Software van Justitie niet geschikt voor complexe dossiers

‘Mammouth at Central Hosting’, of kortweg MaCH, is de software waarmee op termijn alle takken van het openbaar ­ministerie en de rechterlijke orde zouden moeten werken. Vandaag is hij al geïnstalleerd bij onder andere alle vredegerechten, parketten, politierechtbanken en correctionele rechtbanken. De onderliggende infrastructuur ervan heet robuust en functioneel te zijn. Het systeem bevat 91 miljoen dossiers – meer dan de helft is wel afkomstig van de politieparketten. Maar de gebruikersinterface – dat deel dat de magistraten zien en gebruiken – is sterk verouderd. Magistraten vinden dat de applicatie hen afremt in hun werk.

Het arbeidsauditoraat van Brussel verwijst naar ‘computerproblemen’ als deel van de verklaring voor het kwijtspelen van het dossier rond zwartwerk en fraude bij de bouw van het prestigieuze Europagebouw, waar De Standaard onderzoek naar voerde. Met name de MaCH-interface staat een vlotte, georganiseerde manier van werken in de weg, betoogde een Brusselse substituut-arbeidsauditeur.

Verkeersboetes

De kritiek op het gebruiks­aspect van MaCH klinkt al lang. De top van het openbaar ministerie riep een tijd geleden op om zo snel mogelijk over een ander systeem te kunnen beschikken.

‘Een dagvaarding in een dossier rond fiscale fraude met zeven verdachten en twintig kwalificaties is in MaCH een gigantisch werk’, zegt Erwin Dernicourt, procureur-generaal van Gent. ‘Voor eenvoudige zaken, zoals de meeste bij politierechtbanken, werkt MaCH goed. Maar magistraten die veel complexe dossiers onderzoeken, hebben het gevoel dat ze tijd verliezen met MaCH.’

De weg naar MaCH werd in 2007 ingeslagen door de data van 256 lokale servers over te hevelen naar één centrale ‘mammoet’. De onderliggende infrastructuur moet toelaten dat alle geledingen van het gerecht informatie kunnen uitwisselen met elkaar én met allerlei andere instanties. Zo is MaCH ook fundamenteel voor de inning van de verkeersboetes.

Maar binnen het gerecht verloopt de ontsluiting van de informatie binnen MaCH slecht. Dat komt doordat de focus de voorbije jaren vooral lag op de toevoeging van nieuwe functies en de uitrol bij nieuwe onderdelen van het gerecht. Opfrissing van de interface en dus een verbeterde gebruiksvriendelijkheid schoten daarbij in. Wanneer MaCH dan arriveert bij een bepaalde tak van het gerecht, zoals de arbeidsaudito­raten, die afscheid moet nemen van het bestaande systeem en er een weinig gebruiksvriendelijke toepassing voor in de plaats krijgt, wekt dat weerstand op.

Procureur-generaal Gent

De FOD Justitie en het kabinet van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) tonen begrip voor die moeilijkheden: ze erkennen dat de leercurve van MaCH hoog is, wat de gebruiksvriendelijkheid in de weg staat. ‘Maar we mogen het kind niet met het badwater weggooien’, vindt Edward Landtsheere, woordvoerder van de FOD Justitie. ‘Alles zit nu in een centrale database en die moeten we toegankelijk maken volgens ieders behoeftes. Dat moet inderdaad veel gebruiksvriendelijker dan nu het geval is, waardoor de leercurve kleiner wordt en MaCH ook voor de complexere dossiers werkbaar is.’

Er zijn proefprojecten om de gebruikersinterface te verbeteren, maar zolang de knoop daarover niet is doorgehakt, wordt de oude versie voort in gebruik genomen.

Bron » De Standaard

Hoogste rechtcolleges luiden noodklok

Het Grondwettelijk Hof, het Hof van Cassatie en de Raad van State richten zich in een uitzonderlijk memorandum naar de regering om aan de alarmbel te trekken. Door alle besparingen kan er nauwelijks nog op een kwaliteitsvolle manier tijdig recht worden gesproken, klinkt het.

De drie hoogste rechtscolleges halen het zelf aan in hun brief. Het is uitzonderlijk dat het Grondwettelijk Hof, het Hof van Cassatie en de Raad van State zich samen in één stem aan de regering richten. “Dit memorandum is dan ook een noodkreet na vijf jaar lineaire besparingen ten belope van meer dan 2 procent per jaar. Er is zoveel bespaard inzake werking en personeel en zo weinig geïnvesteerd, bijvoorbeeld inzake informatica, dat er nauwelijks nog op een kwaliteitsvolle manier tijdig recht kan worden gesproken.” Zo luidt de niet mis te verstane tweede zin in het document.

