“Bij de overval in Aalst is De Killer geraakt. Daarna hield de Bende ermee op”: speurder Eddy Vos is met pensioen en spreekt vrijuit

‘Waarom die 28 moorden nooit zijn opgelost?’ Oud-Bendespeurder Eddy Vos vraagt het zich hardop af, terwijl hij door het raam naar de bosrijke omgeving kijkt waar hij woont. ‘We zijn vastgelopen in dwaalsporen.’ In het parlement ligt het wetsvoorstel op tafel om het dossier van de Bende van Nijvel nooit te laten verjaren. Geen goed idee, vindt Eddy Vos. ‘Als het niet verjaart, zullen we nooit weten wie het heeft gedaan.’

Eddy Vos (68) was in Vlaanderen jarenlang het gezicht van het onderzoek naar de Bende van Nijvel, die in 1982, 1983 en 1985 28 mensen heeft gedood in ons land. Met een tomeloos enthousiasme presenteerde hij de beroemde gele affiche met robotfoto’s van de daders en lanceerde hij oproepen tot getuigen. Hij rukte uit om tips na te trekken, bossen te doorzoeken, plassen te dreggen en naar lijken en wapens te graven. Vaak had hij ook de ondankbare taak om voor de televisiecamera’s uit te leggen waarom het allemaal niets had opgeleverd. Maar opgeven? “Nooit”, klonk het. “Een dossier dat zo’n smet geworpen heeft op politie en gerecht, kún je gewoon niet afsluiten.” In 2011 gooide Eddy Vos, na vijftien jaar zoekwerk, dan toch de handdoek in de ring, na strubbelingen binnen de onderzoekscel Waals-Brabant. Daarmee verdween een van de laatste Bendespeurders die nog een overzicht had over het intussen drie miljoen pagina’s tellende dossier.

De voormalige superflik is nu met pensioen. Hij mist het politiewerk, zegt hij, maar heeft zijn handen vol met zijn tuin en beestenboel – zijn paard Titan, zijn hond, drie poezen en een handvol kippen. Het Bendedossier zit nog fris in zijn geheugen. “Maar het oplossen en de daders voor het gerecht brengen is stilaan onmogelijk geworden”, zegt hij.

Eddy Vos: “Daar is het te laat voor. Stel dat de speurders nu nog iets vinden, dan duurt het nog eens jaren voor de zaak voor een assisenhof kan komen. Bijna vijftig jaar na de eerste feiten. Hoe oud zijn de daders dan? Leven ze nog? Ga je ze met een rollator uit het rusthuis halen en vragen waar ze vijftig jaar geleden op die of die avond waren?

“We moeten kunnen toegeven dat we als onderzoekers gefaald hebben. Honderden speurders hebben het de voorbije veertig jaar geprobeerd, maar we zijn er niet in geslaagd om de daders te ontmaskeren. Ik vind het tijd dat we er een streep onder trekken. Geef het dossier aan onafhankelijke wetenschappers, zoals gebeurd is met de moord op Patrice Lumumba en Julien Lahaut. Zij zullen het dossier op een andere manier bekijken dan wij hebben gedaan. Speurders moeten op zoek naar een juridische waarheid, met concrete bewijzen. Historici zullen geen daders voor de rechter brengen, maar toch een duidelijk beeld kunnen schetsen van wat er is gebeurd.”

Wat is de grootste fout die jullie hebben gemaakt?

Vos: “We hebben veel te lang geprobeerd om alle feiten van de Bende van Nijvel onder één noemer te stoppen. Afpersing, het destabiliseren van het land, groot-banditisme… Welk denkspoor je ook volgt, er zijn altijd feiten die niet in het rijtje passen. Je kunt een martelmoord op een conciërge in het kasteel van Beersel niet vergelijken met een raid op een Delhaizewinkel waarbij acht doden vallen.”

“Volgens mij is het een gevarieerde mix: nu eens lijkt het op terrorisme, dan weer op een criminele afrekening, en soms gaat het alleen om het geld. De eerste golf van Bendefeiten in 1982 en 1983 verschilde sterk van de tweede golf in 1985, die veel gewelddadiger was, en waar ik het spoor van de afpersing altijd het meest logische heb gevonden.”

“Hoe dan ook, we zijn van in het begin gemanipuleerd door de daders. De sluwe manier waarop ze de feiten aan elkaar linken, bijvoorbeeld: niet alleen door wapens en voertuigen, maar ook door hun manier van optreden, de carnavalsmaskers, hoe de daders eruitzagen… Ze leggen die verbanden bewust, en daar hebben ze een reden voor.”

“Ze lieten ook hopen bewijsmateriaal achter. Dat is ongezien in het criminele milieu. De FBI wees ons erop dat het een manier was om dwaalsporen te leggen. Na de overval bij wapenhandelaar Dekaise in 1982 vonden we in het Zoniënwoud de bankkaarten van de slachtoffers terug. Er lagen dertien oude autosleutels bij. Dat is een aanwijzing, dus als speurder ga je zoeken: wie heeft zulke oude sleutels? Firma’s die auto’s slopen. Alle afbraakfirma’s in België hebben bezoek van ons gekregen. Daar waren we een jaar zoet mee, maar het heeft niets opgeleverd.”

“De goochelaarstruc noemden die lui van de FBI het. Als ik jouw horloge wil stelen, beweeg ik mijn handen zoveel mogelijk. En terwijl jij naar mijn handen kijkt, steel ik het horloge met mijn voeten. Het dossier zat vól van die goocheltrucs. In het bos van La Houssière lieten de daders na de overval in Aalst een berg spullen achter die ons voor járen op het verkeerde spoor hebben gezet. Hetzelfde gebeurde met bepaalde onderzoekspistes, die ons naar mijn gevoel bijna werden toegeschoven door de daders. Neem nu de extreemrechtse organisatie Westland New Post (WNP): nog altijd een interessant spoor, maar er waren zoveel flagrante aanwijzingen dat het bijna te mooi lijkt om waar te zijn. Het spoor van de roze balletten: hoeveel jaar heeft dát ons niet gekost?”

