‘Rol van staatsveiligheid in Bendedossier moet worden onderzocht’

Gewezen voorzitter van Comité I Jean-Claude Delepière en ex-comitélid Walter De Smedt willen dat het Comité I onderzoekt wat de Staatsveiligheid wist over de Bende van Nijvel.

Een nieuwe tip in het Bendedossier moet door het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden onderzocht. Dat schrijven gewezen voorzitter van het Comité I Jean-Claude Delepière en ex-comitélid Walter De Smedt in een gastbijdrage op Apache.

Jean-Claude Delepière, voormalig voorzitter van het Comité I en tot 2016 voorzitter van de antiwitwascel, en ex-lid van het Comité I Walter De Smedt willen dat het Comité I de rol van de Staatsveiligheid in het onderzoek naar de Bende van Nijvel onderzoekt.

Volgens een nieuwe tip die David Van de Steen, een slachtoffer van de Bende van Nijvel, binnenkreeg, zou een persoon binnen de Staatsveiligheid namelijk op de hoogte geweest zijn van de Bende-aanval op de Delhaize in Aalst.

“Een lid van de staatsveiligheid heeft tegen zijn zus en petekind gezegd dat ze niet naar de Delhaize mogen gaan”, vertelde Van de Steen aan VRT NWS. “In diezelfde week gebeurt de aanslag op Aalst. Dan lijkt het mij duidelijk dat de man op de hoogte was dat dit ging gebeuren.”

Deze nieuwe tip wijst er volgens de twee ex-leden van Comité I, voor het eerst op dat de Staatsveiligheid mogelijk meer wist. Vorige tips zoals over de vermoedelijke Reus en de ‘gouden tip’ over de bewaking van de Delhaize in Aalst die op bevel van Brussel werd opgeheven, wezen volgens Delepière en De Smedt al op een mogelijke betrokkenheid van de Rijkswacht.

Comité I

Delepière en De Smedt menen dat niet enkel het Federaal Parket in Brussel, dat onlangs het Bendedossier in handen kreeg, en de onderzoeksrechter in Charleroi deze nieuwe piste moeten onderzoeken, maar dat ook het Comité I een rol te spelen heeft in dit onderzoek.

“Het zou erg nuttig kunnen zijn indien het Comité I zijn onderzoek zou hernemen en zou nagaan of de nu gereveleerde piste naar waarheid is: wat wist de Staatsveiligheid en wat gebeurde er mee?” schrijven Delepière en De Smedt.

Volgens de ex-leden heeft het Comité I in het verleden al haar nut bewezen door het bestaan van een geheime cel bloot te leggen binnen de dienst die onderzoek deed naar extreemrechts en de mogelijke betrokkenheid van de “zwarte baron” Benoît de Bonvoison, zakenman en ex-politicus bij de PSC (nu cdh).

De nieuwe tip zou volgens hen kunnen bevestigen wat het Comité eerder al openbaarde: het bestaan van een geheime ploeg binnen de Staatsveiligheid die infiltreerde in extreemrechtse groeperingen.

Bron » Apache

Tueurs du Brabant: des anciens du Comité R réclament une enquête sur la Sûreté de l’Etat

L’ancien président du Comité R Jean-Claude Delepière ainsi que Walter De Smedt, un ancien membre de l’instance de contrôle des services de renseignement et de sécurité, réclament que celle-ci se penche sur le rôle de la Sûreté de l’Etat dans le cadre du dossier des Tueurs du Brabant.

Le dossier des Tueurs du Brabant a été repris par le parquet fédéral au début de l’année.

Des centaines de messages sont parvenus aux enquêteurs depuis que des témoignages ont désigné l’ancien gendarme Christiaan Bonkoffsky comme étant le “Géant” de la bande. Mais selon la victime David Van de Steen, ces indications ne sont pas prises au sérieux. Il fait notamment référence à un haut fonctionnaire de la Sûreté de l’Etat de l’époque qui aurait conseillé à sa famille de ne pas se rendre au Delhaize d’Alost le 9 novembre 1985, date d’une sanglante attaque.

Pour MM. Delepière et De Smedt, le Comité R devrait être impliqué dans l’enquête. «Il serait intéressant que le Comité se penche sur ce que savait la Sûreté et sur ce qu’elle a fait des informations dont elle disposait», estiment-ils dans une tribune publiée sur le site Apache.

Les deux hommes affirment que le Comité avait déjà permis la mise au jour de l’existence d’une cellule interne qui infiltrait des groupes d’extrême droite.