De rechtscolleges wijzen de regering erop dat kwaliteitsvol en tijdig recht spreken een essentiële vereiste is in een democratische rechtsstaat. “Een spoedige rechtszekerheid over zowel de geldigheid als de interpretatie van rechtsregels, zowel voor de burgers als voor de overheid, is een fundamentele bezorgdheid. Die raakt niet alleen het algemeen belang, maar zelfs de openbare orde. Daarnaast komt snelle rechtspraak, met kortere periodes van rechtsonzekerheid tot gevolg, onze economie ten goede.”

Extra middelen

De rechtscolleges vragen niet alleen aan de regering om de lineaire besparingen te beëindigen, er moet dringend opnieuw geïnvesteerd worden in justitie. En daar zijn extra financiële middelen voor nodig.

Zonder die bijkomende financiering dreigt de juridische achterstand die vandaag al bestaat uit te monden in laattijdige en bijgevolg nutteloze rechtsbedeling voor burgers. “Dat moet te allen prijze vermeden worden.”

Hoeveel de rechtscolleges precies aan extra financiering vragen is niet duidelijk. De colleges waren gisteravond niet meer bereikbaar voor extra duiding. In de brief wordt benadrukt dat die extra fondsen eerder bescheiden zijn “in het licht van de globale staatshuishouding en van de economische baten die er ongetwijfeld uit voortvloeien”. De rechtscolleges geven aan dat ze gerust meer financiële verantwoordelijkheid willen dragen.

Bij minister Koen Geens (CD&V) is te horen dat het budget voor justitie niet gedaald is. Zijn woordvoerder benadrukt ook dat voor elke magistraat die vertrekt bij het Hof van Cassatie een nieuwe vacature werd uitgeschreven. “De Minister van Justitie kan enkel spreken voor het Hof van Cassatie, de andere rechtscolleges vallen niet onder zijn bevoegdheid.” Het Grondwettelijk Hof valt onder de bevoegdheid van premier Sophie Wilmès (MR), de Raad van State valt onder minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V). Daar kon men niet meer reageren op het memorandum.

Bron » De Morgen

Drempel tot rechter wordt hoger

De afgelopen jaren maakten verschillende maatregelen de toegang tot justitie duurder. De (grond)wettelijke grenzen komen erg dichtbij, waarschuwt een studie.

In tien jaar tijd zijn verschillende financiële drempels tot de rechter verhoogd. Professor grondwettelijk recht Toon Moonen (UGent) bracht alle maatregelen voor het eerst samen en onderzocht wat de impact ervan is op het recht op toegang tot justitie en op juridische bijstand. De hoogste rechters zien die rechten steeds meer in gevaar komen, zo blijkt.

Sinds 2014 moet er BTW betaald worden op diensten van advocaten. In 2017 aanvaardde het Grondwettelijk Hof dat, maar het benadrukte dat de maatregel de financiële last verhoogde. Het Hof riep op om ter compensatie gratis rechtsbijstand beter toegankelijk te maken. Dat gebeurde niet. In 2016 voerde de regering-Michel ‘remgeld’ in voor wie een beroep moet doen op een pro-Deoadvocaat: 20 euro per zaak en nog eens 30 euro per aanleg. Vorig jaar vernietigde het Hof die maatregel.

Wel toegelaten werd dat voortaan niet alleen inkomen, maar ook kapitaal en andere middelen in rekening zouden worden genomen om te bepalen of iemand recht heeft op kosteloze juridische bijstand. Het Hof legde wel op alleen de ­bestaans­middelen in aanmerking te nemen die het de burger ‘daadwerkelijk mogelijk maken de gerechtskosten en de erelonen van advocaten te betalen’, en niet bijvoorbeeld geld dat nodig is om te (over)leven. Tegen de uitwerking door de regering lopen verschillende procedures.

Professor grondwettelijk recht

Er zijn ook verschillende zaken aangespannen tegen een andere nieuwe drempel die recent werd opgeworpen. In 2017 werd het ‘Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand’ opgericht, waaraan de eisende partij in burgerlijke geschillen 20 euro moet bijdragen. Sinds vorig jaar moet ook 6 tot 9 euro betaald worden om bepaalde processtukken elektronisch neer te leggen.

