Slachtoffer Bende van Nijvel na uitzending ‘Faroek’: “Ik heb nog heel weinig vertrouwen in dat zooitje”

In de zaak van de Bende van Nijvel reageert slachtoffer David Van de Steen weinig hoopvol op de uitzending van “Faroek”, waarin het federaal parket een oproep deed aan burgers, getuigen of betrokkenen.

“Je verwacht dat ze na dertig jaar toch verder staan dan dat. Het enige nieuwe dat ik gehoord heb is het verhaal van de jutten zak (uit het kanaal van Ronquières, nvdr.) opgehaald door die drie mannen, en dat is heel bizar”, zegt Van de Steen.

David Van de Steen verloor bij de overval op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht mensen om het leven kwamen, zijn ouders en zijn zus. Samen met zijn advocaat Jef Vermassen reageerde hij al eerder afwijzend op het nieuws dat het onderzoeksteam niet langer geloofde dat ex-rijkswachter Christiaan Bonkoffsky de “Reus” van de Bende was, wat het federaal parket dinsdag bevestigde. Bonkoffsky had volgens zijn broer op zijn sterfbed in 2015 gezegd hebben dat hij bij de Bende van Nijvel was.

“Al veel meer concrete elementen doorgespeeld”

Van de Steen zag in de uitzending van “Faroek” maar één nieuw element. “Dat die rode auto (Volkswagen Golf GTI, nvdr.) zwart gespoten is, dat weten we al twintig jaar. Ik heb nog heel weinig vertrouwen in dat zooitje. Je verwacht dat ze na dertig jaar toch verder staan dan dat. Het verhaal van de drie mannen die met de Renault (R4) toekomen en de jutten zak is nieuw, maar zeer bizar. Is het waar of niet, ik weet het niet. Jef Vermassen en ik hebben al veel meer concrete elementen doorgespeeld dan hetgeen waarvoor ze nu een oproep doen. Ik weet niet goed wat ik er moet van denken.”

Pistool en munitie

Op 6 november 1986 werden er in het kanaal in Ronquières zakken ontdekt met bewijsmateriaal dat de feiten van de Bende van Nijvel aan elkaar linkt. De vondst werd gedaan door de Delta-cel onder leiding van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch in Dendermonde, nadat Waalse speurders bij een eerdere speuractie niets hadden gevonden.

Er werden in 1986 toen een kogelwerend vest, een pistool dat van een politieagent werd gestolen en munitie aangetroffen. Maar een onderzoek van deze bewijsstukken, door de onderzoeksrechter gevraagd in 2009, toonde aan dat de gevonden voorwerpen, die nog in goede staat waren, pas kort voor de vondst in het water waren gegooid. Het was deze vondst die aanleiding gaf om te spreken van manipulaties van het onderzoek naar de Bende.

In 1985 had een duiker al in het kanaal gedoken en geen voorwerpen gevonden. Die eerste duiker kon niet meer ondervraagd worden, want hij is intussen overleden. “Faroek” sprak wel met zijn toenmalige assistent, en die verklaarde dat ze op 6 november 1986, maar voor de komst van de speurders van de Delta-cel, een jutten zak vonden aan het kanaal van Ronquières.

“Er werd toen een zak uit het water gehaald, nochtans was er een jaar voordien reeds een zoekactie geweest op dezelfde plaats die toen geen resultaat had opgeleverd”, stelt het federaal parket. Volgens de assistent gebeurde de zoekactie op vraag van drie rijkswachters, die reden met een R4, het toenmalige voertuig van de bijzondere opsporingsbrigade BOB. De opgeviste zak is echter nooit bij de speurders beland en het is niet duidelijk wie de mannen waren.

Geen geloof in spijtoptanten

Van de Steen betreurt dat de Delta-cel opnieuw in een slecht daglicht geplaatst wordt. “Ik vind dat het conflict tussen Delta en de nieuwe speurders niet moet uitgevochten worden op televisie of in programma’s. Op zijn minst kunnen ze eens samen zitten en praten over Ronquières. Communicatie zou al veel misverstanden kunnen wegnemen, maar dat is blijkbaar niet mogelijk.”

Ook in bekentenissen van spijtoptanten gelooft Van de Steen niet. “Niemand gaat zich toch gaan aangeven voor feiten waarbij 28 doden vielen. Dat is te gek. Ze kunnen daarvoor misschien strafvermindering krijgen, maar nu hebben ze gewoon geen straf.”

