Het nooit gestopte complot van de stilte

Het nieuwe boek van Hilde Geens, Het complot van de stilte, doet recht aan gewezen rijkswachtkolonel Herman Vernaillen en eerste wachtmeester François Raes en bevestigt dat de zaak-François de moeder van alle disfuncties is. Het geeft een goed beeld van wat er in de onderzoeken naar gewezen rijkswachtcommandant Léon François en de moorden van de Bende van Nijvel verkeerd liep. Het complot van de stilte in beide dossiers is nooit gestopt.

De zaak-François gaat over de manier waarop in de jaren van lood, ook in België, op aangeven en in samenwerking met de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) de strijd tegen de wereldwijde drugshandel werd aangepakt. De DEA was een geheime dienst die door undercoverpraktijken met informanten en infiltratie in het crimineel milieu wou doordringen tot de organisatoren van de drugshandel. Daarvoor hadden zij de hulp nodig van de Belgische politie en justitie.

De toenmalige justitieminister Alfons Vranckx richtte het Bureau voor Criminele Informatie voor op. De rijkswacht deed hetzelfde met de oprichting van het Nationaal Bureau voor Drugs waarvan commandant Léon François de chef was. Door de infiltratie in het milieu liep het volkomen mis. De Belgische undercoveragenten van beide diensten raakten volkomen betrokken in de drugshandel en andere misdrijven en werden zelf criminelen.
De toenmalige rijkswachtmajoor Herman Vernaillen beet zich vast in het onderzoek maar kreeg zowel in het eigen korps als daarbuiten meer dan tegenwerking. Hij werd in zijn woonst door de verlopen rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche  beschoten waarbij hijzelf verwond werd en zijn echtgenote blijvende invaliditeit opliep. Eerste wachtmeester François Raes werkte met dezelfde verbetenheid maar werd er door de hiërarchie op de meest brutale wijze voor gepest en gestraft.

Hilde Geens heeft het allemaal doorzocht en op een rijtje gezet. Haar gedegen onderzoeksjournalistiek leidt tot het besluit dat de zaak-François de aanloop was tot de feiten gepleegd door de Bende van Nijvel en dat de betrokkenheid van diverse rijkswachters in beide dossiers niet ontkend kan worden.

Manipulaties bij onderzoek

Terecht draagt het boek de titel Het complot van de stilte. Twee parlementaire onderzoeken en het nog steeds lopende gerechtelijke onderzoek naar beide dossiers zijn er niet in geslaagd de waarheid boven te spitten. Dat komt omdat zowel bij de rijkswacht als de gerechtelijke politie maar ook in de magistratuur het stilzwijgen werd bewaard over heel wat feiten en pistes en er van alle kanten werd gemanipuleerd om de onderzoeken de verkeerde weg op te sturen. Het hele verhaal kan herleid worden tot enkele vaststaande elementen. Er is vooreerst het feit dat met de wereldwijde drugshandel ontzettend veel geld werd en wordt verdiend en dat het aangewend wordt niet enkel voor persoonlijk gewin maar ook voor politieke doeleinden.

Daarin zit de meest plausibele piste dat extreemrechts erbij betrokken was en het paste in de toenmalige extreem liberale en anticommunistische opvatting zoals die vanuit Amerika aan Europa werd opgedrongen. Het geheel toont hoe het misloopt wanneer de rechtsstaat wordt miskend, parallelle organisaties van of naast de gerechtelijke diensten en de reguliere politiediensten op afgeschermde wijze en met gebruik van bijzondere methoden hun gang mogen gaan.

Het is de vraag of het na de feiten en de onderzoeken anders is geworden. Meerdere elementen kunnen die vraag beantwoorden. De mislukking van het Nationaal Bureau voor Drugs heeft de rijkswacht niet verhinderd gewoon verder te gaan met dezelfde praktijken. Er werd een nieuwe geheime en parallelle dienst opgericht, de Gerechtelijke Informatie Dienst. Een gerechtelijk onderzoek in het witwasdossier rond de Antwerp Tower legde alle disfuncties bloot: opvoering fictieve rijkswachters, achterhouden van informatie, ontwijking van bestaande onderzoeken en vervalsing van processen-verbaal.

