Internationale uitwisseling DNA-sporen levert maandelijks 440 matches op

De internationale uitwisseling van DNA-sporen tussen België en 22 andere EU-landen is een groot succes. Elke maand levert die uitwisseling ons land 440 bruikbare DNA-sporen op in de strijd tegen de misdaad. Dat zegt Justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open Vld) vandaag in het Nieuwsblad en in de kranten van Sudpresse.

In vele duizenden gevallen kon DNA uit de Belgische databank gelinkt worden aan buitenlandse personen die in verband werden gebracht met een misdrijf. Zo waren er al 1.745 identificaties van Nederlanders en 2.565 Fransen.

De uitwisseling van DNA-gegevens tussen Frankrijk en België heeft ook voor een doorbraak gezorgd in een aanrandingsdossier. Bijna dertig jaar lang heeft de dader slachtoffers kunnen maken aan beide zijden van de Frans-Belgische grens. In 2018 werd hij gearresteerd in België en konden zijn sporen gelinkt worden aan het DNA-profiel.

Derde in het rijtje zijn de Duitsers met 1.670 identificaties.

Minister van Justitie Van Quickenborne wil nu ook snel een uitwisseling opstarten met Denemarken, Ierland en Cyprus. “Misdaad kent geen grenzen, de internationale uitwisseling van DNA-gegevens is essentieel in de strijd tegen terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit en aanranding. Hoe meer onze database wordt gevoed, hoe groter de kans op een match”, zegt hij in de krant.

Bron » De Morgen

Ex-rechtbankvoorzitter Hennart (67) sluit politieke carrière niet uit

Luc Hennart, sinds kort op pensioen na jarenlang voorzitter te zijn geweest van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel, sluit niet uit dat hij nog een politieke carrière start. Dat zegt hij in een interview met La Dernière Heure.

De perfect tweetalige Hennart (67), altijd met een strikje om, is een graag geziene gast in praatprogramma’s in Franstalig België. In eerdere interviews stak de zestiger zijn sympathie voor de PS niet onder stoelen of banken. “Ik ben overal klaar voor. Ik sluit niets uit, alle perspectieven zijn open. Mijn hart ligt aan de linkerkant, dat is altijd zo geweest. Maar laten we niet vergeten ik 67 jaar oud ben”, klinkt het.

Bron » Het Laatste Nieuws

Voor het eerst zijn Britse en Belgische DNA-databank gelinkt: mogelijke doorbraak in 4 onopgeloste moorden

De koppeling van de Belgische en Britse DNA-databank heeft voor een mogelijke doorbraak gezorgd in 312 strafdossiers, waaronder 4 moorden. Enkele weken geleden werden de databanken voor het eerst met elkaar vergeleken. “De Britse databank is enorm”, zegt Bieke Vanhooydonck van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie. “Er zitten wel 5 miljoen gekende DNA-stalen in.”

In de Belgische DNA-databank zitten zo’n 61.000 stalen. Die stalen werden de afgelopen jaren ergens in ons land aangetroffen op een plaats delict. “Denk aan speeksel of sperma dat werd aangetroffen in een kamer waar iemand is aangerand. Of bloed dat werd aangetroffen bij een moord. Al die stalen worden verzameld en opgeslagen”, zegt Bieke Vanhooydonck. Zij is gerechtelijk deskundige bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) dat de databank beheert.

“Maar ongeveer 30.000 van die 61.000 stalen zijn totaal onbekend”, gaat Vanhooydonck verder. “We weten niet van wie het staal is. Zo kunnen dossiers waar dat DNA een hoofdrol in speelt vaak ook niet worden opgelost.” De andere 30.000 stalen konden wel al gelinkt worden, bijvoorbeeld aan Belgen die al eens veroordeeld werden.

Enkele weken geleden, net voor Kerstmis, werd voor het eerst de Belgische DNA-databank met de Britse vergeleken. “De bij ons onbekende stalen werden dus door de Britse lijsten van gekend DNA gehaald, en vice versa. Dat leverde voor België 312 matches op”, merkt Vanhooydonck op. Die matches zijn in hoofdzaak terug te leiden naar (soms gedeeltelijk) onopgeloste dossiers van woninginbraken. 223 van de identificaties hebben met zulke dossiers te maken. Maar er werden ook namen geplakt op onbekende DNA-stalen uit 4 moordzaken. Er zijn ook nog identificaties in dossiers van aanrandingen (12), diefstallen met geweld (18), criminele netwerken (14), drugsdossiers (12) en nog tientallen andere soorten dossiers.

