Wie zat er achter de Bende van Nijvel? ‘Ik graaf in de dossierkasten naar iets dat mogelijk nog niet is uitgeplozen’

Als de Belgische wet niet wordt veranderd, verjaren de 40 jaar oude misdaden van de Bende van Nijvel in november 2025. Een Franse oud-rechter onderzoekt of de daders misschien wel Franse misdadigers waren. Het lijkt een laatste strohalm in wat wel de grootste schandvlek uit de Belgische geschiedenis wordt genoemd.

Het zou wel eens een race tegen de klok kunnen worden, beseft hij. Maar Franse oud-rechter Patrick Ramaël wil, mede op verzoek van de nabestaanden, een laatste poging wagen om het grootste criminele raadsel uit de Belgische geschiedenis op te lossen. “Nee, ik ga niet op zoek naar nieuwe getuigen. Die zijn intussen te oud, hun geheugen is na al die jaren niet al te betrouwbaar meer. Ik zie meer in archeologisch onderzoek, zoals ik dat noem: graven in de dossierkasten naar iets dat mogelijk nog niet tot op het bot is uitgeplozen. Iets dat ons hopelijk na al die jaren iets meer kan vertellen over wie en wat er achter de aanslagen van de Bende van Nijvel zaten”, zegt Ramaël.

Op een zonnige zaterdagochtend, eind januari, is hij naar een plaatsje in de buurt van het Waalse dorp Ottignies afgereisd om nabestaanden en andere betrokkenen te ontmoeten en bij te praten over het gesprek dat hij een dag eerder had met de leider van het strafrechtelijke onderzoek naar de Bende van Nijvel, Martine Michel. De locatie van de bijeenkomst moet geheim blijven. Veiligheid staat voorop. Het past wel bij de rookgordijnen waarmee de misdaden van de Bende van Nijvel nog steeds omgeven zijn.

“Tot nog toe heb ik alleen contact met hen gehad per e-mail. Ik wil ze graag persoonlijk ontmoeten en dat ze mij leren kennen. Ik wil dat ze weten wat ze van mij kunnen verwachten. Ze hopen op antwoorden natuurlijk. Was het motief politiek, religieus of louter financieel? Mensen willen weten waarom de persoon van wie ze hielden is vermoord of waarom ze zelf gewond zijn geraakt. Deze misdadigers schoten heel gemakkelijk mensen dood. In totaal hebben ze 28 doden op hun geweten, onder wie een aantal kinderen. Weten wat en waarom het gebeurd is, is een essentieel onderdeel van het rouwproces. En daar schort het nu al decennialang aan”, zegt Ramaël.

Een schokgolf in de maatschappij

In principe verjaren de misdrijven van de Bende Van Nijvel in november 2025. Dat is veertig jaar na de laatste en bloedigste aanslag: die op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985. Daarbij vielen acht doden. Afgelopen december werd er een monument onthuld ter nagedachtenis van de slachtoffers. Een stenen achthoek en acht bomen. “Ernstige misdrijven, zoals doodslag of moord, mogen nooit verjaren. Onderzoek naar bloedige misdaden zoals van de Bende van Nijvel, met zoveel slachtoffers en menselijk leed, zou nooit mogen stoppen. Drie decennia lang al voelen we de gevolgen. De strijd mag niet gestaakt worden”, zei burgemeester Christoph D’haese van Aalst bij de gelegenheid.

Er ligt een wetsvoorstel om de verjaringstermijn voor zware misdrijven die een schokgolf in de maatschappij teweegbrengen, helemaal af te schaffen. De Kamercommissie Justitie boog zich vorige week over dat voorstel. Het streven is het wetsontwerp nog voor de Belgische verkiezingen in juni van dit jaar te behandelen in het parlement. Aanvankelijk was de verjaringstermijn voor moord in België dertig jaar. In 2015 werd dat opgerekt naar veertig jaar, juist om tijd te winnen om de misdrijven van de Bende van Nijvel op te lossen.

Maar ook na een mogelijke afschaffing van de verjaringstermijn gloort er weinig hoop dat ooit duidelijk wordt wie en wat er achter de reeks bloedige overvallen heeft gezeten. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel vorige week bleek dat het aantal rechercheurs dat op de zaak zit langzaam wordt afgebouwd. Ook justitie in België lijkt de hoop op te geven.

