‘Evenwicht tussen politie en gerecht is verstoord’

Door het tekort aan rechercheurs bepaalt de politie bij onderzoeken nu vaak de prioriteiten. ‘Wij verliezen de controle’, waarschuwen onderzoeksrechters.

Als onderzoeksrechters in een dossier aan de politie vragen om bepaalde zaken na te gaan, luidt het antwoord dikwijls dat de rechercheurs het niet kunnen doen. Dat komt doordat er een groot gebrek aan personeel is’, zegt Philippe Van Linthout, co-voorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters. Die verenigt de circa honderdtwintig onderzoeksrechters in ons land. Zij behandelen de zwaarste criminele zaken.

Van Linthout: ‘Voor elke zaak die wat complexer is dan een betrapping op heterdaad, zitten we op droog zaad. Dat heeft een pervers effect: de politie kijkt wat de vraag is, hoeveel mensen ze heeft en bepaalt zo wat in de onder­zoeken prioritair is. Niet vanuit een honger naar macht, maar ingegeven door praktische omstandigheden. Dat is ongezond, want de controle valt weg.’

De meer gespecialiseerde ­rechercheafdelingen van de Federale Gerechtelijke Politie kreunen al sinds het begin van dit decennium onder personeelsgebrek. Een cocktail van een omgekeerde leeftijdspiramide, een instroom die lager is dan de uitstroom en een bijzonder logge rekrutering leidt tot een leegloop. Er zijn amper mensen om zaken rond fraude of corruptie te onderzoeken. Recentelijk bleek nog dat het zeer moeilijk wordt om het hoofd te bieden aan cybercriminaliteit, hét fenomeen dat volgens de Veiligheidsmonitor fors blijft toenemen. De Federale Computer Crime Unit ligt op apegapen. Op terro-afdelingen is er een groot verloop. Ook bij de lokale recherches is er capaciteitsgebrek.

Dat heeft niet alleen voor de bestrijding van criminaliteit ­nefaste gevolgen. ‘Het verstoort ook het evenwicht tussen politie en gerecht’, merkt Van Linthout samen met zijn collega’s. ‘In het Belgische gerechtelijke systeem leidt een onderzoeksrechter de onderzoeken. Hij of zij doet dat à charge en à décharge. Als ik dan in een dossier aan de politie vraag om bepaalde zaken na te gaan en als antwoord krijg dat ze het niet kunnen uitvoeren, dan ben ik de controle kwijt. Dan leid ik niet meer het onderzoek dat ik wil ­leiden. Dat is een gevaarlijke situatie. Niet omdat we de politie in haar geheel wantrouwen, maar omdat er incidenten kunnen zijn, omdat mensen het gevoel hebben dat de controle is weg­ gevallen.’

Bron » De Standaard

‘Most wanted-lijst’ werpt vruchten af: al elf zware criminelen opgepakt

Na bijna drie jaar heeft de opsporingsdienst van de federale politie al elf voortvluchtige zware criminelen opgepakt met dank aan de most wanted-lijst. ‘Het toont de doeltreffendheid van de lijst’, klopt de federale politie zich op de borst.

Meer dan anderhalf jaar zocht de federale politie naar Grzegorz Janowicz. De Pool werd in oktober 2017 veroordeeld tot een celstraf van 18 jaar. Twee jaar eerder had hij samen met een kompaan zijn landgenoot Dawid Motulewicz een kogel door het hoofd gejaagd en achtergelaten in een auto in Anderlecht. Janowicz knipte na de veroordeling zijn enkelband door en verdween onder de radar.

Tot afgelopen dinsdag. Buurtbewoners hadden de federale politie getipt dat de man graag met zijn hond door het Dudenpark in Vorst wandelde. Het FAST-team – opgericht om voortvluchtigen op te sporen – van de federale politie kon de man onderscheppen terwijl hij op een bankje een blikje bier achteroversloeg.