Voor alle duidelijkheid: in 312 zaken is er nu een nieuw spoor, maar het is niet zo dat al die geïdentificeerde DNA-stalen ook automatisch tot absolute doorbraken in de dossiers zullen leiden. “Het Belgisch gerecht kan nu de namen opvragen van de mensen wier DNA is gematcht, en dan kijken of ze ze willen ondervragen. Want het is niet omdat iemands DNA gevonden is in de ruimte waar een aanranding heeft plaatsgevonden, dat die er ook daadwerkelijk iets mee te maken heeft en ook een verdachte wordt”, onderstreept Vanhooydonck. Al kunnen die mensen misschien wel extra context aanbrengen en zo het onderzoek een nieuwe wending geven.

Grootste database

De Belgische database wordt al op regelmatige basis vergeleken met die van zo’n 20 andere Europese lidstaten. “Naar de koppeling met de Britse databank keken we al extra lang uit”, onderstreept Vanhooydonck. “Want ze is echt enorm, er zitten maar liefst 5 miljoen gekende stalen in. Je moet in het Verenigd Koninkrijk al DNA afstaan als je wordt gearresteerd. En dat komt dus allemaal in de database terecht”, verduidelijkt de gerechtelijk deskundige. De Belgische database is volgens haar dan weer relatief klein, vanwege de strenge wetgeving in ons land. “In België moet je in principe pas DNA afstaan als je effectief veroordeeld wordt voor zware feiten. Dus de drempel om DNA te mogen afnemen is hier veel hoger, en dus is onze database ook veel kleiner.”

Door de koppeling van de databanken konden ook de Britse speurders enkele tientallen onbekende DNA-stalen uit Britse dossiers nu aan een naam linken. De koppeling tussen de twee databanken gebeurt vanaf nu elke dag, automatisch. Vandaag wordt ook voor het eerst een link gemaakt met de database van Hongarije. “Ze hebben veel gekend DNA, dus hopelijk levert het wat op. We zouden ook graag willen vergelijken met de Italiaanse databank, maar die staat nog niet op punt”, besluit Vanhooydonck.

Bron » VRT Nieuws

Zes politieke moorden blijven voor eeuwig een mysterie

Een van de meest enigmatische gerechtelijke dossiers uit de Belgische geschiedenis is voorgoed begraven. Abdelkader Belliraj gaat in ons land definitief vrijuit voor zes moorden.

Abdelkader Belliraj (63), de ‘superterrorist’ uit Evergem, werd sinds 2008 in ons land verdacht van zes politieke moorden uit 1988 en 1989. Maar die misdrijven zijn vandaag – 30 jaar na de feiten – stuk voor stuk verjaard. Dat heeft de ­kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Brussel donderdag beslist na jarenlang juridisch getouwtrek.

Belliraj werd in 2008 in Marokko tot levenslang veroordeeld omdat hij betrokken zou zijn geweest bij een complot om in Marokko ­hoge militairen, politici en Joden te vermoorden. Op het moment dat hij in Marokko werd opgepakt, woonde Belliraj, bijgenaamd ‘de mankepoot’, al enkele jaren of­­fi­cieel in Evergem. Hij reisde vanuit ons land veel, onder meer naar ­Libanon, Algerije en Libië, en keerde ook vaak terug naar zijn thuisland Marokko.

Aan de Marokkaanse speurders vertelde hij hoe hij in augustus 2001 naar Afghanistan reisde en daar Osama bin Laden ontmoette. Belliraj zei ook aan de Marokkaanse politie dat hij sinds 2001 een tipgever was van de Belgische Staatsveiligheid. De Staats­veiligheid heeft altijd geweigerd dat te bevestigen of te ontkennen. Maar tijdens de recente zittingen voor de KI bleek dat inderdaad te kloppen. Of Belliraj Bin Laden echt heeft ontmoet, zal allicht altijd een mysterie blijven.