Ook de wereldwijde strijd tegen de drugshandel werd opnieuw aangewend om ontoelaatbare operaties mogelijk te maken. Door de operatie-Rebel werden alle in ons land verblijvende Turken gescreend, zogezegd om de kopstukken van de drugshandel te kunnen vatten. Uit het onderzoek van een geheim samenwerkingsakkoord tussen de Turkse politie en de toenmalige rijkswachtgeneraal Willy De Ridder bleek wat het werkelijk opzet was.

Verdwenen in kelders

De politiechef met wie samengewerkt werd, bleek ook de baas van de drugsorganisatie van de Grijze Wolven te zijn. Daarover werd een Turks parlementair onderzoek gevoerd dat aantoonde dat die organisatie ook verantwoordelijk was voor aanslagen, ontvoeringen en terreur. In het verslag daarover is te lezen dat de werking van het parlementair onderzoek werd belet. Anderzijds voerde de rijkswacht gedurende jaren opeenvolgende operaties uit tegen de in ons land verblijvende leden van de linkse Koerdische organisatie PKK. Geen enkele van die grote operaties leidde voor de rechtbank tot veroordeling wegens het beweerde terrorisme.

Zoals dat ook in de zaak-François en het onderzoek naar de Bende gebeurde, werden ook rond Antwerp Tower en in de Turkse dossiers maatregelen genomen om de stilte te bewaren. Hoewel alle misdrijven werden bewezen, verdween het dossier rond Antwerp Tower in de kelders van het justitiepaleis. Rapportering in de Turkse dossiers door het Vast Comité P werd vermeden door het verslag uit te stellen tot een nieuwe voorzitter en een nieuwe chef-enquêtes konden worden benoemd.

Het parlementair onderzoek naar Marc Dutroux had de waarheid kunnen bovenhalen. Want ook daarin ging het om de geheime en voor de magistratuur afgeschermde rijkswachtoperaties Décimes en Othello. En alweer werden dezelfde technieken toegepast om de stilte te bewaren. Door twee leden van het Vast comité P werd een zelfs binnen dat comité afgeschermd onderzoek gevoerd. In dat onderzoek bekenden de rijkswachters dat zij de operatie-Othello niet ter kennis hadden gebracht van de onderzoeksrechter “omdat het niet de gewoonte was”.

In het verslag aan het parlement werden deze bekentenissen verzwegen en werd de rijkswacht volkomen witgewassen. De onderzoekscommissie bevestigde dat de operaties geheime en parallelle acties van de rijkswacht waren en de onderzoeksrechter er buiten gehouden werd. De onderzoekscommissie ontdekte ook waarom dat gebeurde. Het was de strategie en de onderzoekspiste van de rijkswacht dat er achter Dutroux een netwerk bestond.

Kinderen als lokaas

De staf wou dit netwerk oprollen en hield daarom tijdens de opsluiting van Dutroux zijn huizen onder bewaking. Aan de vrouw van Dutroux, Michèle Martin, werd verboden het huis te betreden. Uit meerdere en samenlopende elementen uit het onderzoek bleek dat de kinderen in het huis opgesloten zaten terwijl de rijkswacht het huis onder observatie hield. Werden de kinderen als lokaas misbruikt om het beweerde netwerk te kunnen oprollen?

De parlementaire onderzoekscommissie gaf volgend antwoord: “Mochten de meisjes toen nog in leven zijn geweest, dan is het verdere verloop van de gebeurtenissen echt tragisch te noemen. De huissleutels werden immers pas op 6 januari 1996 teruggegeven aan de echtgenote van Dutroux, na herhaalde verzoeken van Dutroux en zijn advocaten aan de onderzoeksrechter, met de bede Michèle Martin in het huis te laten wonen. Als de kinderen in het huis aanwezig waren, betekent dit dat ze het één maand lang zonder verzorging en zonder voeding hebben moeten stellen.” Hoewel de commissie het “echt tragisch” noemde, werd geen verder onderzoek verricht. De commissie sloot haar werkzaamheden zonder sluitend antwoord.

Zoals dat in de zaak-François en de Bende het geval was, komt ook hier de vraag naar voor door welke “duistere macht”, zoals het eerste Bendeverslag het noemde, de stilte kon worden bewaard. Duister is die macht evenwel niet. Door de demilitarisering van de rijkswacht kwam dat korps onder het versterkt gezag van Binnenlandse Zaken te staan. Van daaruit werd gewerkt om de rijkswacht tot het sterkste korps te maken dat andere politiediensten als de zeevaart en de luchtvaartpolitie opslorpte.

