Ann Fransen, baas van het federaal parket: ‘Hoe groter de crisis, hoe kalmer ik word’

Zeventien jaar lang behandelde ze de zwaarste terreurdossiers. Sinds vorig jaar staat Ann Fransen als eerste vrouw ooit aan het hoofd van het federaal parket. ‘We merken een grote dreiging vanuit Rusland. Helaas zit de sectie georganiseerde misdaad op haar tandvlees.’

Er staat een mysterieus blinkend voorwerp op de vensterbank van haar kantoor, dat uitgeeft op de monumentale koepel van het justitiepaleis in Brussel. “Een dromedariszadel”, zegt Ann Fransen (55), sinds april aan het hoofd van het federaal parket. “Een cadeautje uit een van de Golfstaten.”

De samenwerking met het buitenland is een van haar prioriteiten. Dit jaar bleek al de meerwaarde. In maart zette het hoogste rechtscollege van de Emiraten het licht op groen voor de uitlevering van Nordin El Hajjioui (38), alias ‘Dikke Nordin van de Dam’. Deze maand werd ook de Antwerpse drugsbaron Othman El Ballouti opgepakt in Dubai, nog zo’n high value target.

“We hebben sinds 2021 een uitleveringsverdrag, maar met het federaal parket zetten we nu meer in op rechtstreekse contacten”, zegt Fransen. “Dat loont. Je kunt zoveel verdragen hebben als je wilt, als je de mensen niet kent, wordt het moeilijker.”

Misdaadbestrijding werd haar met de paplepel meegegeven. Ann Fransen is de dochter van Herman Fransen, de laatste commandant van de rijkswacht en, na de politiehervorming eind jaren 90, de eerste commissaris-generaal van de Belgische federale politie.

Zijn vader, haar grootvader, was brigadecommandant in Wolvertem. “Het was mijn droom om de eerste vrouwelijke rijkswachtofficier te worden”, vertelt Fransen. “Op mijn 18de nam ik deel aan het toelatingsexamen van de militaire school, maar ik ben medisch afgekeurd door een gebrek aan dieptezicht.’

Ze studeerde rechten, en na een korte periode als advocaat begon Fransen haar carrière als magistraat op het Brusselse parket. Bij de oprichting van het federaal parket in 2002 stapte ze over.

Fransen behandelde zeventien jaar lang de zwaarste terreurdossiers. In april legde ze de eed af als federaal procureur, de eerste vrouw ooit in die functie.

Uw eerste wapenfeit in de media was het stopzetten van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. In het jaarverslag van 2023 was dat nochtans een topprioriteit.

“Dat dossier ís een topprioriteit, maar toen ik federaal procureur werd, bleek dat de onderzoeksrechter en de dossierbeheerder bij ons geen onderzoekshandelingen meer mogelijk zagen.”

“De beslissing was al voor mijn aanstelling genomen, maar ik vond het mijn taak om die boodschap zelf aan de slachtoffers te brengen. Ik denk dat iedereen toen heeft gezien hoe moeilijk ik dat vond. We hadden het heel graag anders gezien.”

Door de nieuwe wet kan het dossier niet meer verjaren en blijft het voor altijd geheim. Volgens sommige slachtoffers is dat een truc om de echte hooggeplaatsten een hand boven het hoofd te houden.

“Maar neen, de wet is er net gekomen om straffeloosheid tegen te gaan. In dit soort ernstige zaken kunnen we geen rust vinden tot de daders zijn gevonden en vervolgd.”

Wat kan het Bende-dossier dan opnieuw activeren?

“Een gouden tip, of iemand die op zijn sterfbed wroeging krijgt en toch nog iets zegt. Het maakt niet uit of dat nu een ooggetuige is, of een dader of iemand die maar vaag betrokken was. Om maar te zeggen: belangrijke en relevante informatie is nog altijd welkom. De burgerlijke partijen hebben trouwens de mogelijkheid om bijkomende onderzoeksdaden te vragen en ze zijn daar volop mee bezig. We wachten op de uitspraak van de kamer van inbeschuldigingstelling daarover.”