Aboe Nidal

Maar Belliraj praatte niet alleen over Bin Laden. Tijdens zijn ondervraging in 2008 bekende hij aan de Marokkaanse speurders ook op een bijzonder gedetailleerde manier hoe hij eind jaren 80 samen met zijn kleine terroristische cel in Brussel in opdracht van de beruchte Palestijnse terrorist Aboe Nidal zes politieke moorden had gepleegd. Ook voor die moorden werd hij in Marokko veroordeeld.

De moorden die de grootste weerklank kregen, waren die op de imam van de Brusselse grote moskee, Abdulah Al Ahdal, en zijn vicedirecteur Salem Bahri op 29 maart 1989 (beiden Saudi), en die op de Joodse dokter Joseph Wybran op 3 oktober 1989. Die moordzaken beheersten destijds dagenlang het nieuws. Belliraj zei in zijn bekentenis van 16 februari 2008: ‘Ik kreeg de opdracht van de organisatie van Aboe Nidal om in België een lijst aan te leggen van Joodse personaliteiten die we als doelwit konden nemen en liquideren. Met hetzelfde doel legde ik een lijst aan van Saudische hooggeplaatsten in België. Ook hen wilde Aboe Nidal liquideren. Zo wilde hij het Saudische regime dwingen om Aboe Nidal financieel te steunen, en niet alleen de PLO van Yasser Arafat. Speciaal daarvoor heb ik in België een cel opgericht.’

Behalve de moorden op Joodse en Saudische personaliteiten bekende Belliraj aan de Marokkaanse politie ook nog de moord op de klusjesman van de Saudische ambassade en twee moorden die alleen kleine berichten in de kranten hadden opgeleverd. De eerste was die op de homoseksuele kleer­maker Marcel Bille, die volgens Belliraj ‘een Joodse seksuele deviant was’, de tweede op de kruidenverkoper Raoul Schouppé. Alweer bleken zijn bekentenissen griezelig precies.

Raison d’état

Toen hij een paar maanden later in zijn cel in Marokko door Belgische speurders ondervraagd werd, trok Belliraj zijn bekentenissen weer in. Zijn advocaat Vincent Lurquin is altijd blijven volhouden dat Belliraj zijn bekentenissen in Marokko onder druk van foltering heeft afgelegd. Ook de vermoedelijke medeplichtigen van Belliraj die nog in België wonen, brachten geen opheldering. Zij ontkenden dat ze iets te maken hadden met de moorden die Belliraj hen had aangewreven. Ze kenden hem wel en net zoals hij waren ze in de jaren 80 politiek actief geweest in pro-Iraanse bewegingen.

Het juridische getouwtrek duurde jaren en uiteindelijk vroeg het federaal parket aan de KI om Belliraj niet te vervolgen. Volgens het parket waren er geen aanwijzingen dat hij betrokken was bij de moorden. De KI heeft zich woensdag over die vraag niet uitgesproken, maar heeft wel de verjaring vastgesteld. ‘De weduwe van dokter Wybran vecht al dertig jaar voor gerechtigheid’, zei haar advocate Michèle Hirsch vrijdag aan De Standaard. ‘Ze kent dankzij Marokko een deel van de waarheid. Maar in België zal ze nooit gerechtigheid vinden.’

Voor Hirsch staat het boven elke twijfel dat Belliraj de moordenaar van dokter Wybran is. ‘Een zesvoudige moordenaar was tegelijk een informant van onze Staatsveiligheid die moest infiltreren in het terroristische milieu. Dat het federaal parket niet heeft doorgeduwd in deze zaak, heeft maar één oorzaak: raison d’ état, staatsbelang.’

Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut

Levenslang in Marokko wegens 6 moorden in België, maar vermeende terrorist wordt straks bij ons wellicht buiten vervolging gesteld

Krijgt het federaal parket zijn zin, dan wordt Abdelkader Belliraj (63) donderdag door de Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) buiten vervolging gesteld voor zes terroristische moorden die in Brussel gepleegd werden in 1988 en 1989. Raar maar waar: dat terwijl de man in Marokko een levenslange straf uitzit nadat hij er uitgerekend die zes moorden zou bekend hebben. Het lijkt niet te rijmen

Er is de Bende van Nijvel. En dan de zes onopgehelderde terreurmoorden in het Brusselse van eind de jaren 1980. Twee loodzware dossiers die al decennia op een ontknoping wachten. Twaalf jaar geleden leek de oplossing voor het tweede dossier uit Marokko te komen, waar Abdelkader Belliraj, een Belgisch-Marokkaanse man uit Evergem, bekentenissen zou afgelegd hebben. Maar dat is nu helemaal niet meer zo zeker als het toen leek.

