Spijtoptantenregeling blijft overeind voor Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft een reeks beroepen verworpen tegen de spijtoptantenregeling die tijdens de vorige legislatuur groen licht kreeg in de Kamer. Twee verdachten in het gerechtelijk onderzoek Operatie Zero over voetbalfraude waren naar het Hof gestapt, maar dat stelde hen in het ongelijk. Voetbalmakelaar Dejan Veljkovic is de eerste spijtoptant van ons land die met het federale parket een deal sloot. Het Grondwettelijk Hof gaf wel enkele voorwaarden mee over hoe een aantal bepalingen geïnterpreteerd moet worden.

De zogenaamde pentiti-regeling was een geesteskind van de regering-Michel. Spijtoptanten zijn mensen die in ruil voor strafvermindering uit de biecht klappen over andere verdachten of medeplichtigen bij een misdrijf. In verschillende andere landen bestond al zo’n regeling, die vruchten had afgeworpen tegen de georganiseerde misdaad en het terrorisme. De vraag om een procedure stak in ons land geregeld de kop op, bijvoorbeeld in de zoektocht naar de daders van de Bende van Nijvel.

Het was echter Dejan Veljkovic die de primeur wegkaapte. Hij legde verklaringen af bij de speurders van de federale gerechtelijke politie in ruil voor een gunstige sanctie. Hij zal vijf jaar cel met uitstel en een boete van 80.000 euro krijgen. Hij riskeert ook een reeks verbeurdverklaringen van gelden en goederen die op illegale wijze verkregen werden.

Huiszoekingen en arrestaties

De bom in het voetbalfraudedossier barstte in oktober 2018 met een reeks huiszoekingen en arrestaties van onder meer Veljkovic en Mogi Bayat. Veljkovic deed eigenaardige transacties met dertig rekeningen in een financiële instelling in Genk. Het federale parket startte eind 2017 een gerechtelijk onderzoek.

Al op 15 oktober 2018, nog voor de eerste verschijning voor de raadkamer in Tongeren, had de verdediging van Veljkovic tot het federale parket toenadering gezocht. Via zijn raadsman Kris Luyckx had Veljkovic zich ertoe verbonden om uitgebreide verklaringen af te leggen. Niet alleen over zijn eigen activiteiten als voetbalmakelaar in binnen- en buitenland, maar ook over de rol van de voetbalclubs, andere makelaars en spelers.

Indertijd kondigde hij aan dat ook de financiële constructies en geldstromen aan bod zouden komen. Tientallen uren werd Veljkovic door de speurders ondervraagd.

Van Holsbeeck

In het onderzoek rond Veljkovic waren de voorbije maanden een resem bekende zwaargewichten uit het voetbal verhoord. Denk maar aan Georges Leekens, Herman Van Holsbeeck, Peter Maes, Ivan Leko, scheidsrechters, clubbestuurders en voetballers.

Nadat bekend geraakt was dat Veljkovic gebruik maakte van de spijtoptantenregeling klonken er bezwaren bij de raadslieden van andere verdachten in het voetbalfraudedossier. Advocaten Joris Van Cauter en Frank Scheerlinck startten daarom bij het Grondwettelijk Hof een vernietigingsprocedure voor de wet inzake de spijtoptantenregeling, maar die blijft nu dus onveranderd.

Bron » Het Laatste Nieuws

Een leugendetector vindt geen leugens, ook al mag het van de wet

Het gebruik van de polygraaf (of leugendetector) in politieonderzoeken wordt ingeschreven in de wet. Psychologen én advocaten krijgen er meetbare rillingen van.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers buigt zich vandaag normaal gezien over een wetsvoorstel dat de polygraaf wettelijk moet regelen. Het wetsvoorstel passeerde al de bevoegde commissie, naar alle waarschijnlijkheid wordt het ook plenair goedgekeurd.

‘Dit wetsvoorstel is een schande’, fulmineerde UGent-psycholoog Wouter Duyck in een tweet toen het voorstel in de commissie werd behandeld. ‘In élke opleiding psychologie wordt de leugendetector gedoceerd als kwakzalverij. We zullen er dit wetsvoorstel aan toevoegen.’

