“Goedkope vertalingen dreigen Justitie duur te komen staan”

De ondermaatse kwaliteit van vertalingen zorgt steeds meer voor problemen in grote strafdossiers. Dat zegt de Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken (BBVT) woensdag. Dinsdag nog werd de start van het proces-Wesphael voor het hof van assisen van Henegouwen verdaagd van februari 2016 naar september 2016.

Goedkope vertalingen en de plannen om tolken niet langer te vergoeden voor wachttijd op zittingen dreigen Justitie op termijn duur komen te staan: elk uitstel van een rechtszaak betekent immers een verlies van tijd en middelen voor Justitie en de maatschappij, zeggen de tolken.

Die wijzen er woensdag op dat vertalers hun werk mogen factureren aan het tarief van 8,14 euro bruto per pagina van 30 regels, of wel 0,27 euro per regel. Een professioneel vertaler kan op een normale werkdag van acht uur zorgen voor de kwalitatieve vertaling van zes tot acht pagina’s.

“Het hoeft geen verder betoog dat men hier met 8,14 euro per pagina nauwelijks de kost kan verdienen.” Ter vergelijking: in Frankrijk bedraagt het vertaaltarief voor Justitie 25 euro per pagina van 250 Franse woorden. Het minimumtarief in Duitsland bedraagt 1,55 euro per regel.

Ondanks meerdere vergaderingen met vertegenwoordigers uit de sector tijdens het voorbije jaar lijken het kabinet Geens en de administratie van de FOD Justitie nog steeds onvoldoende te beseffen dat er een prijskaartje hangt aan de broodnodige professionalisering van deze tak van de juridische sector, luidt het.

“De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken vraagt dan ook dat de federale regering eindelijk voldoende middelen uittrekt.”

Bron » De Standaard

Gratie: waarom de onpopulaire justitiemaatregel terug is

We stoppen met gratie verlenen, zei de regering twee jaar geleden. Vandaag heeft bevoegd minister Geens 21 gratieverzoeken goedgekeurd. Is deze ‘middeleeuwse’ praktijk niet gewoon nodig om het menselijke gelaat van justitie te tonen?

De koning die, ingegeven door een schijnbare willekeur, veroordeelde misdadigers met een simpele pennentrek weer in de onschuld van de maatschappij stort. Dat beeld over koninklijke gratie wakkert de irritatie bij publiek en politici al jarenlang aan.

Nochtans is het niet de koning, maar de Dienst Gratie van de FOD Justitie die elk dossier bekijkt en goed- of afkeurt. De laatste reeks gratieverzoeken die de destijdse minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) eind 2013 had goedgekeurd, zorgde voor zodanige commotie dat ze besliste om geen enkel dossier meer goed te keuren tot aan de verkiezingen.

Tegenstanders laakten de praktijk op een moment dat Turtelboom vooral zware verkeersovertreders zou hebben vrijgesteld van een straf. “Het doet me denken aan de Romeinse keizers die beslisten door hun duim naar boven of beneden te houden,” zei Theo Francken (N-VA) daar op dat moment over, toen nog Kamerlid. De ophef bleef niet beperkt tot partijen die niet de grootste voorstanders van het koningshuis zijn. Zelfs de PS zei bij monde van toenmalig premier Elio Di Rupo open te staan voor overleg over de koninklijke gratie.

Uiteindelijk bleek het in 2013 te gaan om “menselijke gevallen, vaak aangevraagd door een sociale dienst”, zo verdedigde Turtelboom zich toen. Meteen de reden waarom huidig justitieminister Koen Geens (CD&V) vandaag de onpopulaire maatregel weer heeft ingevoerd. Van de 336 aanvragen is er in 21 gevallen geheel of gedeeltelijk gratie verleend. “Justitie moet streng en rechtvaardig zijn. Straffen moeten dan ook correct worden uitgevoerd. Met het genaderecht beschik ik echter over een instrument om in zeer uitzonderlijke gevallen straffen te milderen of kwijt te schelden.”

Volgens de minister was onder meer sprake van een vrouw die veroordeeld was voor lichte geweldfeiten. Boete en schadevergoeding aan het slachtoffer zijn betaald, maar de vrouw moest nog een deel van de werkstraf uitvoeren. Na een miskraam was de vrouw daartoe medisch niet meer in staat. Bovendien had zij in die periode haar ouders verloren, waardoor de resterende uren van haar werkstraf zijn kwijtgescholden.