Bron » Het Nieuwsblad

De Bende van Nijvel: de vragen blijven dezelfde, maar komen er nu eindelijk nieuwe antwoorden?

Gisteren zond de commerciële televisie VTM het opsporingsprogramma Faroek uit dat integraal over het onderzoek in het dossier van de Bende van Nijvel ging. Zoals van een opsporingsprogramma verwacht mag worden, werden er meer vragen gesteld dan antwoorden gegeven. Toch leerde het programma ook iets over de stand van zaken in het onderzoek.

Het federaal parket en de onderzoeksrechter in het Bendedossier kozen ervoor om het grote publiek te betrekken in het onderzoek. Dat gebeurde eerder ook al een paar keer.

Gisteren werd er o.a. een vraag gesteld aan de (Vlaamse) kijker of hij/zij zich iets herinnert van verdachte bewegingen in Ronquières op 10 november 1986. Het blijft afwachten of op dat soort vragen respons komt en zo ja, wat is de waarde van een getuigenis 32 jaar na datum. Weet u nog waar u was op 10 november 1986?

Omerta

Speurders hopen ook dat de nieuwe wet op de spijtoptantenregeling mensen over de streep zal trekken om eindelijk te praten. In ruil voor strafvermindering kunnen criminelen recent ook in ons land bekentenissen afleggen. Het is een omstreden systeem maar het heeft in elk geval in Italië zijn vruchten afgeworpen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.

Want het blijft inderdaad een zeer merkwaardig gegeven dat in al die jaren er nooit iets gelekt is uit het criminele milieu over de Bende. De omerta wordt in Bende kringen blijkbaar rigoureus gerespecteerd wat toch wijst op een stevige, gesloten criminele organisatie. Wat niet belet dat er uit perifere kringen iets kan loskomen.

Zo was er de opsporingsvraag of iemand iets meer wist over het herschilderen van een rode VW Golf, wagen die bij drie overvallen gebruikt werd. Zo’n vraag gaat ervan uit dat er misschien handlangers van de Bende waren die bepaalde handelingen gedaan hebben zonder goed en wel te beseffen in welk crimineel spel ze eigenlijk meespeelden. Het herschilderen kan gebeurd zijn door de Bende zelf maar ook door een gewone garagist.

Feiten, geen (wilde) verhalen

Het is een goede zaak dat in een dossier dat de hele Belgische samenleving al decennia beroert niet alleen advocaten de media opzoeken om verklaringen te doen maar ook het federaal parket en de onderzoeksrechter van zich laten horen. De berichtgeving wordt daardoor op zijn minst evenwichtiger en in het beste geval levert het ook nog concreet resultaat op. De komende dagen en weken zullen daarover uitsluitsel geven. Pas dan kan het programma op zijn ware waarde beoordeeld worden.

Er wordt niet alleen naar nieuwe informatie gezocht, er worden ook oude onderzoekspistes afgesloten. Zo kregen we gisteren te horen dat de reus, Christian Bonkoffsky, niet de reus is. Alle berichtgeving hierover, en dat was nogal wat, is post factum beschouwd dus enigszins naast de kwestie gebleken.

In het programma gisteren viel overigens de feitelijke toon op. Nu het onderzoek bij het federaal parket zit, willen de enquêteurs blijkbaar weg van de (wilde) verhalen om zich te focussen op concrete data, figuren en materiële verbanden. We mogen hopen dat deze nuchtere toon aangehouden blijft.

Wachten op resultaat DNA onderzoek

Hoge verwachtingen zijn er ten aanzien van het lopende DNA-onderzoek in Lyon (Frankrijk). Met geavanceerde technieken kan de kleur van ogen bepaald worden, haarkleur, gelaatstint en nog veel meer. Terzijde, onderzoekers in andere dossiers vragen zich af waarom dit geavanceerde DNA-onderzoek nu plots kan in het Bendedossier terwijl zij altijd te horen krijgen dat het (in België) eigenlijk onwettig is en om die reden niet toegepast wordt.

In het programma werd over het nieuwe DNA onderzoek niet uitgeweid omdat de resultaten er nog niet zijn.

Wapenvondst: doorbraak of manipulatie?