Bron » Sud Info

Nieuw element in Bendedossier: werk voor Vast Comité I

In Dendermonde hebben de slachtoffers en nabestaanden van de Bende van Nijvel meer uitleg gekregen over hun rechten door het federaal parket. Maar sommigen reageren teleurgesteld na de bijeenkomst. “We blijven met vragen zitten”, klinkt het.

De slachtoffers en nabestaanden kregen vandaag dus geen informatie over het onderzoek an sich. Maar slachtoffer David Van de Steen zei wel aan VRT NWS dat hij intussen een nieuwe tip heeft binnengekregen.

Een persoon van de staatsveiligheid zou op de hoogte geweest zijn dat er een aanval zou gebeuren bij de Delhaize in Aalst. “Een lid van de staatsveiligheid heeft tegen zijn zus en petekind gezegd dat ze niet naar de Delhaize mogen gaan”, zegt Van de Steen. “In diezelfde week gebeurt de aanslag op Aalst. Dan lijkt het mij duidelijk dat de man op de hoogte was dat dit ging gebeuren.”

Tips

Onder de vele tips die in het bendeonderzoek zijn toegekomen zijn er twee die erg belangrijk zijn voor de overval te Aalst. Vorig jaar werd daardoor de vermoedelijke reus van de bende geïdentificeerd als de oud rijkswachter Christiaan Bonkoffsky.

Recentelijk kwam er een “gouden tip” dat de bewaking op de Delhaize vestiging te Aalst op de avond van de overval op 9 november 1985 volgens een bevel uit Brussel werd opgeheven. Dat was opmerkelijk omdat na de andere overvallen op de Delhaize vestigingen, in Genval op 11 februari 1983, in Ukkel op 25 februari 1983, in Beersel op 7 oktober 1983, en in Eigenbrakel en Overijse op 27 september 1985, de Delhaize warenhuizen onder bewaking van gemengde ploegen van de Rijkswacht en de Gerechtelijke Politie werden geplaatst.

En dan was er nog een tip over een rijkswachter met een snelle Porsche die niet mocht tussenkomen na de overvallen op de Delhaizes in Eigenbrakel en Overijse. Nu moet er ook nog deze van de verwittiging door een lid van de Staatsveiligheid worden aan toegevoegd.

Staatsveiligheid

De vorige tips wezen op een mogelijke betrokkenheid van de Rijkswacht. Uit de laatste zou blijken dat ook de Staatsveiligheid meer wist.

Gezien het bendedossier nu overgedragen werd van het parket te Luik naar het Federaal parket te Brussel is dit parket nu bevoegd om zich, naast de onderzoeksrechter te Charleroi, over de nieuwe piste te buigen. Maar niet alleen de gerechtelijke diensten kunnen er onderzoek over doen.

Ook het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingendiensten dat opgericht werd in navolging van de besluiten van de eerste bendecommissie heeft hierin een eigen onderzoeksbevoegdheid: indien de Staatsveiligheid meer wist is het de vraag wat daarmee gebeurde, wat die dienst er mee deed.

Het is overigens niet de eerste maal dat eigen onderzoek van het comité I er in slaagde verder door te dringen in de geheimen van de Staatsveiligheid.

Het zogenaamde onderzoek op de “dossiers réservées” toonde aan wat het gerecht ondanks gerechtelijk onderzoek en huiszoeking niet had kunnen ontdekken: het bestaan van een geheime cel binnen de dienst die onderzoek deed naar extreem rechts en vooral naar de mogelijke betrokkenheid van de zwarte baron de Bonvoisin.

Het comité ontdekte ook het bestaan van een persoonlijke en afgeschermde documentatie van de administrateur-directeur-generaal Raes waarin alle dossiers van parlementairen werden bijgehouden.

De vaststellingen van het comité I waren dan ook een leerzame toevoeging aan wat op de website van De Bende Van Nijvel wordt beweerd:

“In de periode dat België de grootste na-oorlogse terroristische acties meemaakt, legt de top van de Staatsveiligheid de onderzoeken naar extreme groeperingen stil. Sectie B2C van de Staatsveiligheid is niet meer. De cel werd opgedoekt een jaar voor de drie grote Bende-overvallen. Vanaf dat moment was de Staatsveiligheid ‘blind’. Er kwam geen informatie meer binnen van informanten en infiltranten en er was geen enkel contact meer met extreemrechts. Zonder ooit een reden te geven en na maanden van tegenwerking werd de sectie opgedoekt. Kleine pesterijen, zoals het verbod van hun overste om dossiers op te vragen, deed bij de speurders niet vermoeden dat dit het einde zou betekenen. Ze dachten dat het om een tijdelijke maatregel ging.”