Toen de commissie-Franchimont, die de knelpunten in het gerechtelijke optreden moest wegwerken,  de versterking van de opdrachten van de procureur en de onderzoeksrechter bekwam, werd door Binnenlandse Zaken een tegenzet gedaan. In de wet op het politieambt werd de politieoperatie verzelfstandigd en enkel onder het bevel van de politiemeerdere geplaatst. Op een studiedag stelde rijkswachtgeneraal De Ridder openlijk waar het om ging. “De procureur is niet bij machte om de leiding van de opsporing op zich te nemen: hij is daar niet geschikt voor. Hij kan alleen maar toezicht uitoefenen op de volledigheid en de degelijkheid van de opsporingen.” In deze duidelijke miskenning van de grondwettelijke opdrachten van de magistratuur en het voorstel tot radicale ingrepen handelde de korpsoverste niet enkel uit eigen overtuiging maar tevens onder de verantwoordelijkheid van zijn voogdijminister.

Geest van Vande Lanotte

De verantwoordelijkheid voor die radicale maatregelen van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Johan Vande Lanotte (Vooruit), kan niet worden ontzien. Het is onder en door zijn beleid dat de rijkswacht verder kon gaan met het uitvoeren van geheime en parallelle operaties die tot de grootste disfuncties hebben geleid. Waarom hij het deed, heeft Vande Lanotte intussen bekend. Zijn boek draagt de toepasselijke titel “Machtspoliticus pur sang”.

Nadat de Keizer van Oostende zijn politieke macht verloren had, werd hij advocaat in het kantoor dat de belangen van de slachtoffers van de Bende vertegenwoordigt. Omdat dat kantoor inzage had in een groot deel van het dossier en het de evolutie van het nog steeds lopende onderzoek op de voet volgt, lijkt de aanwezigheid van Vande Lanotte veel op een bewaker van de stilte. Om zijn verantwoordelijkheid voor de ontsporingen van de rijkswacht in de Turkse operaties te keren heeft Vande Lanotte nu zelfs een tribunaal opgericht dat de schending van de mensenrechten door Turkije aanklaagt. Ook in de huidige werking van de parketten is de geest van Vande Lanotte niet weg te denken. Het is op zijn initiatief dat de justitieminister het monopolie van het strafrechtelijke beleid verkreeg waardoor alleen hij beslist over de richtlijnen die door de parketten verplicht moeten worden opgevolgd.

Of het een complot moet genoemd worden, is bijzaak. De hoge parketmagistratuur was niet in staat de eigen onafhankelijkheid veilig te stellen. Uit een ander parlementair onderzoek, dat naar Kazachgate, bleek dat twee procureurs-generaal gewillig meewerkten om een van megafraude betichte oligarch uit de wind te zetten. Ook daarover werd in de verslaggeving  de stilte bewaard. Mag het gezegd dat deze stilte oorverdovend is geworden? Is ons land dan nog een rechtsstaat of is het zoals de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie beweerde een “schurkenstaat” geworden? Wanneer wordt de stilte opgeheven?

Bron » Apache | Walter De Smedt

Walter De Smedt is gewezen raadslid van Comité I en Comité P. Hij bracht in juni 2020 het boek ‘Het land van de onbestrafte misdaden. Waarom faalt justitie?’ uit bij uitgeverij Kritak.

“Bende van Nijvel heeft met drugs en de Rijkswacht te maken” schrijft Hilde Geens in nieuw boek

In haar nieuwe boek “Het Complot van de Stilte” schrijft journaliste Hilde Geens over het verband tussen de zaak rond commandant François en de Bende van Nijvel. Drugs, geld en de Rijkswacht zijn woorden die steeds terugkomen. En de moordaanslag op majoor Herman Vernaillen in Hekelgem in 1981 is het scharnierpunt tussen de twee dossiers, aldus Geens.
In haar nieuwe boek over de Bende van Nijvel legt journaliste Hilde Geens (o.a. Humo en Knack red.) de kiem van de Bende van Nijvel bij de Rijkswacht en de zaak rond commandant François. “Einde jaren 70 zijn de Amerikaanse veiligheidsdiensten bezorgd over import en export van drugs vanuit Europa, vooral via de luchthaven van Zaventem. Rijkswachtcommandant Leon François mag als een van de eerste Europeanen een opleiding volgen in de VS. Hij leidt daarna het Nationaal Drugs Bureau (NDB) en laat mensen schaduwen, undercover gaan, drugs uithalen, zaken uitlokken, enzovoort. Dat liep helemaal uit de hand en dankzij onderzoek van majoor Herman Vernaillen werd het NDB ontbonden en François veroordeeld”, legt Geens uit.