“Iemand die zeer veel heeft gemanipuleerd, is oud-rijkswachter Robert Beijer (samen met zijn kompaan Madani Bouhouche nog altijd een van de hoofdverdachten in het dossier, red.). Nu eens werkte hij voor de Russen, dan voor de Staatsveiligheid, dan voor de Amerikanen… Maar dat is natuurlijk ook een strategie.”

Vorig jaar zochten de speurders hem nog eens op in Thailand, onder de dekmantel van een productiehuis dat zijn boek wilde verfilmen.

Vos: “Stomverbaasd was ik. Wat hoopten ze nog uit hem los te peuteren? Wie gelooft die man nog?”

U keek destijds met een vergrootglas naar Madani Bouhouche en Robert Beijer, de rijkswachters die gangsters werden. Denkt u dat zij achter de Bende zitten, zoals velen geloven?

Vos: “Er zijn veel aanwijzingen dat ze erbij betrokken waren, maar er is geen enkel materieel bewijs, en dan sta je nergens. Ze hebben ook allebei met glans de test met de leugendetector doorstaan. Ik zie ze trouwens niet als grote architecten van de Bende van Nijvel, maar hun kennis is mogelijk wel door de Bende gebruikt. Misschien ook meer dan dat: ze hadden een resem garageboxen en flats die ze gebruikten als onderduikadressen en opslagplaatsen voor wapens en auto’s.

“Ik vind het doodjammer dat we nooit hebben kunnen achterhalen of Bouhouche en Beijer voor zichzelf werkten, of in opdracht van een maffia – een gokmaffia, bijvoorbeeld – of een inlichtingendienst. Ik weet één ding: voor de huur van al die boxen en flats kwamen ze met hun loon van wachtmeester bij de rijkswacht absoluut niet toe.”

De dode killer

Na vijftien jaar onderzoek hebt u vast een eigen idee over de daders.

Vos: “Huurlingen lijken mij het meest voor de hand te liggen. Maar ik kan vandaag niemand aanwijzen van wie ik met zekerheid kan zeggen: die was erbij.”

Toch is er iemand die als een rode draad door de eerste en de tweede golf loopt: de man die u De Killer noemt. Hij zou voor 24 van de 28 doden verantwoordelijk zijn. Wat weet u van hem?

Vos: “Uit het onderzoek kwamen destijds zes of zeven daderprofielen naar voren, waarvan De Reus, De Killer en De Oude de bekendste waren. Maar bij de overvallen zijn nooit meer dan drie daders gezien. Het is dus logisch te denken dat er meerdere bendes in het spel waren, of dat ze een beurtrol hadden. De Reus was er bijvoorbeeld niet altijd bij – hij wordt voor het eerst gezien bij de overval op de Delhaize-vestiging in Beersel, op het einde van de eerste reeks. Maar De Killer is er volgens mij altijd bij geweest. Hij is de gewelddadigste van allemaal. Zijn favoriete wapens zijn twee riotguns en een long rifle .22, waarmee het gros van de dodelijke slachtoffers zijn gemaakt, in de eerste én de tweede reeks.”

“Elk van de daders had zijn rol bij de overvallen: de ene bewaakte de parking, de andere zat achter het stuur van de wagen, de derde ging naar binnen. De Killer droeg een lange jas, die later trouwens in het kanaal is teruggevonden. Hij was de man die mikte om te doden. De twee anderen schoten ook wel, maar bijvoorbeeld in de bil. De Killer was ook de man die na de overval in de kofferbak van de vluchtauto sprong om achtervolgers onder vuur te nemen. Dat deed hij ook in Aalst, waar de vluchtende daders onder schot werden genomen door politieman Eddy Nevens. Die heeft De Killer dodelijk geraakt.”

En dat is de reden waarom de Bende van Nijvel er na Aalst mee ophield?

Vos: (knikt) “Omdat de belangrijkste dader dood was. Dat leiden we ook af uit de verklaringen van getuigen die de daders tijdens hun vlucht gekruist hebben. En in het bos van La Houssière, waar ze hun vluchtauto uitgebrand hebben achtergelaten, zag een buurtbewoner die nacht een Golf GTI staan, met voor de wagen iets – een lichaam? – op de grond. Twee mannen, een grote en een oude, stonden erbij en deden teken dat de buurtbewoner moest maken dat hij wegkwam. Hij heeft trouwens twintig jaar gewacht om met dat verhaal naar de politie te stappen, uit angst. Een lijk hebben we er niet meer gevonden, maar wel 9 mm-munitie die past in een Ingram-geweer, een zeldzaam wapen zoals er bij Dekaise werden gestolen.”

“Ik denk dat de twee daders hun zwaargewonde kompaan daar hebben afgemaakt en het lichaam op het naburige stort hebben gegooid – ook daar is een getuigenis van. Ze hebben de spullen in het kanaal gegooid, de vluchtauto in brand gestoken, en klaar. Wat de speurders van Dendermonde een jaar later uit het kanaal Brussel-Charleroi hebben opgevist, kwam precies overeen met de uitrusting van één man: één lange jas, één wapen, één kogelvrij vest – terwijl er zeven gestolen waren in Temse. In de opgeviste zakken zaten ook hulzen van de riotguns waar De Killer mee heeft geschoten. Het leek alsof ze zijn hele bergplaats hadden opgeruimd.”

Pure provocatie

De Bende van Nijvel kreeg haar naam door een bloedbad dat werd aangericht op 17 september 1983 aan de Colruyt-winkel van Nijvel, waar drie mensen werden afgemaakt. Dat feit springt eruit in de eerste reeks Bendefeiten, zegt u. Waarom?

