Over de Bende van Nijvel: ‘Er zijn zeker méér doden gevallen, maar met andere wapens’

In zijn nieuwe boek Bouhouche, Beijer, Beuckels en de anderen onthult onderzoeksjournalist Guy Bouten de naam van de ‘killer’ van de Bende van Nijvel.

De Bruggeling Roger Beuckels was het ‘bloeddorstig monster’ van de Bende van Nijvel, die in de jaren tachtig een reeks bloedige overvallen pleegde op Delhaizewinkels. De hele groep stond onder de logistieke leiding van ex-rijkswachter Madani Bouhouche. Beiden zijn overleden en gecremeerd – al zijn er aanwijzingen dat Bouhouche wel nog in leven zou kunnen zijn.

Die krasse beweringen staan in het nieuwe boek van journalist Guy Bouten: Bouhouche, Beijer, Beuckels en de anderen – De Bende van Nijvel, de CIA en de Staatsveiligheid (Uitgeverij KRITAK).

Die ‘anderen’ zijn heel talrijk. Ruim 230 namen passeren de revue in het boek. Slachtoffers, speurders, magistraten, toppolitici, journalisten, hoge ambtenaren, figuren uit (buitenlandse) geheime diensten. En uiteraard een massa criminelen van allerlei allooi, van ordinaire sjoemelaars en dieven tot koele moordmachines. Opvallend is dat Bouten de hand kon leggen op een aantal teksten (‘memoires’) die Bouhouche schreef en tot vandaag nergens gepubliceerd werden. Bouhouche pende ze tijdens zijn proces voor het hof van assisen, waar hij terechtstond en werd veroordeeld voor de moorden op wapenhandelaar Juan Mendez, geldkoerier Francis Zwarts en een Libanese diamantair.

Guy Bouten: ‘Dit vierde boek is het resultaat van vijftien jaar intensief speurwerk. Ik heb zowat de wereld rondgereisd om mensen te spreken en documenten en bewijsstukken op te sporen. Een groot deel is een minutieuze reconstructie van de feiten. Nieuw is dat Bouhouche toegeeft dat hij deel uitmaakte van een ‘gestructureerde organisatie’ en dat hij werkte voor de Staatsveiligheid. De geheime dienst zelf heeft dat altijd ontkend, maar de bewijzen en aanwijzingen en getuigenissen zijn zo duidelijk dat het niet meer te ontkennen valt. Ik toon ook nog eens aan dat het hele Bende-onderzoek van bij de start gemanipuleerd is en vol bewust aangelegde dwaalsporen zat. Maar dat laatste is uiteraard niet nieuw.’

De naam Roger Beuckels is dat wel: volgens u was hij de meedogenloze killer – niet te verwarren met ‘de reus’ – van de bende.

Guy Bouten: Daar ben ik honderd procent zeker van. Alle elementen wijzen in zijn richting. Er is helaas geen DNA, want hij is gecremeerd begin jaren negentig. Maar er zijn verschillende getuigen, die ik niet altijd bij naam kan noemen. Een paar robotfoto’s lijken sprekend op hem, en die zijn gemaakt door mensen die de overvallers echt gezien hebben, zonder maskers of camouflage.

Als je zijn verleden uitpluist, zie je dat hij overal aanwezig is. Hij beantwoordt aan alle kenmerken. Hij heeft een doorgedreven militaire opleiding gehad en had de nodige connecties met Bouhouche. Hij had als huurling gevochten in Afrika. Hij voerde geheime opdrachten uit in Libië, Zuid-Afrika, Angola. Hij was alcoholicus en kettingroker en zat constant in geldnood. Hij is gestorven aan longkanker. Er zijn zeer veel aanwijzingen dat hij geheime opslagplaatsen leegmaakte toen men ze op het spoor dreigde te komen. Er zijn massa’s nieuwe elementen. Brieven die hij vanuit Congo schreef, zijn huiveringwekkend bloedig. Hij ging er prat op meer mensen te hebben gedood dan er op het kerkhof in Assebroek bij Brugge lagen. Hij had ook in de psychiatrie gezeten. Volgens mij was hij een psychopaat.

