Een Bendespeurder zit nu zelf in de cel. En niet de eerste de beste: Philippe V. (62) zorgde in 1986 voor een belangrijke vondst in het kanaal van Ronquières. Daar werden toen wapens en ander bewijsmateriaal tegen de Bende van Nijvel opgevist. Maar aan die vondst zat een reukje, zo bleek later. En Philippe V. zou als politieman informatie hebben achtergehouden die kon leiden naar de Bende. Wat zou hij precies hebben gedaan en hoe is het onderzoek gemanipuleerd? Wij beantwoorden de belangrijkste vragen.
Waarvan wordt Philippe V. verdacht?
Onderzoeksrechter Martine Michel denkt dat Philippe V. het onderzoek naar de Bende van Nijvel mee gemanipuleerd kan hebben. Volgens haar weet hij meer over wie de zakken met bewijsmateriaal in het kanaal heeft gegooid dan hij kwijt wil. Bovendien zijn de speurders ervan overtuigd dat de beslissing van V. om in november 1986 op dezelfde plaats in het kanaal te gaan duiken waar een jaar eerder niets werd teruggevonden, niet voortvloeit uit een herlezing van het dossier, zoals hij beweert.
Hij kreeg daarvoor inlichtingen van een of meer tipgevers, denken zijn ondervragers. Mocht hij die naam of namen willen prijsgeven, kan het gerecht de draad oppikken die uiteindelijk naar de Bende zelf kan leiden. Maar Philippe V. blijft bij zijn standpunt: hij heeft niets verkeerds gedaan.
Wat is zijn versie van het verhaal?
Niks tipgevers, vergeet het verzwijgen van cruciale informatie. Op een bepaald ogenblik staken speurders van de Delta-cel rond onderzoeksrechter Freddy Troch en de BOB van Halle de koppen bij elkaar. Hoe konden zij het onderzoek naar de Bende vooruithelpen? In Nijvel leken de speurders van het eerste uur wel stilgevallen, terwijl in Dendermonde de Delta-cel stond te trappelen van ongeduld.
Philippe V. meende dat de zoektocht in het kanaal in 1985 amateuristisch was aangepakt. Met nieuw materiaal (zoals een Duitse sonarboot) en betere duikers kwam er misschien meer boven water, was zijn redenering. Het summiere pv van de zoektocht in 1985 was het perfecte aanknopingspunt om de duikactie opnieuw te laten uitvoeren. Het resultaat oversteeg de stoutste verwachtingen.
Waarom gelooft het gerecht Philippe V. niet?
Sinds het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminaliteit (NICC) heeft aangetoond dat het bewijsmateriaal uit het kanaal pas enkele dagen voor de zogenaamde wonderbare visvangst in 1986 in het water werd gegooid en niet in 1985, ligt Philippe V. zwaar onder vuur. Enkele van zijn verklaringen roepen ook heel wat vragen op. Zo beweerde V. dat hij primitieve proeven had ondernomen door zakken in het kanaal te gooien om te zien hoe die door de stroming konden afdrijven.
Alleen bleken de zakken, zoals hij ze beschreef, in 1986 niet te bestaan. En hoe wist hij waarmee hij ze moest vullen om tot de plaats te komen waar hij de duikers liet zoeken, op enige afstand van de plaats waar ze in het water werden gegooid? Op een bepaald ogenblik voegde Philippe V. er toch aan toe dat er ook inlichtingen waren binnengelopen. Maar daar is hij nooit verder op ingegaan.
Waarom zou het onderzoek gemanipuleerd zijn?
Simpel. Om de speurders op het verkeerde been te zetten, zodat de leden van de Bende van Nijvel nooit ontmaskerd zouden worden. De inhoud van de opgeviste zakken kon daarin een cruciale rol spelen. Voor het eerst werd een materiële link gelegd tussen de twee reeksen van overvallen van de Bende, in 1982-1983 en in 1985. De speurders moesten er definitief van overtuigd raken dat ze slechts naar één dadergroep moesten zoeken. Niet alle onderzoekers waren destijds die mening toegedaan.
Daarnaast moesten de aard van de teruggevonden wapens en de manier waarop ze gedumpt waren laten uitschijnen dat de leden van de Bende van Nijvel in het traditionele criminele milieu moesten worden gezocht. Terwijl de tactiek, de vastberadenheid en de goede voorbereiding van de overvallen bij heel wat onderzoekers de hypothese opriep dat er weleens sprake kon zijn van mensen uit speciaal opgeleide politiediensten of het leger.
Kan een speurder in zijn eentje zo’n onderzoek saboteren?
Dat is weinig waarschijnlijk, tenzij die speurder een sleutelpositie in het onderzoek bekleedt. Toen hij naar de Delta-cel werd overgeheveld, was Philippe V. rechercheur bij de rijkswacht. Dat korps stond in het Bendeonderzoek meermaals in een slecht daglicht. De eventuele betrokkenheid van leden van de speciale eenheden, de diefstal van wapens uit hun afgesloten kazerne, de rol van de Brusselse BOB’ers Madani Bouhouche en Bob Beijer, het zijn allemaal episodes uit het Bendedossier. Onlangs voerden de Bendespeurders nog een huiszoeking uit bij ex-rijkswachtkolonel Gérard Lhost. Hij was begin de jaren 80 bevelvoerder van de speciale eenheden. Philippe V. heeft ook een tijdje bij de diensten van Lhost gewerkt alvorens hij naar de BOB van Gent overstapte. Toeval?
Waarom wordt Philippe V. dan nu pas in de cel gegooid?
De belangrijkste elementen die geleid hebben tot de aanhouding van Philippe V., zitten al langer in het Bendedossier. Sommige zijn zelfs al terug te vinden in zijn verklaringen voor de Banditismecommissie van de Kamer in de jaren 90. Philippe V. werd er de jongste jaren meermaals over aan de tand gevoeld, zowel door de politie als door het Comité P. “Waarom hij het zo lang heeft overleefd, is ons een raadsel”, zegt een bron dicht bij het onderzoek. “Misschien heeft het te maken met het feit dat het federaal parket het dossier naar zich toegetrokken heeft.”
Wordt Philippe V. nu gezien als een lid van de Bende van Nijvel?
Zover gaat het aanhoudingsmandaat tegen Philippe V. niet. De onderzoeksrechter verdenkt hem ervan mensen te kennen, die weten waar de zakken met bewijsmateriaal tegen de Bende van Nijvel vandaan komen. Bij die mensen geraken, zou een startpunt zijn om op te klimmen tot bij de top van de Bende. Onderzoeksrechter Martine Michel verwijt Philippe V. dat hij die weg met opzet voor de onderzoekers blokkeert. Maar zij verdenkt er hem niet van dat hij de Bendeleden ook kent en hen voor het gerecht afschermt.
Bron » Het Nieuwsblad