De fictiereeks ‘1985’ kent de waarheid over de Bende van Nijvel niet, maar komt er dicht bij

Zondag zendt Eén de laatste aflevering van 1985 uit. De reeks brengt een scherp beeld van de ‘loden’ jaren 80, de extreemrechtse paranoia en de terreur van de Bende van Nijvel. Feit of fictie? Het zijn de feiten zoals fictie ze plausibel kan maken.

Op een dik veertig jaar oud filmpje is te zien hoe de extreemrechtse gevangenisdirecteur Jean Bultot zich in de Brusselse nachtclub Le Jonathan vermaakt met prostituees in een met confituur gevuld bad. Het filmpje, ooit te zien op Youtube, duikt op in de fictiereeks 1985 over de Bende van Nijvel, waarvan Eén zondag de finale uitzendt. Getuigden zulke feestjes niet van veel finesse, naar verluidt deden politici, magistraten, zakenlui, rijkswachtofficieren en patsers allerlei er graag aan mee.

De fuiven creëerden een sfeer waar de ­makers van 1985 gretig gebruik van maken. Tussen drank en seks door waren daar ‘hooggeplaatsten’ aan het smoezen, en vast niet ­alleen over confituur. Of er ontstonden ­kansen om deze of gene te chanteren. En er stelt zich ook een logistieke vraag: waar haal je al die confituur vandaan? 1985 brengt het antwoord: rijkswachters gingen die ­opvorderen in hun eigen mess.

Zulke details maken het ook dramatisch sterk geschreven en geacteerde 1985 realistisch en geloofwaardig. Ze sterken vooral de these van de serie. En die is niet min. Kort ­samengevat: de Bende van Nijvel was een ­extreemrechtse machinatie die angst wilde creëren bij de bevolking om haar met die ‘strategie van de spanning’ rijp te maken voor een autoritaire machtswissel.

Pretentieuze versie

In 1985 belandt niet Bultot, maar ‘de minister van Landsverdediging’ in de confituur. Zijn naam wordt niet genoemd, maar de allusie is helder: Paul Vanden Boeynants, ­Brussels christendemocraat (PSC), die toen overigens al minister van Defensie af was. Deze populist avant la lettre stond voor een ­gespierde staat. Als spil van een reactionaire fractie in de PSC teerde hij op anticommunistische paranoia. Die kenmerkt ook een privémilitie als Westland New Post (WNP) in de periferie van de PSC. En ze bracht ‘VdB’ ertoe om, nog als minister, de paramilitaire ­inlichtingendienst Public Information ­Office (PIO) op te richten.

Als Defensieminister had hij mee de politieke voogdij over de rijkswacht, een op militaire leest geschoeide nationale politie. Die is volgens 1985 het operationele centrum van het extreemrechtse complot dat de ­Bende van Nijvel aanstuurde, meer bepaald de elite-eenheid Diane, nu het Directoraat Special Units (DSU). Zo kan de fictiereeks die 1985 is een meesterbrein vinden in een VdB-achtige figuur, in een wat pretentieuzere versie van het origineel.

Was Vanden Boeynants die spilfiguur? Vast niet – het complot was breed vertakt en niet zo strak georganiseerd. Dat verklaart de klungeligheid (met wapens verstopt in een pot ingevroren spaghetti bolognese) of de banaliteit van reële motieven, zoals bij de moord op een vermeende spion in de ­Herdersliedstraat, ‘toevallig’ ook de ex van de vrouw van een complotteur.

VdB botste wel met justitie, maar dan, ­aldus de rechter, als ‘verstokte en onver­beterlijke’ fiscale fraudeur. Toen kon hij zijn ambitie om burgemeester van Brussel te worden, voorgoed opbergen. En wat de ­confituur betreft, alleen al de gedachte dat hij zich met zulke decadente onnozelheden zou hebben ingelaten, vond hij beledigend.

Rivaliteiten alom

In en om de Bende kon moeilijk sprake zijn van een strakke organisatie, omdat in die ­jaren tussen alle betrokkenen ook grote rivaliteiten heersten. Zoals tussen de ministers en topambtenaren van Defensie, Binnenlandse Zaken en Justitie. Tussen de rijkswacht en de politie. Tussen de Staatsveiligheid en militaire inlichtingendiensten. ­Tussen privémilities als WNP en de Staatsveiligheid, die ze ervan verdacht dat ze door de KGB waren geïnfiltreerd. Waartussen nog opgeblazen ego’s van politici, speurders of magistraten met elkaar botsten, om de eer, uit ijdelheid of koppigheid.