Deze namiddag was Duyck niet beschikbaar voor bijkomende commentaar, maar in zijn post van vorige week verwijst hij naar een publicatie van de American Psychological Association uit 2004. Dat plaatst grote vraagtekens bij de accuraatheid van ‘het populaire culturele icoon, met de polygraafpen die wild heen en weer schiet op een bewegend papier als makkelijk te herkennen symbool’.

De essentie van de kritiek is dat de leugendetector geen leugens opspoort. De test meet fysiologische reacties: hartslag, bloeddruk, ademhaling en huidgeleiding. Maar omdat iedereen anders reageert wanneer hij of zij liegt, zeggen die fysiologische reacties weinig. ‘Een eerlijk persoon kan nerveus zijn als hij eerlijk antwoordt en een oneerlijke persoon is misschien niet angstig.’

Het probleem is dat er bij polygraaftests nooit een ‘placebotest’ is uitgevoerd, waarbij wordt getest wat het effect ervan is bij iemand die gewoon gelooft in de werking van de test. ‘Proefpersonen die geloven dat de test werkt en dat leugens dus worden gedetecteerd, kunnen bekennen of zullen zeer angstig zijn als ze worden ondervraagd’, stellen de Amerikaanse psychologen. ‘Als dat zo is, kan de leugendetector beter een angstdetector worden genoemd.’ De controlevragen die tijdens zo’n test worden gebruikt, zouden bovendien zelfs een averechts effect hebben. ‘Er is weinig basis voor de waarde van polygraaftesten’, luidt de conclusie.

Vermoeden van onschuld

Open VLD-Kamerlid Katja Gabriëls, die samen met Egbert Lachaert en Goedele Liekens het voorstel indiende, is zich bewust van de beperkingen van de leugendetector. ‘Die is enkel bedoeld als ondersteunend element in een dossier’, zegt Gabriëls. ‘Het kan nooit het enige bewijsmiddel zijn. Er zijn overigens maar weinig elementen in een strafzaak die honderd procent sluitend zijn. Denk maar aan verslagen van psychiaters of pathologen. Zelfs DNA is dat niet. Het doel van de polygraaf kan ook zijn om een bekentenis te verkrijgen. In zedenzaken heeft het zijn nut al bewezen.’

Gabriëls en haar collega’s goten het gebruik van de polygraaf in wettelijke regels omdat politie, toezichthouder Comité P en het gerecht daarvoor vragende partij zijn. Belgische politiediensten gebruiken de polygraaf al jaren, al is daar geen echt juridisch kader voor. ‘Het gebeurt op basis van omzendbrieven’, zegt Gabriëls. ‘Ons voorstel biedt hen rechtszekerheid.’

In 2018 leidden testen met de polygraaf tot 28 bekentenissen. Datzelfde jaar werden 309 zulke testen uitgevoerd, blijkt uit het jongste jaarverslag van de federale politie. Meestal gaat het om zedenzaken. De polygrafisten zelf hameren er ook op dat het slechts een hulpmiddel is voor het onderzoek.

‘Toch is het hoogst onzeker of de bevindingen (van de leugendetector, red.) niet onbewust een grote rol spelen bij de beslissing van de rechter, laat staan het oordeel van een lekenjury beïnvloeden’, reageert de Orde van Vlaamse Balies op de wettelijke regels. ‘Hetzelfde geldt voor wanneer iemand weigert om deel te nemen aan de test. Hoewel daaraan “geen enkel rechtsgevolg kan worden verbonden”, is het nog maar de vraag of dat vermoeden van onschuld in de praktijk gegarandeerd kan worden.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Raad van Europa: “België moet regels over nevenactiviteiten politie herzien”

België moet het systeem voor de toekenning van nevenactiviteiten aan politieagenten herzien. Dat zegt Greco, het anticorruptieorgaan van de Raad van Europa, bij de publicatie van zijn vijfde evaluatierapport. Ook roept Greco ons land op de regels voor de integriteit van de ministers en hun kabinetsleden aan te scherpen.