Hoogste (on)recht

Over dit en de 20 andere gevallen zei Geens: “Summum ius summa iniuria.” Letterlijk vertaald: het hoogste recht is het hoogste onrecht. De kwijtschelding van straffen, want de veroordeling zelf wordt niet uitgewist, moet volgens Geens het menselijke gelaat van justitie tonen. Antwerps persrechter Roland Cassiers volgt die logica. “Ik kan me moeilijk voorstellen dat een rechter echt op een starre manier, zonder enig medelijden de wet toepast, zonder rekening te houden met de feitelijke situatie, als hem die tenminste bekend is.”

Strafdossiers gaan in veel gevallen in op de feiten van de dader, en niet op de persoonlijkheid. Zeker bij verkeersovertredingen, zegt Cassiers, wordt er beperkt onderzoek gebeurd. Strafpleiter Jef Vermassen vult aan: “Als een rechter weet dat iemand terminaal ziek is, dan kan die een voorwaardelijke of andere straf uitspreken. Maar zoiets kan een rechter uiteraard niet altijd op voorhand weten.”

Vroeger werd gratieverlening collectief gedaan om de overbevolking van gevangenissen tegen te gaan, dat gebeurde onder meer onder wijlen premier Jean-Luc Dehaene. Die praktijk is al even afgezworen, net als de gratieverlening aan daders van zedenfeiten, sinds de Dutroux-affaire.

Toch is het besef dat de wet feilbaar is geen uitvlucht om de strafuitvoering uit handen van de rechterlijke macht te nemen, maakt strafpleiter Filip Van Hende zich de bedenking. “Vandaag gebruikt de minister het genaderecht verstandig, maar morgen kan ik met een andere minister van Justitie geconfronteerd worden.”

Niet zonder krabbel van de koning

Hoewel het gratieverzoek door de Dienst Genade van de FOD Justitie behandeld en al dan niet goedgekeurd wordt, is het de koning die de gratie met zijn handtekening bekrachtigt. Dat is zo in de grondwet bepaald. Meer bepaald in artikel 110: “De koning heeft het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen.” Vermits het volledige werk de verantwoordelijkheid van de justitieminister is, duikt de vraag op of die gratieverlening niet geheel buiten de koning om kan. Want die blijft bij machte om zijn handtekening al dan niet te zetten, zelfs al wordt van hem verwacht dat wel te doen.

Om de koning in dezen buitenspel te zetten, moet de grondwet aangepast worden. En dat kan niet zolang de voorgaande regering niet heeft bepaald dat zoiets kan. Dat is onder voormalig premier Di Rupo (PS) dus niet gebeurd, waardoor dit systeem nog geldt voor de duur van de legislatuur.

Op de vraag of justitieminister Geens een grondwetswijziging in de volgende legislatuur tracht door te voeren, wil het kabinet niet antwoorden.

Bron » De Morgen

Terug van weggeweest: gratie voor veroordeelden

Justitieminister Koen Geens (CD&V) heeft weer aangeknoopt met de traditie van de ‘gratieverlening’, zo zei hij in De Ochtend op Radio 1. Die praktijk was in 2013 tijdelijk on hold gezet door toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) na heel wat verontwaardiging daarover. Geens onderstreepte wel dat het om zeer specifieke gevallen gaat.

“Ik knoop aan bij een regel in de grondwet die de koning toelaat om de uitvoering van een straf – dus niet de straf zelf – geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden”, bevestigt Geens. Dat is opmerkelijk want eind 2013 veroorzaakte het thema van de koninklijke gratie nog heel wat heisa. Koning Filip had toen de strafuitvoering van zeker 11 verkeersovertreders kwijtgescholden, tot grote verontwaardiging van verenigingen van verkeersslachtoffers.

Maar de uiteindelijke beslissing tot gratieverlening ligt niet bij de koning, maar wel bij het ministerie van Justitie. Daarom besliste toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom toen om zeker tot aan de verkiezingen in mei 2014 niet meer toe te geven aan gratieverzoeken. Geens is daar intussen op teruggekomen. Of dat politiek afgetoetst is? “Wat mij betreft is het nodige overleg gevoerd.”

