Hoofd antiwitwascel: “Wij rijden met 2pk, terroristen met Ferrari”

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI), zeg maar de antiwitwascel, mag binnenkort gegevens rechtstreeks doorgeven aan de Staatsveiligheid. Tot nu mocht ze dat enkel aan het gerecht. “Een heel goede zaak om terrorisme aan te pakken”, zegt afscheidnemend baas Jean-Claude Delepière.

Het was al jaren een zorg van Delepière. Zijn antiwitwascel, een onafhankelijk orgaan onder toezicht van de ministers van Justitie en Financiën dat onder meer onderzoek doet naar geldstromen die gelinkt zijn aan terrorisme, mocht informatie aan geen enkele inlichtingendienst doorspelen, dus ook niet aan de Staatsveiligheid. Dat was wettelijk bepaald. Alle info ging naar het gerecht, dat vaak jaren nodig had om de dossiers af te ronden. Dat kon efficiënter.

Door de verhoogde aandacht voor terreur wordt de wet aangepast. De wijziging is onderdeel van de Potpourri II-wet, die deze week finaal wordt gestemd. Delepière: “Het is duidelijk dat het aanpakken van geldstromen een cruciaal element is in de strijd tegen IS. Ze maken gebruik van systemen die criminelen al heel lang kennen: fiscale constructies en belastingparadijzen. Ze hebben enorm veel inkomsten die ze op een of andere manier moeten kunnen investeren.”

Na de inval in Verviers en de aanslagen in Parijs heeft de antiwitwascel in ons land meerdere dossiers van teruggekeerde Syrië-strijders doorgespeeld aan het federale gerecht. “Klopt, het zijn er dubbel zoveel als het jaar ervoor. Van 34 ging het naar 74.” Een kwestie van verhoogde waakzaamheid bij banken vooral.

De geldstromen van terroristen aanpakken is de meest efficiënte manier om hen te bestrijden?

“Ja, maar het is een heel ongelijke strijd. Zij kennen geen grenzen en kunnen de wereld rondgaan, terwijl wij aan allerlei regels zijn gebonden. Wij rijden met een 2pk, zij met een Ferrari. Als wij informatie willen van Franse collega’s, dan moeten we aan een heleboel regels en voorwaarden voldoen. Terecht, maar het maakt de strijd heel moeilijk. En dan heb ik het nog over Frankrijk; je kunt je voorstellen hoe het is als je informatie wilt van Panama of Singapore.

“Dan moeten de diensten ook nog eens de middelen hebben om een analyse te maken van die informatie en een strategie te ontwikkelen. Daar komen we op dit moment niet eens aan toe. We missen al jaren een doordachte strategie om de financiering van terrorisme en extremisme efficiënt aan te pakken. We hebben het al lastig om afdoende informatie te verzamelen en daar een analyse van te maken.”

U klinkt behoorlijk pessimistisch.

“Ik zie niet veel om optimistisch over te zijn. Er is een explosie van financiële criminaliteit. Onze economie is steeds meer in handen van criminelen. Logisch: de overheden zitten in geldnood, sommige zijn bijna failliet. De criminaliteit neemt toe, de middelen om ze te bestrijden nemen af. Is het dat wat we willen?”

Wel positief: er is nationaal en internationaal veel grotere druk om agressieve belastingontwijking tegen te gaan.

“Dat is inderdaad positief. Bewustwording is cruciaal. Hoe meer aandacht, hoe beter. Toch is het afwachten wat LuxLeaks en SwissLeaks zullen opbrengen. Ik heb het gevoel dat de allerrijksten gewoon doorgaan met wat ze aan het doen waren. Bovendien verschuiven de problemen alleen maar. Als Luxemburg en Zwitserland niet meer kunnen, dan trekken ze wel naar Singapore, China en Panama. Ik heb het gevoel dat de strijd tegen financiële fraude uitzichtloos is. Maar we moeten blijven proberen.”

Bron » De Morgen

EU verzamelt niet-Europese criminelen in één databank

EU-commissaris voor Justitie Vera Jourova stelt vandaag een gemoderniseerde databank voor: magistraten en politiediensten kunnen veroordelingen en vingerafdrukken van niet-Europese burgers uitwisselen. Het moet verhinderen dat criminelen met valse identiteiten hun activiteiten verplaatsen van lidstaat naar lidstaat.

