Criminoloog Cyrille Fijnaut publiceert memoires: “Samenleving moet niet aanvaarden dat op de rechtbank allerlei scenario’s tevoorschijn worden getoverd alleen maar om cliënt vrij te pleiten”

De kiemen van de georganiseerde drugscriminaliteit liggen in het verkeerd begrepen tolerantiebeleid in de jaren 70 in Nederland. Dat zegt Cyrille Fijnaut die als professor criminologie verbonden was aan tal van parlementaire onderzoekscommissies. Hij schreef zijn memoires en vertelt daarover in Terzake.

Als Cyrille Fijnaut begin jaren 70 bij de drugssectie van de politie van Tilburg gaat werken, valt hem iets op. “De harde kern waren lieden uit de traditionele misdaad: inbrekers, overvallers, geweldplegers. Zij konden groot geld verdienen met weinig risico. De overheid greep echt niet echt in. Ze liet betijen en begaan. Het werd met de mantel der liefde bedekt.”

Het duurde lang vooraleer iedereen besefte wat de impact van de georganiseerde misdaad in een samenleving is. “Het valt niet mee voor een democratische samenleving om te erkennen dat er zo’n zwaar probleem in haar schoot is ontstaan. Dat is toch een beetje een nederlaag.”

Volgens Fijnaut moet er in de toekomst nog meer ingezet worden op een brede aanpak van het probleem, die ook focust op de economische aspecten van de drugshandel. “Hoe kan het zijn dat je zwart verdiend geld opeens in een witte sector kunt inbrengen? Dan moet je toch bruggenbouwers hebben? En notarissen en advocaten zijn bij uitstek bruggenbouwers.”

Cyrille Fijnaut is erg scherp voor de wijze waarop sommige strafpleiters hun verdediging voeren. “Ik vind dat een samenleving ook niet moet aanvaarden dat mensen op de rechtbank alle mogelijke scenario’s tevoorschijn toveren alleen maar met het oog op het vrijpleiten van hun cliënt.”

“Over grenzen” (uitg. Prometheus), de memoires van Cyrille Fijnaut, ligt vanaf morgen in de boekhandel.

Bron » VRT Nieuws

Paleis der natie: Zelfs het onderzoek was een bende

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel beslaat honderdduizenden bladzijden. Het wordt niet langer geteld in strekkende meters, maar in aantal kasten. Voor de regering mag dat dossier nooit verjaren.

Het bos van La Houssière, genoemd naar een nabijgelegen boerderij, ligt op de grens van Waals-Brabant met Henegouwen, op het grondgebied van ’s-Gravenbrakel. In de namiddag van zaterdag 9 november 1985 deden motorcrossers er een eigenaardige vondst: het restant van een brandstapel met halfverkoolde afstandsapparaten, een verschroeid decodeerapparaat, maar ook handgeschreven notities, een deels verbrande wapenencyclopedie en wapentijdschriften, een stuk van de foto van een blonde vrouw,  geblakerde cheques met de stempel van ‘Delhaize-Overijse’ en, vreemd genoeg, een treinkaartje Brussel-Oostende.

De verklaring van de motorcrossers en de inventaris van de vondsten door de lokale politie belandden meteen op het bureau van de Nijvelse onderzoeksrechter Jean-Marie Schlicker. Die was belast met het onderzoek naar de Bende van Nijvel, die haar naam dankt aan de overval op 17 september 1982 op een Colruyt-warenhuis in Nijvel waarbij drie doden vielen. De cheques wezen naar de Delhaize van Overijse, die enkele weken eerder, op zaterdag 27 september 1985, door de Bende was overvallen. Die roofoverval had plaats luttele tijd na een gelijkaardige raid op een Delhaize in Eigenbrakel. In Eigenbrakel vielen daarbij drie doden, in Overijse werden vijf mensen omgebracht.

Onderzoeksrechter Schlicker en de Nijvelse procureur des Konings Jean Deprêtre vonden niet dat ze moesten optreden. Schlicker liet het bos van La Houssière niet eens bewaken, zelfs niet na de overval enkele uren later op de Delhaize in Aalst, de laatste hold-up van de Bende van Nijvel, waarbij acht mensen het leven lieten. Jaren later wezen twee getuigen de plaats aan in La Houssière waar ze in de nacht van 9 op 10 november 1985 een Golf GTI opmerkten en twee mannen bij een kennelijk levenloos lichaam op de grond. Wat de aanname bevestigde dat de beruchte reus van de Bende in Aalst minstens gewond raakte.