Hoe komt het dat de onderzoekers nooit op die naam zijn gestoten?

Bouten: Goede vraag. Ze hebben na zijn dood wel ooit mensen uit zijn entourage en familie ondervraagd omdat hij ook contacten had met de extreemrechtse organisatie WNP (Westland New Post), maar daar bestaan blijkbaar geen pv’s van. Ook zijn eigen zware gerechtelijk dossier is verdwenen.

Terug naar Madani Bouhouche. Hij was volgens u de logistieke spin in het web.

Bouten: Hij zorgde voor de logistiek en ex-rijkswachter Bob Beijer voor het personeel. Overigens blijkt uit zijn ‘memoires’ ook dat er nog andere moorden door de Bende zijn gepleegd, onder meer in Walibi, die nooit bij het Bendedossier zijn gevoegd. Er zijn zeker meer doden gevallen, maar met andere wapens, dan de 28 slachtoffers waar altijd naar wordt verwezen.

Bouhouche werkte voor de Staatsveiligheid?

Bouten: Ja, dat staat vast. Er zijn genoeg getuigenissen over contacten met de toenmalige baas Albert Raes en zijn infiltrant Christian Smets en nog enkele anderen. Ik som alles netjes op in het boek.

Hoe bent u aan de brieven van Bouhouche geraakt?

Bouten: Ik heb een paar keer rondgelopen in het gehucht in de Pyreneeën waar Bouhouche zich had teruggetrokken na zijn vrijlating. Ik kwam er na zijn dood, een zogenaamd ongeval met het omzagen van een boom. De Belgische speurders wisten niet eens dat hij dood was. Ik vond het manuscript in een postzak volgepropt met wapentijdschriften in de kelder van zijn buur.

U hebt ze niet overhandigd aan de speurders?

Bouten: Waarom zou ik? Ik heb genoeg met hen samen gewerkt en stukken gegeven. Onderzoeksrechter Martine Michel heeft me zelfs een paar keer gevraagd om haar speurders wat op te leiden in het onderzoek. Kunt u zich dat voorstellen? Maar dan heeft het federaal parket de zaak overgenomen. Uit die fragmenten komt Bouhouche naar voren als iemand die zich superieur voelt én die tegelijk ook vol zelfbeklag zit.

Bouten: Tuurlijk. Hij voelde zich verraden door de Staatsveiligheid.

Volgens u zou hij nog in leven kunnen zijn?

Bouten: Het lijk dat werd gevonden had een compleet onherkenbaar verminkt gezicht. Hij deed niets liever dan zich vermommen en hij zocht ook dubbelgangers. Wie zegt dat hij in de Pyreneeën niet een dubbelganger gezocht heeft en vermoord en verminkt? Het lijk is heel snel gecremeerd. Hij was een zeer gevaarlijk man. Vergeet niet dat hij ook Spaans spreekt. Voor hetzelfde geld leeft hij nog en woont hij ergens in Spanje.

Is het Bende-dossier nu opgelost?

Bouten: Juridisch zal het nooit meer opgelost raken, al was het maar omdat zo veel betrokkenen overleden of vermoord zijn in de voorbije decennia. Misschien kan dit dossier nu beter verjaren, want het heeft enorm veel gekost aan middelen en aan mensen die eigenlijk totaal niet meer ingewerkt kunnen raken.

Bron » Knack | Jan Lippens | www.knack.be/nieuws/

Bende-speurders hopen op nieuwe robotfoto’s dankzij DNA-onderzoek

Speurders hopen nieuwe robotfoto’s te kunnen maken van de verdachten in het dossier rond de Bende van Nijvel. Daarvoor gaan ze een tiental DNA-sporen gebruiken die ze dankzij de nieuwste technieken konden verzamelen. Tegenwoordig kan uit DNA immers ook de huidskleur, haarkleur en haarlijn afgeleid worden.

DNA-analyse laat vandaag heel wat meer toe dan enkel het opmaken van een genetische ‘identiteitskaart’, waarmee in laboratoria stalen vergeleken worden. Dankzij nieuw ontdekte “merkers” in de DNA-structuur, die onder meer verantwoordelijk zijn voor huidskleur, kleur van ogen en haar, haarlijn, een deel van de vorm van de neus en de afstand tussen delen van het aangezicht, kunnen ook (gedeeltelijke) robotfoto’s opgemaakt worden.