Laatste strohalm

De komst van de Franse oud-rechter Ramaël lijkt een laatste strohalm waar slachtoffers en nabestaanden zich aan vast kunnen klampen. Ramaël heeft een lange carrière achter de rug. Het bekendst is hij van het onderzoek naar de affaire-Mehdi Ben Barka, een van de belangrijkste opponenten van de vorige Marokkaanse koning Hassan II en nog steeds een van de bekendste cold cases van Frankrijk. Op 29 oktober 1965 stapte Barka in de buurt van een Parijse brasserie in een auto en sindsdien werd nooit meer iets van hem vernomen. Tot op de dag van vandaag doen er verschillende theorieën de ronde over zijn verdwijning. Een daarvan is dat hij zou zijn doodgemarteld door de Marokkaanse geheime dienst.

Op zijn 64ste heeft Ramaël besloten opnieuw de advocatuur in te gaan. Hij praat snel en gedecideerd. Nee, het is hem niet te doen om publiciteit. „Integendeel”, zegt hij. “Ik ben geïntrigeerd door deze zaak en wil de nabestaanden heel graag helpen bij het vinden van antwoorden. Dat is het allerbelangrijkste.”

In een leegstaande woning, ter beschikking gesteld door een horecaondernemer in de buurt, luisteren op de bewuste zaterdagochtend ongeveer 35 mensen naar de uitleg van Ramaël. De bijeenkomst is mede georganiseerd door de stichting V-Europe, opgericht na de terreuraanslagen van Parijs op 13 november 2015 en Brussel op 22 maart 2016. De stichting heeft als doel de slachtoffers van terreur en andere criminele feiten bij te staan. De aanwezigen zijn van divers pluimage. Onder hen ook nabestaanden die zich als cliënten van Ramaël hebben gemeld en de Belg Jean-Pierre Adam.

Deze oud-rijkswachter is ervan overtuigd dat Noord-Franse criminelen achter de bloedige overvallen op Delhaize-supermarkten zaten. Adam, die al twintig jaar onderzoek doet naar de Bende van Nijvel, publiceerde in 2021 een boek over de zaak, getiteld De Bendes achter de Bende . De gepensioneerde politieman hekelt het „irrationele complotdenken” dat in België al decennialang opgeld doet: van een mogelijke poging van een groepje rechts-extremistische rijkswachters om het land te destabiliseren tot de betrokkenheid van binnen – en buitenlandse inlichtingendiensten bij de gruwel (zie kader).

Terwijl de echte daders volgens hem gewoon leden van een bende zware criminelen uit Noord-Frankrijk zijn. De spil zouden twee broers zijn: Xavier S.,een bekende misdadiger en wapenfanaat uit Charleville-Mézières, en zijn broer Thierry, een harddrugsverslaafde en fervent pokerspeler met grote gokschulden. Beiden zijn intussen overleden.

Al meteen leidt het spoor naar de twee broers

Adam is heel stellig: “Vanaf het begin af aan hadden de Belgische autoriteiten aanwijzingen die naar Noord-Frankrijk leidden”, zegt hij. “Maar er is nooit iets mee gedaan.” Al meteen in 1982, na een van de eerste misdaden die aan de bende van Nijvel worden toegeschreven, leidt het spoor naar de twee broers. Na de overval op een wapenhandelaar in Waver, waarbij een politieman de dood vindt, wordt aan de hand van getuigenverklaringen een compositietekening gemaakt van een van de mogelijke daders. Al vrij snel meldt zich iemand die Xavier S. herkent.

Zoals wel vaker blijken de onderzoeken naar de geruchtmakendste misdaden uit de Belgische geschiedenis raakvlakken met elkaar te hebben. Adam is als rijkswachter niet betrokken bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel maar wel bij de zaak-Dutroux. In 1996 wordt hij belast met het onderzoek naar de moord op Michel Piro, een louche restauranteigenaar uit Charleroi die wordt doodgeschoten vlak na zijn aankondiging dat hij nieuwe onthullingen wil doen over de ontvoering van de Luikse meisjes Julie en Mélissa door kindermoordenaar Marc Dutroux.

