoeken naar oplossingen of verslag uit te brengen van een akkoord over de ­opvang van asielzoekers, zoals ­onlangs het geval was. Elke nacht die iemand die een verzoek tot interna­tionale bescherming heeft ingediend, op straat doorbrengt, betekent dat België zijn verplichtingen niet nakomt. Toezeggingen zijn niet genoeg.

Maar de schending van de begin­selen van de rechtsstaat is veel ruimer dan deze ‘asielcrisis’. De Belgische staat is herhaaldelijk veroordeeld voor de overbevolking van zijn gevangenissen, voor het niet-invullen van de kaders van magistraten… ­Helaas zijn het slechts enkele van de steeds talrijker wordende voorbeelden.

Waarborg tegen uitwassen

Dat alles staat ook niet los van de polemiek die recent werd gevoerd over de rol van de rechter in een democratie. De rechterlijke macht is van meet af aan opgevat als een ‘tegenmacht’, die het optreden van de uitvoerende macht controleert en zo ­nodig sanctioneert. In België, en ­elders, wordt de rol van de rechter als waarborg ­tegen de uitwassen van de politiek door ­bepaalde politieke partijen in vraag gesteld. Zij zouden liever zien dat de magistraten zich ­beperken tot het uitvoeren van wetten en besluiten, ­zonder er nog over te ­waken dat de toegepaste regels ook in overeenstemming zijn met de grondwet en met de grondrechten.

Op basis van hun electorale legitimiteit zouden deze politici de macht van de rechters willen inperken, daarbij vergetend dat de rol en de taak van de rechter steunen op rechtsregels en op het beginsel van tegenspraak. De bezorgdheid over het behoud van een onafhankelijke rechterlijke macht is overigens niet zonder voorwerp. Naar verluidt is de regering ­momenteel van plan om een veto in te voeren op de benoeming van rechters, via het advies van een administratieve overheid, zonder enige mogelijkheid tot tegenspraak.

Sinds 2015 hebben de verschillende actoren van justitie in België het manifeste gebrek aan middelen, en de repercussies daarvan op de toegang tot justitie en op het recht op een ­snelle en effectieve rechtsgang, aan de kaak gesteld. In het kader van de ­federale verkiezingscampagne in 2019 hebben verschillende verenigingen van advocaten, rechters en mensenrechtenorganisaties hun eisen ­samengevat in zes punten. Ze zijn uitsluitend gericht op de verbetering van de werking van justitie. Wat waren ­onze gezamenlijke eisen in 2019?

  1. Een voor iedereen toegankelijke justitie, wat de opheffing ­inhoudt van financiële hinder­palen (versoepeling van de voorwaarden voor de toegang tot juridische bijstand, een lager btw-tarief voor de erelonen van advocaten, deurwaarders en notarissen, beperking van de ­procedurekosten), geografische hinderpalen (nabijheid van gerechts­gebouwen) en procedurele hinderpalen (vereenvoudiging van de procedures).
  2. De uitvoering van een werklastmeting, zodat een transparante verdeling van de middelen mogelijk wordt gemaakt. In afwachting van een ­betrouwbaar meetinstrument, ­moeten de vastgelegde kaders aan personeelsbezetting in acht worden genomen (voor wat betreft de magistraten, de griffiers en het personeel van de griffies en de parketten), en dit voor alle rechtbanken en parketten van het land.
  3. De implementatie van het ­verzelfstandigd autonoom beheer, waarbij de rechterlijke macht in volledige onafhankelijkheid uitspraak kan doen in individuele geschillen en zijn financiële middelen zelf beheert onder toezicht van het parlement en het Rekenhof.
  4. Een justitie die infrastructureel goed uitgerust is, met gerechtsgebouwen die voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake veiligheid en toegankelijkheid, en een justitie die ook digitaal op een moderne manier toegankelijk is.
  5. Een performante, gedigitaliseerde justitie die binnen een duidelijk wettelijk kader wordt geïmplementeerd en gefinancierd, die de verschillende actoren van justitie toelaat om vanuit een digitaal dossier te werken en te handelen.
  6. Een overheidsdienst die beantwoordt aan de vereisten van de rechtsstaat, waarbij niet enkel cijfers als enige logica gehanteerd worden, maar waarbij er kwaliteit wordt nagestreefd binnen een redelijke termijn, zodat de rechtzoekende een antwoord krijgt op zijn vragen en zorgen, waardoor het vertrouwen in justitie wordt hersteld.

