Inspectie waarschuwt voor corrupte politieagenten

De politie-inspectie trekt aan de alarmbel: de integriteit van agenten wordt nagenoeg niet gecontroleerd. Dat zet de deur open voor omkoping.

In het grootschalige drugs­onderzoek naar de Antwerpse familie Y. werden in februari een politieman en een pas gepensioneerde collega aangehouden, op verdenking van onder meer passieve omkoping. Veiligheidsdiensten wijzen op toenemende infiltratie in de politie door drugsbendes, die tot honderdduizenden euro’s betalen in ruil voor informatie. ‘De druk op de individuele politieambtenaar stijgt, dat wijst ook internationaal onderzoek uit’, zegt Thierry Gillis, die de Alge­mene Inspectie van de politie leidt. ‘Criminelen beschikken over steeds grotere sommen geld. Sommige politiemensen kunnen die roep niet weerstaan.’

Maar tijdens hun carrière worden leden van de politie niet of nauwelijks gecontroleerd op hun integriteit. Gillis klaagt dat, samen met zijn adjunct Johan De Volder, aan in een uitgebreide nota. Wie in ons land aan de slag wil bij de politie, wordt alleen bij de rekrutering aan integriteitscontroles onderworpen. In onze buurlanden gaan die screenings verder, stelt de studie, die gepubliceerd werd op de website van de inspectiedienst. Onderzoek van De Standaard toonde vorig jaar aan dat ook bepaalde zware criminelen geselecteerd raken.

Albanië en Roemenië controleren meer

Een nog groter probleem volgt daarna, stelt de inspectieleiding. Tussen aanwerving en pensioen ligt momenteel zo’n 45 jaar dienst. ‘De vaststelling moet worden gemaakt dat er tijdens deze (ruime) periode quasi niet preventief gecontroleerd wordt op integriteit’, luidt de strenge conclusie. ‘Er bestaat geen correct beeld inzake integriteit door een gebrek aan controles.’ Daardoor ontstaat een ‘te groot risico, zeker gelet op de actualiteit’, voegt Gillis toe.

Belgische politiemensen worden tijdens hun carrière in slechts twee gevallen gecontroleerd. Zo ondergaat wie toegang heeft tot de meest geheime informatie een screening. ‘Maar die is gericht op het beschermen van informatie, niet op de integriteit van politiemensen’, zegt Gillis. Bovendien heeft naar schatting minder dan een tiende van het politiepersoneel zo’n machtiging nodig.

Een tweede erg beperkt geval vindt plaats wanneer een Kansspelcommissie onderzoek zou doen naar gokkende agenten. Politiemensen worden zelfs niet gescreend op gerechtelijke veroordelingen, waardoor de politie niet altijd op de hoogte is wanneer een medewerker een strafblad heeft.

Dat staat in sterk contrast met de praktijk in andere Europese landen, wijst de studie uit. Zo volgt er in Nederland een grondig onderzoek als de taak van politiemensen verandert, wanneer ze van functie veranderen en na vijf jaar dienst in een functie. Ook in het Verenigd Koninkrijk zijn er geregeld uitgebreide veiligheidscontroles. Zelfs corruptiegevoelige landen als Albanië of Roemenië controleren meer.

Gillis en De Volder wijzen op het ondermijnende effect van corruptie bij de politie, ‘een directe bedreiging voor de democratie’, bij de bevolking en intern. Ze roepen op tot een uniform integriteitsbeleid te komen door de wetgeving aan te passen. In de eerste plaats denken ze aan screenings voor (nieuwe) leidinggevenden en personeel actief op gevoelige plaatsen, zoals de Antwerpse haven. ‘We willen vooral het debat openen’, klinkt het. ‘Het is niet de bedoeling om iedereen permanent te controleren. Uiteraard is slechts een kleine minderheid mogelijk corrupt, maar we zijn bezorgd.’

Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) wilde geen reactie kwijt.

Bron » De Standaard