“Het zou mooi zijn als we dankzij zo’n analyse de nieuwe portretten kunnen vergelijken met de beschrijvingen die wij al hebben”, klinkt het in onderzoekskringen. “En dan kunnen we onze speurtocht richten op een kleinere groep verdachten.”

Van van de neus

Volgens Peter Claes (KU Leuven), toonaangevend wetenschapper op het vlak van gezichtsreconstructie op basis van DNA, zijn we nog niet toe aan het volledig opmaken van een aangezicht op basis van erfelijk materiaal. “Dat lukt voor pakweg 30 procent, en het resultaat is nog niet zo accuraat. De vorm van de neus alleen al wordt bepaald door meerdere merkers. Bovendien moeten we er rekening mee houden dat leeftijd, de omgeving en de leefgewoontes invloed hebben op de vorm van het aangezicht.”

Wet aanpassen

De mogelijkheden met DNA-analyses gaan misschien met rasse schreden vooruit, de wetgeving blijft hopeloos achter. En dat is het grote struikelblok door de Bende-speurders. “Wettelijk mogen wij niet kijken in het coderende DNA dat de informatie over lichamelijke kenmerken bevat”, zei Gert De Boeck, directeur van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie onlangs nog in onze krant.

“Dat soort onderzoeken mag wel in buurlanden Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Om het ook hier in strafzaken te kunnen gebruiken, moet de wet eerst worden aangepast.”

Bron » Het Nieuwsblad

Leidt DNA-onderzoek tot doorbraak in onderzoek bende van Nijvel?

Honderden verdachten en slachtoffers is gevraagd om DNA af te staan in het onderzoek naar de bende van Nijvel, die in de jaren 1980 angst zaaide in België. Wat kun je aflezen uit DNA? We vroegen het aan Peter Claes van de KU Leuven.

Er is al DNA-onderzoek gebeurd in dit dossier. Wat kunnen we nu dat vroeger niet kon?

“Het materiaal is wellicht vandaag veel beter uit te lezen dan tien of twintig jaar geleden. Een DNA-profiel afleiden uit een sigarettenpeuk of uit kledij was toen veel moeilijker. DNA van een plaats delict is helemaal iets anders dan ‘het perfecte DNA’ uit een bloedafname. Het is altijd ‘besmet’ met andere DNA-sporen van mensen of dieren.”

“Die sporen kunnen we nu veel beter van elkaar scheiden, zodat je aparte en volledige zogenoemde STR-profielen van personen verkrijgt. Dat zijn korte sequenties uit DNA die per individu uniek zijn. Door bijvoorbeeld DNA van slachtoffers, nabestaanden of getuigen op te vragen, kun je die profielen elimineren en hou je hopelijk vooral profielen van daders over.”

Hoe lang blijft DNA goed genoeg om er iets mee te kunnen voor forensisch onderzoek?

“DNA kan tientallen jaren heel goed bewaard blijven. Zolang dat in de juiste omstandigheden gebeurt – in een vriezer op -80 graden Celsius. En als het heel snel wordt opgepikt op de plaats delict. Hoe langer het daar aan de omgeving wordt blootgesteld, hoe meer het degradeert.”

Het zou gaan om honderden DNA-monsters. Zou het kunnen dat men een zo groot mogelijk groep uit de buurt opneemt om op die manier niet per se de dader te vinden, maar wel met enige zekerheid (verre) familie – en zo dus een nieuw spoor vindt?

“Die methode heet DNA fishnetting. Je gaat in een straal van een aantal kilometer rond de plaats delict van zoveel mogelijk mensen DNA vergelijken met het DNA van de dader. Deze methode heeft al tot doorbraken geleid, onder meer in Nederland. Maar hier lijkt me dat minder voor de hand liggend. Gewoonlijk moet je het heel snel doen nadat de misdaad is gebeurd. Het werkt vooral goed bij misdrijven als verkrachting of bij seriemoorden omdat dat soort daders meestal in de eigen omgeving toeslaat.”

