Francis “le Belge” opnieuw vrij

Een rechtbank in Marseille heeft Francis Vanverberghe, alias Francis le Belge, gisteren vrijgesproken. Vanverberghe, die wordt beschouwd als een der laatste peetvaders van de Zuid-Franse georganiseerde misdaad, de beruchte “French Connection”, moest zich verantwoorden voor het smokkelen van 20 kilo heroïne. Die partij zou in 1980 van Spanje naar de VS zijn “verhandeld”.

Het openbaar ministerie achtte Vanverberghe schuldig en eiste een straf van 15 jaar cel en een boete van negen miljoen fr. Voor twee andere betichten vroeg de openbare aanklager eveneens zware straffen: 10 jaar en drie miljoen tegen Claude Raffanelli (48), en drie jaar cel tegen Jean-Claude Kella (50).

De aanklager steunde zich op de verklaringen van François Scapula, een tot inkeer gekomen gangster die in Zwitserland in de cel zit en eerder al de moordenaars van de Marseillaanse onderzoeksrechter Pierre Michel verklikte.

De verdedigers van de drie beklaagden betoogden dat het gerechtelijk dossier, afgezien van de beschuldigingen van Scapula, niets inbracht tegen hun cliënten en eisten daarom de vrijspraak. De rechtbank sloot zich gisteren aan bij deze visie en sprak iedereen, ook Scapula zelf, vrij.

Daarmee krijgt Vanverberghe voor de tweede keer het gelijk aan zijn kant. Eerder werd hem door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een half miljoen Belgische frank schadeloosstelling toegekend omdat hij in België tussen 1988 en 1992 zonder proces gevangen werd gehouden.

Vanverberghe, de in Marseille geboren zoon van een Belgische vader, heeft een lang strafblad. Zijn eerste veroordeling liep hij op toen hij 18 jaar was. In 1977 werd hij tot twaalf jaar cel veroordeeld voor zijn rol in de Marseillaanse internationale drugbende die model stond voor de kaskraker “The French Connection”, met Gene Hackman in de hoofdrol.

Bron » Gazet van Antwerpen

Professoren beëindigen onderzoek Bende-dossier

De Leuvense professoren Fijnaut en Verstraeten stoppen met hun doorlichting van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Hun argumentatie: weigering om dossiers in te zien, het verstoppertje-spelen achter het beroepsgeheim, de wanorde van het dossier. Minister van Justitie Stefaan de Clerck speelt de opdracht door naar drie advocaten-generaal, en beveelt een disciplinair onderzoek naar de gebeurtenissen in de onderzoekscel van Jumet.

Maakten sommige gerechtelijke onderzoekers zich tijdens het onderzoek naar de Bende van Nijvel, al dan niet bewust, schuldig aan ‘fouten of schendingen van de rechten van de burgerlijke partijen’? Eind november was het de tiende verjaardag van de laatste aan de bende toegeschreven overval. Na een stroom van nieuwe klachten, vond minister van Justitie De Clerck het hoog tijd om meer klaarheid in de zaak te brengen. Hij gelastte de Leuvense professoren Cyriel Fijnaut en Raf Verstraeten een gedetailleerde analyse te maken van de pijnpunten van het Bende-onderzoek.

Bijna onmiddellijk kwam vanuit de gerechtelijke wereld kritiek over het miskennen van de scheiding der machten, en de schending van het geheim van het onderzoek. Begin januari leken de plooien echter gladgestreken: De Clerck kon de procureurs-generaal over de streep trekken door de opdracht van de academici te versmallen tot het opmaken van een ‘inventaris van alle publiek gemaakte grieven’.

Die inventarisering is vervroegd spaak gelopen. Enkele weken geleden deelden Fijnaut en Verstraeten De Clerck mee dat ‘het hen niet mogelijk is hun opdracht in volle sereniteit en met de nodige methodologische waarborgen op een adequate wijze uit te voeren’. Het gerecht verleent hen geen toegang tot het volledige Bende-dossier. Andere hinderpaal is het beroepsgeheim. Nogal wat onderzoekers schrokken er voor terug om hun medewerking te verlenen, uit angst voor tuchtrechterlijke en zelfs strafrechterlijke vervolging.

Ook materieel bleek het niet mogelijk om de opdracht binnen de afgesproken tijdspanne (zes maanden) af te ronden. Het bendedossier, zoals het opgeslagen ligt bij de onderzoekscel van Jumet, is een warboel, zo mochten de professoren vaststellen. Een ‘mankement’ dat procureur-generaal Demanet verborgen heeft gehouden voor minister De Clerck. Bij diens bezoek aan Jumet midden maart, kreeg hij alleen twaalf kasten met ‘zorgvuldig bijgehouden documenten’ te zien.

De Clerck is over het voorval niet te spreken en start een disciplinair onderzoek.
De opdracht van Fijnaut en Verstraeten wordt nu overgenomen door de advocaten-generaal Morlet (Brussel), Du Four (Gent) en Michaux (Bergen). Daarnaast komt er ook een nieuwe parlementaire commissie die het onderzoek naar de Bende zal doorlichten.

Bron » De Morgen