Onvoldoende beterschap

Vier jaar later, in 2023, stellen we een verbetering vast op bepaalde punten, met name op het vlak van informatisering, de aanwerving van nieuwe ­magistraten en juridische medewerkers, en de verlaging van de drempels voor toegang tot rechtsbijstand (pro deo advocatuur).

Deze positieve punten mogen echter niet verbergen dat in vele rechtbanken en parketten de middelen – in termen van magistraten, griffiers en administratief personeel – nog ernstig tekortschieten om rechtszaken binnen een redelijke en aanvaardbare termijn te behandelen. Dit gebrek aan middelen is schadelijk, omdat het de achterstand in de behandeling vergroot, het openbaar ministerie ­verplicht om zaken te seponeren waarin eigenlijk een vervolging op zijn plaats zou zijn, en een buitensporige werklast oplegt aan de medewerkers van justitie, wat op zijn beurt leidt tot vele burn-outs.

Bovendien creëert het gebrek aan middelen een gevoel van verbittering, ontgoocheling en woede bij de bevolking, die de indruk heeft dat justitie niet geïnteresseerd is in haar problemen en onaanvaardbare straffeloosheid laat bestaan. Dat alles maakt het ook moeilijk voor advocaten om hun beroep uit te oefenen, in hun rol als tussenpersoon tussen justitie en het publiek.

Het is duidelijk dat een goed functionerende rechtsstaat voldoende ­investeringen nodig heeft. Alle burgers en ondernemingen moeten op rechtsbescherming door en tegen de overheid kunnen vertrouwen via een beroep op justitie, en de meest kwetsbaren onder hen nog het meest. Een onafhankelijke en kwalitatief hoogstaande justitie is een gemeenschappelijk goed en het fundament van ­samenhang, veiligheid en vrede in ­onze samenleving.

Bruno Lietaert en Evelien de Kezel (Magistratuur & Maatschappij), Kati Verstrepen (Liga voor mensenrechten), Vincent Macq (Union professionnelle de la magistrature), Marie Messiaen (Association syndicale des magistrats), Pierre-Arnaud Perrouty (La Ligue des droits humains), Hélène Debaty (Syndicat des Avocats pour la Démocratie), Christine Brüls (Koninklijk verbond van vrede- en politierechters), Pierre Sculier (Avocats.be), Adviesraad van de Magistratuur.

Bron » De Standaard

Alsof er niets is gebeurd: gerechtelijke dossiers gaan al te makkelijk verloren

Tijdens het proces van seriemoordenaar Stephaan D.L. blijkt dat dossiers verloren zijn gegaan. Dat gebeurt vaker, zelfs het dossier van de Bende van Nijvel was niet veilig. Papieren gerechtelijke dossiers raken al wat te makkelijk vermist, verbrand of beschadigd.

‘29 jaar lang hebben we niets geweten’, vertelde Ingrid Van Den Reeck (65) woensdag tijdens de vijfde zittingsdag van het proces tegen seriemoordenaar Stephaan D.L. Die staat er terecht voor de moorden op Ariane Mazijn (30), Lutgarda Bogaerts (28), Maria Van Den Reeck (46) en Eve Poppe (38) tussen 1992 en 1997. ‘Ik vind het heel moeilijk dat ze geen dossier meer hebben van haar, enkel krantenknipsels.’

Het dossier van het onderzoek naar de moord op haar zus Maria Van Den Reeck in 1994 is nergens meer te vinden. Alleen een paar korte processen verbaal uit 2010 en het verslag van de wetsdokter zijn teruggevonden. Het dossier werd vernietigd tijdens een opruimactie in de archieven van het Antwerpse Justitiepaleis enkele jaren terug. Dat justitie nu toch een schuldige aanwijst in de zaak, is enkel omdat glazenwasser Stephaan D.L. zelf spontaan de moord op Van Den Reeck bekende.

Pijnlijk, omdat de tijd veel getuigen en herinneringen aan de solitaire maar warme Van Den Reeck met zich mee heeft genomen. ‘Dubbel pijnlijk, omdat we nu volledig afhangen van de verklaringen van D.L. om meer te weten te komen’, liet advocaat Kris Luyckx optekenen tijdens de eerste dag van het proces. Die heeft zich de afgelopen dagen niet getoond als een begenadigd verteller. ‘Daar kan ik niet op antwoorden’, is vooralsnog het meest gehoorde antwoord vanop de beklaagdenbank. De nabestaanden lijken op hun honger te blijven zitten.