De federale politie van België heeft een goed imago bij de bevolking, maar ze heeft een gebrek aan middelen, die onder meer de diensten voor preventie en bestrijding van corruptie treft, zegt Greco (Groep van Staten tegen Corruptie) vandaag in een persmededeling.

De beperkingen op de uitoefening van nevenactiviteiten bij de federale politie werden volgens de groep onlangs bijna volledig opgeheven. “Deze verandering roept veel vragen op in het licht van de preventie van belangenconflicten”, klinkt het in het rapport. “Greco meent dat de uitoefening van nevenactiviteiten door transparante criteria en door een effectieve controle moet worden omkaderd. “Meer algemeen moet het hele interne controlesysteem meer proactief zijn.”

Geen integriteitsbeleid of deontologisch kader

Voorts is er volgens Greco omzeggens geen integriteitsbeleid noch een deontologisch kader van toepassing op de ministers in België. “Volledig naar hun believen kunnen ze kabinetsleden aanwerven en verlonen.” Dus moeten inspanningen worden gedaan om de voorwaarden voor de aanwerving en tewerkstelling van kabinetsmedewerkers te omkaderen en om hun activiteit transparanter te maken.

Greco zal de uitvoering van de jongste aanbevelingen aan België in 2021 evalueren. De verbeteringen in de aangifte van mandaten die werden doorgevoerd na de vorige evaluatie door Greco, moeten worden voortgezet, zo staat nog in de mededeling.

Bron » Het Laatste Nieuws

1.100 mensen opgespoord door DNA-databanken

Vorig jaar zijn 9.193 nieuwe DNA-profielen opgenomen in de Belgische databanken. Daardoor werden ruim 1.100 gezochte personen – zowel verdachten in lopende dossiers als vermiste personen – geïdentificeerd. 5.186 profielen kwamen terecht in de DNA-databank criminalistiek (voor verdachten) en 3.971 profielen belandden in de databank voor veroordeelden.

In die twee databanken samen zitten intussen meer dan 115.000 profielen. Tot slot werden 36 nieuwe profielen toegevoegd aan de DNA-databank voor vermisten, die nu in totaal 183 profielen bevat. Vorige week nog raakte bekend dat het federaal parket in het dossier van de Bende van Nijvel van honderden mensen een DNA-staal wil, om te vergelijken met sporen uit het onderzoek.

Bron » Het Laatste Nieuws

‘Justitie verkeert in totaal verval’

Loont criminaliteit? ‘In veel gevallen betaalt wie een minnelijke schikking sluit minder dan dat het misdrijf opbracht’, zegt Brussels onderzoeksrechter Michel Claise.

‘De minnelijke schikking is een goed instrument om kleine strafzaken af te wikkelen, zoals iemand die zijn vrouw heeft geslagen. Maar in grote financiële zaken kan wie geld heeft zijn strafblad maagdelijk houden. Dat kan mensen tegen de borst stuiten’, zegt Michel Claise.

De Brusselse onderzoeksrechter weet waarover hij spreekt. Hij pakt al jaren de grote financiële criminaliteit aan. Op zijn bevel werden in 2013 huiszoekingen uitgevoerd bij een twintigtal cliënten van de bank HSBC. Meer dan 3.000 Belgische klanten konden jarenlang terecht bij HSBC Private Bank in het Zwitserse Genève om miljarden euro’s zwart geld verborgen te houden voor onze fiscus. Claise beschuldigde HSBC van ernstige en georganiseerde fiscale fraude, witwassen en zelfs het vormen van een criminele organisatie. Uiteindelijk legde HSBC vorig jaar 295 miljoen euro op tafel om vervolging af te kopen, de grootste minnelijke schikking ooit in ons land.

Komt HSBC in die miljardenzaak toch niet te gemakkelijk weg? Veel mensen bekruipt een gevoel van klassenjustitie.