Vos: “Omdat de daders op een confrontatie met de politie aanstuurden. Ze braken die nacht in de Colruytwinkel van Nijvel in en stalen er sterkedrank, 10 liter olie, koffie en pralines. Daarvoor werden drie mensen vermoord. Eerst het koppel Jacques Fourez en Elise Dewit, die kwamen tanken aan het DATS-station. De twee werden afgemaakt en nog eens beschoten toen ze al dood waren, met wapens die al bij eerdere Bendefeiten waren gebruikt.”

“Wat later arriveert een rijkswachtcombi, nadat het stille alarm van de winkel is afgegaan. Die wordt onmiddellijk onder vuur genomen. Rijkswachter Marcel Morue sterft, maar zijn collega overleeft de schietpartij. Hij vertelt achteraf dat één dader, een man in een lange jas, heel langzaam op hen afkwam, al schietend. Bang-bang-bang! De rijkswachter doet alsof hij dood is, en ontspringt de dans. En dat vind ik vreemd: de drie andere slachtoffers worden doorzeefd met kogels, zelfs als ze al dood zijn, behalve die ene rijkswachter.”

“Ze nemen zijn wapen af, maar ze laten de boordradio achter. Ik denk dat ze hem gespaard hebben, goed wetende dat hij versterking zou vragen. De gangsters vluchten met de Mercedes van het vermoorde echtpaar en met hun eigen Saab. En wanneer de politie hen probeert te onderscheppen ter hoogte van de bar Le Diable Amoureux, nemen ze de agenten onder kruisvuur, iets wat oefening vraagt, en ze kunnen zo ontkomen.”

In 1987 wordt een groep criminelen uit de Borinage, de zogenaamde Borains, vervolgd voor de moordpartij, maar het assisenhof spreekt hen vrij. Hadden zij er dan toch niets mee te maken?

Vos: “Ze kenden details die alleen de daders konden kennen. Maar Michel Cocu, de leider van de bende, heeft altijd gezegd: ‘Er waren wij, en er waren de echten.’ In zijn verhaal is hij met zijn bende samen met ‘de echten’ naar de Colruyt gereden om te gaan inbreken. Rond halftwee, toen ze in de Colruyt waren, hoorden ze schoten op het parkeerterrein. Ze zagen de lijken van het koppel dat kwam tanken, vermoord door ‘de echten’. Volgens Cocu zijn hij en zijn Borains toen weggereden, terwijl ‘de echten’ ter plekke bleven. ‘Ze leken te wachten op de politie’, zegt Cocu.”

“Dat is volgens mij de sleutel tot de Bende. Die slachtpartij was een pure provocatie, om te tonen dat de politiediensten niet opgewassen waren tegen de zware criminaliteit. Michel Cocu heeft nooit willen zeggen wie ‘die echten’ waren, zelfs niet na zijn vrijspraak, toen hij niet meer vervolgd kon worden. We hebben alles geprobeerd om die namen uit hem los te krijgen, we beloofden hem zelfs de premie van Delhaize, maar hij bleef zwijgen.”

“Dat hele denkspoor van de Borains was heel vreemd: het was gebaseerd op een Ruger-revolver die door de vrouw van een van de verdachten was binnengebracht bij de politie. Volgens wapenexpert Claude Dery werd hij gebruikt bij de moordpartij in Nijvel. Cocu en co. bekenden eerst en ontkenden daarna weer, om vervolgens nog 35 keer hun versies te veranderen en in te trekken. Later bleek uit een nieuwe expertise dat het wapen niet eens is gebruikt in Nijvel. Maar waarom bekenden de Borains dan zo vaak, op basis van een wapen dat er niets mee te maken had? Werden ze gestuurd door ‘de echten’, als een soort bliksemafleider? Was het een nieuwe goocheltruc van de daders?”

De zaak-François

Waarom wilden de daders zo graag tonen dat de politie te zwak was voor hen?

Vos: “Daar heb ik twee hypotheses over, die ik allebei mogelijk acht. De eerste hypothese draait rond de zaak-François uit 1981, die mogelijk een trigger was voor de Bende van Nijvel.”

Dat zegt ook journaliste Hilde Geens in haar boek Het complot van de stilte. Zij beschrijft hoe de banden van enkele rijkswachters met drugscriminelen zo innig werden dat ze vervelden tot marionetten in de handen van de onderwereld.

Vos: “De zaak-François start bij de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA), die zich in de jaren 70 begint te moeien met het Belgische drugsbestrijdingsbeleid. Ze maken zich zorgen over de import en export van drugs in Europa, vooral via de luchthaven van Zaventem. Rijkswachtcommandant Léon François is een van de eerste Europeanen die naar de VS gaan om een opleiding in Amerikaanse onderzoeksmethodes te volgen.”

“De bemoeizucht van de DEA leidt bij de Belgische rijkswacht tot de oprichting van een nieuwe narcoticadienst, het Nationaal Bureau voor Drugsbestrijding (NBD). François wordt er baas, en hij laat zijn mensen op z’n Amerikaans undercover gaan, zaken uitlokken en schijnkopen organiseren. Allemaal dingen die toen bij ons nog niet wettelijk geregeld waren, en waar dus ook geen controle op was. Commandant François werkt samen met de Amerikaanse DEA-agent Frank Eaton. Samen halen ze mooie resultaten en rollen ze een paar drugsbendes op, maar al doende beginnen de rijkswachters bij het NBD zelf drugs te smokkelen.”

Het schandaal komt aan het licht dankzij het onderzoek van majoor Herman Vernaillen.

Vos: “En de stekker wordt uit het NBD getrokken. Vervelend voor de Amerikanen, die plots hun wettelijke arm in België kwijt zijn. Ze kunnen ook niet meer rekenen op de flats en de garageboxen die het NBD voor hun undercoverwerk gebruikte. Heeft de DEA toen gezegd: ‘Spijtig, we zullen maar naar huis gaan?’ Ik betwijfel dat. Misschien hebben de Amerikanen hun activiteiten toen voortgezet met een parallelle, niet-officiële structuur die door Madani Bouhouche en Robert Beijer werd opgezet.”