Cijfers zijn er niet, maar het gebeurt helaas vaker dan gedacht dat dossiers verdwijnen, beschadigd geraken of per ongeluk vernietigd worden. Het gerechtelijk onderzoek naar de moord op communistisch politicus Julien Lahaut in 1950, een van de meest beruchte politieke aanslagen in België, bleek in 1996 uit de archieven verdwenen. De advocaat van de burgerlijke partij had gelukkig het volledige 11.000 pagina’s tellende dossier laten kopiëren. Ook het dossier naar de moord op Agnes Boedry uit 1970 bleek enkele jaren geleden verdwenen te zijn.

Schimmel en brandstichting

Ontelbare dossiers hebben al schade ondervonden door slechte opslagomstandigheden. Dossierstukken uit het onderzoek naar de Bende Van Nijvel geraakten door de jaren zo beschadigd dat er niets anders op zat dan een foto te trekken en de verrotte stukken weg te gooien. In de kelders van het Brusselse Justitiepaleis alleen al hebben een brand, een schimmelplaag en waterschade de stukken die daar worden opgeslagen in gevaar gebracht. Soms hebben de verdwijningen een minder onschuldige oorzaak. In 2016 werd het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) in brand gestoken. De daders waren eropuit om de stalen en dossierstukken die in het gebouw aanwezig waren, te vernietigen.

Justitie heeft evenwel al een oplossing klaar. Van veel dossiers zijn er ondertussen digitale kopieën beschikbaar. De digitalisering van justitie doet daar nu nog een schepje bovenop. Sinds afgelopen zomer worden aan een razend tempo gerechtelijke dossiers gedigitaliseerd. Nu al kunnen alle dossiers over seksueel geweld, intrafamiliaal geweld en moord en doodslag geraadpleegd worden vanop de computer thuis of op kantoor door wie inzagerecht heeft. In de toekomst is het de bedoeling dat alle dossiers volledig online beschikbaar zijn.

‘Mensen kunnen zo tegelijkertijd, onafhankelijk van de openingsuren van de griffier, hun dossier raadplegen’, aldus Edward Landtsheere die voor justitie het project trekt. ‘Hiermee maken we justitie een stuk efficiënter en menselijker.’ Papier of digitaal, een nulrisico op verlies bestaat er niet. Justitie zegt evenwel sterk te investeren in de nodige beveiliging van de digitale dossiers.

Bron » De Standaard

DNA van familie mag binnenkort worden gebruikt om daders op te sporen, mogelijke doorbraak voor cold cases

De ministerraad heeft een wetsontwerp goedgekeurd waardoor het mogelijk wordt om daders op te sporen via het DNA van naaste verwanten. Dat kan leiden tot doorbraken in vastgelopen zaken (cold cases). Daarnaast zal genetisch materiaal van verwanten van vermiste personen ook met internationale databanken mogen worden vergeleken.

Daders van een misdrijf opsporen met behulp van DNA: het nekte Stephaan Du Lion, die nu terechtstaat voor viervoudige moord. Maar bij strafzaken waar wél DNA-sporen gevonden zijn, maar geen exacte match met DNA uit databanken, loopt het onderzoek wel eens vast. De federale ministerraad keurde nu een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) goed dat voor doorbraken kan zorgen in cold cases.

Match met dichte naasten

Het wetsontwerp maakt breder DNA-onderzoek mogelijk: als er geen rechtstreekse match is tussen het DNA van een dader en profielen in de bestaande databanken, mag nu ook gezocht worden naar gedeeltelijke matches met broers, zussen, ouders en kinderen: een “familiale zoeking”.

Ouders geven namelijk de helft van hun DNA door aan hun kinderen. Als de dader onbekend is, maar er zit in de databank DNA van naaste familie, kan dat de zaak dus vooruithelpen. Al mag die gedeeltelijke match dus énkel bij familie van de eerste lijn. In ons land hebben we zo 120.000 profielen, internationaal natuurlijk nog veel meer.