De daders zouden twee huurmoordenaars uit Noord-Frankrijk zijn, zo wordt beweerd. Adam gaat op onderzoek naar Charleville-Mézières. In het dossier van één van de mogelijke verdachten, Xavier S, treft hij de oude compositietekening aan. Hij is stomverbaasd. Waarom is er niets mee gebeurd? Omdat de rijkswachter die belast was met de overval op de wapenhandelaar een zware alcoholist was en misschien in dronken toestand het spoor als onbelangrijk heeft afgedaan, oppert Adam. Het is exemplarisch voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel, dat volgens hem grossiert in politionele en gerechtelijke blunders.

Adam staaft zijn beweringen met tal van documenten, data en details, waarmee hij wil aantonen dat de tijdlijn perfect klopt. Telkens als een van de broers in de gevangenis zit, stoppen de aanslagen. En als de twee weer vrijkomen, begint het weer. Het is volgens hem ook de verklaring waarom de aanslagen opeens stoppen: de vermoedelijke daders zitten opnieuw in een Franse cel.

Geen twee aanwijzingen, het zijn er wel twintig

Adam weet zich gesteund door Franse en Belgische profilers, die in 2001 tot de conclusie komen dat de aanslagen het werk geweest moeten zijn van mensen uit de onderkant van de samenleving. Marginalen, verslaafden en psychopaten die nergens voor terugdeinzen. Van een groot complot zou geen sprake zijn. Het zou mede verklaren waarom er ondanks de kleine buit telkens zoveel slachtoffers werden gemaakt.

“Adam heeft met zijn werk aangetoond dat de mogelijkheid dat de daders van Franse origine waren zeer reëel is. Dat spoor wil ik graag verder uitdiepen”, zegt oud-rechter Ramaël. „Als er nu maar één of twee aanwijzingen waren in die richting, zou je nog kunnen denken dat het toeval is. Maar het zijn er geen twee. Het zijn er wel twintig.”

De Fransman is ervan overtuigd dat nader onderzoek nodig is naar de mogelijke betrokkenheid van de gebroeders S. Hij heeft daarom aangeboden de slachtoffers – in België de burgerlijke partijen geheten – kosteloos bij te staan. Vier van hen zijn daarop ingegaan. „En er komt waarschijnlijk nog een vijfde bij. Doordat ik nu officieel hun belangen behartig, krijg ik inzage in het strafdossier en kan ik om aanvullende onderzoeksdaden vragen.” Ramaël hoopt binnenkort opnieuw naar België te komen om het onderzoek in te kijken. Dat belooft een behoorlijke opgave te worden. Het omvangrijke dossier telt intussen meer dan twee miljoen pagina’s.

Feit en fictie liepen altijd door elkaar

In de bloedstollende Vlaams-Waalse dramaserie 1985, terug te bekijken op NPO-Start, zijn het leden van de voormalige Rijkswacht die verantwoordelijk worden gehouden voor de geruchtmakendste moordpartijen in het België van de jaren 80. De achtdelige serie, gebaseerd op ware gebeurtenissen, volgt drie jongeren die opgroeien in een van de donkerste periodes uit de Belgische geschiedenis.

De Bende van Nijvel – in het Frans ‘les tueurs de Brabant’ genoemd (de Brabantse moordenaars) – zaait angst en terreur in het land. Corruptie bij de politie en in de politiek zijn schering en inslag. Het is de tijd van de zogenaamde roze balletten: seksfeesten voor politici en andere hoogwaardigheidsbekleders. Het blijkt een perfecte voedingsbodem voor de wildste complottheorieën over het wie en waarom van de reeks gewelddadige overvallen, waarbij tussen 1982 en 1985 28 doden en veertig gewonden vallen. De laatste en bloedigste aanslag dateert van 9 november 1985. Bij een overval op de Delhaize-supermarkt in Aalst worden acht mensen koelbloedig vermoord.

Peter R. de Vries

David Van de Steen verliest zijn ouders en een zus bij die aanslag. Hij krijgt zelf een kogel in zijn dijbeen. Hij schrijft er samen met journaliste Annemie Bulté het boek Niet schieten, dat is mijn papa over. Als hij op Twitter ziet dat Peter R. de Vries het boek gelezen heeft, besluit hij contact op te nemen met de Nederlandse misdaadjournalist. Ze plannen een afspraak in Amsterdam, maar die gaat door omstandigheden niet door.