Pas jaren later hebben onderzoekers zich echt gebogen over de vondsten in La Houssière. Het treinkaartje Brussel-Oostende was wellicht een van de dwaalsporen die de Bende volgens Amerikaanse profilers had uitgezet.

Borains

‘De daders lieten tal van voorwerpen achter die niets met de feiten te maken hadden, maar die tot lang en nutteloos onderzoekswerk leidden’, vertelde de speurder Eddy Vos achteraf. Hij werd in 1996 gevraagd de leiding te nemen van de Cel Waals-Brabant belast met het Bende-onderzoek. Zijn aanstelling was een suggestie van het toenmalige hoofd van de staatsveiligheid Bart Van Lijsebeth. Maar toen al zat het Bende-dossier muurvast.

Aanvankelijk was het onderzoek verspreid over verschillende politiediensten, onderzoeksrechters en parketten die elkaar dwarsboomden. Toppunt van het gerechtelijk gehaspel was het proces tegen de bende van de Borinage. De Borains waren marginalen rond de gewezen politieman Michel Cocu. Door slordig onderzoek in Nijvel eindigde het assisenproces tegen de bendeleden in chaos. Een Ruger-pistool, dat moest aantonen dat Cocu en zijn medetoogplakkers deel waren van de Bende van Nijvel, had volgens het Duitse Bundeskriminalamt niets met de zaak te maken. De Borains gingen vrijuit.

Gewezen rechter van het Grondwettelijk Hof Jean-Paul Moerman, die als jonge advocaat Cocu verdedigde, beschreef zijn ervaring en de manier waarop het Bende-onderzoek werd gevoerd in een pittige bijdrage in het liber amicorum van de grondwetspecialist André Alen. Hij vertelde daarin ook over de justitiële hardnekkigheid waarmee Cocu na zijn vrijspraak werd achtervolgd. Tot vlak voor zijn dood ging procureur-generaal Christian De Valkeneer hem vragen om als spijtoptant alles op te biechten. Hij kreeg de deur tegen de neus. Cocu, die in december 2016 overleed, was de laatste van de Borains. Na zijn dood werd voor alle zekerheid nog eens een huiszoeking verricht in zijn sterfhuis.

Twee parlementaire onderzoekscommissies bogen zich ooit over de Bende-enquête, maar het onderzoek bleef wat het was: een bende.

Bezigheidstherapie

Toen Vos in 1996 aan boord kwam met een nieuwe ploeg werd niets onverlet gelaten. Duitse specialisten in Wiesbaden deden ballistisch onderzoek. Jean-Jacques Cassiman, een wereldautoriteit in de menselijke genetica, verrichtte talloze DNA-onderzoeken, zelfs op rijkswachters van de Groep Diane. Stasi-archieven werden onderzocht en buitenlandse inlichtingendiensten aangesproken. Leugendetectors, Canadese geomaticaspecialisten en FBI-profilers werden ingeschakeld. De profilers kwamen tot de vaststelling dat wellicht sprake was van twee bendes, waaronder een Franse gang.

In 2012 gaf Vos zijn opdracht terug. Sindsdien kabbelt het onderzoek verder in Charleroi. Af en toe worden vreemde onderzoeksdaden gesteld, zoals recent nog een dregging in het kanaal van Damme naar een uzi, een machinepistool dat de Bende nooit gebruikte.

Toch wil minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) het onderzoek laten voortzetten. Volgens zijn wetsontwerp zal verjaring niet meer mogelijk zijn voor ernstige feiten als moord en roofmoord ‘die de bevolking ernstige vrees hebben aangedaan of die tot doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen’. Dat is nu al het geval voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en seksuele misdaden ten aanzien van minderjarigen.

In het verleden werd de verjaringsperiode voor de misdaden van de Bende van Nijvel, die 28 dodelijke slachtoffers en 40 gewonden maakte, al twee keer opgeschoven. In de officiële aankondiging van de opheffing van de verjaring is geen sprake van de Bende. Toch is duidelijk dat het wetsontwerp op die maat werd uitgewerkt. Volgens ingewijden is het Bende-onderzoek nu al een vorm van bezigheidstherapie voor de onderzoekscel in Charleroi. De nieuwe onderzoekers stootten zich aan dezelfde zij- en dwaalsporen als hun voorgangers.