Welke andere accenten legt u dan uw voorganger?

“Als aanklager heeft het Guatemala-dossier grote indruk op mij gemaakt. In december vorig jaar heeft het hof van assisen in Leuven vijf voormalige machthebbers uit Guatemala veroordeeld tot levenslang voor misdaden tegen de mensheid. Ze zijn verantwoordelijk voor de dood van Vlaamse missionarissen van Scheut.”

“Die dossiers van internationaal humanitair recht liggen me na aan het hart. Het gaat over kernmisdrijven die raken aan het menszijn zelf. Als je ziet hoe de wereld vandaag in brand staat, moeten we ervoor zorgen dat we voor die dossiers genoeg capaciteit hebben.”

“Zo hebben we op dit moment twaalf dossiers over handlangers van de voormalige Syrische president Assad. Ik denk ook aan misdaden tegen de mensheid bij de jezidi-gemeenschap in Syrië en Irak.”

We zijn kampioen in veroordelingen voor het lidmaatschap van IS, maar er zijn er geen voor hun wreedheden zoals de slavernij van jezidi. Is dat ook geen vorm van straffeloosheid?

“Er is één dossier waar jullie over geschreven hebben dat recentelijk voor de raadkamer is geweest.”(De zaak-Sammy Djedou, een Belgisch IS-lid die door een jezidivrouw werd aangewezen omdat hij haar als slaaf zou hebben gehouden, EB/BS).”

Die dader is waarschijnlijk overleden, neen?

“In de processen over de foreign terrorist fighters zijn er een heleboel veroordelingen bij verstek geweest. We weten niet waar die daders zitten. We hebben een aantal onderzoeken nu met de dubbele kwalificatie: zowel terrorisme als internationaal humanitair recht. Maar of die verdachten nog in leven zijn, is niet duidelijk. Het is heel moeilijk om daar vanuit Brussel zicht op te krijgen.”

“Een ander accent dat ik wil leggen als federaal procureur heeft te maken met internationale samenwerking. In de strijd tegen de cocaïnemaffia hebben we daardoor al goede resultaten geboekt.”

Bedoelt u de aanhouding van ‘drugsbaron’ Othman El Ballouti begin december?

“Ik durf te zeggen dat die persoonlijke contacten een belangrijke rol hebben gespeeld. Volgend jaar willen we ook verder inzetten op de relatie met Turkije.”

Wisselen de drugsbarons de Emiraten in voor Turkije?

“Er is toch een vermoeden van een waterbedeffect: als je een crimineel fenomeen aanpakt, dan zal het zich verplaatsen. Zoals de drugstrafiek ook niet zal stoppen als we de grote havens onder controle hebben. Dan verschuift ze naar de kleinere havens.”

In de strijd tegen de cocaïnemaffia focussen we de laatste maanden sterk op de recuperatie van criminele vermogens. De winsten uit drughandel verdwijnen vaak naar het buitenland: naar Marokko, Albanië, de Emiraten. Elk land heeft andere wetten. In Marokko kon een verbeurdverklaring enkel bij een veroordeling voor financiering van terrorisme of witwassen. Zo leerden we dat we onze onderzoeken naar de in- en uitvoer van drugs beter anders opbouwen, door er bijvoorbeeld systematisch een witwasonderdeel bij te steken.”

“Met de Albanezen staan we een stap verder. De Albanese georganiseerde criminaliteit blijft terrein winnen. Dat bleek nog uit de kraak van de versleutelde berichtendienst Sky ECC. Speurders stuitten op schokkende berichten, waaruit bleek dat de bendes extreem geweld niet schuwen.”

“Wij gaan nu het geld achterna. Samen met de Albanese justitie stellen we een kader op voor het effectief ontnemen van vermogensvoordelen. Dat willen we ook in de Emiraten. We moeten er niet alleen voor zorgen dat ze de high value targets uitleveren, maar ook dat we hun illegale vermogens kunnen recupereren.”

Maar dat is voorlopig nog nooit gebeurd.

“Niet in de Emiraten, maar in Marokko is net een arrest geveld met een verbeurdverklaring. Ook in Albanië hebben we al successen geboekt.”