Zes op rij

Eerst de feiten op een rijtje. Op 23 juli 1988 werd kruidenier Raoul Schouppe (65) vermoord achter de kassa van zijn zaak. Belliraj zou gedacht hebben dat hij van joodse afkomst was. Op 16 augustus 1989 werd Abdullah Al Ahdal (36), de imam van de Grote Moskee in Brussel, met een wapen van zelfde kaliber 7,65 mm doodgeschoten. Omdat hij de verzoening predikte tussen joden en moslims. Ook de bibliothecaris van de moskee, Salem Bahri (48), rechterhand van de imam, werd die dag vermoord.

Drie maanden later werd Samir Gahez-Rasoul (24), klusjesman op de ambassade van Saoedi-Arabië, van kortbij doodgeschoten. Zijn werkgever reageerde te lauw op De Duivelsverzen van auteur Salman Rushdie. En op 3 oktober 1989 werd het lichaam van dokter Joseph Wybran (49), voorzitter van Joodse Organisaties, levenloos op de parking van het Erasmusziekenhuis in Anderlecht aangetroffen.

Veel overeenkomsten

Haat, vergelding, een wapen van kaliber 7,65 mm, van dichtbij doodgeschoten, telkens een kogel in het hoofd. Overeenkomsten tussen de moorden waren er genoeg. Toch beten de speurders hun tanden stuk op de zaak. Tot die bekentenissen van Belliraj tijdens een verhoor in 2008 na zijn arrestatie op verdenking van staatsterrorisme in de Marokkaanse stad Fez.

Voor de nabestaanden van de zes slachtoffers bestaat er geen twijfel: “Belliraj legde omstandige verklaringen af over de manier waarop de moorden voltrokken werden. Hij was dader of opdrachtgever”, besluiten zij. “Mijn cliënt werd tijdens het verhoor gefolterd. Dat proces-verbaal is een vals bewijsstuk”, weerlegt meester Vincent Lurquin, advocaat van Belliraj.

Licence to kill

Het federaal parket spaarde kosten noch moeite, maar 12 jaar onderzoek en 100.000 bladzijdes later werd “geen bewijs gevonden van de betrokkenheid van Belliraj in de onopgehelderde moorden”. De nabestaanden leggen er zich niet bij neer. “Geen wonder”, sneerde meester Michèle Hirsch, de advocate van de weduwe van dokter Wybran onlangs in de Franstalige pers. “Belliraj werd in de jaren 1990 door de Staatsveiligheid ingehuurd als informant. De inlichtingendienst kan een proces, waarop zij zou moeten bekennen dat zij een moordenaar in dienst nam en in ruil daarvoor bescherming bood, missen als kiespijn.”

De Staatsveiligheid heeft altijd ontkend dat zij Belliraj een soort van “licence to kill après la lettre” zou gegeven hebben. De inlichtingendienst heeft Belliraj integendeel jaren als tegenstander van het regime van de Marokkaanse koning Hassan II in de gaten gehouden. Maar nooit is een link gevonden tussen Belliraj en een (islamitische) terreurbeweging. Belliraj werd ook nooit als informant ingehuurd. “Indien hij bescherming had genoten, had men toch alles in het werk gesteld om hem niet in zijn cel te laten verkommeren”, aldus meester Lurquin. “Dat is niet gebeurd.”

Tegengestelde besluiten?

De teerling is geworpen. De kans is reëel dat de KI Belliraj buiten vervolging stelt voor de zes moorden die hem al 12 jaar boven het hoofd hangen. Maar gaat daarmee zijn grote droom in vervulling? Het lijkt de wereld op zijn kop, maar Belliraj wil koste wat het kost voor een assisenhof in België verschijnen. Terwijl het openbaar ministerie, de aanklager dus, daar geen reden voor ziet bij gebrek aan bewijslast. Belliraj dreigt daardoor de kans te missen om in het openbaar zijn onschuld uit te schreeuwen. Want wat moet er met hem gebeuren indien België en Marokko tot twee totaal verschillende besluiten zouden komen?

Bron » Het Nieuwsblad