In dit dossier heeft iedereen een theorie maar geen schuldigen. Er is sprake van oud-rijkswachters in dienst van rechtse politieke kringen of van hun gefrustreerde chefs. Sommigen vermoedden achter de overvallen een strategie van de spanning – van psychologische oorlogvoering, zeg maar – al dan niet aangepord door Gladio-groupuscules. De jaren 1980 waren ‘loden jaren’, met aanslagen, politieke moorden en ontvoeringen in binnen- en buitenland door extreemlinks en extreemrechts, en dat allemaal in tijden van sociale en economische onrust.

Het onderzoek werd op allerlei manieren gemanipuleerd of op nieuwe dwaalsporen gebracht. Toenmalig minister van Justitie Jean Gol (MR) verwierp de politieke pistes. Rijkswachters en magistraten gebruikten het onderzoek voor hun afrekeningen en inspireerden de media om roze en andere pistes te lanceren die het onderzoek doorkruisten.

Veertig jaar na het eerste Bende-feit – de diefstal van een jachtgeweer in een sportwapenwinkel op 13 maart 1982 in Dinant – is de kans groot dat tal van de verdachten van weleer zijn overleden. Op spijtoptanten wordt niet meer gerekend. Wat rest, is het gigantische dossier in Charleroi. De waarheid zit misschien in een van de vele kasten, misschien ook niet.

Alleen een ongebonden, zorgvuldig samengestelde waarheidscommissie van magistraten, criminologen en historici kan op een geloofwaardige manier en zonder aanzien des persoons het onderzoek doorlichten. Want het is maar de vraag of de nieuwe wet, zoals gehoopt, tot een opheldering zal leiden. Door het opheffen van de verjaring bestaat de kans dat wie tot nu heeft gezwegen, blijft zwijgen.

Bron: De Tijd | Rik Van Cauwelaert

Dan toch geen verjaring voor dossier Bende van Nijvel?

De verjaringstermijn van zware misdaden die een grote impact hadden op de samenleving, zoals de feiten die de Bende van Nijvel pleegde, wordt waarschijnlijk afgeschaft. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) heeft daarover een wetsontwerp klaar.

De Bende van Nijvel overviel in november 1985 de Delhaize in Aalst. Acht mensen kwamen om, wat het aantal moorden dat aan de Bende wordt toegeschreven op 28 bracht. Vanaf die dag begon de klok voor de verjaring ook te tikken. Door de ernst en impact van de feiten lag die op dertig jaar, maar een wetswijziging uit 2015 verlengde die termijn met tien jaar, dus tot 2025.

Het onderzoek naar de Bende loopt nog steeds, wat het praktisch onmogelijk maakt om eventuele verdachten voor de rechter te brengen en te laten veroordelen voor die verlengde verjaringstermijn afloopt.

Een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) moet de verjaringstermijn voor dit soort feiten afschaffen, wat betekent dat in het Bendedossier de deadline van 2025 zou wegvallen. De ministerraad gaf vandaag groen licht voor het ontwerp, dat nu naar de Raad van State gaat voor advies en dan terechtkomt bij het parlement voor verdere behandeling.

Ook terrorisme

De voorgestelde wetswijziging slaat op ‘ernstige misdaden zoals moord en roofmoord die de bevolking ernstige vrees hebben aangedaan of tot doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen’. Het gaat bijvoorbeeld ook om terrorisme.

‘Deze feiten hebben zo een grote impact op de samenleving dat verjaring vanuit maatschappelijk oogpunt niet is te verantwoorden’, laat Van Quickenborne in een persbericht weten. ‘Er moet blijvend gerechtigheid kunnen geschieden. Steeds betere onderzoekstechnieken kunnen in onopgeloste moorddossiers na decennia ook nog tot een doorbraak leiden.’