Glazen plafond

Er zijn niet enkel de buitenlandse geschenken, op haar bureau staat ook een glazen pot suikerbonen. Fransen werd in oktober oma van haar eerste kleinzoon, Arthur. “Ik zie hem helaas weinig”, zegt ze. “Af en toe speelt het wel door mijn hoofd: als ik deze job blijf doen, is die jongen straks 10 jaar en heb ik dat allemaal gemist.”

U bent de eerste vrouw aan het hoofd van het federaal parket. Hecht u daar belang aan?

“Ik vind dat toch een signaal. Er zijn al vrouwen naar mij toe gekomen, van de administratie tot magistraten, om te zeggen hoe blij ze zijn met mijn aanstelling. Een juriste zei me tijdens haar evaluatie dat het haar moed gaf. Ze zat zo vaak in de knoop met de opvang van haar kinderen, dat ze twijfelde over haar functioneren. Maar ik geef toe: ik heb mijn beslissing genomen op een punt dat mijn kinderen het huis uit waren.”

Uw voorganger, Frédéric Van Leeuw, kon nergens verschijnen, zelfs niet in de opera, zonder beveiliging. Is dat voor u ook zo?

“In de periode van de aanslagen was Frédéric heel zichtbaar. Hij kwam zelfs in de propagandavideo’s van IS. Vandaag is de situatie anders. Er is nu geen concrete dreiging waardoor ik beveiliging nodig heb.”

Onderzoeksrechter Philippe Van Linthout trok onlangs wel terecht aan de alarmbel. De georganiseerde criminaliteit is zo geëvolueerd dat nu ook journalisten, magistraten en anderen steeds meer het voorwerp worden van bedreigingen. We hebben op dat vlak nog een weg af te leggen. Er ontbreekt ook psychosociale ondersteuning van magistraten.”

Jullie doen de ergste moordzaken maar kunnen geen beroep doen op een psycholoog?

“Dat domein ligt zo goed als blank. Terwijl we met gruwelijke dossiers te maken krijgen. Ik ga niet onder stoelen of banken steken dat er af en toe wel tranen komen kijken bij deze job.”

Welke dossier blijft aan uw ribben kleven?

“De aanslagen in Brussel. Dat was van een ab-so-lu-te gruwel. Ik kreeg om 8 uur telefoon van de federale procureur. Op dat moment was er nog geen sprake van bommen, maar enkel van ‘ontploffingen’.”

“Toen ik op de luchthaven aankwam, was er pure chaos. Iedereen liep er door elkaar. Het eerste wat ik deed, was orde brengen, om zo snel mogelijk te achterhalen hoeveel daders er waren en hoeveel bommen. Dat lukte vrij goed, tot er iets voor 12 uur het bericht binnen kwam van een derde valies, vermoedelijk ook met explosieven.”

Hoe hebt u dat beleefd?

“Professioneel en doelgericht, denk ik. IJzig kalm, zeggen anderen. Er waren mensen die achteraf vertelden dat ze het vreemd vonden hoe rustig ik was. Ik beland op zo’n moment in een andere modus. Hoe groter de crisis, hoe kalmer ik word. Alsof ik oogkleppen op krijg en geen enkele emotie er nog doorkomt.”

“De klap komt dan iets later toch. Tijdens de afstapping (bij ernstige feiten gaan de parketmagistraat en de onderzoeksrechter de plaats van het misdrijf onderzoeken, EB, BST) heb ik gruwelijke dingen gezien. Lichamen die totaal onherkenbaar waren. Toen viel er voor het eerst binnen wat een drama daar gebeurd is.”

Heeft uw job uw mensbeeld veranderd?

“Ik heb het geluk dat ik van nature positief ben ingesteld. Ik ben wel nog meer belang gaan hechten aan democratische waarden en principes. Als je de gruwel ziet in dossiers van internationaal humanitair recht, waar ganse delen van een bevolking worden geviseerd, gefolterd en uitgeschakeld, dan is dat het enige antwoord. Ook als je ziet hoe we onder druk komen te staan van landen die niet eens zo ver weg zijn.”