Maar de belangrijkste informatie in het opsporingsprogramma zat wellicht in de vragen over de wapenvondst in 1986 in het kanaal Brussel Charleroi. Ook hierover is al heel veel te doen geweest en de vragen die hierover eerder al rezen, zijn er met de informatie van gisteren niet bepaald kleiner op geworden. Het lijkt een cruciaal gegeven te zijn dat potentieel een doorbraak in zich draagt.

Waarover gaat het? Tot nu toe werd aangenomen dat een dag na de overval in Aalst ( 9 november 1985) er zakken in het kanaal gegooid werden. Die aanname gebeurt op basis van twee ooggetuigen, een friturist en een buurtbewoner. In het PV is sprake van ‘verdachte bewegingen’ en dat zou onder meer te maken hebben met het verwisselen van nummerplaten en het zien drijven van een zak.

Er werd toen op basis van die informatie ook gezocht. Al zou dat volgens de speurders van de cel Delta niet echt een doorgedreven onderzoek kunnen genoemd worden. In november 1985 zal een duiker (volgens de Deltaspeurders eigenlijk een garagist die duikervaring heeft bij het takelen van voertuigen uit het water) gedurende anderhalf à twee uren zoeken, zo stellen zij. Hij vindt afgezien van een geweerkolf en scheurstroken van munitie (die weliswaar door de Bende gebruikt werd maar ook door jagers gebruikt wordt) niet veel.

Assistent duiker

In het programma gisteren werd er door de assistent van de duiker (de man zelf is overleden) gezegd dat die zoektocht wel erg degelijk werd uitgevoerd gedurende anderhalve dag. Als hij niet meer vond dan dat, is het omdat er niet meer te vinden was. Zo niet zou de duiker het ongetwijfeld bovengehaald hebben, zo zei hij. Het is een erg belangrijk gegeven in het verdere onderzoek.

Want een jaar later, in november 1986, doen speurders van de cel Dendermonde (o.l.v. onderzoeksrechter Troch) dat werk nog eens over maar dan wel, naar eigen zeggen, veel grondiger en langduriger. Op 6, 7 en 12 november zullen tien duikers van de Genietroepen uit Burcht het kanaal ter hoogte van de zwaaikom in Ronquières uitkammen. Hun vondst, de eerste dag al om 15 u., is inderdaad indrukwekkend: een mini-brandkast afkomstig van de overval op de Delhaize in Aalst, een kogelvrije vest gestolen in Temse, wapens die gediend hadden bij overvallen uit 1983 en 1985.

Volgens de onderzoekers van de Cel Delta moesten die wapens daar al een jaar gelegen hebben. Ter ondersteuning van hun stelling voeren zij aan dat geen enkele expert die nadien de voorwerpen onderzocht, melding maakte van een kort verblijf in het water. Integendeel, zo zeggen zij, het feit dat de zakken verzonken zaten in het slib, de algengroei en de corrosie bevestigen de lange duur.

Waarmee ze expliciet ook zeiden dat de onderzoekers van de cel Jumet er destijds met hun klak naar gegooid hadden. Want waarom vond de Cel Jumet niet wat de cel Delta wel vond? Het lijkt een even logische als legitieme vraag.

Ogenschijnlijk was de vondst in het kanaal destijds van doorslaggevende betekenis voor het Bende onderzoek. Er werden wapens gevonden die rechtstreeks konden worden gelinkt aan feiten van 1983 én 1985, waarmee kon aangetoond worden dat de zelfde Bende in beide periodes actief was. En, niet in het minst, op een kogelvrije vest vond men een bloedvlek. Op basis daarvan kon men een DNA-profiel bepalen. Speurders van de Cel Delta konden die pluim op hun hoed steken. Het blijft wel vreemd waarom ze halsstarrig blijven volhouden dat die gevonden spullen al een jaar in het water lagen. Alsof de vondst op zich niet waardevol genoeg is.

Maar de assistent van de duiker getuigde gisteren dat op 6 november 1986 er ’s morgens ook al op dezelfde plek gezocht werd. De vraag daartoe hadden ze gekregen van drie mannen, een Nederlandstalige, twee Franstaligen, die zich verplaatsen in een Renault 4. De duiker haalt een jutezak boven waarop de drie mannen zeiden ‘OK. We hebben wat we zochten.’

De drie mannen verdwijnen met de jutezak en meer dan dat weten we niet. Wie zijn die drie mannen? Wat komen die ’s morgens zoeken op dezelfde plek waar in de namiddag ook zal gezocht worden? Wat zat er in die jutezak? En waar is die gebleven?