Majoor Vernaillen

In 1981 werd Vernaillen het slachtoffer van een moordaanslag bij hem thuis in Hekelgem. De majoor overleefde de aanslag, zijn vrouw raakte zwaargewond. Volgens Hilde Geens is Vernaillen zeker dat het om dezelfde daders gaat als de mensen die achter de Bende van Nijvel zitten. “Hij onthult dat in het boek van Bende-slachtoffer David Van de Steen en journalist Annemie Bulté. Bende-verdachte Beijer schrijft dan weer zelf in zijn eigen boek dat hij betrokken was bij de aanslag op Vernaillen. Ik heb bovendien in het Rijksarchief aanwijzingen gevonden en verklaringen van getuigen uit Asse, over de betrokkenheid van garagist Willy D. en die zou, zo blijkt later, ook een rol spelen in enkele bendemoorden.”
Geens haalt veel linken en verbanden aan in haar nieuwe boek. “Na de overval op wapenhandel Dekaise in Waver werden de overvallers klemgereden en beschoten in Hoeilaart. Een rijkswachter die hen achtervolgde herkende zijn collega Bouhouche, hij leek geschminkt. Bij het onderzoek werden verschillende voorwerpen in de wapenwinkel gevonden waar fond de teint opzat.”

Daders: de usual suspects

Volgens Hilde Geens zijn er zo’n 20 hoofdverdachten betrokken bij de Bende van Nijvel. “Je hebt de Borains, die vrijgesproken werden, de kliek van Bouhouche en Beijer en de De Staerkes. Het gaat volgens mij niet om één bende, maar het zijn de wapens die misdaden met elkaar verbinden. Volgens een speurder kwamen ze allemaal van de roof bij wapenhandel Dekaise, maar dat bewijst natuurlijk niet dat ze telkens door dezelfde gangsters gebruikt werden.”
“Het intrigeerde me bijvoorbeeld dat de overvallers in Eigenbrakel woest werden omdat ze de “babykluis” niet open kregen. Het stond er in acht talen op dat de bank de tweede sleutel had. Een kwartier later in Overijse zijn ze opnieuw boos en verbaasd dat ze een gelijkaardige kluis niet open krijgen of kunnen meenemen. Dat wisten ze toch van de raid een kwartier daarvoor in Eigenbrakel? Ging het om dezelfde ploeg? De vraag is ook of al die daders elkaar zelfs kenden.”

De vier

Er zijn volgens Geens aanwijzingen dat vier mensen zowel bij de eerste als bij de laatste moorden van de Bende van Nijvel betrokken zijn. “Van de aanslag op Vernaillen tot de vreselijke overval op de Delhaize in Aalst: telkens is er een verband met ex-rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche, de vroegere adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot en garagist Willy D.

Proces in 2025?

Hilde Geens zou na 2025 inzage krijgen in het strafdossier over Rijkswachtcommandant François. “Dat was het antwoord van federaal procureur Marianne Cappelle toen ik vroeg om het dossier in te kijken. Want, wat bleek, ze heeft de hele zaak toegevoegd aan dat van de Bende van Nijvel. Dat ondersteunt wel mijn stelling over de link tussen de twee dossiers. Maar tegen dan ben ik 80, ze is wel optimistisch.”
Toch gelooft Hilde Geens in een proces. “Er zijn veel fouten gemaakt en er zijn veel valse sporen gelegd, maar ik vang signalen op dat er een proces komt en dat de wet zou aangepast worden om een verjaring te stuiten. Ik zie dat allebei als een goed teken.