Rusland, bedoelt u?

“We merken een grote hybride dreiging vanuit Rusland, gaande van spionage, inmenging en desinformatiecampagnes tot cyberaanvallen. Er waren kort voor de verkiezingen de ddos-aanvallen op overheidssites, waarbij servers worden overspoeld met verzoeken om ze onbruikbaar te maken.”

“Onlangs ging het in Roemenië nog een stuk verder. Daar is vastgesteld hoe met duizenden profielen op TikTok is geknoeid, in die mate dat het Grondwettelijk Hof daar de eerste ronde van de verkiezingen heeft geannuleerd.”

“Helaas zit bij ons de sectie georganiseerde misdaad op haar tandvlees. We hebben op het federaal parket vijf magistraten te kort, en dat laat zich vooral voelen op cybercrime, waar we maar twee gespecialiseerde magistraten hebben.”

Richt u zich hiermee tot de regeringsonderhandelaars?

“Ja, die capaciteit moet absoluut omhoog. Die magistraten moeten niet alleen geëncrypteerde communicatienetwerken ontrafelen, zoals gelukt is met Sky ECC, maar ook onderzoek voeren naar cyberaanvallen. Voorlopig houden we het hoofd boven water door samen te werken met de lokale parketten. Maar als we geen gespecialiseerde magistraten kunnen aanwerven, komen we in de problemen.”

Bio

  • geboren in 1969 in Brasschaat
  • studeerde rechten aan de KU Leuven
  • werkte een tijdlang als advocaat
  • was substituut-procureur des Konings op het Brussels parket
  • stapte in 2002 over naar het federaal parket, waar ze onder meer de sectie antiterrorisme leidde
  • kwam in april aan het hoofd van het federaal parket

Bron » De Morgen

Gerechtskosten rijzen de pan uit, regering draait justitie duimschroeven aan

Het budget voor gerechtskosten in ons land loopt de spuigaten uit. Volgens gegevens van de FOD Justitie steeg het totale bedrag van de kosten tussen 2020 en 2023 van 81 miljoen euro naar 125 miljoen euro en voor 2024 wordt een overschrijding van 23 miljoen euro verwacht. De federale regering heeft daarom besloten om de duimschroeven aan te draaien, zo staat te lezen in L’Echo.

De grote processen van 2023, over de bomaanslagen in Brussel en Zaventem, hebben zwaar gewogen op deze uitgaven, maar dat is niet de enige reden. De FOD Justitie heeft ook kritiek op de sterke stijging van de vertaal- en tolkkosten, die tussen 2020 en 2023 bijna verdubbeld zijn (van 18,2 naar 33,8 miljoen euro). De administratie vermoedt misbruik op dit gebied en dringt aan op een betere controle van het vertaalwerk dat wordt uitgevoerd tijdens telefoontaps, schrijft de krant.

Geconfronteerd met de daling heeft de FOD Justitie de rechterlijke macht opgeroepen om zuiniger te zijn en de uitgaven beter onder controle te houden. Zo zullen de maaltijden voor juryleden in de assisenrechtbanken niet langer als een kost worden beschouwd, net zoals de reis en het verblijf van rechters en griffiers naar afgelegen assisenrechtbanken.

Niet gediend

Fabienne Bayard, voorzitster van het college van de hoven en rechtbanken, dat verantwoordelijk is voor de algemene werking van alle hoven en rechtbanken in België, is niet gediend met de communicatie. “De uitvoerende macht stelt de beslissingen van de rechterlijke macht in vraag. Dit druist in tegen het principe van de scheiding der machten. De noodzaak om geld te besparen mag er niet toe leiden dat we dit principe aanvallen”, zegt ze.

Bron » Gazet van Antwerpen

Minder gebouwen, een maximum aantal gevangenen en (nog) meer budget: nieuwe regering krijgt stevig verlanglijstje van FOD Justitie

“Zonder bijkomend budget kan Justitie de rekeningen niet meer betalen.” Met die moeilijke boodschap trekt de federale overheidsdienst Justitie naar de toekomstige federale regering. “Moeilijk”, want ons land moet in de komende 7 jaar net 23 tot 25 miljard euro besparen. Maar bij Justitie hebben ze toch een verlanglijstje klaar.