“Tegelijk zou het natuurlijk kunnen dat de bendeleden uit de buurt kwamen. Lokale mensen die gefrustreerd waren en tegen het systeem in opstand kwamen. Misschien moeten we het niet te ver zoeken.”

“Maar voor een goede fishnetting heb je geen honderden, maar duizenden DNA-monsters nodig.”

Kun je uit het DNA van de plaats delict afleiden om wat voor persoon het gaat?

“Dat heet DNA-fenotypering: op basis van DNA probeer je uit te zoeken hoe iemand eruitziet. Dat is waar ik zelf onderzoek naar doe. Momenteel kunnen we al met grote zekerheid de oog- en haarkleur vaststellen, en de etnische afkomst. En uiteraard kun je ook het geslacht te weten komen.”

“Die fenotypering is in België momenteel verboden – afgezien van het geslacht. Maar die regel is voor het onderzoek naar de bende van Nijvel al met de voeten getreden. Er is al DNA naar een lab van de politie in Lyon gestuurd om het daar te laten uitlezen. In Frankrijk mag dat wel. Mogelijk verandert de wetgeving binnenkort ook in België. Minister van justitie Koen Geens is in elk geval voorstander.”

“In de Verenigde Staten is deze methode al veel verregaander toegepast, om een soort robotfoto te maken op basis van DNA van een plaats delict. Maar daar is het nog veel te vroeg voor. De voorspelling is niet nauwkeurig genoeg. Je verkrijgt vooral ‘gemiddelde’ gezichten, waardoor mensen vals beschuldigd zullen worden.”

En wat met de vergelijking van dader-DNA met een databank van DNA-profielen?

“Dat gebeurt uiteraard ook. Bij ons kan dat alleen met de databank van justitie, en met vergelijkbare databanken uit andere Europese landen. (In 2016 telde de Belgische databank 40.000 DNA-profielen van veroordeelde criminelen en 47.000 profielen van plaatsen delict, red.) Het mag niet met privé-databanken.”

“Dat gebeurt soms wel in de Verenigde Staten. In databanken van bedrijven die genomen analyseren, bijvoorbeeld van mensen die geïnteresseerd zijn in hun stamboom of in hun risico op bepaalde ziekten, zitten inmiddels zoveel profielen dat elke Amerikaan er wel een tweede- of derdegraadsverwant in terugvindt. Als je het DNA van een plaats delict gaat matchen met zo’n grote databank kom je al snel de achternaam van een dader te weten. Tenminste: de vermoedelijk achternaam. Zo’n gevonden verwantschap is nooit honderd procent zeker, het gaat over percentages. Alleen bij een verwantschap in de eerste graad, zoals vader-zoon, is dit een waterdichte methode.”

Belandt iedereen die in het kader van dit onderzoek een DNA-monster afstaat, in de Belgische databank?

“Nee, je mag in België alleen de profielen bijhouden van wie veroordeeld is voor zware feiten. Na het onderzoek zullen ze wellicht vernietigd worden. Een DNA-monster afstaan is overigens niet verplicht. Al kan de onderzoeksrechter het wel opleggen aan individuen die weigeren. Maar een agent kan dit niet bij Jan en alleman afdwingen.”

“Wie weigert, maakt zichzelf natuurlijk wel verdacht. En mogelijk is dat ook een strategie die hierachter zit: het is een psychologisch spel.”

Bron » EOS Wetenschap | Liesbeth Gijsel

‘Wij puren een DNA-profiel uit een speldenprik bloed’

Hightech in een handvol labo’s stelt de speurders in het Bende van Nijvel-dossier in staat een nieuwe klopjacht op DNA te organiseren. ‘We hebben veel minder biologisch materiaal nodig voor onze analyses.’

Leiden nieuwe DNA-sporen – 34 jaar na de laatste overval – tot een doorbraak in het onderzoek naar de Bende van Nijvel? Speurders identificeerden de voorbije maanden nieuwe sporen op voorwerpen die in de loop der jaren in beslag zijn genomen, meldde De Standaard. Ze willen DNA afnemen bij honderden mensen van wie de naam opduikt in het onderzoeksdossier en dat vergelijken met DNA uit het strafdossier.