Herkend door toeristen

De Pool is al de elfde persoon die geklist wordt nadat hij op de most wanted-lijst van de federale politie verscheen. De lijst, met de namen van 20 voortvluchtige criminelen, werd op 4 november 2016 in het leven geroepen. Al snel kwam er kritiek: het platform om tips door te spelen, bleek onvoldoende beveiligd. Er werden ook wenkbrauwen gefronst bij de ‘veramerikanisering’ van de opsporingsmethoden.

Maar de most wanted-lijst boekte vrijwel meteen succes. Nog tijdens de receptie na de officiële voorstelling liepen de eerste tips binnen over Marc De Block, een veroordeelde drugshandelaar naar wie al jaren gezocht werd. Die bleek in een villa in Dilbeek te wonen. Vanuit de voortuin zagen de speurders hoe De Block zichzelf tijdens Het Journaal herkende in een item over de most wanted-lijst. Hij pakte meteen zijn koffers en liep de deur uit om naar Frankrijk te vertrekken – maar buiten botste hij op de politiediensten.

In minder dan drie jaar tijd volgden nog tien arrestaties, ook in het buitenland. Vorige maand werd de naam van Lei Beaumont toegevoegd aan de lijst, kort na een veroordeling voor de moord op zijn ex-vrouw. Een “uiterst brute en laffe executie” volgens de jury. Beaumont keek tegen een levenslange celstraf aan, en vluchtte naar Calpe aan de Spaanse kust. Daar werd hij al snel herkend door Belgische en Nederlandse toeristen. Na amper twee weken als most wanted werd Beaumont ingerekend.

“Het toont de doeltreffendheid van de lijst en het succes van het FAST-team”, klinkt het bij de federale politie. De opsporingsbrigade werd in 1999 opgericht. Voordien konden voortvluchtigen vrij makkelijk ondergedoken blijven, tenzij de politie hen bij een controle toevallig tegen het lijf liep. Maar de arrestatie van Grzegorz Janowicz in Vorst toont dat zware criminelen nog steeds niet ver weg hoeven te zitten om onder de radar te blijven.

Bijzondere opsporingsmethodes

Net daarom spelen buurtbewoners vaak een cruciale rol bij de opsporing, zegt criminoloog Wim Hardyns (UGent). Bovendien fungeren sociale media als katalysator. “Via sociale media kunnen mensen beelden van een most wanted-lijst makkelijk delen. Daardoor is de kracht van zo’n lijst nu veel groter dan vroeger.” Hardyns wijst ook op het grote verschil met de Verenigde Staten, waar een heuse economie is ontstaan rond informatie over mogelijke verdachten. Daar zijn we in ons land nog lang niet, zegt hij.

Sinds begin deze maand heeft het FAST-team overigens extra middelen ter beschikking. Het mag vanaf nu ook bijzondere opsporingsmethodes gebruiken, zoals telefoontaps of lokalisering van een gsm-signaal. “Maar daar is wel altijd toestemming van een onderzoeksrechter voor nodig.”

De most wanted-lijst wordt ook regelmatig geüpdatet, al wil de federale politie niet communiceren over de criteria die daarbij gehanteerd worden. Momenteel staan nog 19 voortvluchtigen op de lijst. Een van hen is Fehriye Erdal, die deel uitmaakte van de Turkse terroristische organisatie DHKP-C. Erdal werd in 2017 veroordeeld voor haar rol in een drievoudige moord in Turkije in de jaren 90. De activiste was echter al sinds 2006 op de vlucht, en blijft tot op vandaag onvindbaar.

Bron » De Morgen

Cijfers bewijzen: aantrekkelijkheid van politie als werkgever nooit zo laag

Officiële cijfers bewijzen nu ook de dalende aantrekkelijkheid van de politie als werkgever. In amper één jaar tijd waren er 3.000 kandidaat-inspecteurs minder – dat is een daling van 30 procent. ‘Binnen tien jaar zal de helft van de ‘straatflikken’ 50-plus en zélfs 60-plus zijn. Dat is een ramp’, waarschuwt de politievakbond VSOA.