Comité I

De nu aangebrachte tip kan bevestigen wat het comité reeds reveleerde: het bestaan binnen de dienst van een “gecloisonneerde ploeg” onder leiding van de bewuste commissaris Smets, die met medeweten van de grote baas Raes niet alleen onderzoek op extreemrecht deed maar er zelfs in infiltreerde.

Belangrijk is ook de vaststelling van het comité dat er met de door deze dienst opgestelde nota’s “geknoeid” werd zodat de invloed van de Bonvoisin en het succes van zijn politieke CEPIC, de rechtervleugel van de PSC, er sterk door achteruit ging: een voorbeeld van de acties van een politieke politie.

Het nu gereveleerde spoor is niets meer dan een mogelijke aanvulling van het destijds door het Vast Comité I grondig voorbereid en daadwerkelijk gevoerd onderzoek naar de werking van één bijzondere en geheime afdeling binnen de Staatsveiligheid waarvan de dossiers aanvankelijk in het bureel van de administrateur-directeur-generaal werden bijgehouden en waarvan er na de overbrenging van de kast naar een andere locatie vele dossiers verdwenen en nooit werden teruggevonden.

Het zou erg nuttig kunnen zijn indien het comité zijn onderzoek zou hernemen en zou nagaan of de nu gereveleerde piste naar waarheid is: wat wist de Staatsveiligheid en wat gebeurde er mee?

Bron » Apache | Walter De Smedt

Tueries du Brabant: trente nouveaux enquêteurs doivent élucider le mystère

Avec la fédéralisation de l’enquête, les victimes ont bon espoir pour la suite. L’enquête continue dans l’affaire des tueries du Brabant, nom donné à cette série de crimes et de braquages sanglants qui s’est tenue au milieu des années 80. Au moins 28 personnes ont perdu la vie sans que jamais les auteurs n’aient été retrouvés.

Suite à la fédéralisation du dossier, deux séances d’information complémentaires pour les victimes ont été organisées par la cellule victimes du parquet fédéral, à Charleroi hier et à Termonde vendredi dernier. “Menée historiquement par le parquet de Charleroi et celui de Mons, l’affaire a intéressé le parquet fédéral: en octobre 2017, il est venu apporter son expertise nationale et ajouter des éléments au dossier. Et il a même repris l’entièreté à sa charge le mois passé, en février”, explique l’avocat Johan Heymans du cabinet Van Steenbrugge Advocaten, présent à une de ces réunions. La juge d’instruction carolo Martine Michel reste cependant aux commandes de l’enquête.

Durant ces deux sessions d’information, rien n’a été avancé sur le fond du dossier. Mais on sait par contre que l’équipe des enquêteurs va se renforcer: quatre magistrats fédéraux, deux pour l’enquête et deux pour le suivi des victimes, et un team de policiers et d’experts en criminologie qui va passer de 10 à 30 personnes dans le courant du mois. “Ils ont aussi annoncé qu’ils allaient suivre une nouvelle stratégie, qu’ils n’ont pas voulu détailler bien sûr, mais qui nécessite une plus grosse équipe. Nos clients ont d’ailleurs été réentendus il y a quelques semaines.”

Point négatif de ces deux réunions selon Johan Heymans: l’aide aux victimes n’est pas encore tout à fait au point. “On leur a par exemple expliqué comment ils pouvaient se porter partie civile, alors que la plupart d’entre eux l’ont déjà fait il y a vingt ans”, continue l’avocat gantois. “Je pense que ça a été fait un peu vite, mais on voit que le parquet fédéral veut avancer. Ça leur a surtout permis de détailler la fédéralisation de l’enquête, parce qu’on n’avait reçu que 2 ou 3 lignes dans un courrier jusqu’à présent.”

Rien, par contre, n’a encore été avancé sur d’éventuelles compensations financières que pourraient recevoir les victimes et les avocats. “Le ministre avait annoncé qu’il allait mettre un projet en place, mais pour l’instant, ça n’a pas l’air d’avoir avancé. Je sais que le procureur flamand était déçu que la cellule financière ne soit pas là.”

Bron » La Dernière Heure