Verjaring is een belangrijk principe binnen het strafrecht. Het moet voorkomen dat iemand voor een klein vergrijp vele jaren later toch nog wordt berecht. ‘Het maatschappelijke nut ontbreekt en de zeer laattijdige bestraffing zou meer negatieve maatschappelijke gevolgen kunnen hebben dan het misdrijf zelf’, zegt de minister. ‘De verjaringstermijnen creëren maatschappelijke rust en een vorm van rechtszekerheid.’ Hoe zwaarder een misdrijf is, hoe langer die verjaringstermijn. Voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en seksuele misdrijven tegen minderjarigen is de verjaringstermijn al afgeschaft.

Bron » De Standaard

Kan dossier Bende Van Nijvel binnenkort nooit meer verjaren? Minister Van Quickenborne wil verjaringsregels (roof)moord strenger maken

De regering wil op voorstel van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) de verjaringstermijn afschaffen voor de ernstigste roofmoord- en moordzaken. De minister wil dat er altijd gerechtigheid kan geschieden voor de slachtoffers van zeer ernstige misdaden, los van de datum van de feiten. Als de nieuwe regeling officieel wordt ingevoerd, zou die grote gevolgen kunnen hebben voor het dossier van de Bende Van Nijvel, dat voorlopig in 2025 verjaart.

Er stond heel wat op de agenda van de ministerraad van de federale regering. Net voor de kerstvakantie wilden de ministers nog één en andere goedgekeurd krijgen. Eén van de zaken die op tafel lag, was een wetsontwerp van minister voor Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) over de verjaringstermijn.

Zo’n termijn houdt in dat de schuldige van een misdrijf na een bepaalde periode niet meer berecht en bestraft worden. “Zo kun je iemand die een brood heeft gestolen, na twintig jaar niet meer voor de rechter slepen”, zegt Van Quickenborne. “De verjaring als principe is dus heel belangrijk in onze rechtstaat.”

Uitzonderingen

Bij misdaden tegen de menselijkheid, genocide en oorlogsmisdaden is er wel een uitzondering. Die zaken kunnen altijd berecht worden, ongeacht hoeveel tijd er is verstreken sinds de feiten. “Sinds 2019 is dat ook zo bij seksuele misdrijven bij minderjarigen”, zegt Van Quickenborne.

Hij wil nu dat de verjaringstermijn voor moord of roofmoord kan worden geschrapt als die het land ernstig schaden, de bevolking ernstige vrees aandoen of als doel hebben de staatsstructuren te ontwrichten. Het zou dan aan de rechter zijn om te beslissen of de zaak aan zo’n criterium voldoet.

Volgens Van Quickenborne hebben dergelijke feiten zo’n grote impact op de samenleving dat verjaring, uit maatschappelijk oogpunt, niet te verantwoorden is. “Gerechtigheid moet blijvend kunnen geschieden in die gevallen”, zegt Van Quickenborne. “De samenleving verwacht dit van Justitie. Met dit wetsontwerp willen we dit mogelijk maken.” Volgens hem zouden nieuwe onderzoekstechnieken na decennia alsnog tot een doorbraak kunnen leiden in onopgeloste moorddossiers.

De ministerraad keurde het wetsontwerp vandaag goed. Dit wordt nu ter advies voorgelegd aan het de Raad van State. Daarna, met eventuele adviezen in rekening gebracht, wordt dit wetsontwerp aan het parlement voorgelegd.

Vereenvoudiging

De regels zouden strak vereenvoudigd worden. Naast de verjaring van zeer ernstige roof(moorden), wordt het principe van stuiting afgeschaft. Stuiting houdt in dat de verjaringstermijn wordt stopgezet en nadien van nul wordt hervat

Verjaring zal ook niet meer mogelijk zijn eens het dossier doorverwezen is naar de correctionele rechtbank. Ten laatste zou de huidige verjaringstermijnen, minimaal 6 maanden en maximaal 20 jaar, worden aangepast naar minimaal 1 jaar en maximaal 30 jaar. De termijn blijft wel afhangen van de minimale en maximale strafmaat die vasthangt aan een misdrijf.

Bende van Nijvel

De nieuwe regeling zou, eens doorgevoerd, mogelijk van toepassing kunnen zijn op terrorismedossiers of bijvoorbeeld het dossier Bende Van Nijvel. Dat was een groep misdadigers die in de jaren 80 in België een reeks moorden, inbraken, diefstallen en overvallen pleegde. Daarbij vielen in totaal 28 doden en ruim 40 gewonden. Voorlopig verjaart die zaak in 2025. “Een van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van ons land”, zegt Van Quickenborne.