Ondanks die rivaliteiten valt wel een constante op, die ook een onderstroom in 1985 is. Al die weldenkenden die het land dringend van het communisme wilden redden, voerden een oorlog tegen een binnenlandse vijand: vakbonden, studenten, linkse politici, de vredesbeweging. Al in 1973 kon Vanden Boeynants de scholieren niet ernstig ­nemen die betoogden tegen zijn plan om de dienstplicht te verstrakken. Dat protest, zei hij, was gemanipuleerd door ‘agitatoren’.

In de vroege jaren 80 bestond een acute aanleiding voor dat reactionaire wantrouwen in het maatschappelijke protest, dat overigens deels voortvloeide uit de brede vernieuwingsdrang die met mei 68 was ­begonnen. De verkiezing van de Amerikaanse president Ronald Reagan in 1980 draaide de Koude Oorlog flink wat graden hoger. Die wending was al concreet geworden in het ­Navo-dubbelbesluit, dat de Belgische politiek zonder meer accepteerde. Gebeurde dat ‘en stoemelings’ of omdat ‘men’ vond dat de democratie er geen zaken mee had? Zo ontstond de zogeheten rakettencrisis, over de plaatsing van Amerikaanse tactische nucleaire wapens in Europa, ook op de luchtmachtbasis van Florennes.

Dat systemische wantrouwen creëerde mee de sfeer van de ‘loden’ jaren 80, net als een gebrek aan transparantie. Het opende ook mogelijkheden voor de machinatie met de Bende. Die verschijnt minder als een strak complot dan als een samenloop van parallelle extreemrechtse, politieke, militaire en ­zeker ook kapitalistische ambities. 1985 kan plausibel maken hoe die convergentie tal van elementen samenbracht.

Verblinde links-radicalen

De lijst is lang: verbitterde ex-rijkswachters die naar de criminaliteit overstappen, de shootingclubs, waar wapengekken zich uit­leven, of de Groep G waarin rijkswachters en leden van privémilities elkaar vinden. Het is inderdaad denkbaar dat vanuit die milieus ook ideologisch verblinde links-radicalen zijn gemanipuleerd bij de bomaanslagen van de Cellules Communistes Combattantes (CCC). Ziedaar de binnenlandse vijand. Een Leuvense professor beschreef hoe de CCC extreemrechts diende: eens de CCC een aanslag had aangekondigd, in dit geval op een bank, kon de politie alleen wachten tot de bom ontplofte en de omstaanders op een afstand houden. Een sterker bewijs voor de onmacht van de staat was niet nodig.

1985 haalt er terecht ook Gladio bij, dat door de Navo werd opgezet om bij een Sovjetinvasie van West-Europa het clandestiene verzet te organiseren en waarvoor geheime wapendepots werden aangelegd. Hoorde Gladio in België bij de militaire veiligheidsdienst (als SDRA-8), ook de chef van de (civiele) Staatsveiligheid, Albert Raes, was erin ­actief, net als de rechtse liberaal (ooit nog ­Senaatsvoorzitter) Armand De Decker.

De Bende van Nijvel paste ongetwijfeld in een breder politiek opzet – zoals er zeker ook (ex-)rijkswachters bij betrokken waren. De intentie, het personeel, de kennis en de middelen waren beschikbaar. Dat het onderzoek ernaar zichtbaar is gesaboteerd en vergiftigd met bewust uitgezette dwaalsporen, geeft dat al aan. Al moet incompetentie niet altijd met moedwil worden verwaard. Zo is het ook denkbaar dat de raids op Delhaizewinkels de politieke uitloper waren van een aanvankelijk louter crimineel opzet: afpersing, al dan niet met Amerikaanse Delhaizevestigingen als inzet.

In de moorden van de Bende tonen zich ook de contouren van andere convergenties: criminele informanten die de rijkswacht gaan manipuleren, politiediensten die over weinig onderzoekstechnieken beschikken, zowel wettelijk als logistiek, dan maar op ­eigen houtje wat gaan bricoleren met illegale middelen en methodes, bewijsmateriaal ‘planten’ of doen verdwijnen.