Justitie was de voorbije jaren niet het departement waar er fors beknibbeld werd op het budget. Van de uittredende federale regering kreeg de overheidsdienst 581 miljoen euro extra over 4 jaar, op een totaalbudget van zo’n 2 miljard euro. “Niet niks”, geven ze toe bij de overheidsdienst.

Met die extra duiten heeft de FOD onder meer broodnodige extra plaatsen in de gevangenissen kunnen creëren, duizenden nieuwe mensen kunnen aannemen en veel geld gespendeerd aan digitalisering.

En toch volstaan de extra miljoenen nog niet, klinkt het nu. Zo heeft de FOD Justitie ook 80 miljoen euro moeten besparen, woog de inflatie op de werkingskosten en hadden indexeringen een zware impact op de loonkosten. Bovendien bleef de vraag stijgen: meer zaken (die de nodige kosten met zich meebrengen), meer gedetineerden, de blijvende nood aan digitalisering en de stijgende kosten van de verouderde gebouwen.

“In de praktijk is budgettaire ademruimte onbestaande”, schrijft de FOD in een persbericht. “Sterker nog: we kijken dit jaar aan tegen een tekort van ongeveer 60 miljoen euro.” Geen goed nieuws nu er wellicht overal bij de overheid stevige besparingen zitten aan te komen om de miljardentekorten te kunnen wegwerken.

Overbevolking

Het verklaart waarom de FOD Justitie nu een verlanglijstje, op tafel legt voor voor de nieuwe regering. Daarin vraagt de overheidsdienst “een structurele budgetverhoging van 250 miljoen euro”. “Met die extra slagkracht kunnen we zowel de hoogste noden dekken als hervormen.”

Hoe de FOD Justitie wil hervormen? Daarvoor zijn er wel wat ideeën. Over gevangenissen bijvoorbeeld: ja, de capaciteit moet nog worden opgetrokken en de gebouwen moeten worden gemoderniseerd. Maar Justitie wil ook een quotum op het maximale aantal gevangenen per gevangenis.

“Het moet duidelijk zijn vanaf wanneer er niet méér mensen binnen mogen in een gevangenis”, zegt Sarah Blancke, voorzitter ad interim van het directiecomité van de FOD Justitie, in De Ochtend op Radio 1. “De eerste opdracht is om ervoor te zorgen dat er geen grondslapers meer zijn.”

En bij overbevolking moeten er wettelijke maatregelen worden vastgelegd die als een soort ‘ventiel’ moeten dienen (bijvoorbeeld: korte straffen tijdelijk enkel via een enkelband uitvoeren of zelfs voorlopige invrijheidstelling).

Gebouwen sluiten

Of kijk naar de ruim 225 gerechtsgebouwen in ons land: volgens de FOD Justitie voldoen de meeste daarvan niet meer aan de huidige normen voor welzijn en veiligheid. En omdat er te weinig geld is om ze te onderhouden, gaan ze er alleen maar op achteruit.

“Wij komen regelmatig in de pers met gebouwen waar er lekken zijn of waar de archieven niet in orde zijn”, zegt Blancke. “We moeten ons dus afvragen of we al die gebouwen nog in orde kunnen brengen. In Nederland bijvoorbeeld hebben ze maar 50 gerechtsgebouwen.”

De overheidsdienst stelt daarom zelf voor om in de komende 5 tot 15 jaar liefst 100 gebouwen te sluiten. Door rechtscolleges te hergroeperen en meer in te zetten op digitalisering moet dat kunnen worden opgevangen. Met de besparing die dat oplevert, kunnen de overige gebouwen dan worden gemoderniseerd en onderhouden. “Ik denk dat dit een win-win is voor iedereen.”

Vernietigend rapport

Hoewel het memorandum een aantal prikkelende voorstellen bevat, is de timing best opmerkelijk. Een dikke maand geleden nog legde het Rekenhof de FOD Justitie over de knie. In een ronduit vernietigend (ontwerp)rapport kreeg de directie van de overheidsdienst de stempel “falend”, “passief” en “onverantwoordelijk”, zeker als het gaat over de digitalisering.