Toekomstige regering

Na een verhoging in 2012 werden in 2015 ook de rolrechten, die betaald moeten worden om een geding op te starten, hervormd en opgevoerd. Ook die maatregel vernietigde het Grondwettelijk Hof, dat erop hintte dat andere recente maatregelen de ­gerechtskosten al hadden beïnvloed. Op 1 februari ging een gewijzigde versie van de wet in, waarbij de rolrechten variëren tussen 50 en 650 euro. Daartegen zijn opnieuw zaken aanhangig gemaakt bij het Hof.

’Vooral de combinatie van de verschillende maatregelen doet de kritiek aanzwellen’, zegt Moonen. ‘Waar eerst nog waarschuwende taal werd gehanteerd, heeft het Grondwettelijk Hof recenter effectief schendingen van het recht op toegang tot de rechter en op juridische bijstand vastgesteld. Er is nood aan een langetermijnvisie op de kostprijs van justitie, die rekening houdt met deze rechtspraak.’

Ook het Netwerk tegen Armoede hamert op een consequenter beleid. ‘De toegang tot justitie is problematisch voor mensen in armoede’, zegt David de Vaal. ‘Dat is de laatste jaren nog moeilijker geworden. We roepen de toekomstige regering op om daar dringend iets aan te doen.’

Bron » De Standaard

Geens wil criminelen drie keer zwaarder raken in geldbeugel

CD&V, de MR en Open VLD willen criminelen tot drie keer zwaarder raken in hun geldbeugel. Dat staat in het nieuwe strafwetboek dat de partijen hebben ingediend als wetsvoorstel, schrijft De Tijd.

Als minister van Justitie is Koen Geens (CD&V) er door de val van de regering niet in geslaagd zijn volledig nieuwe strafwetboek te laten goedkeuren. Maar nu heeft Geens zijn strafwetboek als een wetsvoorstel ingediend in het parlement.

Het wetsvoorstel dat meer dan duizend pagina’s telt, heeft Geens als Kamerlid ondertekend, samen met zijn partijgenoot Servais Verherstraeten en de Kamerleden Katja Gabriëls van Open VLD en Philippe Goffin van MR. Als het wetboek nu wel goedgekeurd geraakt, is het de bedoeling dat de nieuwe regels van kracht worden op 1 oktober 2020.

Rijkdom kwijtspelen

Een van de grote nieuwigheden zal dan zijn dat alle mogelijke criminelen die misdrijven pleegden om eraan te verdienen veel meer van hun rijkdom kunnen kwijtspelen. Dat gaat lang niet alleen over witteboordencriminelen, maar alle soorten criminelen die een ‘vermogensvoordeel’ hebben behaald, gaande van pooiers, drugsbazen, inbrekers, dieven, mensenhandelaars, oplichters en zware fraudeurs tot corrupte politici.

Rechters zouden niet langer alleen het vermogensvoordeel dat aan de misdrijven is verdiend verbeurd kunnen verklaren. Ze zullen elk van de daders kunnen veroordelen tot het betalen van maximaal het drievoud van het vermogensvoordeel. Het kan daarbij ook gaan over het voordeel dat de daders hoopten op te strijken met hun misdrijf. En het kan ook gaan over een ‘schuld’, zoals een belastingschuld, die de daders probeerden te ontlopen. De geldsom wordt dan als een boete geïnd.

Bron » De Standaard

Een j’accuse van Cassatie

De Eerste Voorzitster van het Hof van Cassatie, Beatrijs Deconinck, trapt het gerechtelijk jaar af met een noodkreet aan de federale onderhandelaars.

Poseren voor de foto is Beatrijs Deconinck niet gewend. Het Hof van Cassatie gooit zelden de deuren open voor de media, maar aan de vooravond van het nieuwe gerechtelijke jaar – dat maandag begint – maakt de even nieuwe korpsleiding een uitzondering.

De Eerste Voorzitster van ’s lands hoogste rechtscollege laat zich meetronen door de fotograaf, al zal de boodschap voor haar altijd het belangrijkste blijven. ‘Het is een cruciaal moment voor justitie’, stelt Deconinck. ‘Er is in korte tijd erg veel veranderd en de omstandigheden waarin we werken, zijn moeilijker dan ooit. Het Hof van Cassatie is de wervelkolom van justitie, maar vandaag balanceren we op een precair evenwicht.’

De voorbije legislatuur trok de gerechtelijke wereld geregeld aan de alarmbel. Magistraten en advocaten kwamen massaal op straat om de jarenlange desinvestering en het moordende hervormingstempo van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) aan te klagen. ‘Terecht’, vindt Deconinck. De ‘triestige toestand’ waarin het Brusselse Justitiepaleis zich bevindt – het is zelfs niet veilig genoeg om het ­terreurproces over de 22/3­-aanslagen te huisvesten – is exemplarisch voor het gerecht.

