Meerderheidspartijen vinden vergelijk over injunctierecht

De federale meerderheidspartijen hebben een vergelijk gevonden in hun discussie over het injunctierecht in de strafuitvoering, zo melden verschillende leden van de Kamercommissie Justitie. De kwestie zorgde gisteren voor een botsing tussen CD&V en justitieminister Annemie Turtelboom.

Enkele CD&V’ers trokken maandag in een opiniestuk fors van leer tegen het wetsontwerp van Turtelboom, dat sleutelt aan de strafuitvoering. Met name het artikel dat de minister injunctierecht zou toekennen in de strafuitvoering – waardoor die maatregelen zou kunnen bevelen in individuele dossiers – schoot hen in het verkeerde keelgat.

Toch blijft die regeling ook nu overeind, al zal expliciet worden ingeschreven dat het injunctierecht enkel geldt voor beroep bij cassatie en dus enkel voor procedure- of vormfouten. Dat stond al zo in de toelichting, maar niet in het artikel zelf.

CD&V vreesde dat daardoor foute interpretaties en zelfs inbreuken op de grondwet zouden kunnen opduiken. Maar inhoudelijk beroep eisen in individuele zaken zal de minister dus niet kunnen, al bestaat dergelijk beroep bij de strafuitvoeringsrechtbanken hoe dan ook niet.

Senator Rik Torfs – co-auteur van het opiniestuk – toont zich alvast tevreden met de “tegemoetkoming”. “Het blijft een niet orthodoxe uitzondering op de grondwet, maar de schade is beperkt”, oordeelt hij. Volgens de CD&V’er is door de ingreep geen sprake meer van echt “injunctierecht”, wat de maatregel voor hem louter “symbolisch” maakt.

Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke heeft echter weinig begrip voor de opstelling van CD&V. “De scheiding der machten kan niet ‘een beetje’ geschonden worden”, onderstreept hij. Artikel 151 van de grondwet voorziet slechts twee uitzonderingen voor een ministeriële tussenkomst en cassatieberoep in de strafuitvoering hoort daar niet bij.

Van Hecke zou de optie dan ook liefst geschrapt zien. “Als er echt problemen zijn, zal het parket wel zelf in cassatie gaan”, argumenteert het groene Kamerlid. Volgens hem zal bovendien sowieso wel iemand naar het Grondwettelijk Hof stappen tegen de regeling. “Als die het dan schrapt, zitten we hier binnen een jaar weer”.

Bron » De Morgen