Geen DNA

“Maar gisteren kreeg ik opnieuw een schok. Een jaar of tien geleden was er in La Dernière Heure sprake van DNA op een kledingstuk van een verdachte van het bloedbad in Aalst. Ik vroeg toen aan een speurder of ze DNA hadden van al hun slachtoffers. “Maar natuurlijk”, zei die politieman. Wel, gisteren belde een slachtoffer om te zeggen dat ze zijn DNA hadden gevraagd. Dat hadden ze dus nog niet.” Toch blijft Geens hoopvol. “Eindelijk iemand die er toch achteraan gaat. Dus ja, ik heb nog hoop op een proces.”
Het boek “Complot van de Silte” van Hilde Geens is uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts.
Bron » VRT Nieuws | Lennart Segers

Het complot van de stilte

Rijkswachtcommandant Léon François begint in de jaren 70 bedenkelijke onderzoeks-methoden te gebruiken in de strijd tegen drugshandelaars, zonder wettelijke regeling. Wie zijn de gangsters en wie de politie? De grenzen vervagen. De top van de politie en van de politiek, ex-premier Vanden Boeynants op kop, kijken toe en grijpen niet in. François wordt veroordeeld, maar de zaak raakt nooit echt opgehelderd. Heel wat zware misdaden worden nooit opgelost.

Dáár ligt de kiem voor de Bende van Nijvel die in de jaren 80 het land in rep en roer zet met moordende aanslagen. Net als bij de zaak-François laat de Bende vooral veel vragen achter. Wie zijn de daders? Wat zijn hun motieven? Wie houdt hen de hand boven het hoofd? Zeker is dat Bouhouche en Beijer, als BOB’ers in de misdaad verzeild geraakt, de spilfiguren zijn in beide dossiers.

De oorlog tegen de drugs wordt anno 2022 nog altijd gewonnen door de criminelen. Het onderzoek naar de Bende van Nijvel wacht nog steeds op antwoorden. Het verdoezelen van de waarheid, het complot van de stilte, is nog altijd aan de gang.

Auteur Hilde Geens werkte als onderzoeksjournaliste. Zij beet zich met indrukwekkende hardnekkigheid vast in politieverslagen en archieven, en ondervroeg talloze, cruciale getuigen. Het resultaat van haar onderzoek is verbijsterend …

Het complot van de stilte verschijnt 26 februari bij Borgerhoff & Lamberigts en kost 29,99 euro. Voor meer info: www.borgerhoff-lamberigts.be

“Zijn dood kan ik verwerken, niet wat justitie erna heeft uitgericht”

25 jaar na de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer sluit het Gentse gerecht het onderzoek af. Samen met de misdaden van de Bende van Nijvel is zijn dood een van de grootste onopgeloste mysteries uit de Belgische misdaadgeschiedenis.

Toen hij op 14 november 1996 ontvoerd werd, zat rijkswachter Peter De Vleeschauwer ­alleen in de wachtpost van de rijkswachtkazerne in Sint-Niklaas. Een collega die hem om 20.45 uur wilde aflossen, trof een leeg kantoor aan. De bureaustoel lag op de grond, op de tafel was soep gemorst en op de grond lagen zijn afgerukte epauletten.

Zes weken lang was er geen spoor van de rijks­wachter en werden de wildste ­hypotheses gelanceerd. Veel collega’s geloofden dat hij een nieuw ­leven was begonnen in het buitenland, met een andere vrouw. Maar op 26 december zag een binnenschipper een lichaam langs de Schelde in Hamme. Het was De Vleeschauwer, professioneel om het leven gebracht met een kogel in de nek, afkomstig uit een 9mm-pistool. De lijkschouwing wees uit dat hij vlak na zijn verdwijning vermoord werd. Tot vandaag weet niemand door wie. De Vleeschauwer liet een vrouw en drie kinderen na. (me)

‘Ik hoop nergens meer op. Er is geen kans meer dat de daders van de moord op mijn broer ooit voor een rechtbank zullen komen. Ik heb de strijd opgegeven.’ 25 jaar heeft Chris De Vleeschauwer (59) gezocht naar de moordenaars van zijn broer. Hij schreef er vijf boeken over, waarvan er al twee gepubliceerd werden. Maar vandaag vecht hij niet meer voort, en hij is niet de enige.