Bron » VRT Nieuws

Voorstel van minister van Justitie Van Quickenborne: zeer ernstige moord- of roofmoordzaken mogen niet meer kunnen verjaren

Op voorstel van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) wil de regering de verjaringstermijn afschaffen voor de meest ernstige moord- en roofmoordzaken. De nieuwe regeling zou van toepassing kunnen zijn op terrorismedossiers of het dossier rond de Bende van Nijvel.

Voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en seksuele misdrijven ten aanzien van minderjarigen bestaat reeds een uitzondering op de geldende verjaringstermijnen. Zulke zaken kunnen nooit verjaren en worden altijd berecht, ongeacht de tijd die sinds de feiten verstreken is. Van Quickenborne wil nu dat ook zeer ernstige feiten van moord en roofmoord onder de categorie van de uitzonderingen vallen.

Het moet gaan om misdaden die de bevolking ernstige vrees hebben aangedaan of tot doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen. Ook voor misdaden die een land of een internationale organisatie ernstig kunnen schaden of de overheid of een internationale organisatie proberen te dwingen tot het verrichten of het zich onthouden van een handeling, zou de verjaringstermijn vervallen.

“Zulke feiten”, zegt Van Quickenborne, “hebben een dusdanig grote impact op de samenleving dat verjaring uit maatschappelijk oogpunt niet te verantwoorden is en er blijvend gerechtigheid moet kunnen geschieden. Bovendien kunnen steeds beter wordende onderzoekstechnieken na decennia alsnog tot een doorbraak leiden in onopgeloste moorddossiers.”

Bende van Nijvel

Het wetsontwerp is nu door de regering goedgekeurd en wordt aan de Raad van State voorgelegd voor advies. Daarna gaat het naar het parlement. “Als de nieuwe regeling daar wordt goedgekeurd, zou die mogelijk van toepassing kunnen zijn op terrorismedossiers, maar ook op het dossier van de Bende van Nijvel”, aldus Van Quickenborne.

Een en ander past in een bredere hervorming van het strafprocesrecht. Ook wordt het principe van stuiting (onderbreking van de verjaringstermijn) afgeschaft en zal verjaring niet meer mogelijk zijn eens een dossier doorverwezen is naar de correctionele rechtbank. De huidige verjaringstermijnen, minimaal 6 maanden en maximaal 20 jaar, worden aangepast naar minimaal 1 jaar en maximaal 30 jaar. Dit blijft afhangen van de minimale en maximale strafmaat die vasthangen aan een misdrijf.

Vermassen: “Bandieten krijgen geen cadeau meer”

“Ik was jarenlang zelf vragende partij, nu komt het eindelijk zover. Het is goed dat we niet langer de zwaarste bandieten cadeaus geven en er meer aan de slachtoffers wordt gedacht”, reageert toppleiter Jef Vermassen.

De nieuwe regeling zou dus zoals eerder vermeld onder meer van toepassing kunnen zijn op het dossier rond de Bende van Nijvel waar advocaat Jef Vermassen een van de slachtoffers vertegenwoordigt.

“Dit een zeer belangrijke stap”, stelt hij. “De verjaringstermijn is iets dat dateert van decennia geleden toen men het principe vooropstelde dat er ooit een dag komt dat je niet meer vervolgd kan worden voor je misdrijven, dat het voorbij is. Maar de mentaliteit is veranderd, de maatschappij is nu veel meer gericht op de slachtoffers in vergelijking met de vorige eeuw en het wordt niet meer aanvaard dat slachtoffers op die manier in de koude zouden blijven staan.”

“Waarom zouden wij de zwaarste bandieten cadeaus geven? Want de verjaring was een cadeau voor wie een misdrijf had gepleegd, want hij of zij werd niet meer vervolgd. Dankzij dit wetsvoorstel kan er op elk moment nog vervolging komen voor heel ernstige misdrijven en hoeven slachtoffers daar geen schrik meer voor te hebben. Je geeft de misdadiger niet langer een cadeau, dit wetsvoorstel eert de slachtoffers en is een geschenk voor hen. De hoop op een prijs verjaart dan niet. Die schrik bestond ook voor de zaak in de Bende van Nijvel, en die schrik valt nu weg.”

Bron » Gazet van Antwerpen