De politie moet aantrekkelijker worden voor werknemers om vacatures in te vullen. Dat is al vaak gezegd. Maar nu bewijzen officiële cijfers van de rekruteringsdienst van de politie dat ook. Vorig jaar schreven amper 8.198 kandidaten zich in. Een absoluut dieptepunt. In 2017 was het al niet veel beter: 8.635. Terwijl in een niet zo ver verleden elk jaar nog bijna 12.000 mannen en vrouwen stonden te springen om bij de politie te gaan. Drie jaar terug – in 2016 – waren er nog 11.697 kandidaten. Dat zijn er net geen 3.500 meer dan vorig jaar.

Kandidaat-inspecteurs vormen de basis van de politie én zijn de échte ‘straatflikken’. Ze stromen na hun testen en opleiding van anderhalf jaar door naar onder andere verkeer- en interventiediensten, rechercheteams of bij de luchthaven- of spoorwegpolitie. Dat er plots 3.000 kandidaten minder zijn noemt Vincent Houssin van de politievakbond VSOA doodzonde, niet onbegrijpelijk en een gigantisch alarmsignaal.

“Want hoe groter de visvijver, hoe beter de kwaliteit”, zegt hij. “We hebben al zo vaak aan de alarmbel getrokken bij de politieke partijen om het beroep van politieambtenaar aantrekkelijker te maken. Wat hebben de voorbije regeringen gedaan? Enorm bespaard, het statuut uitgehold en de lonen gedurende 18 jaar bevroren.” Volgens hem is het resultaat er nu naar. “Het politieapparaat draait her en der vierkant en het beroep is onaantrekkelijker geworden”, zegt hij.

Geweld

Pas recent nog werden de lonen van politieambtenaren en het burgerpersoneel gelijkgeschakeld met andere lonen van het openbaar ambt. “Het is toch niet normaal dat we zélfs moesten smeken om nog maar hetzelfde loon te krijgen”, zegt Houssin. Een beginnende inspecteur verdient door die smeekbede nu 1.550 à 1.600 euro netto per maand. Toch is dat volgens de vakbond niet genoeg.

“Ik ken beginnende politiemensen die 140 kilometer van huis werken. Alleen al aan woon-werkverkeer verrijden ze elke maand 500 euro brandstof. Reken en tel maar: op het einde van de maand houden ze daardoor in feite minder dan het bestaansminimum over.” De politievakbond ziet nog redenen waarom veel kandidaten afhaken en elders werk zoeken: het geweld tegen de politie, de vele valse klachten en de vaak te lakse houding op het vlak van bestraffing of bijstand. “Dat knaagt aan de motivatie van kandidaten”.

Sip kijken

Olivier Van Raemdonck – woordvoerder van voormalig minister van Binnenlandse zaken Jan Jambon (N-VA) bevestigt de zwaar teruggevallen cijfers van kandidaat-inspecteurs: “Het is inderdaad alle hens aan dek om jongeren aan boord te krijgen. Momenteel woedt er een heuse war for talent. Veel kandidaten haken vandaag voortijdig af door de lange doorlooptijden bij de politie en kiezen voor een andere job. Die mensen zijn we voorgoed kwijt.”

Volgens de woordvoerder lopen er al proefprojecten die het juridisch toelaten om jongeren die nog geen volledige opleiding doorlopen hebben toch officieel op te nemen in het werknemersbestand van de politie. Hij zegt dat er ook naar flitsende aanwervingscampagnes gekeken is in onder andere buurland Nederland. Mensen binnen de politie zelf noemen de huidige campagnes een illustratie voor de povere aantrekkingskracht van de Belgische politie als werkgever. “In Nederland staan jonge politiemensen glimlachend op blitse kleurenfoto’s. In ons land voert de politie reclamecampagnes met zwart-witfoto’s van sip kijkende mensen die precies van het oorlogsfront komen. Inderdaad: wie wil daar nu niet werken?”, klinkt het cynisch.