‘We waren zeker van plan om een nieuwe vergadering in te plannen. Tegen mij had Peter R. de Vries al gezegd dat hij graag zijn tanden eens zou zetten in het Bende-dossier’, vertelt David op de website BendevanNijvel.com . Misschien was er wel een Nederlandse connectie. De Bende van Nijvel maakte gebruik van een Mercedes met een Nederlandse nummerplaat en er was mogelijk een link met de internationale drugshandel. Maar toen werd Peter R. de Vries vermoord en viel ook die reddingsboei weg.

De afgelopen veertig jaar doken geregeld namen van mogelijke betrokkenen op. Zoals die van twee criminelen die lid waren van de zogenaamde Bende van Baasrode, die tientallen gewapende overvallen op onder meer geldtransporten pleegde. Beiden hebben altijd stellig ontkend.

Ook de naam van Patrick Haemers, één van de beruchtste Belgische criminelen die in 1989 internationale bekendheid verwierf met de ontvoering van oud-premier Paul Vanden Boeynants, werd genoemd. Haemers, die in 1993 zelfmoord pleegde in een politiecel, was opvallend groot. Hij was mogelijk ‘de reus’, zoals de bijnaam van een van de leden van de Bende van Nijvel luidde.

Een extreemrechts complot?

Maar in 2017 meldde zich een andere ‘reus’. Een ex-rijkswachter biechtte op zijn sterfbed aan een familielid op dat niet Haemers maar hij de reus was. Het was destijds groot nieuws. De politie geloofde er niets van en vond nul bewijs voor die bewering.

Dat een aantal rijkswachters achter de aanslagen zit, is de bekendste en hardnekkigste theorie. Er zou sprake zijn geweest van een extreemrechts complot om de Belgische samenleving te destabiliseren en het land rijp te maken voor een staatsgreep. Of was het toch de Amerikaanse inlichtingendienst CIA die de terroristische overvallen organiseerde om een angstpsychose onder de bevolking te creëren, zodat België (en uiteindelijk de rest van Europa) weer zijn toevlucht zou nemen tot beschermheer Amerika?

Op verzoek van een parlementaire enquêtecommissie (er waren er meerdere) schreef de uit Heerlen afkomstige criminoloog Cyrille Fijnaut in 1997 samen met een Leuvense hoogleraar een lijvig rapport over het strafrechtelijk onderzoek. Op die manier wilden ze de vele ‘cowboyverhalen’ die over de Bende van Nijvel de ronde deden uit de wereld helpen. Zij constateerden dat de link met extreemrechts wel was onderzocht maar dat het de vraag was of dat grondig genoeg was gebeurd.

In een interview met de Franstalige krant La Dernière Heure, in september vorig jaar, sloot oud-politieman Eddy Vos uit dat het om een complot ging. Hij werkte vijftien jaar aan de zaak. De suggestie dat het onderzoek van binnenuit gedwarsboomd werd om de mogelijke betrokkenheid van politiemensen of politici toe te dekken, doet hij af als flauwekul. Dit zou immers betekenen dat honderden rechercheurs, onderzoeksrechters en deskundigen bijna veertig jaar hebben samengespannen om de waarheid te verbergen. Dat is op z’n minst onwaarschijnlijk.

Het is allemaal onzin

Oud-rijkswachter Robert Beijer is een van de oud-verdachten. Begin 2023 komt hij opnieuw in beeld. In Thailand, waar hij al sinds 2000 verblijft, wordt huiszoeking gedaan. Hij wordt het land uitgezet en keert terug naar België voor nieuwe ondervragingen. Daar hoort hij dat hij figureert in de televisieserie 1985 . Tot zijn grote ongenoegen.

“Ik heb genoeg van de beschuldigingen”, zegt hij in een interview met de Waalse omroep RTBF. “Ze doen alsof de rijkswacht alleen maar bestond uit seksverslaafden, extreemrechtse types en moordenaars.” De feiten kloppen niet, de tijdlijn is fout en zijn personage komt helemaal niet overeen met de werkelijkheid, stelt hij. “Het is allemaal onzin.””