Dutroux

Zo ontstonden schemerzones en raakten speurders gecompromitteerd. En was het niet daardoor, dan door pure corruptie of een drang naar snel geld. Zeer actief porden politieke verantwoordelijken de zaak ook niet aan. Achteraf lieten meerdere politici verstaan dat het oprollen van de Bende wel een prioriteit was, maar dat de schrik er bij hen pas inzat eens de CCC opdook en zij zich ook persoonlijk bedreigd voelden als zo’n symbolisch doelwit waar de CCC op mikte.

Omdat justitie en politie het raadsel van de Bende van Nijvel nooit konden oplossen, bleef de zaak een collectief trauma. Tien jaar later ging de wonde weer etteren, toen in de marge van de zaak-Dutroux en de zogeheten X-dossiers weer geruchten opdoken over seksschandalen zoals die rond de Bende circuleerden. Overigens volgde pas toen een lang uitgestelde politiehervorming.

Dat de waarheid over de Bende nog altijd niet bekend is, kan, aldus de makers van 1985, een rechtsstaat zich niet ‘veroorloven’. Van gerechtigheid is nog altijd geen sprake, daders zijn nooit ter verantwoording geroepen. De serie moet dan ook haar eigen waarheid verzinnen. Is het grote complot in 1985 er wellicht te veel aan, deze expliciet geëngageerde fictie moet het stellen met hypothesen die niet juridisch gestaafd maar wel plausibel zijn. Dat is waarvoor fictie kan ­dienen. Daar is deze serie, met haar dramatische kracht en nauwkeurige documentatie, uitstekend in geslaagd.

Bron » De Standaard | Marc Reynebeau

Aflevering 7 van “1985”: extreemlinks geweld wordt aangevuld met Bendegeweld, het land davert op zijn grondvesten

Het lijkt wel of de Bende in 1983 in winterslaap ging om medio 1985 brutaal te ontwaken. Wat de Bende bezield heeft om tussen 83 en 85 in elk geval publiekelijk niets meer te ondernemen, is nooit opgehelderd. Maar dat ze in die tussentijd hun agressiviteit niet afgeleerd hebben, wordt helaas wel duidelijk. In 1985 duikt de Bende weer op. En zij niet alleen.

Walibi – Waver, 15 augustus 1985

15 augustus: die toeristische topdag gaat geldkoerier Willy Pans met de dagopbrengst van het pretpark Walibi naar de bank. Ver geraakt hij niet. Drie onbekenden wachten hem onderweg op. De man wordt “professioneel” geliquideerd met schoten in het hoofd, van dichtbij afgevuurd met een 9 mm pistool Heckler & Koch.

De speurtocht naar het wapen leidt de rechercheurs naar Luxemburg, waar blijkt dat een zekere Van Vliet het gekocht heeft. Van Vliet is een pseudoniem dat eerder al gebruikt werd door Madani Bouhouche om onder andere garageboxen te huren. Maar hij heeft een alibi. Hij zou die dag zijn gaan diepzeeduiken.

Deze feiten doen denken aan de overval op geldkoerier Francis Zwarts (zie aflevering 1). Het lijkt erop dat ook deze overval enkel uitgevoerd is voor het financiële gewin. De activiteiten van de Bende kosten natuurlijk geld. Denk aan het huren van garages, aankopen van wapens en betalen van uitvoerders.

In kringen van speurders wordt aangenomen dat deze roofmoord tot doel had de Bendeactiviteiten te financieren. Het blijft de vraag hoe het duo Bouhouche-Beijer naar schatting in totaal zo’n 1 miljoen frank (25.000 euro) uitgaf, gespreid over acht jaar, voor de huur van boxen en flats alleen.

Litton – Evere, 2 oktober 1984

In de aflevering van vanavond worden archiefbeelden getoond van de aanslag van de CCC op het Amerikaanse elektronicabedrijf Litton Business International in Evere. Dat bedrijf produceerde besturingssystemen van NAVO-kruisraketten. Om die reden werd het door de CCC geviseerd.