Ook het Gentse gerecht gooit de handdoek in de ring. De raadsheer-onderzoeksrechter die het onderzoek de laatste jaren heeft gevoerd, wil het afsluiten. De zaak verjaart normaal pas in 2026, maar het Gentse parket-generaal bevestigt vandaag ‘dat het onderzoek in een eindfase zit’.Niet omdat er een ­dader gevonden is, wel omdat alle sporen zijn doodgelopen.

De laatste jaren gebeurde er nog nauwelijks speurwerk. Als het parket-generaal het ermee eens is dat het ­onderzoek afgesloten wordt, zal de raadkamer de verdachten buiten vervolging stellen die de voorbije 25 jaar in verdenking zijn gesteld – dat zijn er een vijftal.

Conflict met collega’s

De moord op Peter De Vleeschauwer had alle kenmerken van een koele, professionele huurmoord. De moordenaar maakte geen ­fouten en liet geen enkel spoor na. In het rijkswachtkantoor of op het lichaam van De Vleeschauwer was geen enkele materiële aanwijzing te vinden tegen wie dan ook. ­Bovendien was er geen enkele directe getuige van de ontvoering, ook al werd De Vleeschauwer ontvoerd in de kantoren van de rijkswacht. En geen enkele van de politie-informanten kon een waardevolle tip aanbrengen die tot de ontmaskering van de dader leidde.

Wel was er een reeks mogelijke motieven, zowel in het privé- als in het professionele leven van De Vleeschauwer. De rijkswachter had al lang een buitenechtelijke relatie, zo bleek. Hij was ook niet de populairste bij zijn collega’s: hij had een conflict met verschillende van hen en was daarom overgeplaatst van Lokeren naar Sint-Niklaas. Bovendien zou De Vleeschauwer – lid van het toenmalige Agalev, nu Groen – na zijn uren een privéonderzoekje gevoerd hebben tegen een bedrijf uit de buurt dat hij verdacht van ­illegale lozingen. Er werden daarnaast ook nog sporen onderzocht in het milieu van de hormonenhandel, de autozwendel, de drugstrafiek, containerdiefstal en vrouwenhandel. Ooit was er zelfs een spoor dat leidde naar de handel in plutonium.

In de loop der jaren werden enkele mensen aangehouden op verdenking van de moord. Sommigen werden zelfs twee keer opgepakt. Zonder uitzondering behoorden ze tot de categorie van kleine criminelen die een veel te grote mond opzetten op café en daardoor zichzelf in de problemen brachten. Ze werden ook allemaal na een paar dagen opnieuw vrijgelaten.

Rookgordijn

Geen enkele van de arrestaties bracht de zaak dichter bij een oplossing. Volgens de nabestaanden van De Vleeschauwer waren al die onderzoekspistes niet meer dan een rookgordijn. Zij houden tot ­heden vol dat de verantwoorde­lijken bij de toenmalige rijkswacht gezocht moeten worden vanwege het conflict dat De Vleeschauwer met verschillende collega’s had. Volgens de familie heeft de rijkswacht na de moord alles gedaan om het onderzoek weg te houden van de ware schuldigen.

Het conflict tussen de familie en de rijkswacht en het parket van Dendermonde ­escaleerde zo erg dat Chris De ­Vleeschauwer in 2008 voor de rechtbank werd gebracht omdat hij een deel van het dossier aan een journalist zou hebben ­gelekt. Hij werd vrijgesproken.

In mei 2009 trok de Gentse ­kamer van inbeschuldiging­stelling het onderzoek op aandringen van de familie weg bij het parket van ­Dendermonde en stelde het raadsheer-onderzoeksrechter Henri Heimans aan. De familie hoopte op een doorbraak, maar die kwam er niet. Heimans is inmiddels met pensioen.

Een aantal van de ex-collega’s van Peter De Vleeschauwer ondergingen de voorbij jaren een test aan de polygraaf of leugendetector. Geen van hen werd betrapt op ­leugens, maar dat heeft Chris De Vleeschauwer nog altijd niet van zijn overtuiging afgebracht dat de daders in de kringen van de rijkswacht moeten worden gezocht. ‘Mijn leven is getekend door wat er met mijn broer gebeurd is. Ik ben psychisch onderuitgegaan. Zijn dood kan ik wel verwerken, maar niet wat justitie daarna heeft uit­gericht.’