Het was een even vreemde als bevreemdende getuigenis over die jutezak.

Want als het de bedoeling was dat die zakken met wapens zouden gevonden worden, waarom zou er dan snel snel nog een andere zak moeten verdwijnen?

Een boemerang

Maar terug naar de eigenlijke wapenvondst. Wat in wezen een succesverhaal is, keert merkwaardig genoeg als een boemerang terug en dreigt erg hard aan te komen in kringen van de Dendermondse speurders.

Die boemerangbeweging werd al ingezet door de parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende in 1997. Zij vroegen zich af op basis waarvan de cel Dendermonde eigenlijk besloten had om opnieuw te gaan zoeken op een plaats waar al gezocht was? Welke nieuwe informatie hadden zij dan wel en waar zit die informatie in het dossier vervat in een PV? Professoren Fijnaut en Verstraeten hadden in hun monnikenwerk bij het doorploegen van het volumineuze dossier immers geen enkel rechterlijk bevel tot dreggen teruggevonden.

Bovendien, zo stelden zij vast, hadden de speurders van de Cel Delta in dit verband een aantal initiatieven genomen waarvan de magistraten noch vooraf noch achteraf werden ingelicht.

De eerste kiemen van de manipulatietheorie rond de wapenvondst werden dus hier gelegd. Het leidde toen al tot een afzonderlijk onderzoek waarbij een confrontatie werd georganiseerd tussen speurder Philippe Vermeersch (cel Delta) en speurder Achten (rijkswacht). Die laatste zou pas veel later toegeven dat hij de fameuze informatie gaf op basis waarvan opnieuw gezocht werd in het kanaal. Voor de speurders van de cel Delta is daarmee het bewijs geleverd dat er van manipulatie geen sprake is en dat de informatie via normale politionele uitwisseling tot bij hen is geraakt.

Er is iets vreemds aan de hand

Maar echt overtuigen doet dat bewijs niet. In mei 2013, op een zoveelste vergadering met de nabestaanden van de slachtoffers, zei onderzoeksrechter Martine Michel, geflankeerd door de procureur van Charleroi, Pierre Magnien, het zo:

‘De commissie die in 1997 in het parlement de misdaden van de Bende onderzocht, heeft de conclusie getrokken dat er iets vreemds aan de hand was met de wapenvondst van november 1986 in het kanaal van Ronquières. Wij hebben met de hulp van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) ontdekt dat ze gelijk hadden.’

Uit dat NICC onderzoek moet blijken dat het materiaal onmogelijk al een jaar in het water gelegen kan hebben. Dat bewijst men aan de hand van de corrosie op een metalen brandkoffertje en vooral op de impact van het water op papieren cheques.

In het programma gisteren bevestigde de woordvoerder van het federaal parket die stelling nog eens. Bovendien zou uit verfijnd wetenschappelijk onderzoek blijken dat die spullen maximaal 6 à 7 dagen in het water hebben kunnen liggen, wellicht slechts 24 à 48 uur.

Het woord ‘manipulatie’ viel opnieuw. Wie heeft die spullen in het water gegooid? Wie had die spullen in zijn bezit? Wist de persoon die de spullen in het water gooide dat er kort daarop op die plek zou gezocht worden? Waarom houden de speurders o.l.v. onderzoeksrechter Troch vol dat die spullen er al een jaar moesten gelegen hebben? Kortom, wie en waarom geeft iemand op een dienblad bewijzen van de Bende?

Manipulatie, manipulatie en nog eens manipulatie

Want als er gemanipuleerd is, wat is dan de bedoeling van deze manipulatie? Wordt er vanuit de onderzoekers zelf gemanipuleerd of worden zij op hun beurt gemanipuleerd door externen die hen bewust voeden met informatie?

De publiek geuite beschuldigingen van manipulatie leidden in 2013 tot een onderzoek naar de onderzoekers. Alle speurders van de Cel Delta die bij de wapenvondst betrokken waren, werden niet bepaald vriendelijk ondervraagd door de collega’s in Charleroi. Het zette enorm veel kwaad bloed bij de speurders uit Dendermonde. Ze voelden zich zwaar geschoffeerd en pikten het niet dat ze als verdachten behandeld werden.