CCC staat voor Cellules Communistes Combattantes. Het is een extreemlinkse terreurorganisatie die in ons land in 1984 en 1985 zo’n 25 aanslagen zal uitvoeren. In principe kondigden ze hun aanslagen aan, maar dat liep fout op 1 mei 1985. Bij een aanslag op het kantoor van de werkgeversorganisatie VBO zullen die dag twee brandweerlieden om het leven komen.

Op 16 december 1985 worden vier leden van de CCC opgepakt in een fastfoodrestaurant in Namen. Een van hen is het enige vrouwelijke lid, Pascale Vandegeerde (in de reeks wordt die rol vertolkt door de vriendin van Vicky Verhellen). Pascale Vandegeerde wordt samen met de drie andere CCC’ers veroordeeld (in het najaar van 1988) tot levenslange dwangarbeid. Ze overleed onlangs.

Het verband tussen de CCC en de Bende is opnieuw voorwerp van hypotheses. Sommige waarnemers vinden het minstens vreemd te noemen dat de CCC actief werd in de periode dat de Bende stillag. Moest het extreemrechtse geweld (Bende) dan aangevuld worden door extreemlinks geweld (CCC), waardoor de strategie van de spanning ten top gedreven werd? En was het extreemlinkse geweld niet precies het bewijs dat het “rode gevaar” wel heel erg acuut was?

Nog een stap verder in die hypothese is de suggestie, zoals ook gedaan in de reeks, dat de CCC een creatie is van de Belgische Staatsveiligheid. Maar, het kan niet voldoende herhaald worden: dit zijn allemaal zuivere hypotheses. Er is geen enkel concreet bewijs voor. Al levert het natuurlijk wel voer op voor spannende scenario’s. In de Belgische realiteit van 1985 leverde het geweld echter vooral veel angstgevoelens op bij de bevolking, of het nu van links of van rechts kwam.

Maskers

Een aantal overvallen van de Bende werden uitgevoerd door mannen die een bivakmuts of een rubberen carnavalsmasker droegen. Daarop zijn niet echt vrolijke gezichten te zien, wel de angstaanjagende uitdrukking van bijvoorbeeld een oude verrimpelde man.

In één geval is er sprake van een masker met de beeltenis van de Franse ex-president Jacques Chirac. Ook dat is weer voorwerp van allerlei speculaties, al kan het natuurlijk ook zo eenvoudig zijn dat sommige maskers op dat moment gewoon in de aanbieding waren.

In de reeks wordt ook het personage Patrick opgevoerd. Het is moeilijk om aan te nemen dat de scenarist hier niet Patrick Haemers mee bedoelt, destijds een notoir figuur in de Brusselse onderwereld. De bende van Patrick Haemers pleegde tal van bloedige overvallen en ontvoerde later ook ex-premier Paul Vanden Boeynants, de politicus die al herhaaldelijk ten tonele werd gevoerd meer bepaald in de rol van corrupt en extreemrechts zakenman/politicus.

Interessant in dit verband is een vondst in het kader van het onderzoek-Haemers. Eind jaren 80 vindt men in een garagebox in Ukkel – die door de bende Haemers gebruikt werd als opslagplaats – een aantal gelijkaardige maskers. Daarop staat de afbeelding van mensen als de Franse ex-president Giscard d’Estaing, de Franse communistische leider Marchais, maar ook de kunstenaar Salvador Dalí. De makers van de succesvolle Netflixreeks Casa del Papel waren dus blijkbaar niet de eersten die Dalí’s masker gebruikten.

Abortus

Een wat aparte verhaallijn in “1985” is de relatie tussen rijkswachter Marc De Vuyst en de idealistische studente rechten Vicky Verhellen, die inmiddels advocaat-stagiair geworden is. Vicky Verhellen geraakt zwanger en overweegt een abortus. Die overweging was naast andere principes ook om legale redenen niet evident.

In de jaren 80 was abortus immers nog een misdrijf, en in die periode werden verschillende abortusprocessen gevoerd. Artsen, verplegend personeel en patiënten werden wegens de uitvoering van vrijwillige zwangerschapsafbreking voor het gerecht gedaagd en veroordeeld. Op opzettelijke vruchtafdrijving stonden straffen tot twintig jaar cel of vijftien jaar dwangarbeid.

Pas in 1990 volgde er in België een wetswijziging die abortus (gedeeltelijk) uit het strafrecht haalde.