Bron » De Morgen

Drie keer zoveel misdrijven niet onderzocht omdat politie personeel te kort heeft

Het aantal misdrijven dat niet onderzocht kan worden omdat er te weinig speurders beschikbaar zijn, is de voorbije jaren spectaculair gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van Het Laatste Nieuws. Een grootschalige bevraging bij de federale politie staaft de toename van straffeloosheid door personeelsgebrek.

Het structurele personeelstekort bij de federale politie heeft verstrekkende gevolgen voor de veiligheid in ons land. Een analyse van data van het Openbaar Ministerie leert dat het aantal misdrijven dat geseponeerd moet worden omdat er te weinig speurders beschikbaar zijn, met liefst 236 procent gestegen is in amper negen jaar tijd. In 2006 ging het nog om ‘slechts’ 3.014 misdrijven, eind 2015 was dat al gestegen tot 10.140.

Het gaat niet om feiten die het parket niet belangrijk genoeg vindt – want die worden geseponeerd onder de noemer ‘Andere prioriteiten’ – wel om misdrijven die het parket graag zou willen onderzoeken, maar waarvoor het binnen de gerechtelijke politie niet voldoende speurders vindt. Dat kan gaan van overvallen over financiële fraude tot aanranding of oplichting.

500 Speurders tekort

De tekorten bij de gerechtelijke politie lopen effectief hoog op. Zo komen we in Vlaanderen en Brussel 500 speurders tekort, dat is een kwart van het personeelsbestand. Maar er zijn grote regionale verschillen. In Antwerpen is de situatie het meest schrijnend: daar ontbreekt bijna 1 op 3 speurders. De gevolgen zijn navenant, want uitgerekend in die provincie zien we een immense stijging van het aantal seponeringen door personeelstekort.

Trend houdt aan

De meest recente cijfers van justitie over de seponeringen omwille van personeelsgebrek stoppen eind 2015, maar de trend lijkt nog niet gekeerd. Dat leert een grootschalige enquête bij meer dan duizend federale politie-agenten georganiseerd door deze krant en de vakbonden NSPV, VSOA en ACV. Daarin bevestigen agenten dat de negatieve trend ook vandaag nog aanhoudt.

Liefst 94 procent van de agenten zegt dat ze steeds vaker misdaad links moeten laten liggen omdat er een tekort aan personeel is. Nog eens 86 procent zegt dat criminelen daardoor makkelijker wegkomen met hun daden.

De vakbonden benadrukken dat ze al jaren waarschuwen voor dit probleem. “Veiligheid heeft een prijs en de maatschappij krijgt de vorm van veiligheid waarvoor ze investeert”, zegt Carlo Medo van NSPV. “Eenvoudig gezegd: koken kost geld.” Joery Dehaes van ACV vult aan: “Sinds de aanslagen is er veel ingezet op terreur – en dat was nodig – maar ondertussen zijn veel andere dossiers blijven liggen. Dat is eigenlijk niet aanvaardbaar.”

“Niet op te lossen in enkele jaren”

Voormalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) erkent de nijpende personeelstekorten, maar zegt dat er ondertussen al veel maatregelen genomen zijn. “Ik heb een compleet verwaarloosde politiemachine geërfd in 2014, dat los je niet op in enkele jaren. Maar de tanker is ondertussen wel aan het keren.”

Jambon zegt dat er nooit eerder zoveel geïnvesteerd is in veiligheid en politie als onder de regering-Michel. “Ik heb ook al vaak gezegd dat de dienst rekrutering van de politie inefficiënt werkte. We hebben een grondige doorlichting en plan van aanpak laten maken en men is nu volop bezig met de dienst te hervormen. Laten we dus de mensen niet bang maken op een moment dat de politiek er net in geslaagd is om decennialange verwaarlozing recht te trekken.”