Een tweede verandering is gericht op verdwijningszaken. In Europese en internationale databanken zitten profielen van familie van vermiste personen wereldwijd. Die bevatten ook duizenden DNA-profielen van niet-geïdentificeerde lichamen. Nu zal ook de Belgische politie genetisch materiaal van verwanten mogen vergelijken met die databanken. Dat zou nu nog kunnen leiden tot antwoorden in onopgeloste verdwijningszaken.

Bovendien zullen DNA-stalen zelf langer bewaard worden, wat nu enkel het geval is voor de profielen. “Nu zit dat vaak op zes maanden, dat gaat naar dertig jaar. Dat is belangrijk, want verdwijningszaken worden niet op één-twee-drie opgelost”, zegt minister Van Quickenborne.

Y-chromosoom

De derde wijziging gaat over het Y-chromosoom, een klein stukje van het DNA dat enkel mannen hebben. Dat wordt bijna identiek doorgegeven van vader op zoon, waardoor je zelfs bij verre familie (tot de veertigste graad!) een match kan vinden. In zedenzaken zou daar binnenkort consequent een profiel van gemaakt worden.

Met deze beslissingen volgt onze overheid Nederland. Daar is de techniek al sinds 2012 legaal. Met grootschalige oproepen naar vrijwilligers om hun DNA af te staan, konden speurders zoeken in duizenden stalen. Zo werden al enkele zaken opgelost. “Als je alleen nog maar naar onze noorderburen kijkt, zie je een heel grote succeskans van zo’n familiale zoekopdracht”, zegt postdoctoraal onderzoeker Sofie Claerhout (KULeuven), die aan de techniek werkt en al jaren pleit voor een wetswijziging.

Claerhout is blij dat ook bij ons nu stilaan een databank op basis van die Y-chromosomen zal worden uitgebouwd. Een databank aanleggen met ieders (volledig) DNA-profiel is volgens haar niet nodig, net omdat we met het Y-chromosoom veel daders kunnen vatten. “Het Y-chromosoom is ook zo nuttig omdat je er niets mee weet over iemand, zoals erfelijke ziektes of uiterlijke kenmerken, buiten het feit dat het een man is”, legt Claerhout uit.

Bron » VRT Nieuws | Heleen Vander Beken

Dan toch geen verjaring voor dossier Bende van Nijvel?

De verjaringstermijn van zware misdaden die een grote impact hadden op de samenleving, zoals de feiten die de Bende van Nijvel pleegde, wordt waarschijnlijk afgeschaft. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) heeft daarover een wetsontwerp klaar.

De Bende van Nijvel overviel in november 1985 de Delhaize in Aalst. Acht mensen kwamen om, wat het aantal moorden dat aan de Bende wordt toegeschreven op 28 bracht. Vanaf die dag begon de klok voor de verjaring ook te tikken. Door de ernst en impact van de feiten lag die op dertig jaar, maar een wetswijziging uit 2015 verlengde die termijn met tien jaar, dus tot 2025.

Het onderzoek naar de Bende loopt nog steeds, wat het praktisch onmogelijk maakt om eventuele verdachten voor de rechter te brengen en te laten veroordelen voor die verlengde verjaringstermijn afloopt.

Een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) moet de verjaringstermijn voor dit soort feiten afschaffen, wat betekent dat in het Bendedossier de deadline van 2025 zou wegvallen. De ministerraad gaf vandaag groen licht voor het ontwerp, dat nu naar de Raad van State gaat voor advies en dan terechtkomt bij het parlement voor verdere behandeling.

Ook terrorisme

De voorgestelde wetswijziging slaat op ‘ernstige misdaden zoals moord en roofmoord die de bevolking ernstige vrees hebben aangedaan of tot doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen’. Het gaat bijvoorbeeld ook om terrorisme.

‘Deze feiten hebben zo een grote impact op de samenleving dat verjaring vanuit maatschappelijk oogpunt niet is te verantwoorden’, laat Van Quickenborne in een persbericht weten. ‘Er moet blijvend gerechtigheid kunnen geschieden. Steeds betere onderzoekstechnieken kunnen in onopgeloste moorddossiers na decennia ook nog tot een doorbraak leiden.’