De uitbreiding van het European Criminal Records Information System (ECRIS), dat magistraten al mochten raadplegen voor EU-burgers met een strafblad, kwam in een stroomversnelling na recente aanslagen. Zo bleek de gedode Tunesische aanvaller die op 7 januari, één jaar na de raid op Charlie Hebdo, een politiecommissariaat aanviel in Parijs een strafblad te hebben in Frankrijk én Duitsland. Dit onder twee verschillende identiteiten. Magistraten in beide landen wisten dat niet van elkaar. De man had Syrische, Marokkaanse en Georgische identiteitsdocumenten bij zich.

“Hadden veroordeelde niet-Europese burgers al in de ECRIS-databank gestaan, dan waren mogelijk aanslagen en misdaden voorkomen”, zegt commissaris Jourova in een gesprek met deze krant. “Als magistraten vandaag informatie wensen over de veroordeling van een niet-Europese burger in andere lidstaten, dan moeten ze soms 28 aparte verzoeken versturen, wat duur en tijdrovend is.”

Sommige veroordeelde misdadigers en terroristen vestigen zich daarom onder aliassen in meerdere lidstaten, zonder dat deze op de hoogte zijn van hun strafrechtelijke verleden elders. “Het is de hoogste tijd om dit probleem aan te pakken. Door niet-Europese burgers met een strafblad nu ook op te nemen in de databank, mét vingerafdrukken, krijgen we een sterk hulpmiddel in handen om het gebruik van valse identiteiten tegen te gaan.”

De nood aan gegevensuitwisseling wordt onderstreept door de misdaadstatistieken. In 2014 werden in de EU 688.354 strafvonnissen geveld tegen niet-Europese verdachten, maar omwille van de complexe procedure vroegen lidstaten elkaar slechts 23.000 keer informatie over niet-EU-daders.

De bestaande databank voor veroordeelde EU-burgers bewees daarentegen al haar efficiëntie, met 288.000 inzageverzoeken per jaar, wat de strijd tegen rondtrekkende Europese daderbendes vergemakkelijkt. Magistraten kunnen hierdoor ook strenger zijn voor veelplegers, omdat bij de strafmaat rekening wordt gehouden met criminele voorgeschiedenis in andere lidstaten.

Buitengrenzen

De databank zal volgens Jourova ook haar nut kunnen bewijzen aan de buitengrenzen, waarlangs de Syrië-strijders die de aanslagen pleegden in Parijs met valse identiteiten binnenkwamen. In de hotspots waar vluchtelingen worden geregistreerd, zijn er nu wel magistraten die moeten nagaan of iemand ooit een veroordeling opliep in een lidstaat. Maar ook zij moeten nog inlichtingen vragen aan elke lidstaat.

Bezwaren ingecalculeerd

Een beperking van de databank is dat veroordelingen van daders in hun land van herkomst niet automatisch zullen worden opgenomen. Dat kan alleen als een lidstaat die een bilateraal justitieakkoord heeft met een derde land – zoals België met Marokko – beslist om criminele antecedenten die zijn doorgegeven in ECRIS te vermelden.

Jourova verwacht dat de Informele Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken, op 26 januari, én het EU-parlement snel groen licht geven. Mogelijke bezwaren over data- en privacybescherming zijn ingecalculeerd. Jourova: “Alleen bevoegde magistraten en politiediensten krijgen inzage. De databank wordt ook niet gekoppeld aan andere systemen.”

In de nabije toekomst volgen ook andere initiatieven, die stap voor stap moeten leiden naar één Europese justitieruimte. “Een van de prioriteiten wordt het opzetten van een EU-instrument voor het verzamelen van ‘e-evidence'”, legt Jourova uit, “opdat Europol en Eurojust in overleg met de internetindustrie nog meer digitale bewijzen kunnen verzamelen. Als de misdaad geen digitale grenzen kent, dan mag ons strafrechtsysteem er ook geen hebben.”

Bron » De Morgen