Bron » Dagblad van het Noorden

“Slachtoffers hebben recht op de waarheid”

Een voormalige rijkswachter uit Hastière (Namen) bevestigt de beweringen van Jean-Pierre Adam, de ex-BOB’er die in onze krant van 16 december twee leden van de Bende van Nijvel aanwees. De man meldde zich na het zien van de reportage die de lokale zender TV-Lux uitzond met Adams getuigenis, en treedt zijn collega volmondig bij.

Eind 1996 werd Jean-Pierre Adam, lid van de onderzoekscel Neufchâteau, belast met een luik van het Dutroux-onderzoek. Hij moest nagaan of er een verband bestond tussen de moord op Michel Piro op 5 december 1996, en het feit dat deze eigenaar van meerdere bars en restaurants aangekondigd had een boekje te zullen opendoen over het dossier Julie en Mélissa.

Zijn onderzoek voerde hem naar het Franse Charleville-Mézière. Daar stelde Adam vast dat een Belgisch opsporingsbericht, verspreid naar aanleiding van de gewelddadige overval op wapenhandel Dekaise in Waver, deel uitmaakte van het dossier dat de Franse justitie bijhield over twee broers. Beiden waren leden van een gewelddadige bende die van de jaren zeventig tot medio de jaren negentig het ene criminele feit na het andere pleegde.

Overval op Dekaise

Op 30 september 1982 werd op de wapenhandel van Daniel Dekaise in Waver een gewelddadige overval gepleegd. Een politieagent kwam hierbij om het leven en er werden tal van dure wapens gestolen. Deze overval is het derde geweldsdelict dat wordt toegeschreven aan de Bende van Nijvel.

Enkele dagen later, op 4 oktober 1982, verspreidde de Belgische justitie een opsporingsbericht, voorzien van een robotfoto en een beschrijving van de gestolen wapens. Drie dagen later, op 7 oktober 1982, meldde zich bij de rijkswacht van Hastière, een stadje in de provincie Namen op de grens met Frankrijk, een persoon die anoniem wilde blijven. Hij verklaarde dat de man op de robotfoto ene Xavier Sliman was, een notoire Franse gangster en wapenfanaat. Hij reed in een donkere Mercedes en leefde ver boven het inkomen dat hij als werkzoekende officieel genoot.

Om deze toch wel belangrijke informatie te verifiëren trokken de speurders uit Hastière op 25 oktober 1982 naar hun collega’s in Charleville-Mézière, de woonplaats van de door de anonieme getuige aangewezen verdachte. Ze kwamen er te weten dat Xavier Sliman en zijn broer Thierry bij het Franse gerecht bekendstonden als zeer gevaarlijke individuen. De foto van Xavier vertoonde opvallende gelijkenissen met de robotfoto. De Franse speurders wisten verder te melden dat de broers Sliman deel uitmaakten van een zeskoppige zeer gewelddadige bende, met onder andere Pierre M. – de man die door Adam geïdentificeerd werd op robotfoto nummer 4 in het Bendedossier.

Een dag later, op 26 oktober 1982, trokken de speurders van Hastière met de informatie en de foto’s die ze van hun collega’s in Charleville hadden gekregen, naar de BOB van Waver, die de overval op wapenhandel Dekaise onderzocht. De leden van beide korpsen stelden een bundel van vijftien foto’s samen en legden die voor aan vier ooggetuigen van de overval, onder wie de wapenhandelaar zelf. Drie van de vier getuigen herkenden Xavier Sliman, en slachtoffer Daniel Dekaise herkende ook Thierry Sliman. Hij vermeldde nog dat een van de daders die hij herkende op de foto mankte. Xavier Sliman had kort voordien een operatie aan de knie ondergaan.

Getuigenis bevestigd

De ex-rijkswachter die enkele dagen geleden contact opnam met Jean-Pierre Adam, was een van de vier speurders uit Hastière die de foto’s hadden voorgelegd aan de ooggetuigen. In een telefoongesprek bevestigt hij uitdrukkelijk dat de ooggetuigen in Waver de foto van Xavier Sliman uit de bundel hadden gehaald, en dat slachtoffer Daniel Dekaise ook de foto van broer Thierry herkende. Hij voegde eraan toe dat hij er altijd van was uitgegaan dat er in het kader van een internationale rogatoire commissie een huiszoeking zou zijn uitgevoerd bij de broers Sliman in Frankrijk, en dat daarbij wellicht een deel van de gestolen wapens zou zijn teruggevonden. In dat geval zouden er wellicht geen verdere feiten gepleegd zijn door de Bende.