Maar los van de (klein-)menselijke kantjes van het verhaal, die deels ook terug te voeren zijn tot een heuse guerre des flics, zal het nu vooral kwestie zijn van uit te zoeken wie er aan de touwtjes van de manipulatie trekt.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

Ook volgens federaal parket is onderzoek Bende van Nijvel gemanipuleerd: “Dit roept vragen op”

Uit bijkomend onderzoek naar de wapenvondst in Ronquières in 1986 blijkt volgens het federaal parket dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel wel degelijk is gemanipuleerd. Dat zegt woordvoerder Eric Van der Sypt in De Ochtend op Radio 1. Het federaal parket heeft de leiding over het onderzoek begin dit jaar overgenomen. Het verspreidt nu drie concrete vragen in een oproep naar getuigen.

Het onderzoek naar de bende van Nijvel is gemanipuleerd. Tot die conclusie is nu ook het federaal parket gekomen. Ook, want in 2013 kwam het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie al tot die conclusie, en ook minister van Justitie Geens (CD&V) nam de stelling al in de mond. De mogelijke manipulatie draait rond een wapenvondst in het kanaal Brussel-Charlerloi in Ronquières in 1986. Een aantal wapens waren gebruikt bij misdaden door de Bende van Nijvel.

Aanvankelijk werd gedacht dat de wapens al in het water lagen sinds 1985, net na de overval op de Delhaize in Aalst. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de wapens er maximaal 7 dagen lagen, mogelijk zelfs maar 48 uren. “Iemand had die voorwerpen dus op een bepaald moment in zijn bezit, heeft die in zakken gestoken en in het water gegooid. Dat incident roept vragen op. Wij willen daar graag antwoorden op, en daarvoor doen wij voor een deel beroep op het publiek”, zegt Eric Van der Sypt van het federaal parket.

Het parket heeft nu drie concrete vragen gelost aan het publiek. Het wil weten of iemand meer informatie heeft over de wapenvondst in Ronquières, en is ook op zoek naar de mensen die toen hielpen duiken. Want volgens het parket is er rond het moment van de wapenvondst ook nog een nieuwe zoekactie gebeurd in het kanaal, waarbij een zak werd gevonden. De opdracht kwam van een aantal rijkswachters die met een witte Renault R4 reden. Maar van de zak is geen spoor, en in het dossier wordt geen melding gemaakt van de nieuwe opdracht.

Daarnaast stelt het parket ook een vraag over een Volkswagen Golf GTI. De rode wagen werd na een overval op een restaurant herspoten in het zwart. Het parket wil weten wie die wagen heeft herspoten. En het parket beschrijft ook een overvaller met een geboortevlek of wijnvlek in de nek. Het wil weten wie iemand kent die aan die beschrijving voldoet. De drie concrete vragen kan u nalezen op de website van de federale politie.

Sinds februari van dit jaar heeft het federaal parket het onderzoek overgenomen. “Het dossier wordt helemaal herbekeken, met een nuchtere kijk. En daar komen soms verrassende dingen uit”, zegt woordvoerder Eric Van der Sypt, die niet verder in detail wil gaan. “We willen in ons onderzoek ons focussen op de materiële elementen die in het dossier zitten. Sommige dingen worden nader onderzocht, zoals vingerafdrukken”, zegt Van der Sypt, wijzend op het DNA-onderzoek dat vandaag veel verder staat.

Maar het parket hoopt ook op nieuwe getuigenissen van mensen die betrokken waren. “Misschien wil iemand wel zijn geweten zuiveren. En er is nu ook de nieuwe wet op spijtoptanten. Mensen hebben de kans om naar voren te komen, duidelijke verklaringen af te leggen en dan mogelijk een verminderde straf te krijgen”, aldus Van der Sypt.

Het blijft natuurlijk mogelijk dat we nooit gaan weten wie achter de Bende van Nijvel zat. Dat beseft ook het parket. “Dat blijft een mogelijkheid. Men moet goed beseffen dat als men naar een rechtbank wil gaan, dat moet op basis van harde bewijzen. Getuigen zijn maar een deel van de oplossing. Dat kan belangrijk zijn, maar kan nooit het enige element zijn om iemand voor de rechtbank te brengen. Als je feiten aan mensen wil linken, moet je dat doen op basis van materiële elementen”, zegt Van der Sypt. “Maar we maken vooruitgang. We gaan zoveel mogelijk pistes bekijken, tot we het gevoel hebben, nu hebben we echt alles geprobeerd”, aldus de woordvoerder.