‘Ook wíj bij Cassatie maken ons grote zorgen’, aldus de magistrate. ‘Het besparingsritme is onhoudbaar, maar ook het wetgevings­ritme dreigt grote problemen te veroorzaken. Onder meer door de potpourri-wetten verwachten we een zware bijkomende last. De cohesie is zoek en mensen zitten met vragen over het overgangsrecht.’

Eén grote soep

‘In bepaalde, veeleer technische domeinen, is de wet drie keer veranderd in vier jaar tijd’, valt procureur-generaal André Henkes haar bij. De ‘PG’ is de hoogste parket­magistraat binnen Cassatie, hij spreekt traditiegetrouw maandag zijn openings­rede of mercuriale uit. Henkes deelt de bezorgdheden van zijn collega.

‘De wetgeving is één grote soep geworden’, schetst de procureur-generaal. ‘Terwijl een rechter een zaak trancheert op basis van de bestaande wet, is men ze al aan het veranderen. De snelle doorlooptijden die de minister nastreeft, leiden in de praktijk dus tot een stroom aan vragen om uitleg aan het Hof van Cassatie.’

Geens is meestal geen slechte minister van Justitie, besluit Henkes. ‘Meer nog: hij behoort tot de betere die ik heb gekend. Maar dat hij drie, vier jaar lang doof bleef voor onze noodkreet en vlak voor de verkiezingen plots 750 miljoen euro extra eiste wegens de catastrofale toestand van justitie, is het toppunt.’

Om de kwaliteit van de rechtspraak te kunnen garanderen, moeten er enkele noodzakelijke voorwaarden vervuld worden, stelt de korpsleiding. Ze heeft een memorandum opgesteld voor de (toekomstige) federale formateurs, met concrete aanbevelingen. Nummer één: het ‘menselijk kapitaal’ bij het Hof van Cassatie moet versterkt worden. Vandaag telt de zetel zo’n dertig mensen en het parket veertien – dat is te weinig. Wat het Hof evenwel het meest tegen de borst stuit, is het uitblijven van de beloofde beheersautonomie.

Deconinck: ‘Sinds de wet van 2014 hebben wij ons huiswerk gemaakt, de teksten zijn klaar, maar de beheersautonomie is er nog altijd niet. Terwijl die onze performantie ten goede zou komen. Nu, we gaan verder op de ingeslagen weg. We zijn een relatief kleine entiteit, maar wel een belangrijke. Hopelijk ziet men dat.’

Wereldvreemd?

Alvast wat informatica betreft, werd Cassatie gewoonweg overgeslagen, illustreert de Eerste Voorzitster. De eigen computerapplicatie van het hoogste rechtscollege, dat dient om de dossiers en arresten te beheren, dateert uit 1994. ‘Ooit waren wij pioniers op het vlak van ICT,’ zegt Deconinck, ‘maar vandaag kennen onze jonge informatici de taal van ons 25 jaar oude systeem zelfs niet meer.’

Volgens Henkes zit het Hof ‘op een tikkende tijdbom’.
Er is, kortom, nood aan een forse financiële injectie. Maar zolang er geen nieuwe federale regering is, komt die er níét. Het Hof voelt naar eigen zeggen elke dag de gevolgen van de federale stilstand. ‘Op veel vlakken staat de interne werking on hold, vernieuwingen gaan niet door, personeels- en andere zaken zitten geblokkeerd.’ Qua j’accuse van de rechterlijke macht aan het adres van de andere machten kan dat tellen.

De jongste jaren zijn de spanningen tussen gerecht en politiek trouwens toegenomen. Een en ander staat niet los van de houding van de grootste Vlaamse partij N-VA, die er niet voor terugdeinst rechters of rechtspraak ‘wereldvreemd’ te noemen. Deconinck is daar zichtbaar niet gelukkig mee, maar laat zich er niet over uit. ‘De uitspraken zijn voor hun rekening, de perceptie bij ons is omgekeerd. Wees gerust, wij staan met twee voeten in de maatschappij.’

Ze geeft wel toe dat het ‘evenwicht’ tussen de machten verstoord is. Lees: de rechterlijke macht wil (opnieuw) meer respect voor haar autoriteit en onafhankelijkheid. ‘Het is tijd om na te denken over de onderlinge verhouding’, besluit Deconinck ­diplomatisch. ‘Wij zijn alvast vragende partij voor een diepgaandere dialoog.’

Bron » De Standaard