Delhaize Eigenbrakel + Overijse, 27 september 1985

De tweede, gewelddadige golf van Bende-feiten start met een dubbelslag. Alsof de bende zich dubbel moet bewijzen. Op 27 september 1985 worden kort na elkaar de Delhaizes van Eigenbrakel en Overijse overvallen.

De scene is hartverscheurend. Een kind speelt op de parking wanneer, iets na 8 uur ’s avonds, drie gewapende mannen en getooid in lange jassen, de parking van de Delhaize betreden. Het kind wordt vastgegrepen en onder schot gehouden. Zo lopen ze samen naar het grootwarenhuis.

Een klant, Ghislain Platane, wordt aan de ingang onmiddellijk neergeschoten. De daders gaan met het kind als gijzelaar naar binnen. Klanten, opgeschrikt door de geweerschoten, proberen zich tussen de rekken te verbergen.

Een andere klant, Roger Engelbienne, biedt zichzelf aan om hem als gijzelaar te nemen en het kind te laten gaan. Hij wordt koelbloedig neergeschoten. Terwijl twee daders het geld uit de kassa’s eisen, blijft een derde op de uitkijk staan.

De zaakvoerder wordt verplicht de brandkoffer te openen. Dat lukt niet. De telefoondraden worden losgetrokken, er wordt op de meubels geschoten en op zich verstoppende klanten in het grootwarenhuis. De paniek is totaal.

De daders verlaten samen met het kind als gijzelaar de winkel. Op de parking schieten ze herhaaldelijk op een bestelwagen. Daarin zit Bozidar Djuroski die wacht op zijn winkelende echtgenote en dochter. De man is op slag dood.

De daders stappen in hun VW Golf GTI. Hun buit: 776.000 fr. (19.236 euro). Om iets na acht uur ’s avonds rijden ze weg, de taalgrens over, om te arriveren in Overijse. Het grensdetail is niet onbelangrijk, want Eigenbrakel en Overijse liggen in een andere communicatiezone van de politiediensten. Veel kostbare tijd gaat op deze manier verloren.

Het is 20.35 uur. Opnieuw parkeert dezelfde Golf GTI zich. De drie mannen stappen uit het voertuig. Een vergelijkbare modus operandus voltrekt zich.

Drie kinderen spelen met hun fiets op de parking. Twee jongens rijden weg. De derde jongen, Stefaan Noté (14) stapt van zijn fiets. Hij wordt koelbloedig neergeschoten met een riotgun.

Men neemt ook opnieuw een gijzelaar, Luc Bennekens (31), als menselijk schild. Bennekens was affiches aan het plakken voor de verkiezingscampagne van zijn vader, CVP-gemeenteraadslid in Overijse. De overvallers stappen het grootwarenhuis binnen en bevelen de klanten om op de grond te gaan liggen. Kassiersters worden gesommeerd het geld af te geven. Om hun woorden dodelijke kracht bij te zetten wordt een van hen, Rosa van Kildonck (37), met een schot door het hoofd afgeknald. Jean-Pierre Busiau, een klant, ondergaat hetzelfde lot.

Ook de zaakvoerder wordt in zijn kantoortje opgezocht en opnieuw slaagt men er niet in de kluis te openen. De overvaller neemt dan maar de minikoffer met het kleingeld mee.

Samen met de gegijzelde persoon verlaten ze de winkel. Op de parking wordt er nog geschoten op een auto met een wachtende inzittende, maar deze chauffeur slaagt erin zijn voertuig te verlaten en te ontsnappen aan de daders.

De doden zijn nog niet allemaal geteld. Op de parking vindt de rijkswacht nog het lichaam van de gegijzelde Luc Bennekens.

Wie ook niet aan de dood ontsnapt, is Leon Finné. Finné was de bankier én tipgever van de rijkswacht, het personage dat in aflevering 5 in de verf gezet werd. Uit het onderzoek blijkt dat eerst twee schoten in zijn richting werden afgevuurd. Dan kwam de moordenaar dichterbij, draaide het lichaam om en vuurde nog eens negen kogels af. Alsof dood niet dood genoeg kan zijn.

Het voedt de hypothese dat sommige slachtoffers van de Bende niet zonder meer toevallige slachtoffers zijn, maar bewust uitgekozen doelwitten. En zo voedt het verhaal van de Bende tegelijk zichzelf tot een dossier van inmiddels enkele honderdduizenden pagina’s en een bibliotheek vol met Bendeboeken. Tel nu daarbij ook nog “1985”.