Die huiszoeking is er nooit gekomen. Meer nog: met de informatie die hijzelf en zijn drie collega’s destijds hadden aangereikt, heeft niemand ooit iets gedaan. De gepensioneerde rijkswachter verklaart zich nog altijd bereid om zijn volle medewerking te verlenen. “De slachtoffers en de nabestaanden hebben recht op de waarheid”, stelt hij.

Bron » Het Belang van Limburg

Ex-BOB’er ontmaskert twee leden van de Bende van Nijvel

Ex-BOB’er Jean-Pierre Adam is ervan overtuigd dat nummer 18 van de Bende van Nijvel Michel Piro, een restauranthouder uit Charleroi, is. Al bijna twintig jaar spaart de nu gepensioneerde rijkswachter tijd noch moeite om de gegevens die hij jaren geleden verzamelde over te maken aan de diensten waarvoor ze van nut zijn: het parket en de cel Waals-Brabant. Tot op vandaag kreeg hij nooit enige reactie, laat staan een antwoord dat zijn piste om een welbepaalde reden niet de juiste zou zijn.

Had de Bende van Nijvel al eerder ontmaskerd en gevat kunnen worden? Hadden tal van mensenlevens gespaard kunnen worden? Voor Jean-Pierre Adam, ex-lid van de BOB van Marche-en-Famenne en in die functie gedetacheerd naar de onderzoekscel Neufchâteau, is dit geen vraag maar een wetenschap. Voor hem zijn het geen uiterst rechtse sympathieën, geen behoefte om de staat te destabiliseren en allerminst de voorbereiding van een staatsgreep. De resultaten van zijn onderzoek wijzen in de simpele richting van een bende psychopathische criminelen die niets ontziend enkel uit zijn op materieel gewin.

Julie en Melissa

Drie maanden na het losbarsten van de zaak-Dutroux, werd de belangstelling van de onderzoekscel Neufchâteau gewekt door een moord die in de nacht van 4 op 5 december 1996 op een parking langs de A54 Charleroi-Brussel gepleegd werd. Een zekere Michel Piro werd koelbloedig doodgeschoten. Enkele weken voor zijn dood had hij luidkeels verkondigd aan iedereen die het wilde horen dat hij een boekje zou opendoen over de zaak Julie en Melissa. Met de familie Lejeune had hij een paar dagen voor zijn overlijden nog afspraken gemaakt over een benefietavond die hij in zijn restaurant in de buurt van Charleroi zou organiseren en waarvan de opbrengst naar de vzw Julie & Melissa zou gaan. Tijdens die bewuste avond zou hij een en ander onthullen.

Broer

De twee vermeende uitvoerders van de moord belandden in Frankrijk in de cel. Ze verschenen voor het hof van assisen van Char- maar ze werden vrijgesproken. “Omdat Piro onthullingen had aangekondigd in de zaak-Dutroux, kregen wij aandacht voor de beide Franse verdachten, voornamelijk voor Thierry Sliman,” legt Jean-Pierre Adam uit. “De vraag was immers gerezen of Piro wegens zijn aangekondigde onthullingen geliquideerd was. Al snel bleek uit ons onderzoek dat deze Thierry Sliman in de jaren 80 samen met zijn broer Xavier een hele reeks uiterst gewelddadige feiten had gepleegd in Frankrijk.”

Adam trok voor meer informatie naar zijn Franse collega’s: “In mijn aanwezigheid haalden zij de dossiers van de broers Sliman uit de archieven. Wij vonden een Belgisch opsporingsbericht van 4 oktober 1982 over de overval op een wapenhandel in Waver op 30 september 1982 met daarbij gevoegd een robotfoto. Bij het opsporingsbericht bevond zich ook de foto van Xavier Sliman.” Die overval op de wapenhandel van Daniel Dekaise wordt tot op vandaag toegeschreven aan de Bende van Nijvel.

Uit het Franse dossier bleek verleville-Mézière, der dat de broers Sliman samen met hun mededaders in Frankrijk verdacht werden van ettelijke hold-ups. “De commandant in Charleville deelde ons onomwonden mee dat Thierry Sliman als meedogenloze killer te boek stond. Hij beweerde dat Sliman iemand kon doden alsof hij een appel at. Zo eenvoudig. Thierry Sliman werd destijds in Frankrijk gezocht in meerdere moordzaken, maar het was hem tot dan toe altijd gelukt, door de mazen van het net te glippen.”