De eventuele stroomversnelling komt er dankzij de vijf Belgische labo’s die erkend zijn om DNA-stalen te analyseren in strafzaken. ‘Dankzij nieuwe technologie zijn zulke analyses al veel gevoeliger’, zegt Bieke Vanhooydonck, gerechtelijk deskundige DNA-databanken van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC).

Cockpit

Het NICC, dat een van de labo’s huisvest, zit in de cockpit omdat het al die gerechtelijke DNA-analyses binnenkrijgt en verzamelt. Vanhooydonck ontfermt zich over zo’n 100.000 profielen in de nationale DNA-databanken, onder meer van verdachten en veroordeelden van zware feiten.

Het NICC gaat na of er een match is met profielen in een strafdossier. ‘Wij krijgen nooit een naam’, klinkt het. ‘In het belang van de privacy en de neutraliteit is alles uniek gecodeerd. Al die data wisselen we uit met 18 Europese landen.’

De labomachines die een DNA-profiel proberen te puren uit speekselstalen of bloedsporen worden almaar krachtiger, aldus Vanhooydonck. ‘Vroeger had je op een crime scene bij wijze van spreken een halve plas bloed nodig, nu volstaat een speldenprik. We hebben veel minder biologisch materiaal nodig omdat we zelfs een klein aantal cellen via machines kunnen vermenigvuldigen.’

‘Bovendien kunnen we inmiddels op meer plekken in het DNA kijken’, zegt Vanhooydonck. ‘Vroeger kon dat op een zestal plekken of ‘markers’, vandaag op 24. Daardoor is de kans op een foute match miniemer.’

Wattenstaafje

In het dossier van de Bende van Nijvel zijn de DNA-staalnames begonnen. De betrokkenen die instemmen, melden zich bij de politie, waar met een wattenstaafje aan de binnenkant van de mond wangslijm wordt weggenomen. Als iemand weigert, kan de onderzoeksrechter zo’n afname afdwingen. In het Bende-dossier worden ook DNA-stalen afgenomen van mensen bij wie dat ooit al gebeurde.

Dankzij verbeterde technieken kunnen ook afzonderlijke profielen geïdentificeerd worden op objecten waarop tot voor kort alleen zogenaamde ‘mengprofielen’ gevonden konden worden, van twee of meerdere personen.

‘Ik spreek me niet uit over de Bende-zaak’, zegt Vanhooydonck. ‘Maar in het algemeen kan het met nieuwe technologie de moeite lonen om oude overtuigingsstukken, zoals een pistool, opnieuw op DNA te analyseren.’ De speurders in het dossier van de Bende van Nijvel rest alleszins weinig tijd. De verjaringstermijn ligt in 2025.

Bron » De Tijd

“Een paar cellen volstaan”: waarom huidig DNA-onderzoek voor doorbraak in Bende-onderzoek kan zorgen

In het ultieme onderzoek naar de Bende van Nijvel speelt DNA-onderzoek een belangrijke rol. Waarom halen speurders DNA op bij oude verdachten? Wat kan er vandaag wat zoveel jaar geleden niet kon?

Hedendaags DNA-onderzoek voor dummies, in vijf vragen. Met antwoorden waarin wattenstaafjes en sigarettenpeuken een cruciale rol spelen.

Hoe wordt een DNA-staal afgenomen?

Bij mensen zijn er drie mogelijkheden: een bloedstaal, een haarstaal of een speekselstaal. “Dat laatste is veruit de vaakst voorkomende manier van werken”, zegt gerechtelijk deskundige bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) Bieke Vanhooydonck. Bijna alle profielen in de centrale DNA-databank van het NICC zijn er gekomen nadat een agent iemand uitnodigde om met een wattenstaafje een stukje wangslijmvlies af te nemen.