Bron » VRT Nieuws

Cruciale getuige bevestigt manipulatie: Bende-speurders zoeken 3 rijkswachters die wapenzak lieten bovenhalen in Ronquières

Het speurdersteam naar de Bende Van Nijvel is op zoek naar drie rijkswachters die vlak voor de tweede officiële zoektocht in Ronquères een duiker een zware zak lieten bovenhalen. “Daar zaten lange buisvormige voorwerpen, misschien wel een deel van de vermiste wapens in”, getuigt duikassistent Jef Goossens in het VTM-opsporingsprogramma Faroek.

Daarnaast willen ze ook de identiteit kennen van de carrossier die een gestolen rode Golf GTI zwart spoot voor de aanslag in 1983 in Beersel en zoeken ze voor diezelfde overval naar een dader met een kenmerkende moedervlek.

Ontsluiert de zwaaikom van het kanaal Brussel-Charleroi in Ronquières eindelijk het mysterie van de Bende van Nijvel? Het nieuwe speurdersteam hoopt met een oproep naar bijkomende getuigenissen over een opvallend bezoek van drie rijkswachters aan de bewuste zwaaikom in 1986 het onderzoek een jaar na de Bonkoffsky-affaire (de Aalsterse rijkswachter die op zijn sterfbed bekentenissen aflegde red.) opnieuw in een stroomversnelling te brengen.

Zo vertelde duikerassistent Jef Goossens het speurdersteam recent hoe hij samen met zijn vaste duiker op 6 november 1986 voor de aankomst de Dendermondse cel Delta de opdracht kreeg van drie BOB’ers om voorwerpen te zoeken in het kanaal. Het duikduo had in 1985 na de overval in Aalst ook al de eerste, vruchteloze zoektocht in hetzelfde kanaal uitgevoerd.

“Die ochtend in 1986 haalden we vrij snel een zware juten zak boven”, herhaalde de duikassistent in het VTM-opsporingsprogramma Faroek. “Hij was wel 25 à 30 kilogram zwaar en zat vol met buisvormige voorwerpen. Of dat wapens konden zijn? Natuurlijk kan dat, maar wij hebben nooit zelf in die zak kunnen kijken. Eenmaal aan de oever hebben drie rijkswachters de zak overgenomen en gecontroleerd.”

“Ze legden er een plastic dekzeil over en zeiden dat ze alles hadden wat ze wouden.” Daarna vertrok het trio, één fors gebouwde Nederlandstalige man en twee Franstaligen, met de zak in een beige Renault R4’tje. “Tot op vandaag is het niet duidelijk wie die drie mannen waren en wat er exact in de zak zat”, vertelt Eric Van der Sypt van het federaal parket.

Poging tot manipulatie

Vlak nadat de onbekende BOB’ers vertrokken waren, arriveerde de cel Delta om hun tweede officiële zoektocht uit te voeren. Zij haalden daarbij twee zakken en de inhoud van een derde zak boven. “Onderdelen van wapens die gebruikt zijn bij diverse feiten gepleegd door de Bende, munitie, een babykoffer en cheques die gestolen waren in de Delhaize van Aalst en stukken van gestolen kogelvrije vesten”, klinkt het.

Wetenschappelijk onderzoek heeft nu echter uitgewezen dat die voorwerpen maximaal een week voor de vondst door de cel Delta gedropt werden in het kanaal. “Ons team gaat er zelfs van uit dat het amper 24 tot 48 uur voordien gebeurd is”, zegt Van der Sypt.

“Er zijn volgens ons voldoende redenen om aan te nemen dat deze drie vondsten een poging tot manipulatie van het onderzoek geweest zijn.” Wie de speurders van de cel Delta in de val lokte door de authentieke verzameling van gebruikte Bende-wapens te droppen en vooraf op de hoogte was van de nieuwe zoektocht, is voorlopig niet duidelijk.

Man met wijnvlek

Naast de drie rijkswachters zijn de speurders ook geïnteresseerd in de diefstal van een Golf GTI op 2 oktober 1983 door de Bende bij de overval op restaurant Les Trois Canards in het Waalse Ohain. Uitbater Jacques Van Camp wordt doodgeschoten waarna de daders wegscheuren met de rode GTI. Vier dagen later wordt de GTI – intussen herspoten in het zwart – gespot op de tweede verdieping van een kleine parking in Namen.