Uit de Franse dossiers bleek dat de broers Sliman in de jaren tachtig opereerden in een min of meer vaste ploeg van zes criminelen, onder wie een zekere Pierre M. “Het ligt voor de hand dat we met de info die we tot dan toe hadden vergaard een vergelijking gingen maken met de robotfoto’s van de vermeende daders van de Bende van Nijvel. De overval in Waver, waarbij een politieagent om het leven kwam en waarbij tal van dure wapens gestolen waren, staat bij ons bekend als derde wapenfeit van de Bende.”

Gelijkenis

Bij het vergelijken van de tekeningen op de bekende gele affiche met de foto’s van de broers Sliman en hun entourage, waren de speurders toch wel enigszins verrast: tekening nummer 18 op de affiche lijkt sprekend op de foto die in 1982 van de vermoorde Michel Piro werd gemaakt. Tekening nummer 4 toont dan weer ontzettend veel gelijkenis met de foto van Pierre M., één van de trawanten van de gebroeders Sliman.

“Maar dat is nog niet alles”, gaat Jean-Pierre Adam verder. “Als we een chronologie maken van de 21 feiten die worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel, stellen we vast dat de eerste reeks gepleegd werd tussen 13 maart 1982 en 1 december 1983. Daarna gebeurt er 21 maanden niets. Laat het nu toevallig zo zijn dat de broers Sliman in die periode weer eens achter de tralies belandden: Xavier op 19 maart 1984 en Thierry op 30 september van datzelfde jaar.

Brein van de Bende

De tweede reeks misdrijven begon met de diefstal van een Volkswagen Golf GTI in Erps-Kwerps op 22 september 1985 en deze reeks eindigde met de zeer gewelddadige raid op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht dodelijke slachtoffers te betreuren vielen. Deze overval zou de laatste zijn die aan de Bende van Nijvel wordt toegeschreven. De reden lijkt duidelijk: tussen begin 1986 en eind 1990 belandde Thierry Sliman zeven keer in de gevangenis. Jean-Pierre. “Thierry Sliman werd door de Franse collega’s niet enkel gezien als een meedogenloze killer, maar ook als het brein van de bende. Als hij niet beschikbaar was, gebeurde er niets.”

Ook wil Jean-Pierre Adam iets kwijt over de buit die de Bende van Nijvel maakte. In tegenstelling tot wat algemeen aangenomen wordt, was die aanzienlijk. Er werden onder meer vier auto’s, 26 dure wapens, een partij juwelen en een totaal van 5.425.341 oude Belgische frank (134.490 euro) buit gemaakt.”

Nihoul en Weinstein

“Natuurlijk staat geen enkele buit in verhouding tot de mensenlevens die verloren gingen bij deze gruwelijke aanvallen. De brutaliteit waarmee deze gangsters te werk gingen is nauwelijks voor te stellen, maar in mijn ogen pleegden ze deze feiten wel degelijk voor het materiële voordeel.” Of Michel Piro nu vermoord werd omdat hij onthullingen zou doen die te maken hadden met de Bende van Nijvel of met de zaak-Dutroux, zullen we nooit weten. Feit is dat Michel Nihoul en Bernard Weinstein (de handlangers van Dutroux) vaste klanten van hem waren en dat hij Thierry Sliman, die ook wekelijks in zijn etablissementen kwam, al kende van in 1982.

Pittig detail nog: uit stukken die onze redactie kon inkijken, blijkt dat Thierry Sliman in de lente van 1996 samen met een kompaan twee bars opende; één in Libin en een andere in Bertrix, het stadje waar Laetitia Delhez enkele maanden later door Dutroux zou worden ontvoerd.

De bars van Sliman kwamen zowat onmiddellijk in het vizier van justitie. Dat resulteerde in een onderzoek door onderzoeksrechter Connerotte naar drugs en prostitutie. Van zodra Dutroux gearresteerd werd op 13 augustus 1996, sloten de clubs en verdwenen Sliman en zijn kompaan met de noorderzon.

Bron » Het Belang van Limburg | Nancy Vandebroek