Die twee weer.

Vos: “Frank Eaton was goed bevriend geraakt met het duo toen ze bij de Bewakings- en Opsporingsbrigade (BOB) van Brussel zaten en ook aan drugsdossiers werkten. Opvallend detail: Bouhouche en Beijer beginnen garageboxen en appartementen te huren op het moment dat het NBD wordt opgedoekt. Ze zijn inmiddels ook uit de BOB gezet door majoor Vernaillen, die in oktober 1981 het slachtoffer wordt van een moordaanslag. Beijer heeft bekend dat hij en Bouhouche die aanslag hadden gepleegd omdat ze wraak wilden nemen op de majoor.”

“En dan wordt de tijdlijn heel interessant: in april 1982 volgt het proces van de zaak-François en worden enkele leden van het NBD veroordeeld. Ook Frank Eaton wordt vervolgd door het Belgische gerecht. Dat is niet niks: daarmee zegt justitie eigenlijk dat de Amerikanen oplichters en dieven zijn. Eaton is naar Parijs gevlucht met zijn diplomatieke paspoort, en zet zijn activiteiten van daaruit voort. Maar leuk zal hij het niet gevonden hebben.”

“De zaak-François is het vuur aan de lont van de Bendefeiten. Amper drie weken na het proces van de zaak-François, in mei 1982, wordt het allereerste feit gepleegd: de diefstal van een wagen van het merk Austin. Met die Austin wordt de dag erna een Volkswagen Santana gestolen, die gebruikt wordt bij de eerste overvallen van de Bende van Nijvel, in een kruidenierswinkel in Maubeuge, en bij wapenhandelaar Dekaise.”

En dat is geen toeval?

Vos: “Het tijdstip en de plaats waarop iets gebeurt, heeft altijd een reden. De zaak-François was de trigger, en de veroordeling van de NBD-leden was het startpunt van de Bende van Nijvel. Het doel was om de Belgische politiediensten in te peperen dat ze veel te zwak staan zonder de Amerikaanse onderzoeksmethodes. En de moordpartij aan de Colruyt in Nijvel was het middel. Voor mij is er in de eerste golf maar één écht Bendefeit, en dat is Nijvel. De andere feiten zijn er bewust aan gelinkt om dwaalsporen te leggen en de vis te verdrinken – een beetje zoals met die dertien sleutels.”

Dat zou betekenen dat de daders al een jaar vooraf naar die moordpartij aan de Colruyt van Nijvel toe hebben gewerkt, want die gebeurde pas in september 1983.

Vos: “Ja, ik denk dat ze op voorhand allerlei dwaalsporen hebben gelegd met gewone criminaliteit: overvallen, afrekeningen en liquidaties. En klaarblijkelijk is dat ook gelukt. Want kun jij een link leggen tussen de martelmoord op José Vanden Eynde in het kasteel van Beersel en de Colruyt van Nijvel? Ik niet, maar die link is er wel, door de wapens en de voertuigen. Die liquidaties uit de eerste reeks hadden en passant ook wel een andere reden, hoor. Ik denk niet dat het toevallige slachtoffers waren. Ze werden uitgekozen, misschien om wie ze waren, of wat ze gezien hadden. Of omdat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren.”

En wie zat daar dan achter?

Vos: “Dat is gissen. De Amerikanen? Enkele individuen bij de rijkswacht of in de magistratuur die heimwee hadden naar de methodes van de DEA? Wat ik níét geloof, is dat de rijkswacht als instituut betrokken was bij de Bende. Dat heb ik zelf heel grondig onderzocht, en ik heb er geen aanwijzingen voor gevonden. Er zouden trouwens te veel mensen bij zo’n complot betrokken moeten worden, en rijkswachters konden niet zwijgen: drie pinten na vijf uur, en het was prijs.”

In de succesvolle reeks 1985 van Willem Wallyn werd onomwonden gesteld dat de rijkswacht er wél achter zat. Hebt u gekeken?

Vos: “Ja, ik heb er wel van genoten, want het was goed geacteerd. Maar ze sleurden er zowat alles bij wat je maar kon bedenken. Alleen de marsmannetjes ontbraken nog. Mijn vrouw zei de hele tijd: ‘Eddy, hou nu eens op met je commentaar, het is fictie.’ (lacht) Ik herkende wel de machocultuur bij de rijkswacht uit die jaren – ik ben er begonnen in 1976. De man in de straat was bang van ons, en in discotheken werd weleens de matrak tevoorschijn gehaald. Het was erover, in Brussel toch. De gendarmerie was de baas, zelfs op politiek vlak.”

Het Rode Gevaar

In 1985 ligt de strategie van de spanning aan de basis van de Bendefeiten: de oorlog tegen de dreiging van het communisme tijdens de Koude Oorlog.

Vos: “Dat is mijn tweede hypothese: dat de Bendefeiten een manier waren om de staat te destabiliseren en de bevolking angst aan te jagen, om zo de lakse regering te dwingen om zich voor te bereiden op een Sovjet-invasie. Met een sterk politieapparaat, bijvoorbeeld.”

Het zogenaamde Gladio-spoor.

Vos: (knikt) “In België werd in 1990 het bestaan ontdekt van het Stay Behind-netwerk, een ultrageheime, paramilitaire organisatie die in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog was opgericht om een guerrillaoorlog te kunnen voeren als de Russen zouden binnenvallen. Er zaten militairen en spionnen van de Staatsveiligheid bij, maar ook gewone burgers die trainden om paraat te staan. Hun namen zijn nooit vrijgegeven.”