‘Kankers van justitie’

Voor Walter Van Steenbrugge, de advocaat van de familie De Vleeschauwer, is de zaak zonneklaar. ‘Eenmaal het dossier afgesloten is, gaan we de Belgische staat dagvaarden en een schadevergoeding eisen. Alle kankers van justitie zijn in deze zaak samengekomen: te weinig controle op het onderzoek, te weinig ­middelen en tunnelvisie.’

Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut

Ultieme oproep tot getuigen in 25 jaar oude moordzaak op rijkswachter Peter De Vleeschauwer

Het ziet ernaar uit dat de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer voor altijd onopgelost zal blijven, want de onderzoeksrechter wil het dossier afsluiten en een dader is niet gevonden. Morgen is het exact 25 jaar geleden dat de rijkswachter werd ontvoerd uit de kazerne van Sint-Niklaas waar hij werkte. Dezelfde avond werd hij vermoord, maar z’n lichaam werd pas 6 weken later gevonden. Volgens zijn broer werd het onderzoek gemanipuleerd omdat andere rijkswachters volgens hem betrokken zijn bij de moord. Hij doet een ultieme oproep tot getuigen.

We keren terug naar 14 november 1996. Eerste wachtmeester Peter De Vleeschauwer verdwijnt uit de rijkswachtkazerne van Sint-Niklaas. In het lokaal waar hij zat, ligt zijn stoel omver en er is soep uit een kom gemorst. Alles wijst op een schermutseling, maar van de rijkswachter is er geen spoor. Getuigen zagen een BMW met gierende banden wegrijden.

De familie vreest het ergste. Peter De Vleeschauwer was een gevoelig milieudelict op het spoor en had kort voor zijn verdwijning doodsbedreigingen ontvangen. De vrouw en de broer van de verdwenen rijkswachter richten zich in een videoboodschap tot de mogelijke ontvoerders.

Afgemaakt met een nekschot

De verdwijning is onrustwekkend, maar vreemd genoeg niet voor iedereen. De toenmalige districtscommandant van de rijkswacht zegt aan de familie dat de rijkswachter vertrokken is naar het buitenland. Een grote en pijnlijke vergissing, zo zal later blijken.

Want op tweede Kerstdag, 6 weken na de verdwijning wordt het lichaam van de rijkswachter gevonden op de oever van de Schelde in Hamme. Hij is, zo blijkt uit de autopsie, op de dag van zijn ontvoering afgemaakt met een nekschot. Het werk van professionelen. Excuses voor de foute informatie die door de districtscommandant werd verspreid, kwamen er nooit.

“Spoor naar interne afrekening werd nooit ernstig genomen”

25 jaar lang wordt nu al gezocht naar de dader of daders van deze moord. Er werd in alle richtingen gezocht. “In totaal werden zes mensen uit diverse milieus aangehouden. Ze verbleven maandenlang in de gevangenis op verdenking van ontvoering en moord op een rijkswachter, tot de speurders moesten toegeven dat de verdachten eigenlijk niets met de moord te maken hadden”, zegt Chris De Vleeschauwer.

“Maar het meest evidente spoor, dat van een interne afrekening, werd nooit ernstig genomen. Eens rijkswachters, collega’s van Peter, al te nadrukkelijk in beeld kwamen, werden de rangen binnen het korps gesloten. Het gerechtelijk onderzoek werd in een andere richting gestuurd en er werd een mistgordijn opgetrokken. Het was zo opvallend dat men over kwaad opzet kon spreken, over manipulatie van het onderzoek. Het deed me vermoeden dat deze moord niet mocht worden opgelost.”

Ultieme oproep tot getuigen

Op vraag van de familie, die geen vertrouwen had in het onderzoek dat in Dendermonde werd gevoerd, verhuisde het dossier naar Gent. Maar ook daar kwam er geen doorbraak. Volgens het parket-generaal zijn alle pistes onderzocht. En tientallen mogelijk betrokkenen hebben een test met de leugendetector ondergaan. Er gebeurde ook een misdaadanalyse, maar nu zit het onderzoek in een eindfase en zal het worden afgerond. Zonder resultaat.

Chris De Vleeschauwer zegt dat hij wil dat het onderzoek stopt. Zodat hij zelf namen kan noemen. Hij doet wel nog een ultieme oproep aan ex-rijkswachters die meer weten over de moord om te getuigen.

Bron » VRT Nieuws | Caroline Van den Berghe