Bron » De Morgen

Inspectie waarschuwt voor corrupte politieagenten

De politie-inspectie trekt aan de alarmbel: de integriteit van agenten wordt nagenoeg niet gecontroleerd. Dat zet de deur open voor omkoping.

In het grootschalige drugs­onderzoek naar de Antwerpse familie Y. werden in februari een politieman en een pas gepensioneerde collega aangehouden, op verdenking van onder meer passieve omkoping. Veiligheidsdiensten wijzen op toenemende infiltratie in de politie door drugsbendes, die tot honderdduizenden euro’s betalen in ruil voor informatie. ‘De druk op de individuele politieambtenaar stijgt, dat wijst ook internationaal onderzoek uit’, zegt Thierry Gillis, die de Alge­mene Inspectie van de politie leidt. ‘Criminelen beschikken over steeds grotere sommen geld. Sommige politiemensen kunnen die roep niet weerstaan.’

Maar tijdens hun carrière worden leden van de politie niet of nauwelijks gecontroleerd op hun integriteit. Gillis klaagt dat, samen met zijn adjunct Johan De Volder, aan in een uitgebreide nota. Wie in ons land aan de slag wil bij de politie, wordt alleen bij de rekrutering aan integriteitscontroles onderworpen. In onze buurlanden gaan die screenings verder, stelt de studie, die gepubliceerd werd op de website van de inspectiedienst. Onderzoek van De Standaard toonde vorig jaar aan dat ook bepaalde zware criminelen geselecteerd raken.

Albanië en Roemenië controleren meer

Een nog groter probleem volgt daarna, stelt de inspectieleiding. Tussen aanwerving en pensioen ligt momenteel zo’n 45 jaar dienst. ‘De vaststelling moet worden gemaakt dat er tijdens deze (ruime) periode quasi niet preventief gecontroleerd wordt op integriteit’, luidt de strenge conclusie. ‘Er bestaat geen correct beeld inzake integriteit door een gebrek aan controles.’ Daardoor ontstaat een ‘te groot risico, zeker gelet op de actualiteit’, voegt Gillis toe.

Belgische politiemensen worden tijdens hun carrière in slechts twee gevallen gecontroleerd. Zo ondergaat wie toegang heeft tot de meest geheime informatie een screening. ‘Maar die is gericht op het beschermen van informatie, niet op de integriteit van politiemensen’, zegt Gillis. Bovendien heeft naar schatting minder dan een tiende van het politiepersoneel zo’n machtiging nodig.

Een tweede erg beperkt geval vindt plaats wanneer een Kansspelcommissie onderzoek zou doen naar gokkende agenten. Politiemensen worden zelfs niet gescreend op gerechtelijke veroordelingen, waardoor de politie niet altijd op de hoogte is wanneer een medewerker een strafblad heeft.

Dat staat in sterk contrast met de praktijk in andere Europese landen, wijst de studie uit. Zo volgt er in Nederland een grondig onderzoek als de taak van politiemensen verandert, wanneer ze van functie veranderen en na vijf jaar dienst in een functie. Ook in het Verenigd Koninkrijk zijn er geregeld uitgebreide veiligheidscontroles. Zelfs corruptiegevoelige landen als Albanië of Roemenië controleren meer.

Gillis en De Volder wijzen op het ondermijnende effect van corruptie bij de politie, ‘een directe bedreiging voor de democratie’, bij de bevolking en intern. Ze roepen op tot een uniform integriteitsbeleid te komen door de wetgeving aan te passen. In de eerste plaats denken ze aan screenings voor (nieuwe) leidinggevenden en personeel actief op gevoelige plaatsen, zoals de Antwerpse haven. ‘We willen vooral het debat openen’, klinkt het. ‘Het is niet de bedoeling om iedereen permanent te controleren. Uiteraard is slechts een kleine minderheid mogelijk corrupt, maar we zijn bezorgd.’

Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) wilde geen reactie kwijt.

Bron » De Standaard