Veertig jaar geleden werd de gevel van een Antwerps filiaal van de Bank of America verwoest door een bomaanslag van de CCC. In zijn nieuwe boek Bloedrood reconstrueert oud-journalist Paul Ponsaers de geschiedenis van extreemlinkse terreur in België. De aanslag is maar een voetnoot in het boek, maar de ‘vergeten’ Antwerpse bom was wel de krachtigste die tot dan gebruikt werd.
Antwerpen, 4 december 1985. Kort voor de middag glipt een jongeman met een pet het kantoor van de Bank of America aan de Van Eycklei binnen. Hij legt een stapel pamfletten voor de neus van een onthaalmedewerker. “Opgepast, verlaat onmiddellijk dit gebouw! De vernieling zal dertig minuten na onze interventie plaatsvinden”, staat in grote letters geschreven.
De man maakt zijn aktetas vast aan een radiator en rent naar buiten. 22 minuten later, om 11.37 uur, blaast een luide explosie de voorgevel van de bank weg. De Van Eycklei glinstert van het gebroken glas. De brokstukken vliegen zelfs tot in het Stadspark. Er vallen geen doden of gewonden. De evacuatie kwam net op tijd.
De Scheldestad komt er met wat materiële schade vanaf. “Antwerpen werd woensdagvoormiddag doelwit 27 van de CCC. De terreurgroep gebruikte de zwaarste bom die ooit binnen of buiten een bankgebouw werd neergezet”, schrijft Gazet van Antwerpen een dag later op de voorpagina.
Twee dagen later blazen dezelfde jongens een betonnen kraankamer van een Navo-pijplijn in Wortegem-Petegem op. Nog eens tien dagen later, op 16 december, arresteert de gerechtelijke politie vier verdachten in een Quick-restaurant in Namen. Het zijn de kernleden van de Cellules Communistes Combattantes, de extreemlinkse terreurgroep die het land al meer dan een jaar in rep en roer zet.
29 aanslagen
Op het moment van de aanslag kent iedereen ondertussen de werkwijze van de CCC: eerst een waarschuwing via pamfletten, kort daarna een explosie. De schade is telkens groot, maar dodelijke slachtoffers zijn er meestal niet. Alleen op 1 mei 1985, de Dag van de Arbeid, loopt het mis. Twee brandweermannen komen om bij een aanslag in Brussel. Zij hadden het waarschuwingsbericht niet gezien.
Veertig jaar later is die tragedie de aanleiding voor een boek van oud-journalist en criminoloog Paul Ponsaers. In Bloedrood frist hij de geschiedenis van de CCC nog eens op, inclusief de ‘vergeten aanslag’ in Antwerpen. “De CCC heeft tussen 1984 en 1985 zo’n 29 aanslagen gepleegd”, zegt Ponsaers. “Dat liep van kleinere incidenten, zoals een molotovcocktail, tot de grote bomaanslagen die in het collectieve geheugen zijn blijven hangen. De terreurgroep nam vooral banken, zetels van multinationals en militaire infrastructuur in het vizier. Ik heb zelf de aanslag in Leuven meegemaakt (aanslag op de zetel van de Kredietbank op 5 november 1985, red.). Er vielen gelukkig geen doden. De luide knal deed nochtans iets anders vermoeden.”
In totaal geraakten 28 mensen gewond bij aanslagen van de CCC. Ponsaers onthult in zijn boek ook dat de CCC’ers na hun vrijlating nog steeds betrokken zijn bij communistische acties.
Bron » Gazet van Antwerpen