Zo heeft ze “onvoldoende aandacht voor het risico op fraude”, met name als het gaat over de samenwerking met consultancybedrijven. Verder ontbreekt het de FOD aan een duidelijke strategie voor de digitalisering en speelt er veel onduidelijkheid, onderlinge concurrentie en is er een gebrek aan vertrouwen. “Omdat de duurzaamheid van projecten niet wordt beoordeeld, bestaat bovendien het risico dat budgetten momenteel voor niets worden uitgegeven”, stelde het Rekenhof.

Het rapport kwam bovenop eerdere berichten dat Justitie de eigen regels niet lijkt te volgen als het gaat over contracten en dat het lange tijd te veel heeft betaald aan Bpost voor een kantoorgebouw. Ook pompt de overheidsdienst al jaren geld in moderne rechtszalen in gevangenissen die zelden of nooit worden gebruikt, omdat advocaten en rechters vrezen dat daarmee de openbaarheid van de rechtspraak in het gedrang komt. Of zoals advocaat John Maes eind vorig jaar stelde: “Dit is lichtzinnig omgaan met het geld van de belastingbetaler.”

Bron » VRT Nieuws | Stefan Grommen

Criminologe: ‘Het gebrek aan vertrouwen in justitie is meer dan perceptie’

Volgens de justitiebarometer van de Hoge Raad van Justitie is het vertrouwen van de burger in recht en rechtvaardigheid in vrije val. Professor criminologie Sofie De Kimpe (VUB): ‘Zaken als Julie Van Espen en Sanda Dia hebben impact.’

Is de afkalving van het vertrouwen in justitie verklaarbaar?

“Het valt mij op dat mensen die de afgelopen vijf jaar in contact kwamen met justitie, minder tevreden zijn dan anderen. Dan heb je wel een probleem, want dan heb je het niet meer enkel over perceptie. Vaak is de verklaring dan dat het contact met justitie onvermijdbaar in een negatieve context gebeurt, want ofwel ben je slachtoffer, ofwel ben je dader.”

“Maar je ziet toch ook dat mensen niet zo tevreden zijn over de toegankelijkheid van justitie en de gebruikte taal. Er is een gebrek aan procedurele rechtvaardigheid. Ondanks alle laagdrempelige televisieprogramma’s en podcasts is justitie voor veel mensen nog onvoldoende uitgelegd en transparant. Daarom willen drie op de vier ook dat zittingen worden gefilmd.”

“Als wetenschapper moet ik zelf ook vaak een lijdensweg afleggen om arresten en vonnissen te vinden. Als je wilt werken aan het vertrouwen, moet het contact met de burger beter. Daar maak of kraak je het.”

Niet alleen daalt het vertrouwen, er blijkt ook een sociale kloof te ontstaan, die bij ons meer groeit dan elders.

“Ik denk dat de moord op Julie Van Espen en de zaak-Sanda Dia hun stempel hebben gedrukt op de resultaten. Je merkte dat ook in het Eén-programma Eerste keus bij die scholieren in Kortrijk. ‘Wie rijk is, komt met alles weg’, klonk het.

“Dat noemen we in de wetenschap de distributieve rechtvaardigheid: sommige burgers hebben het idee dat justitie niet iedereen gelijk behandelt. Dat gevoel van klassenjustitie kunnen we niet louter aan de rechtsmacht toeschrijven. Het wordt gevoed door politici, die het hebben over activistische rechters. Het in vraag stellen van de rechtsstaat knabbelt aan het vertrouwen in justitie, zeker in combinatie met de mediatieke zaken en de uithalen naar klassenjustitie.”

“Er is nu een generatiewissel bezig in de magistratuur, maar alleen met anders aanwerven zullen we er niet geraken. Er is iets fundamentelers aan de hand. De cijfers tonen een probleem met bepaalde groepen.”