“Zulke netwerken bestonden in alle Europese landen en maakten deel uit van een geheime NAVO-strategie, Operation Gladio. In Italië zijn er sterke aanwijzingen dat het Gladio-netwerk betrokken was bij zeer bloedige terroristische aanslagen, en dat ze daarvoor van extreemrechtse groeperingen gebruikmaakten. Ik heb jarenlang onderzocht of in België iets soortgelijks aan de hand was, of de terreur van de Bende van Nijvel het werk was van dat geheime Stay Behind-netwerk.”

En?

Vos: “Ik blijf het een aanlokkelijke hypothese vinden. En ik sluit niet uit dat de daders van de Bende er hun inspiratie hebben gevonden. Vergeet niet dat het groepje rond Madani Bouhouche en zijn wapenbroeder Juan Mendez en de leden van het extreemrechtse Westland New Post echt bezeten waren van het idee dat de Russen zouden binnenvallen. Het zou kunnen dat ze een soort privéverzetsbeweging hebben opgericht, die dat rode gevaar moest counteren. Omdat ze vonden dat de regering te links en te laks was, en ze het heft in eigen handen wilden nemen – als redders van het land!”

Hebt u concrete aanwijzingen gevonden?

Vos: “Massa’s, maar geen harde bewijzen. Neem bijvoorbeeld de wapens die Bouhouche en Beijer in 1981 bij de Groep Diane hebben gestolen. Een deel daarvan is teruggevonden bij Juan Mendez, en een ander deel lag begraven onder het viaduct van Vilvoorde. Dat intrigeerde mij, want die wapens waren bewaard op een manier die deed denken aan een wapendepot van het Stay Behind-netwerk. Zo goed verpakt dat je ze twintig jaar later nog in perfecte staat kon opgraven. De wapens van de Groep Diane werden dus niet gestolen om ze te gebruiken, maar om ze te begraven. Ook het Stay Behind-netwerk had geheime bergplaatsen in bossen en velden, waar ze koffers begroeven met wapens, identiteitskaarten en goud. Merkwaardig, niet?”

“Ik heb ook veel parallellen ontdekt tussen WNP en het Stay Behind-netwerk. WNP werkte met valse namen, en de leden konden elkaar herkennen omdat ze elk een half briefje van 20 Belgische frank hadden. Dat systeem was identiek aan dat van Stay Behind. Ze hadden duidelijk kennis van binnenuit, vele jaren vóór het bestaan van dat Gladio-netwerk bekend werd. Of ze gestuurd werden door een inlichtingendienst, laat ik in het midden.”

En de moorden aan de Colruyt van Nijvel pasten in het plaatje dat de Bende moest aantonen hoe zwak de politiediensten stonden als de Russen binnenvielen?

Vos: (knikt) “Het blijft natuurlijk een hypothese. Maar de rijkswacht heeft door de Bende van Nijvel wel veel meer middelen gekregen. We kregen riotguns in plaats van onze kleine dienstwapens waar we niet eens mee door een autoportier konden schieten. En we kregen Golf GTI’s, zoals de Bende, want als we hen met onze R4’tjes moesten achtervolgen, waren ze al zeven dagen thuis als wij nog moesten vertrekken. De Staatsveiligheid kreeg een hypermodern communicatiesysteem van het type dat ook gebruikt werd binnen het Gladio-netwerk.”

Doden voor losgeld

In de bloedige overvallen op de Delhaizewinkels in 1985 zie je geen strategie om het land te ontwrichten. Nochtans zijn daar zestien doden gevallen, ook kinderen, en dompelden ze het land onder in angst.

Vos: “Daar heb ik altijd gedacht aan afpersing. Het was een periode waarin veel grote bedrijven te maken kregen met afpersers: Battard (later opgegaan in Colruyt, red.), GB-Inno-BM, Nestlé. Die fabrikant kreeg brieven waarin geld werd geëist, of men zou gif in de babyvoeding mengen. In sommige van die afpersingsdossiers waren Bouhouche en Beijer verdachten. En dan was er ook het plan van Bouhouche om supermarkten op grote schaal af te persen. Dat plan was al tot in een ver stadium voorbereid: er was zelfs al een tunnel gegraven naar de riolering waarlangs ze met het losgeld konden vluchten met een bootje, dat ook al gestolen was.”

“Het afpersingsspoor werd door de onderzoekers van tafel geschoven, omdat ze nergens een bewijs van betaling van losgeld vonden bij Delhaize. Daar heb ik het moeilijk mee. Ik denk dat de overvallen zijn gestopt omdat De Killer is gedood. En dus hoefde Delhaize niet meer te betalen. Maar dat wil niet zeggen dat die afpersing er niet is geweest.”

Het dossier zou in 2025 verjaren, maar in de commissie Justitie werd op 7 februari het wetsvoorstel besproken om het Bendedossier nooit meer te laten verjaren. Wellicht wordt er nog voor Pasen in het parlement over gestemd.

Vos: “Dat is dan een politieke beslissing. Maar als het Bendedossier niet kan verjaren, zal het ook nooit openbaar kunnen worden. Dat zou zonde zijn, want het is het symbool geworden van alles wat er in België fout loopt bij justitie. Iedereen mag van mij zien waar de onderzoekers zich al die jaren mee hebben beziggehouden. Dan komt er misschien ook een einde aan al die complottheorieën, dat we alles in de doofpot hebben gestoken.”

“Ik vraag me trouwens af wie al die dingen moet blijven onderzoeken. Er zijn miljoenen pagina’s. De meeste speurders waren nog niet geboren toen de feiten plaatsvonden. En onderzoeksrechter Martine Michel blijft ook niet eeuwig zitten. Het dossier zal wegrotten in de kelders van het justitiepaleis.”