Michel Claise: ‘De Franse schrijver Jean de La Fontaine zei al ‘Selon que vous serez puissant ou misérable, les jugements de cour vous rendront blanc ou noir.’ Het parket onderhandelt vaak over minnelijke schikkingen die lager zijn dan de opbrengst van de misdrijven. In veel gevallen betaalt wie schikt minder dan dat het misdrijf opbracht.’

Is dat niet wraakroepend? Criminaliteit loont.

Claise: ‘Dat komt doordat onze instellingen niet werken. Het principe van de schikking is op zich niet slecht, maar alleen als de verdachte een echte revolver tegen het hoofd krijgt in de vorm van een strafapparaat dat werkt. Dan pas kan je hem dwingen het volledige bedrag en de nodige boetes erbovenop te betalen en alle burgerlijke partijen te vergoeden. Dat kan alleen als er geen gerechtelijke achterstand is en als alle gerechtelijke onderzoeken pico bello gevoerd kunnen worden met voldoende gespecialiseerde politiespeurders. Zolang dat niet het geval is, zijn de minnelijke schikkingen niet meer dan een pleister op de wonde.’

‘De maximumboetes zijn ook te laag in onze strafwet. De boetes voor economische en financiële criminaliteit, ernstige en georganiseerde belastingfraude, witwassen, grote oplichtingen, misbruik van vertrouwen… Alleen met serieuze boetes kan je meer druk uitoefenen op de mensen die vervolgd worden. Kijk naar Duitsland. Daar zijn ze veel strenger voor financiële criminaliteit. Daar worden ook de stromannen aangepakt, bij ons niet. Het verschil valt op.’

Moeten onze openbaar aanklagers meer hun tanden laten zien?

Claise: ‘Nu moeten ze telkens een pragmatische afweging maken: neem ik het risico een proces te voeren of speel ik op zeker met een minnelijke schikking? Want de verdachten kunnen allerlei strategieën uitspelen om de boel te vertragen. Ze kunnen hun advocaten gemakkelijk honderden pagina’s met conclusies laten indienen. In die situatie is de minnelijke schikking het minste kwaad. Maar het blijft een kwaad.’

Het is toch al jaren wraakroepend dat grote financiële onderzoeken, zeker in Brussel, zo vaak op niets uitdraaien door verjaring?

Claise: ‘Die vraag moet je niet aan mij stellen, als onderzoeksrechter. Wanneer gaan we onze justitie eindelijk de middelen geven die ze nodig heeft? Justitie verkeert als instelling ‘en perdition complète’. In totaal verval. Je moet magistraten aanwerven en de personeelskaders opvullen. We kunnen dat zo vaak uitschreeuwen, maar niemand luistert! De gevolgen zijn nochtans groot. We kennen de globale cijfers van de zware fraude, maar als je kijkt welk percentage wordt onderzocht en echt tot veroordelingen leidt, kan je alleen besluiten dat het veel, veel te weinig is.’

Als een groot dossier van u naar het parket vertrekt, vreest u dan telkens dat niets van de vervolging komt?

Claise: ‘Het is telkens een kwestie van geluk. Om te beginnen hangt veel af van de mensen die het dossier moeten afhandelen. In sommige dossiers heb ik jaren moeten wachten op de eindvordering van het parket. Soms zijn bij de openbaar aanklagers wel Lucky Lukes, die daar na drie maanden al klaar mee zijn. Maar dan zijn er nog de advocaten, die ook de zwaktes van het systeem kennen en die bijkomende onderzoeksdaden blijven vragen om de zaak te rekken. Waarom denkt u dat advocaten tot de laatste dag wachten om bijkomend onderzoek te vragen, hoewel ze al twee jaar eerder toegang kregen tot het dossier? Laten we niet hypocriet zijn. Natuurlijk is dat om tijd te winnen.’

‘Als wij zo’n vraag als onderzoeksrechter weigeren, moet de kamer van inbeschuldigingstelling daarover nog oordelen en daarna moet het dossier nog naar de raadkamer, waar er grote files zijn, en finaal komen we bij het Brusselse hof van beroep, waar het echt verschrikkelijk moeilijk is die processen behandeld te krijgen.’

