Politiemensen mogen naamplaatje door identificatienummer vervangen

De Senaat heeft een wetsvoorstel van Gérard Deprez (MR) goedgekeurd waardoor politieambtenaren in bepaalde gevallen hun naamplaatje mogen vervangen door een identificatienummer. Hierdoor moeten wraakacties door criminele organisaties tegen politiemensen vermeden worden, maar blijven ze identificeerbaar. Enkel de N-VA onthield zich bij de stemming.

De wet voorziet dat alle politieambtenaren en -agenten in functie in alle omstandigheden kunnen worden geïdentificeerd. Dat gebeurt met een naamplaatje dat zichtbaar en leesbaar moet aangebracht worden op hun uniform.

Het wetsvoorstel laat de korpschef, commissaris-generaal of directeur-generaal toe te beslissen om voor bepaalde interventies het naamplaatje door een interventienummer te vervangen, bijvoorbeeld omwille van de veiligheid of privacy van de politiebeambte.

Politiemensen die optreden in burger moeten een armband dragen met daarop hun interventienummer. Dat nummer bestaat uit een nummer van maximum vier cijfers, voorafgegaan door een code voor de politiezone van de lokale politie of voor de dienst van de federale politie.

Cécile Thibault betreurde dat de meerderheid niet van de gelegenheid gebruikt heeft gemaakt om sancties op te leggen tegen politiemensen die bewust hun naamplaatje of identificatienummer verbergen. Ecolo steunt het voorstel evenwel omdat er stappen vooruit gezet werden.

N-VA onthield zich omdat de Senaat niet instemde met een amendement van de fractie dat de korpschef verplicht om de gemotiveerde beslissing over te maken aan het Comité P, dat toezicht houdt op de politiediensten, verklaarde Bart De Nijn. Het wetsvoorstel verhuist nu naar de Kamer.

Bron » De Standaard

Elk jaar keert honderdtal gedetineerden niet terug na penitentiair verlof

In de eerste elf maanden van 2012 zijn in ons land 90 gedetineerden na een penitentiair verlof niet teruggekeerd naar hun strafinrichting. Het jaar voordien ging het om 109 gedetineerden, in 2010 om 93, in 2009 om 116 en in 2008 om 143. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Justitie Annemie Turtelboom op een schriftelijke vraag van Kamerlid Peter Logghe (Vlaams Belang).

Wat betreft het aantal aanvragen tot het bekomen van een penitentiair verlof en het aantal dat toegestaan werd, beschikt Turtelboom enkel over cijfers voor 2009 en 2010. In die jaren werden er achtereenvolgens 3.688 en 3.641 verloven aangevraagd en respectievelijk 909 en 834 toegestaan.

Bron » De Morgen

Rechter zet Michel Nihoul uit zijn woning

De Brugse rechter zet Michel Nihoul (72) uit zijn appartement in Zeebrugge. Nihoul was al een tijdje verwikkeld in een financiële ruzie met zijn huisbaas. Nihoul beet bij de vrederechter in het zand en tekende beroep aan maar nu heeft ook de Brugse rechter geen oren naar zijn argumenten. Nihoul moet dus zijn appartement verlaten, weet Het Nieuwsblad. In 2004 stond de zakenman terecht als vermeend lid van de bende van Marc Dutroux.

Bron » De Morgen

Stijn Coninx werkt aan film over Bende van Nijvel

Regisseur Stijn Coninx heeft plannen voor een film over de Bende van Nijvel. Hij werkt momenteel samen met Rik D’Hiet aan een scenario. Dat zegt hij in De Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg.

Het scenario is gebaseerd op het boek “Niet schieten, dat is mijn papa” van David Van de Steen. David Van de Steen overleefde als kind een van de raids van de Bende van Nijvel. Zijn moeder, vader en zus kwamen daarbij om het leven. Hij werd opgevoed door zijn grootvader.

Coninx heeft nog geen financieringsdossier ingediend bij het Vlaams Audiovisueel Fonds, maar hij heeft wel al een producent gevonden, Peter Brouckaert van Eyeworks. Jan Decleir heeft al toegezegd om de rol van de grootvader van David te spelen. De regisseur zou graag in 2015 aan de opnames beginnen.

Bron » VRT Nieuws

Staatsveiligheid schuwt harde middelen niet

De Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst hebben de afgelopen twee jaar 1.789 indringende technieken gebruikt om aan inlichtingen te komen. Dat blijkt uit een nieuw boek van het Comité I, de toezichthouder van de inlichtingendiensten, naar aanleiding van zijn twintigjarig bestaan, waarover De Tijd vandaag bericht.

De Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst kregen in september 2010 nieuwe bevoegdheden. Het ging om drie soorten inlichtingenmethoden. Het gaat om ‘gewone’ methoden, zoals het opvragen van informatie bij een andere overheidsdienst, maar ook meer indringende ‘specifieke’ methoden, zoals het traceren van telefoongesprekken en briefwisseling, en ‘uitzonderlijke’ methoden, zoals het doorzoeken van huizen en oprichten van valse bedrijven als dekmantel.

Die laatste twee categorieën werden tussen september 2010 en december 2012 1.789 keer ingezet. De Staatsveiligheid spant de kroon met 1.590 machtigingen, waarvan 135 voor uitzonderlijke methoden. De militaire inlichtingendienst kreeg 193 machtigingen, waarvan 30 voor uitzonderlijke methoden. Het Comité I kwam 77 keer tussenbeide. In 50 gevallen vond het dat de gebruikte methoden te ver gingen. Negentien keer zijn de operaties volledig stopgezet en zijn alle verzamelde inlichtingen vernietigd, 31 keer zijn ze gedeeltelijk vernietigd.

Het Comité I is niettemin lovend over de houding van de inlichtingendiensten. “In de eerste maanden hebben we enkele principiële beslissingen moeten nemen, maar daarna is het aantal stopzettingen echt uitzonderlijk geworden”, zegt Guy Rapaille, voorzitter van het Comité I. Toch klinkt de vraag of het gebruik van menselijke bronnen, nu een gewone methode, misschien beter gecontroleerd kan worden, zeker in het geval van infiltratie.

Bron » De Morgen