Daags nadien (7 oktober red.) gebruikt de bende datzelfde voertuig bij de overval op de Delhaize in Beersel waar verschillende getuigen één dader met een opvallend kenmerk zien. “Een dader had zwart kort haar en een ovaalvormige moedervlek aan de linkerachterzijde van de hals die ongeveer 3 op 5 centimeter groot is”, zegt Van der Sypt.

“Elke tip over een man die zo’n wijnvlek heeft, kan ons helpen.” Daarna verdwijnt de geverfde wagen van de radar tot 1 december wanneer de Bende in Anderlues juwelier Jean Szymusik overvalt. De juwelier en zijn vrouw worden doodgeschoten waarna de Bende de wagen in brand steekt in het bos van Hourpes in Lobbes.

“Ondanks het feit dat de wagen zwaar beschadigd raakte, hebben we achterhaald dat het voertuig redelijk professioneel herspoten werd”, zegt Van der Sypt. “De carrossier die dat klusje opgeknapt heeft, kan ook een kroongetuige zijn.”

Het federaal parket benadrukte vanavond nogmaals dat er intussen een wet voor spijtoptanten bestaat. “Iedereen die al dan niet zonder het te weten betrokken raakte bij feiten van de Bende kan op die manier strafvermindering krijgen”, klinkt het. “We hopen dat we met die garantie mensen eindelijk kunnen laten praten.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Tueurs du Brabant: une nouvelle loi sur les repentis encouragera-t-elle des auteurs ou complices à parler?

Connaîtra-t-un jour la vérité sur l’affaire des tueurs du Brabant? Le parquet fédéral veut y croire et il donne une nouvelle impulsion au dossier.

Ce mardi à 21h45 sur RTL-TVI, un numéro d’Indices exceptionnel sera consacré à l’enquête sur les tueurs du Brabant. Pour la première fois, le Parquet fédéral s’exprime et lance un nouvel appel à témoins. Celui-ci se justifie notamment par une nouvelle loi sur les repentis. Elle était dans le pipeline législatif depuis des années. Le procureur fédéral plaidait en faveur de cette loi. Elle a enfin été adoptée en août dernier et c’est du sur mesure pour l’enquête sur les tueurs du Brabant.

Il y a encore aujourd’hui des gens qui savent

Cette loi encadre strictement ceux qui voudraient soulager leur conscience. Le parquet en est convaincu: il y a encore aujourd’hui des gens qui savent. S’ils ont été témoins des faits, pas de souci, ils ne risquent rien. S’ils ont participé aux tueries, peut-être sans se douter de leur ampleur, ils peuvent désormais parler, moyennant une réduction de peine, par exemple.

Ce n’est pas la première fois que l’énigme des tueurs du Brabant entraîne des modifications de loi. La prescription a déjà été allongée.

L’ex-gendarme Christiaan Bonkoffsky n’est pas le Géant

Il y a un peu plus d’un an, un homme originaire de Termonde avait indiqué aux enquêteurs que son frère, Christiaan Bonkoffsky, était le “Géant” de la bande de braqueurs responsables de la mort de 28 personnes entre 1982 et 1985. L’ancien gendarme aurait avoué à son frère ses liens avec le groupe de tueurs peu avant son décès. Après une enquête approfondie sur ces révélations, le parquet fédéral est arrivé à la conclusion que M. Bonkoffsky ne pouvait pas être le Géant. “Nous avons étudié le dossier sur base des éléments qui s’y trouvent actuellement et voici finalement le résultat: nous pouvons affirmer que Bonkoffsky n’était pas le Géant”, expose Eric Van Der Sypt, porte-parole du parquet à VTM.

De nouvelles analyses ADN

En 1985, date des derniers faits des tueurs du Brabant, on ne connaissait pas l’empreinte génétique. Aujourd’hui, la seule trace complète d’ADN présente dans le dossier fait l’objet de nouvelles analyses à Lyon. L’utilisation de l’ADN dans les enquêtes pourrait elle aussi évoluer. De nouvelles analyses sont en cours.

Il reste désormais 7 ans pour recueillir des preuves matérielles et identifier les auteurs de ces 28 assassinats commis dans les années 80.

Témoignages exclusifs

Ce mercredi soir dans Indices, vous entendrez des témoins des faits qui ne sont jamais exprimés jusqu’à présent. L’équipe a également rencontré un homme qui a participé aux plongées de Ronquières et qui, tout récemment, a révélé de nouveaux éléments inconnus des enquêteurs.

Bron » RTL