Ook de procureur-generaal van Brussel, Johan Delmulle, brak bij het begin van het gerechtelijk jaar een lans om de zware en georganiseerde financiële en economische criminaliteit eindelijk goed aan te pakken.

Claise: ‘Maar ook de top van de federale politie moet eindelijk eens overtuigd geraken van het belang daarvan! De financiële criminaliteit aanpakken is duidelijk geen prioriteit voor hen. Ik stel permanent vast dat niet meer, maar minder politiespeurders worden vrijgemaakt voor dat soort criminaliteit. Waarom? België heeft het al zo moeilijk zijn begrotingen te doen kloppen. Zouden we niet eens stoppen met het geld alleen te halen uit de zakken van de mensen die werken? Zouden we niet eerder eens gaan jagen op het vuil geld? Niet alleen uit belastingfraude, maar ook bij de grote financiële criminaliteit en de miljardenopbrengsten van de wereldwijde drugshandel.’

‘Waarom wilde men enkele jaren geleden zelfs de centrale politiedienst voor de georganiseerde economische en financiële delinquentie volledig ontmantelen? Die dienst was een krachtig wapen. De terreurdreiging heeft veel politiecapaciteit opgeëist, maar nu die dreiging is gedaald, moeten we toch weer eens de financiële brigades versterken.’

Internationaal lijkt wel vooruitgang te zijn geboekt. De afgelopen jaren hebben tal van datalekken zoals de Panama Papers schermconstructies in belastingparadijzen blootgelegd. Ook het bankgeheim is versoepeld: tal van landen wisselen financiële gegevens uit. Kunnen fraudeurs en criminelen nog moeilijk schuilen in de wereld?

Claise: ‘Absoluut niet! De leaks hebben wel mensen ontmaskerd die gebruikmaakten van offshores in belastingparadijzen, maar het systeem van de offshores zelf is niet veranderd. En als je spreekt over het bankgeheim, dan stel ik toch vast dat er nog altijd landen zijn die nooit antwoorden als we vragen stellen over bepaalde bankrekeningen.’

Raakt u nooit ontmoedigd als u ziet dat hoofdverdachten in uw financiële dossiers na jaren onderzoek maar enkele maanden een elektronische enkelband moeten dragen en nooit de binnenkant van een cel zien?

Claise: ‘Helemaal niet. Ik doe gewoon voort. Aan Franstalige zijde in Brussel zijn we met drie financiële onderzoeksrechters, die allemaal hard werken. We zijn natuurlijk afhankelijk van de dossiers die men ons voorschotelt. We moeten er ook nog andere, niet-financiële dossiers bijnemen. Dat is geen ideale situatie. Als je een grote internationale oplichting of een groot bankendossier moet onderzoeken, dan vergt dat enorm veel tijd, met verplaatsingen naar het buitenland. En aan Franstalige zijde moeten we het nu al met twee onderzoeksrechters minder stellen en binnenkort zelfs drie minder. Dat is onhoudbaar.’

De regering stuurt erop aan meer zware fraudedossiers te laten onderzoeken door de belastingadministratie en minder door het gerecht.

Claise: ‘Dat kan, maar dan stel ik een onaangename vraag: zijn ambtenaren voldoende onafhankelijk tegenover hun minister als ze onderzoeken voeren? Ik denk het niet. Als onderzoeksrechter ben ik wel volledig onafhankelijk.’

U hebt in uw carrière al veel machtige mensen en sectoren aangepakt, van de haute finance, de top van de bedrijfswereld tot de voetbalwereld en de diamantsector. Ondervindt u daar persoonlijk de gevolgen van?

Claise: ‘(grijnst) Geen commentaar. Uiteraard zijn de mensen die ik tegenkom niet blij, maar als dat mij of mijn werk zou beïnvloeden, moet ik dringend van job veranderen.’

Bron » De Tijd | Lars Bové