Bron » Humo | Annemie Bulté

Oud-speurder over onderzoek Bende van Nijvel: “Eén hypothese lijkt mij volledig uitgesloten, die van het Grote Complot”

Deze zondag, 17 september, markeert een pijnlijke verjaardag. 40 jaar geleden sloeg de Bende van Nijvel toe in de Colruyt in Nijvel, waarbij drie doden vielen. Eddy Vos, de voormalige gerechtelijk commissaris, heeft na vijftien jaar betrokkenheid bij het onderzoek zijn eigen theorieën ontwikkeld die hij in dagblad La Dernière Heure overloopt.

Eddy Vos ging vorig jaar met pensioen nadat hij tussen 1996 en 2011 aan het hoofd stond van de cel Waals-Brabant. Met vijftien jaar toegewijde betrokkenheid in de zaak, heeft hij verschillende meningen en hypothesen gevormd.

Bij La Dernière Heure zet Eddy Vos enkele kenmerken van de bende op een rij. Hij benadrukt dat de doelen van de daders volgens hem in de loop der jaren zijn geëvolueerd. De eerste golf van misdaad in 1982 en 1983 betrof ‘gewone criminaliteit’. Pas daarna kwam er een element van terreur en provocatie bij die kenmerkend zou zijn voor de brutale overvallen met zwaar geweld. “Volgens mij waren de moorden een mix. De doelstellingen van de daders zijn gevarieerd en geëvolueerd.”

Hij stelt ook dat de daders bedreven waren in het manipuleren van gerechtelijke onderzoeken, het verband tussen de feiten leggen en hun sporen uitwissen. “Ze betrokken verschillende autoriteiten en zelfs taalregio’s om verwarring te zaaien, wat volgens mij geen toeval was.”

Wat Vos wel meteen afdoet als onzin, is het ‘Grote Complot’. Doorheen de jaren werd vaak geopperd dat het onderzoek van de Bende van Nijvel op niets uitdraaide omdat het van binnenuit werd gesaboteerd. Hij stelt zich ernstige vragen bij de haalbaarheid van een samenzwering waarbij honderden magistraten, rechercheurs en deskundigen gedurende veertig jaar zouden hebben gewerkt om de waarheid te verbergen.

“Laten we serieus blijven”, benadrukte hij. “Onze enige motivatie was altijd om antwoorden te vinden. Na meer dan 40 jaar denk ik dat het tijd is om de handdoek in de ring te gooien, tenzij het onderzoek ons binnen de komende twee jaar verrast. Dan zou ik degene zijn die als eerste de champagne laat knallen.”

Bron » Het Laatste Nieuws

‘Ik heb de slachtoffers niet kunnen geven waarop ze hoopten’

Vijftien jaar heeft hij aan het hoofd gestaan van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Maandag gaat Eddy Vos (67) met pensioen. ‘Het dossier van de Bende kun je nooit helemaal van je afzetten.’

‘Mijn ouders en grootouders waren missionarissen of rijkswachters. Ik denk dat ik voor mezelf de juiste keuze heb gemaakt door voor de rijkswacht te kiezen’, zegt ­Eddy Vos lachend. Zijn voorliefde voor de recherche leverde hem dossiers van allerlei aard op, onder andere moorden. Tot hij in 1996 de vraag kreeg om de nieuwe onderzoeksploeg rond de Bende van Nijvel mee op te starten.

Waarom toezeggen, terwijl iedereen zijn tanden op dat dossier leek stuk te bijten?

‘Ik ben nooit aan iets begonnen zonder de overtuiging dat ik het tot een goed einde kon brengen. Dat was met dit dossier niet anders. De vraag kwam bovendien van ­gewezen parketmagistraat Bart Van ­Lysebeth, die toen aan het hoofd stond van de Staatsveiligheid en met wie ik meermaals had samengewerkt. Wij hebben heel wat middelen gekregen: pc’s, het dossier werd als eerste in ons land ingescand, en de groep telde tot een honderdtal mensen. Dat motiveert.’

Wat was uw opdracht precies?

‘Ik moest in eerste instantie nagaan of de zaak-Mendez (Juan Mendez was vertegenwoordiger voor wapenfabrikant FN in ­Latijns-Amerika, hij werd in januari 1986 vermoord, red.) en de rijkswachters ­Bouhouche en Beyer, van wie de namen ­genoemd werden bij zijn dood, iets te ­maken hadden met de feiten van de Bende van Nijvel. Ik heb daarna andere, rechts­gezinde rijkswachters onder de loep genomen en hun eventuele connecties met ­geheime diensten nagetrokken. Het onderzoek bestond uit twee luiken: mijn groep onderzocht de politieke piste, mijn collega Lionel Ruth onderzocht de mogelijke ­betrokkenheid van het klassieke banditisme.’

Er waren wellicht momenten van hoop en teleurstelling?

‘Natuurlijk. We vonden in 2009 in Elouges een geraamte, waarvan wij dachten dat het aan een overleden Bendelid toebehoorde. Uiteindelijk bleek het afkomstig van een man uit de tijd van de Merovingers. Of toen we in 2000, toen we op zoek waren naar de mogelijke betrokkenheid van ­geheime diensten, de archieven mochten inkijken van de vroegere Stasi, de inlichtingendienst van Oost-Duitsland. Plots doken daar steekkaarten op naam van potentiële verdachten in het Bendeonderzoek op. Maar ook van slachtoffers. De hoop op een doorbraak was van korte duur: de Stasi had die namen gewoon geplukt uit afgeluisterde telefoongesprekken van Interpol.’

Jullie hebben nieuwe onderzoeksmethodes gebruikt die soms werden afgedaan als wanhoopspogingen.