Hij onderstreept dat die gratie verleend wordt “bij een heel klein percentage van de gevallen” – 21 gevallen op 330 – en over kleine vergrijpen zonder slachtoffers of waar de slachtoffers zijn vergoed. De feiten verdwijnen niet uit het strafregister en de genade is geen rem op de beoordeling van recidive.

Concreet gaat het bijna altijd om gevallen waarin iemand ziek was of de rechter niet wist dat hij ziek was toen de straf werd uitgesproken, verduidelijkte de minister. Vaak gaat het om mensen die chemo of een nierdialyse moeten ondergaan, of mensen met alzheimer. Geens verwijst ook naar een vrouw met een miskraam die haar werkstraf niet meer kan uitvoeren. “Er zijn nu eenmaal zaken waarin de omstandigheden zo schrijnend zijn dat het hoogste recht overkomt als onrecht.”

Volgens Geens wordt er bij de gratieverlening niet over één nacht ijs gegaan en kunnen alle mogelijke instanties, van de procureur-generaal tot de politie, hun advies uitspreken.

Bron » De Morgen

Un dealer de 60 ans condamné à 6 ans de prison ferme pour trafic de cocaïne

L’homme n’en était pas à son coup d’essai : de nombreux toxicomanes ont avoué se fournir chez lui depuis au moins 2013 et pour des sommes allant parfois jusque 36 000 euros rien qu’en cocaïne.

Il n’est pas non plus un inconnu pour la police puisque son nom avait déjà été associé au dossier des “Tueurs du Brabant wallon” et plusieurs armes et munitions ont été retrouvées à son domicile.

Le tribunal correctionnel de Nivelles l’a condamné lundi à 6 ans de prison ferme et une amende de 9000 euros.

Bron » RTBF

Aan deze kenmerken herken je een leugenaar

Van iemand die liegt wordt vaak gedacht dat hij wat aarzelend praat en vooral oogcontact vermijdt. Recent onderzoek toont nu het tegendeel aan. Op basis van nieuw ontwikkelde leugendetectie-software, concludeerden onderzoekers dat leugenaars net heel zelfzeker praten en veel oogcontact maken.

De onderzoekers van de universiteit van Michigan ontwikkelden software die de traditionele leugendetector in de toekomst zou kunnen vervangen. Met dit programma hoef je de persoon in kwestie niet aan te raken om te analyseren of hij of zij liegt, maar kan je dit van op een afstand bepalen. De software identificeerde in 75% van de gevallen een leugenaar juist, waar dit bij een klassieke leugendetector slechts 50% is.

Op basis van experimenten met de software, konden de wetenschappers kenmerken van leugenaars herkennen. Zo ontdekten ze dat mensen die liegen drie keer zoveel fronsen of grijnzen, eerder dan een neutraal ontspannen gezicht opzetten. Leugenaars hebben ook meer de neiging om oogcontact te maken met de persoon die hen vragen stelt, gebruiken hun beide handen om dingen uit te beelden en maken veel gebruik van woorden die een afstand creëren, zoals “hij” of “zij”, eerder dan “ik” en “wij”. Ook praten ze erg zelfzeker en zonder aarzeling.

“Mensen zijn slechte leugendetectoren,” zegt Dr. Rada Mihalcea, professor computerwetenschap en hoofdonderzoeker van het project. “Het is niet iets waar we van nature goed in zijn. Er zijn bepaalde dingen die leugenaars onbewust doen, maar wij letten er niet genoeg op om ze te kunnen oppikken. Zo tellen we nooit hoe vaak mensen ‘ik’ gebruiken bijvoorbeeld. Wij focussen in een gesprek op een hoger niveau van communicatie.”

Vandaar dat zo’n vernieuwde leugentest erg handig kan zijn. De onderzoekers hopen snel fysiologische signalen aan de test te kunnen toevoegen, zoals hartslag, ademhaling en schommelingen in lichaamstemperatuur. Zo zou deze leugentest op termijn kunnen ingeschakeld worden bij beklaagden in de rechtbank, zonder een machine te moeten gebruiken waar je het lichaam aan moet vastmaken.

Bron » De Morgen