Bron » VRT Nieuws

Brein van de bende-Haemers is achttien jaar vrij: ‘Mensen hebben het recht om te denken dat ik geen goeie persoon ben’

Philippe Lacroix (62), het brein van de bende-Haemers, is achttien jaar vrij. Tegenwoordig is hij leraar en kijkt hij op zondagavond net zoals velen van ons naar de serie 1985. ‘Mijn parcours toont dat alles mogelijk is.’

De spoeling van zwaar gestraften die in de cel besluiten om hun diploma te halen en zich na hun vrijlating in te zetten in de maatschappij, blijft dun. Zeker als dat diploma ook nog eens een universitair diploma is. Philippe Lacroix kreeg op 20 januari 1994 de doodstraf voor een resem gewelddadige overvallen, voor de ontvoering van oud-premier Paul Vanden Boeynants en voor de moord op Ronny Croes, de geldkoerier die stierf bij de overval in Groot-Bijgaarden op 31 januari 1989. Bijna veertien jaar zat hij in de cel.

Vandaag is hij achttien jaar vrij, afgestudeerd als germanist en leerkracht van beroep. Hij geeft Engelse en Nederlandse les aan volwassenen. Zijn studenten mogen zijn verleden kennen – als ze zijn naam zouden googelen, weten ze genoeg – maar hij zal het hen nooit spontaan uit de doeken doen. ‘Dit jaar weet minstens één hele klas het, daar ben ik zeker van, want een van de studenten kwam naar mij toe en vroeg: “Er doen geruchten over u de ronde, is alles wat gezegd wordt waar of niet?” Ik heb geantwoord dat het waarschijnlijk wel waar is, maar dat het me niet deert’, vertelt Lacroix in de laatste aflevering van de podcastreeks Lacroix. Ik was gangster.

Tieners

Lacroix heeft nog twee jonge kinderen: een dochter van vijftien en een zoon van bijna twaalf. Ook zij kennen zijn strafblad. ‘Mijn kinderen kennen mijn verleden, maar niet in detail. Hun moeder is psychologe (hij leerde haar kennen in de gevangenis, red.), en zij vond dat de kinderen het onmiddellijk moesten weten. Dat klopt, want je weet nooit dat de ouders van hun vriendjes mijn naam kennen en een negatief beeld hebben van mij, en dat dat op die manier bij mijn kinderen terechtkomt.’

‘De mensen kunnen denken wat ze willen,’ vervolgt Lacroix, ‘daar heb ik geen problemen mee. Ze hebben het recht om te denken dat ik geen goeie persoon ben. Het laat me niet koud, maar dat duurt nooit lang.’

Geheimen heeft hij niet, zegt hij. Hij geeft wel nooit details. ‘Ik zeg bijvoorbeeld nooit dat ik VDB ontvoerd heb. Meestal zeg ik: “Ik was gangster tussen mijn twintigste en mijn dertigste, ik ben gestraft en heb een vijftiental jaren in de gevangenis gezeten en nu ben ik 62. Nog steeds dezelfde persoon, maar met andere ideeën en een ander leven.’

Voorbeeld

Als hij tijd heeft tussen zijn drukke bezigheden door, gaat hij wel eens praten voor een groep jonge mensen. Zo gaat hij binnenkort naar een school in Namen. Doel? De jongeren inspireren met zijn uitzonderlijke parcours. ‘Alles is altijd mogelijk’, is zijn boodschap. ‘Niet alleen voor gedetineerden, maar voor iedereen die in de put zit en denkt dat hij er nooit uit zal geraken. Dat is maar één fase in het leven.’ En ook voor leerkrachten kan zijn boodschap dienen: ‘Soms heb je leerlingen van wie je denkt dat ze verloren zijn, maar dat is niet zo. Ik was verloren op school toen ik 14 was, ik ben weer beginnen studeren toen ik 34 was en ik ben afgestudeerd toen ik 47 was.’

Het vereist wel een zekere wilskracht, besluit Lacroix. ‘Je moet jezelf in vraag durven te stellen. Dat is hard. Maar als je dat doet, is alles mogelijk. Of misschien niet alles, maar toch heel veel.’

Bron » De Standaard