Rond elk Bende-slachtoffer was er ooit een theorie, ook rond de in 1985 vermoorde Ghislain Platane: ‘Zijn grote mond werd mijn vader fataal’

Volgende week worden de nabestaanden van de slachtoffers van de Bende van Nijvel bij het parket verwacht, waar ze allicht te horen krijgen dat het onderzoek wordt afgerond. Ook Ghislain Platane werd op 27 september 1985 vermoord door de Bende. Hij was een nummer tussen 28 andere, tot zijn zoon vijftien jaar geleden aan een zoektocht begon.

Het eerste beeld dat Jan Rosseel van zijn biologische vader had was een foto uit een krant uit 1985. Een plas bloed op de gele tegelvloer van de Delhaize in het Waals-Brabantse Eigenbrakel. Naast het bloed ligt een deken, en daaronder een lichaam. “Ik heb mijn vader nooit gekend”, zegt hij. “Mijn ouders waren niet meer samen.”

De niet ouder dan 39 geworden Ghislain Platane was op 27 september 1985 het veertiende dodelijke slachtoffer van de Bende van Nijvel. Er zouden nog veertien doden volgen, zes diezelfde avond nog.

Belgische herfst

Nabestaanden die zich in de loop der jaren burgerlijke partij stelden worden vrijdag verwacht op een bijeenkomst met onderzoeksrechter Martine Michel. De verwachting is dat zij zal aankondigen dat ze haar eindrapport heeft ingediend bij het federaal parket. Na 42 jaar zou zo een einde komen aan het actieve speuren naar de bende.

Jan Rosseel werd niet uitgenodigd en maalt daar niet om. “Ik werd de voorbije jaren een paar keer benaderd door advocaten”, zegt hij. “Die stelden voor om me burgerlijke partij te stellen. Ik heb dat niet gedaan. Ik heb het er lastig mee om me te identificeren als slachtoffer of nabestaande. Ik ben me pas op later leeftijd in mijn verleden gaan verdiepen omdat ik wou weten waar mijn wortels lagen.”

De in Nederland wonende kunstfotograaf zegt als tiener altijd te hebben voorvoeld dat de afwezigheid van zijn vader op de een of andere manier verband moest houden met de Bende van Nijvel. Door de lange en pijnlijke stiltes aan tafel bij elk nieuwsbericht.

“Met mijn moeder kwam het niet ter sprake”, zegt hij. “Ik ben zo’n vijftien jaar geleden beginnen zoeken, en kwam uit bij de zus van mijn vader, in het Waalse Dour. Volgens haar was mijn vader iemand van twaalf stielen en dertien ongelukken. Hij deed graag houtbewerking. Bezig zijn met zijn handen.”

Jan Rosseel studeerde in 2013 af aan de Koninklijke Academie in Den Haag met een tentoonstelling en een boek, met de focus op het rommelig verlopen onderzoek. Hij is dan ook niet rouwig om de stopzetting. “Het is een amalgaam van al dan niet betrouwbare bronnen”, zegt hij. “De titel van mijn boek was niet voor niets Belgische herfst, een geconfabuleerde geschiedenis. Het werd een voedingsbodem voor allerlei complottheorieën.”

‘Toevallig’

De meeste slachtoffers van de bende vielen bij gewapende overvallen op grootwarenhuizen. Over een aantal onder hen is er al jaren discussie over hoe toevallig zij op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren.

Bij de overval op de Colruyt in Nijvel, 17 september 1983, werden zakenman Jacques Fourez (49) en zijn maîtresse Elise Dewit (49) vermoord. Zij was de secretaresse van de Brusselse schepen Fernand Lefere, in die tijd de rechterhand van oud-premier Paul Vanden Boeynants. In politierapporten werden zij destijds in verband gebracht met chantagepogingen van zakenlui. Idem voor slachtoffers Jacques Van Camp en bankier Léon Finné.

Pot mosterd

Ghislain Platane was tot zijn dood ambtenaar en kluste ’s avonds wel eens bij als ober in een Italiaans restaurant, pal tegenover de getroffen Delhaize. De drie daders parkeerden die avond hun Golf GTI voor het restaurant. Een van hen greep een jongen van 12 bij de haren en sleurde hem als gijzelaar mee het warenhuis binnen.

In 2016 postte iemand op een van de vele internetfora rond de bende: “De brave meneer Platane ging op verzoek van zijn baas een pot mosterd kopen bij Delhaize terwijl er nog vijf in de ijskast stonden.”

De restaurantuitbater, zo valt te lezen op een forum, zou eind jaren zeventig deel hebben uitgemaakt van de bande des sudistes, een groep Waals-Brabantse rijkeluiszoontjes die voor de kick op geweld uit waren. Bij die bende zat ook rallyrijder Alain Vincx. Kort voor zijn dood noemde de Nijvelse procureur Jean Deprêtre hem als een van de mensen van wie hij zeker was dat die actief waren geweest bij de bende.

Vincx kwam in beeld na de aanslag op de Colruyt in 1983. Tijdens een achtervolging door de politie haalde de chauffeur van de bende stuurbewegingen uit waar slechts een select aantal rallyrijders toe in staat mocht worden geacht. De Saab 900 turbo, waarmee die dollemansrit werd uitgevoerd, werd na de overval teruggevonden vlak bij het restaurant, en dus ook vlak bij de woning van Platane. Die ‘zou’ volgens de complottheorieën dan als vervelende getuige door zijn baas de dood zijn ingejaagd.

Van Vincx, die in 1987 overleed, werd eind 2020, het lichaam opgegraven voor een DNA-vergelijking. Het resultaat was negatief.

Jan Rosseel zegt geïntrigeerd te zijn door mensen die zomaar dingen posten over zijn vader: “Het lijken mij mensen te zijn met iets te veel tijd. Volgens wat ik meekreeg was mijn vader die avond niet aan het werk in het restaurant. Hij deed nog wat boodschappen en volgens wat een aanwezige hulpverlener vertelde stond bij hem thuis zijn tv nog aan. Wat ik verder nog hoorde, is dat hij aan de kassa stond en die dader zag met het gegijzelde kind. En iets riep als: ‘Lafaard.’ Mijn vader had een grote mond en wellicht is hem dat fataal geworden.”

Bron » De Morgen