‘Toen ik erbij kwam, liep het Bendeonderzoek al vijftien jaar, zonder resultaat. Er was het assisenproces tegen de gangsters van de zogenaamde ‘filière boraine’ in 1988. Dat proces is met een vrijspraak geëindigd. Wij zijn na 1996 vol voor het DNA-onderzoek gegaan, dat profielen heeft ­opgeleverd waarmee vandaag nog altijd ­gewerkt wordt. Die techniek stond nog in de kinderschoenen. We hebben de polygraaf gebruikt. En we hebben hypnose ­gebruikt om mensen beter te laten herinneren wat ze destijds beleefd hadden. Dat gaf spectaculaire resultaten: sommige ­getuigen herbeleefden de moordpartijen zo intens dat ze in shock raakten. Dankzij de hypnose hebben wij enkele robotfoto’s op de bekende gele affiches samengesteld. Het opvallende eraan was dat die beelden precies overeenstemden met de beschrijving van de verdachten zoals die ten tijde van de feiten werden opgetekend.’

Jullie hebben er ook profilers bij ­gehaald.

‘Ze hebben ons veel nieuwe inzichten gegeven. Ze stelden zich de vraag waarom de daders zoveel materiële aanwijzingen ­hebben achtergelaten, terwijl daders dat normaal niet doen. Ik vergelijk het met een goochelaar: hij trekt de aandacht op een bepaald punt, terwijl het belangrijke elders plaatsvindt. Is de aandacht van de speurders door de daders bewust in een bepaalde richting gestuurd, terwijl de oplossing ergens anders gezocht moest worden? Ik denk van wel. De daders lieten tientallen voorwerpen achter die niets met de feiten te maken hadden, maar tot lang en nutteloos onderzoekswerk hebben geleid.’

‘De profilers hebben ons ook aangespoord om te gaan denken zoals de daders. Zo hebben we hun “geografische comfortzone” kunnen afbakenen: de plaats waar de daders altijd op terugvallen, omdat ze die beter kennen dan hun achtervolgers. Al die elementen samen hebben een lijst van potentiële daders opgeleverd. Zuiver door onderzoek dus, niet vanuit een vooringenomen standpunt.’

Toch hebben jullie het spinnenweb niet kunnen ontwarren?

‘Helaas niet. Een onderzoek leidt meestal tot een hypothese, maar het is niet omdat je een hypothese hebt dat je de persoon ­geïdentificeerd hebt die de trekker heeft overgehaald. Ik sta nog altijd achter de ­resultaten van ons onderzoek van toen en blijf overtuigd van mijn werkhypothese (wat die is, wil Vos niet kwijt, red.). Maar in 2012 kwam er, samen met een nieuwe ­leiding en andere onderzoekers, een andere visie op het dossier. Ik zag het niet zitten om opnieuw dezelfde pistes te onderzoeken, waarvan ik, terecht of niet, overtuigd was dat ze tot niets zouden leiden.’

Wat is er nog niet gebeurd in dit dossier?

‘Misschien de speurders bijeenbrengen, die afzonderlijk aan de verschillende grote dossiers gewerkt hebben die ter sprake kwamen tijdens het jarenlange onderzoek: de aanslagen van de CCC, de grote gangsterbendes, de uiterst rechtse groeperingen, noem maar op. Maar natuurlijk ook de speurders die in het verleden al aan het Bende­dossier gewerkt hebben. Elke onderzoeker houdt daar wel een buikgevoel aan over. Zonder snelle doorbraak is het over drie jaar over and out … (dan verjaart het dossier, red.).’

Zal u dit dossier ooit van u kunnen afzetten?

‘Na het Bendehoofdstuk heb ik onderzoeken gevoerd in het militaire milieu in ­binnen- en buitenland. De evacuatie in ­Afghanistan samen met de Special Forces vorig jaar heeft een diepe indruk nagelaten. Ook in die materie heb ik mijn draai gevonden. Maar een dossier zoals dat van de Bende kun je nooit helemaal van je ­afzetten. Dat ik er het sluitstuk niet van heb kunnen afleveren, had ik liever anders gezien. Ik heb de slachtoffers de antwoorden niet kunnen geven waarop ze hoopten.’

‘Maar ik ben er niet door gefrustreerd en het zal mijn leven na mijn pensioen niet bepalen. Je kunt maar geven wat je kunt, en dat heb ik gedaan. Ik duim nu voor de magistraten en collega’s die blijven zoeken naar een antwoord op het raadsel van de Bende van Nijvel.’

Bron » De Standaard

Hoe het kon dat dossiers over de Bende van Nijvel werden verbrand

Delen van het enorme onderzoek over de Bende van Nijvel – dat miljoenen pagina’s telt – werden door een nieuw onderzoeksteam verbrand. Dat blijkt uit een proces-verbaal uit 2012 van een oud-politiecommissaris die jarenlang het onderzoek naar de bende leidde.

Sp.a-fractieleider in de senaat Bert Anciaux kaartte op 20 juni 2013 een kwalijke kwestie aan in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. “Deze keer is het nieuwe feit dat dossiers uit het onderzoek naar de Bende van Nijvel worden verbrand”, klonk het. Anciaux wilde tekst en uitleg van toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld).

De informatie kwam voort uit een proces-verbaal van voormalig Vlaams commissaris bij de federale politie Eddy Vos, die zestien jaar lang het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidde, waarover De Morgen berichtte. Vos beklaagde zich over een nieuw team van onderzoekers dat tal van documenten in het onderzoek naar de bende begon te verbranden.

Hopeloos geknoei

Volgens Vos waren die dossiers “bijzonder waardevol” en zouden ze “absoluut behouden moeten blijven”, klonk het in de senaat. Het ging onder meer om archieven van werkdossiers van tientallen Nederlandstalige speurders, resultaten van geomatisch onderzoek, listings en kopieën van processen-verbaal. Vos schreef dat de nieuwe onderzoekers zich totaal niet bewust waren van het eventuele belang van die archieven.

“Het onderzoek naar de Bende van Nijvel krijgt daardoor nog meer een imago van hopeloos geknoei”, aldus Anciaux destijds. “De overtuiging dat het onderzoek wordt gemanipuleerd wint meer en meer aan kracht.”