Opvallend, Belgen met herkomst in het buitenland hebben minder vertrouwen in justitie, behalve de echte nieuwkomers. Zij staan zelfs positiever tegenover Belgische justitie dan Belgen zonder migratie achtergrond. Hoe kan dat?

“Er is interessant onderzoek in Groot-Brittannië naar gevoerd. Je ziet dat migranten van de eerste generatie vaak uit minder democratische regio’s komen, met meer corruptie. Hier komen ze dan in een andere realiteit terecht.”

“Omdat ze zichzelf ook als vreemdeling beschouwen, begrijpen ze dat anderen soms argwanend zijn. Die tweede en derde generatie redeneert dat hun ouders of grootouders niet goed genoeg behandeld zijn. En ze voelen zich anders bekeken, ook al praten ze de taal, gaan ze naar school en hebben ze zich opgewerkt in de maatschappij.”

“Die reflex doet het vertrouwen in alle instellingen dalen. Dat bewijst dat racisme en discriminatie heel diep doorwerken en mensen zich erdoor gaan afzetten tegen de samenleving.”

Het vertrouwen in alle instellingen daalt, behalve dat in de politie. Nochtans keerden de Black Lives Matter-protesten zich toch tegen de politie?

“Ja, maar het beeld over de politie is genuanceerder. Agenten staan veel dichter bij de mensen, terwijl je justitie toch pas tamelijk ver in de strafrechtketen tegenkomt. Er zijn wel bezorgdheden in dat direct contact met de politie, bijvoorbeeld bij etnisch profileren, maar in zaken zoals de ontploffing in Hoboken zijn politie en brandweer helden. Over justitie leeft nog altijd het beeld van de rechter op zijn troon, ook al klopt dat niet meer.”

“De politie heeft ook een moderner imago. De burger die nagenoeg alle handelingen op zijn gsm doet, komt bij een justitie waar zaken nog op papier moeten gebeuren en erg lang op zich laten wachten. Dat geeft een oubollige indruk.”

Het verbaast niet echt dat de burger strengere straffen wil, maar voor verkeersmisdrijven geldt blijkbaar het omgekeerde?

“Typisch. (lacht) Als de straf over mij gaat, dan liever toch niet te streng. Terwijl wetenschappelijk onderzoek het omgekeerde zegt. Als strenger straffen ergens helpt, dan wel in dit domein. Streng optreden in verkeerszaken leidt tot gedragsverandering, terwijl dat bij andere overtredingen van de wet minder effect heeft.”

“Er is een verrechtsing in de maatschappij die leidt tot de overtuiging dat een strenge straf voor afschrikking zorgt. Het is al zeer vaak aangetoond dat dat niet werkt, zoals een pak rammel voor een kind ook niet werkt. Gevangenisstraffen leiden vaker tot recidive.”

Bron » De Morgen

Vertrouwen in justitie daalt, en vooral bij lagere klassen

De Hoge Raad voor Justitie, onlangs nog zelf in het vizier door examenfraude, stelt vast dat het vertrouwen in het recht en de rechtvaardigheid al meer dan tien jaar daalt. En opvallend: die daling lijkt zich vooral af te spelen bij de lagere sociale klasse.

In de nasleep van de zaak-Dutroux is de Hoge Raad 25 jaar geleden opgericht om het vertrouwen in justitie te herstellen. Een van de taken was het objectiveren van de benoemingen van magistraten. Des te pijnlijker is het schandaal rond examenfraude dat dit voorjaar losbarstte binnen de Raad. Net op dat moment, in maart en april, deed de Raad een bevraging bij de Belgische bevolking.

Daaruit blijkt dat het vertrouwen van de burger in justitie sinds 2007 met 12 procentpunt is gedaald. De korte, steile toename in vertrouwen na het dieptepunt van de zaak-Dutroux, is intussen bijna helemaal kwijtgespeeld.

Justitie staat daarmee niet alleen, ook het vertrouwen in de pers en de politiek is in vrije val. Het vertrouwen in de handhaving blijft daarentegen overeind: 81 procent van de Belgen heeft vertrouwen in onze politie, tegenover 54 procent onze justitie.

