In Dendermonde hebben de slachtoffers en nabestaanden van de Bende van Nijvel meer uitleg gekregen over hun rechten door het federaal parket. Maar sommigen reageren teleurgesteld na de bijeenkomst. “We blijven met vragen zitten”, klinkt het.
De slachtoffers en nabestaanden kregen vandaag dus geen informatie over het onderzoek an sich. Maar slachtoffer David Van de Steen zei wel aan VRT NWS dat hij intussen een nieuwe tip heeft binnengekregen.
Een persoon van de staatsveiligheid zou op de hoogte geweest zijn dat er een aanval zou gebeuren bij de Delhaize in Aalst. “Een lid van de staatsveiligheid heeft tegen zijn zus en petekind gezegd dat ze niet naar de Delhaize mogen gaan”, zegt Van de Steen. “In diezelfde week gebeurt de aanslag op Aalst. Dan lijkt het mij duidelijk dat de man op de hoogte was dat dit ging gebeuren.”
Tips
Onder de vele tips die in het bendeonderzoek zijn toegekomen zijn er twee die erg belangrijk zijn voor de overval te Aalst. Vorig jaar werd daardoor de vermoedelijke reus van de bende geïdentificeerd als de oud rijkswachter Christiaan Bonkoffsky.
Recentelijk kwam er een “gouden tip” dat de bewaking op de Delhaize vestiging te Aalst op de avond van de overval op 9 november 1985 volgens een bevel uit Brussel werd opgeheven. Dat was opmerkelijk omdat na de andere overvallen op de Delhaize vestigingen, in Genval op 11 februari 1983, in Ukkel op 25 februari 1983, in Beersel op 7 oktober 1983, en in Eigenbrakel en Overijse op 27 september 1985, de Delhaize warenhuizen onder bewaking van gemengde ploegen van de Rijkswacht en de Gerechtelijke Politie werden geplaatst.
En dan was er nog een tip over een rijkswachter met een snelle Porsche die niet mocht tussenkomen na de overvallen op de Delhaizes in Eigenbrakel en Overijse. Nu moet er ook nog deze van de verwittiging door een lid van de Staatsveiligheid worden aan toegevoegd.
Staatsveiligheid
De vorige tips wezen op een mogelijke betrokkenheid van de Rijkswacht. Uit de laatste zou blijken dat ook de Staatsveiligheid meer wist.
Gezien het bendedossier nu overgedragen werd van het parket te Luik naar het Federaal parket te Brussel is dit parket nu bevoegd om zich, naast de onderzoeksrechter te Charleroi, over de nieuwe piste te buigen. Maar niet alleen de gerechtelijke diensten kunnen er onderzoek over doen.
Ook het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingendiensten dat opgericht werd in navolging van de besluiten van de eerste bendecommissie heeft hierin een eigen onderzoeksbevoegdheid: indien de Staatsveiligheid meer wist is het de vraag wat daarmee gebeurde, wat die dienst er mee deed.
Het is overigens niet de eerste maal dat eigen onderzoek van het comité I er in slaagde verder door te dringen in de geheimen van de Staatsveiligheid.
Het zogenaamde onderzoek op de “dossiers réservées” toonde aan wat het gerecht ondanks gerechtelijk onderzoek en huiszoeking niet had kunnen ontdekken: het bestaan van een geheime cel binnen de dienst die onderzoek deed naar extreem rechts en vooral naar de mogelijke betrokkenheid van de zwarte baron de Bonvoisin.
Het comité ontdekte ook het bestaan van een persoonlijke en afgeschermde documentatie van de administrateur-directeur-generaal Raes waarin alle dossiers van parlementairen werden bijgehouden.
De vaststellingen van het comité I waren dan ook een leerzame toevoeging aan wat op de website van De Bende Van Nijvel wordt beweerd:
“In de periode dat België de grootste na-oorlogse terroristische acties meemaakt, legt de top van de Staatsveiligheid de onderzoeken naar extreme groeperingen stil. Sectie B2C van de Staatsveiligheid is niet meer. De cel werd opgedoekt een jaar voor de drie grote Bende-overvallen. Vanaf dat moment was de Staatsveiligheid ‘blind’. Er kwam geen informatie meer binnen van informanten en infiltranten en er was geen enkel contact meer met extreemrechts. Zonder ooit een reden te geven en na maanden van tegenwerking werd de sectie opgedoekt. Kleine pesterijen, zoals het verbod van hun overste om dossiers op te vragen, deed bij de speurders niet vermoeden dat dit het einde zou betekenen. Ze dachten dat het om een tijdelijke maatregel ging.”
Comité I
De nu aangebrachte tip kan bevestigen wat het comité reeds reveleerde: het bestaan binnen de dienst van een “gecloisonneerde ploeg” onder leiding van de bewuste commissaris Smets, die met medeweten van de grote baas Raes niet alleen onderzoek op extreemrecht deed maar er zelfs in infiltreerde.
Belangrijk is ook de vaststelling van het comité dat er met de door deze dienst opgestelde nota’s “geknoeid” werd zodat de invloed van de Bonvoisin en het succes van zijn politieke CEPIC, de rechtervleugel van de PSC, er sterk door achteruit ging: een voorbeeld van de acties van een politieke politie.
Het nu gereveleerde spoor is niets meer dan een mogelijke aanvulling van het destijds door het Vast Comité I grondig voorbereid en daadwerkelijk gevoerd onderzoek naar de werking van één bijzondere en geheime afdeling binnen de Staatsveiligheid waarvan de dossiers aanvankelijk in het bureel van de administrateur-directeur-generaal werden bijgehouden en waarvan er na de overbrenging van de kast naar een andere locatie vele dossiers verdwenen en nooit werden teruggevonden.
Het zou erg nuttig kunnen zijn indien het comité zijn onderzoek zou hernemen en zou nagaan of de nu gereveleerde piste naar waarheid is: wat wist de Staatsveiligheid en wat gebeurde er mee?
Bron » Apache | Walter De Smedt