Verjaring is een belangrijk principe binnen het strafrecht. Het moet voorkomen dat iemand voor een klein vergrijp vele jaren later toch nog wordt berecht. ‘Het maatschappelijke nut ontbreekt en de zeer laattijdige bestraffing zou meer negatieve maatschappelijke gevolgen kunnen hebben dan het misdrijf zelf’, zegt de minister. ‘De verjaringstermijnen creëren maatschappelijke rust en een vorm van rechtszekerheid.’ Hoe zwaarder een misdrijf is, hoe langer die verjaringstermijn. Voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en seksuele misdrijven tegen minderjarigen is de verjaringstermijn al afgeschaft.

Bron » De Standaard

Kan dossier Bende Van Nijvel binnenkort nooit meer verjaren? Minister Van Quickenborne wil verjaringsregels (roof)moord strenger maken

De regering wil op voorstel van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) de verjaringstermijn afschaffen voor de ernstigste roofmoord- en moordzaken. De minister wil dat er altijd gerechtigheid kan geschieden voor de slachtoffers van zeer ernstige misdaden, los van de datum van de feiten. Als de nieuwe regeling officieel wordt ingevoerd, zou die grote gevolgen kunnen hebben voor het dossier van de Bende Van Nijvel, dat voorlopig in 2025 verjaart.

Er stond heel wat op de agenda van de ministerraad van de federale regering. Net voor de kerstvakantie wilden de ministers nog één en andere goedgekeurd krijgen. Eén van de zaken die op tafel lag, was een wetsontwerp van minister voor Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) over de verjaringstermijn.

Zo’n termijn houdt in dat de schuldige van een misdrijf na een bepaalde periode niet meer berecht en bestraft worden. “Zo kun je iemand die een brood heeft gestolen, na twintig jaar niet meer voor de rechter slepen”, zegt Van Quickenborne. “De verjaring als principe is dus heel belangrijk in onze rechtstaat.”

Uitzonderingen

Bij misdaden tegen de menselijkheid, genocide en oorlogsmisdaden is er wel een uitzondering. Die zaken kunnen altijd berecht worden, ongeacht hoeveel tijd er is verstreken sinds de feiten. “Sinds 2019 is dat ook zo bij seksuele misdrijven bij minderjarigen”, zegt Van Quickenborne.

Hij wil nu dat de verjaringstermijn voor moord of roofmoord kan worden geschrapt als die het land ernstig schaden, de bevolking ernstige vrees aandoen of als doel hebben de staatsstructuren te ontwrichten. Het zou dan aan de rechter zijn om te beslissen of de zaak aan zo’n criterium voldoet.

Volgens Van Quickenborne hebben dergelijke feiten zo’n grote impact op de samenleving dat verjaring, uit maatschappelijk oogpunt, niet te verantwoorden is. “Gerechtigheid moet blijvend kunnen geschieden in die gevallen”, zegt Van Quickenborne. “De samenleving verwacht dit van Justitie. Met dit wetsontwerp willen we dit mogelijk maken.” Volgens hem zouden nieuwe onderzoekstechnieken na decennia alsnog tot een doorbraak kunnen leiden in onopgeloste moorddossiers.

De ministerraad keurde het wetsontwerp vandaag goed. Dit wordt nu ter advies voorgelegd aan het de Raad van State. Daarna, met eventuele adviezen in rekening gebracht, wordt dit wetsontwerp aan het parlement voorgelegd.

Vereenvoudiging

De regels zouden strak vereenvoudigd worden. Naast de verjaring van zeer ernstige roof(moorden), wordt het principe van stuiting afgeschaft. Stuiting houdt in dat de verjaringstermijn wordt stopgezet en nadien van nul wordt hervat

Verjaring zal ook niet meer mogelijk zijn eens het dossier doorverwezen is naar de correctionele rechtbank. Ten laatste zou de huidige verjaringstermijnen, minimaal 6 maanden en maximaal 20 jaar, worden aangepast naar minimaal 1 jaar en maximaal 30 jaar. De termijn blijft wel afhangen van de minimale en maximale strafmaat die vasthangt aan een misdrijf.

Bende van Nijvel

De nieuwe regeling zou, eens doorgevoerd, mogelijk van toepassing kunnen zijn op terrorismedossiers of bijvoorbeeld het dossier Bende Van Nijvel. Dat was een groep misdadigers die in de jaren 80 in België een reeks moorden, inbraken, diefstallen en overvallen pleegde. Daarbij vielen in totaal 28 doden en ruim 40 gewonden. Voorlopig verjaart die zaak in 2025. “Een van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van ons land”, zegt Van Quickenborne.

Bron » VRT Nieuws