“Het verbaast me niets,” zegt Najat Arbib, lid van de Hoge Raad en rechter in Luik, “als ik zie wat ik allemaal te horen krijg als reactie op mijn job. Of het nu gaat over ‘gouvernement des juges’ of dat we de voeling met de burger kwijt zijn.”

Klassenjustitie

Gezien de discussies over klassenjustitie na de zaak-Sanda Dia heeft de Hoge Raad voor haar justitiebarometer voor het eerst ook sociale klasse bevraagd. Dat leert niets over de mate waarin rechters anders oordelen over wie een andere achtergrond heeft. Wel blijkt dat wie zichzelf als behorend tot de arbeidersklasse of de lagere middenklasse inschat, significant minder vertrouwen heeft in justitie dan de hogere klassen.

Met cijfers van de Eurobarometer toont socioloog Maarten Hermans (VUB/denktank Minerva) dat de klassenongelijkheid op dit punt almaar groeit. “Het verschil in vertrouwen tussen hogere klasse en lagere sociale klasse is in tien jaar tijd verdrievoudigd”, zegt Hermans. “En die sociale kloof is in België uitzonderlijk groot, en groeit sterker dan in de rest van Europa.”

Hoe noordelijker je in Europa woont, hoe meer vertrouwen in justitie er is. Als het gaat over de klassenpolarisatie in vertrouwen in het rechtssysteem laat België alleen Luxemburg en Slovenië achter zich.

Het gebrek aan vertrouwen is ook gemeten door verschillende uitspraken over justitie voor te leggen. Ook die tonen in de meeste gevallen een daling, bijvoorbeeld als het gaat over de rechtvaardigheid van beslissingen of de onafhankelijkheid van rechters. En ook die dalingen hangen vaak samen met sociale achtergrond. Hoe lager de sociale klasse van iemand, hoe meer hij of zij vindt dat rechters niet alle burgers op gelijke wijze behandelen.

Strenger

De meningen over justitie zijn allicht meer dan alleen buikgevoel van een burger die nooit in de rechtbank komt. Wie de afgelopen vijf jaar betrokken was bij een rechtszaak gaat vaker niet akkoord met de uitspraak dat beslissingen rechtvaardig zijn.

De Hoge Raad is de mening toegedaan dat er een oplossing ligt in de aanwerving van magistraten. Die groep zou nu nog te weinig sociaal divers zijn, waardoor een deel van de bevolking zich niet herkent in de magistratuur.

Toch blijkt uit de bevraging ook dat de burger vindt dat justitie een aantal zaken anders moet aanpakken. Eenvoudig samengevat: het moet strenger. Bijna acht op de tien respondenten vinden dat gevangenisstraffen van minder dan drie jaar moeten worden uitgevoerd. Dat is onder de Vivaldi-regering al aangescherpt.

Zo’n 75 procent van de respondenten vindt dat veroordeelden ook tot het einde van hun straf in de gevangenis moeten blijven. Tien jaar geleden was dat nog maar 60 procent, twintig jaar geleden maar net meer dan 50 procent.

Opvallend, de burger wil alles strenger bestraffen, behalve: verkeersovertredingen. Twee op de drie burgers vindt dat verkeersmisdrijven voldoende of te streng worden bestraft.

Een tweede paradox is dat burgers enerzijds meer gevangenisstraffen willen, maar anderzijds ook wel meer alternatieve straffen, zoals de enkelband. Negen op de tien Belgen zijn voorstander van verzoening voor een rechter een zaak behandelt. Ook herstelbemiddeling tussen dader en slachtoffer krijgt steun van meer dan acht op de tien Belgen. Hilde Melotte, voorzitter Hoge Raad voor de Justitie, denkt dat justitie daar meer op kan inzetten.

“Voor het eerst hebben we nu een gedetailleerd zicht op het verschil in vertrouwen tussen sociale klassen”, zegt Melotte. “Het debat en de reflectie over mogelijke maatregelen, doelgerichte aanpak en beleid moet nu absoluut volgen. We moeten proberen om de noden van rechtszoekenden beter te begrijpen.”

Bron » De Morgen