Een bloedstaal moet door een dokter afgenomen worden, en een haarstaal is nog delicater, want dat moet met wortel ter beschikking gesteld worden. Slechts vijf labo’s in ons land (Antwerpen, Leuven, Brugge, Luik en het NICC in Brussel) zijn bevoegd om DNA-profielen op te stellen. Die profielen gaan dan in de centrale databank, die enkel door magistraten van justitie geraadpleegd kunnen worden, niet door de politie zelf.

Wat kan er vandaag wat 20 jaar geleden niet kon?

Veel. Zo was de wet van 1 januari 2014 redelijk revolutionair inzake DNA-onderzoek in ons land. “Vroeger kwamen enkel profielen van mensen die zeer zware criminele feiten pleegden in aanmerking voor de databank, sinds 2014 kunnen er ook profielen in van veroordeelden voor drugsfeiten of mensenhandel. En zelfs, onder strikte voorwaarden, profielen van verdachten.”

Daarnaast is er sinds 2014 een internationale uitwisseling van DNA-profielen. Omdat gangsters nu eenmaal ook grenzen niet ontzien. België kan op die manier gegevens vergelijken met 17 andere landen, en dat aantal kan nog stijgen.

Last but not least is ook de technologie om DNA te onderzoeken enorm geëvolueerd. “Vroeger had je bij wijze van spreken een halve plas bloed nodig om een bruikbaar profiel op te stellen, vandaag volstaan een paar lichaamscellen”, weet Vanhooydonck. “Nieuwe technieken laten toe om met minder staal fijner te werken en DNA-profielen ook ‘groter’ te maken, zodat vergelijken met andere profielen preciezer wordt en meer zekerheid biedt wie er achter een bepaald profiel zit.”

Hoeveel DNA-stalen zitten er momenteel in de Belgische databank?

Op dit moment zo’n 120.000. Daarvan zijn er 54.000 DNA-profielen van mensen die al eens veroordeeld zijn voor een strafbaar feit. Een minderheid van de profielen betreft die van vermiste personen.

Wat met het idee om elke Belg een DNA-staal te laten afleveren?

Het onder meer door strafpleiter Walter Damen geopperde idee om van álle Belgen een DNA-staal in de databank te stoppen, vindt Vanhooydonck onzinnig. “Wat we nu doen, is een speld in een hooiberg zoeken. Als je 10 miljoen profielen in de databank stopt, wordt die hooiberg alleen maar groter, en de kans op toevallige overeenkomsten ook. Net omdat niet Jan en alle onschuldige man in de bank zitten, is onze hit rate (de ‘slaagkans’ van het DNA-vergelijk, nvdr.) groot.”

Je belandt niet zomaar in die databank, met andere woorden. En dan zijn er nog een paar bezwaren. Kan je alle sigarettenpeuken op pakweg de Meir verzamelen, om er het DNA af te halen en daarna iedereen te ondervragen waarom hij/zij daar op zeker moment was? Dat zou héél veel van de politie vergen, en er is ook het ethische aspect. Nu werkt ons rechtssysteem volgens het principe dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel bewezen wordt. “Als je iedereen altijd tot de verantwoording kan roepen waarom die ergens was, wordt iedereen schuldig tenzij anders bewezen.”

Is het mogelijk om een dader te vatten als hij zelf geen DNA afstaat?

Ja. Via (bloed)verwantschap kan je dankzij profielen van familieleden bij de dader belanden. Als je weet dat ieder kind sowieso de helft van het genetisch materiaal van beide ouders meekrijgt, kan je gaan vergelijken met profielen die op brede stroken gelijklopend zijn. In het buitenland gebeurt dat al. Alleen: de Belgische wet voorziet (nog) niet dat dit soort afgeleid onderzoek uitgevoerd wordt.

Net als er in theorie wel al robotfoto’s opgesteld kunnen worden met oog-, haar- en huidskleur zoals door het DNA-onderzoek bepaald, maar de Belgische wet dat niet toelaat. “Het kan inderdaad niet de bedoeling zijn dat er een heksenjacht zou komen op alle roodharigen met een bepaald kleur ogen. Mensen kunnen ook hun haar kleuren of lenzen dragen”, aldus Vanhooydonck.

Slotsom: er kan al heel veel, maar er is ruimte om DNA nóg verregaander te gebruiken.

Bron » De Standaard