Rotten

Toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom reageerde dat de dossiers in slechte staat verkeerden en dus vernietigd moesten worden. Volgens haar waren er geen cruciale documenten verloren gegaan.

“Toen de nieuwe onderzoekers het dossier overnamen, stelden zij vast dat delen van het dossier in het water lagen en aan het rotten waren. Sommige stukken moesten dan ook worden weggegooid”, klonk het. “Dat waren evenwel geen essentiële stukken. Er werden van die stukken pv’s opgesteld en foto’s gemaakt, die in het dossier werden opgenomen. Daardoor vormt het verlies van die stukken in geen enkel geval een belemmering voor de voortzetting van het onderzoek.”

De klacht van Vos levert hem een disciplinaire sanctie op. Zijn pv werd vernietigd. Daarop verliet de commissaris het onderzoek.

Bron » Gazet van Antwerpen

Dossiers verbrand, wapens gepikt, slachtoffers geschoffeerd: onderzoek Waals-Brabant is één grote warboel

De gouden tip naar oud-rijkswachter C. B. werd eind 1998 bij de cel Waals-Brabant (CWB) behandeld door rijkswachters. Terugblik op wat eens werd aangekondigd als het “onderzoek van de laatste kans”.

Met honderd waren ze, voor wat was aangekondigd als het “onderzoek van de laatste kans”. Ze kregen in Jumet, bij Charleroi, een kazerne toegewezen. De politiehervorming moest nog komen, maar hier zou eind 1996 een keurkorps van politiemensen van tot dan toe rivaliserende korpsen de finale doorbraak realiseren. Het was in die tijd ongezien: speurders van zowel BOB (rijkswacht) als gerechtelijke politie die niet enkel kantoren zouden delen, maar ook informatie.

De groep werd opgedeeld. 60 mensen zouden sporen naar het klassieke banditisme uitvlooien, 40 anderen zouden focussen op “politieke” sporen. De ene groep werkte onder leiding van de Franstalige rijkswachter Lionel Ruth, de andere onder die van de Nederlandstalige Eddy Vos.

Telefooncentrale

Eind 1998 werd ze dan gelanceerd, met een persconferentie in Charleroi: de grote oproep aan de bevolking door Lionel Ruth. Een serie knalgele affiches met robotfoto’s, waaronder sommige die toen al 15 jaar stof had liggen vergaren, werden in het hele land verspreid.

Toen Marc Van Damme eind 1998 de affiche zag en zijn jeugdvriend herkende, kwam hij terecht bij iemand van het team van Ruth. “Dat was zo afgesproken”, zegt een toenmalige speurder. “Dat de mannen van Ruth dat gingen doen.”

Er kwamen 1.300 oproepen, waarvan het overgrote deel meteen de vuilbak in kon wegens afkomstig van een ruziënde buurman of iemand die de reus meende te herkennen in een gezicht waarvan de speurders wisten dat die maar 1,75 meter mat.

Dat is de vraag. Waarom beoordeelde de CWB de tip als niet relevant? C.B. beantwoordde als ex-agent van de groep Diane, met zijn gestalte en – naar nu blijkt – zijn contacten met criminelen Madani Bouhouche en Robert Beijer aan het profiel. Hij was in 1981 bij de groep Diane weggestuurd na een schietincident waarbij hij net niet een collega doodschoot. Bijna gelijktijdig met de verbanning van Bouhouche en Beijer bij de BOB Brussel, nadat die afluisterapparatuur hadden geplaatst bij hun oversten.

Al in 2001 zit de klad er bij de CWB in. Tijdens een contact met de nabestaanden loopt de 79-jarige Albert Van den Abiel, de opa van David Van de Steen, boos weg. Hij zal nooit meer terugkomen. “Voor de zoveelste keer hebben ze mij belachelijk gemaakt omdat ik vragen heb over de rijkswacht.”

Op zaterdagavond 9 november 1985 zag Van den Abiel vanuit zijn raam aan de Parklaan in Aalst een R4’tje van de rijkswacht voor de Delhaize wegrijden, enkele minuten voor de hel losbarstte en hij zijn dochter, zijn schoonzoon en zijn kleindochter zou verliezen. Hij kon daar niet bij, dat de daders klokvast schenen te weten vanaf welke minuut er geen rijkswachtbewaking zou zijn. Dat daar valse processen-verbaal over waren opgesteld. En hij daar geen vragen over mocht stellen.

Vooral medeonderzoeksleider Ruth maakte de man woest: “Die lacht ons in ons gezicht uit. Het enige wat die kan zeggen is dat ik spoken zie.”

Naar buiten communiceert de CWB dat alle sporen grondig worden onderzocht, intern rommelt het constant. Vooral jonge speurders worden er moedeloos van. Pistes die Vos wél wil onderzoeken en Ruth niet. Velen vragen hun overplaatsing. Er is nood aan een nieuwe expert ballistiek. Dat wordt Pierre Fievez, een oudgediende van de BOB Brussel die met Madani Bouhouche had gewerkt. Hij begint meteen dossiertjes aan te leggen tegen Eddy Vos.

Afrekeningen

In 2010 wordt Lionel Ruth uit de cel gezet. Hij blijkt wapens uit het Bende-onderzoek mee naar huis te hebben genomen. Rond die tijd is het aantal CWB-speurders geslonken tot twaalf. Er wordt een nieuwe directeur aangesteld bij de federale politie in Charleroi: Jean-Luc Duterme, een rijkswachtofficier die in 1983 de speurders Franz Balfroid en Gérard Bihay wegstuurde, die als eerste de Bende situeerden binnen de rijkswacht.

Een vertrouweling van Duterme laat tot afgrijzen van Vos een deel van het Bende-dossier, 3 miljoen pagina’s, verbranden. Als Vos op 19 april 2012 bezwaar maakt, heet dat insubordinatie en kan hij na 16 jaar beschikken.

Vandaag werken er bij de CWB nog vijf speurders.

Bron » De Morgen