Dit weekend is het twintig jaar geleden dat Sabine Dardenne en Laetitia Delhez werden bevrijd. En dat de gruweldaden van Marc Dutroux aan het licht kwamen. Een chronologie.
Op 9 augustus 1996 werd de toen veertienjarige Laetitia Delhez ontvoerd in Bertix, nadat ze naar het zwembad was geweest. Een getuige vertelde vlak bij een bestelwagen te hebben gezien die te veel lawaai maakte. Een andere getuige noteert een deel van de nummerplaat. Het leidt speurders naar Marc Dutroux, die samen met zijn echtgenote Michelle Martin en Michel Lelièvre wordt opgepakt.
Op 15 augustus, zes dagen na haar ontvoering, wordt Laetitia Delhez bevrijd. De politie treft haar in het huis van Dutroux in Marcinelle. In de kelder vinden de speurders ook de twaalfjarige Sabine Dardenne. Zij verdween op 28 mei 1996. Beide meisjes zijn misbruikt door Dutroux.
Wat aanvankelijk tot opluchting bij de bevolking leidt, ontaardt algauw in nationale woede over de gruweldaden van Dutroux die aan het licht zullen komen. Die gruwel begon in juni 1995.
24 juni 1995
In Grâce-Hollogne, een deelgemeente van Luik, verdwijnen de vriendinnetjes Julie Lejeune en Mélissa Russo spoorloos. Acht jaar zijn de meisjes. Ze worden voor het laatst gezien als ze staat te zwaaien naar voorbijrijdende auto’s op een brug over de autosnelweg. Marc Dutroux sluit hen op in zijn zelfgebouwde kelder in een huis in Marcinelle.
22 augustus 1995
Nadat ze naar een hypnoseshow van Rasti Rostelli zijn geweest in Oostende verdwijnen de Limburgse An Marchal (18) en Eefje Lambrecks (17). De politie verdenkt aanvankelijk Rostelli, omdat op camerabeelden te zien is dat de meisjes een verwarde indruk maken na de hypnose. De link met de verdwenen Julie en Mélissa wordt niet gelegd.
13 december 1995
De politie krijgt tips van getuigen en de moeder van Dutroux, wat speurders naar zijn huis in Marcinelle leidt. Opperwachtmeester René Michaux hoort kinderstemmen, maar denkt dat die van buiten komen. Het zijn de stemmen van Julie en Mélissa. De speurders menen niets gevonden te hebben.
28 mei 1996
De twaalfjarige Sabine Dardenne wordt op weg naar haar school in Doornik van haar fiets gesleurd door twee mannen. Ze wordt afgevoerd in een bestelwagen en naar Dutrouxs huis in Marcinelle gebracht.
15 augustus 1996
Laetitia Delhez, die zes dagen eerder is ontvoerd, en Sabine Dardenne worden bevrijd. Michel Lelièvre en Marc Dutroux beginnen tijdens ondervragingen te praten en leiden speurders naar de andere vier meisjes.
17 augustus 1996
In de tuin van een huis van Dutroux in Sars-La-Buissière worden de lichamen opgegraven van Julie en Mélissa. Meer dan acht maanden hadden de meisjes verbleven in Dutrouxs zelfgebouwde kelder in Marcinelle, waar ze door hem werden verkracht. Ze zijn omgekomen van de honger.
In 1995 werd Dutroux, die in 1989 al was veroordeeld voor de ontvoering en verkrachting van minderjarigen, opgepakt en opgesloten in de gevangenis. Michelle Martin gaf de kinderen tijdens zijn afwezigheid geen eten. In diezelfde tuin wordt ook het lijk aangetroffen van Bernard Weinstein, een voormalige kompaan van Dutroux.
3 september 1996
De politie vindt onder een loods in Jumet de lichamen van An en Eefje. Ze bevinden zich vlak bij de eigendom van Bernard Weinstein. De meisjes waren zwaar ondervoed, zo blijkt uit medisch onderzoek. Vermoedelijk was dat de doodsoorzaak van Eefje. An stierf verstikking. Ze had een plastic zak over het hoofd toen ze werd teruggevonden.
Marc Dutroux zal terechtstaan voor ontvoering, gijzeling, verkrachting, moord en illegale handel. Hij wordt veroordeeld tot levenslang.
Bron » De Standaatd