Chaos dreigt bij Brusselse Justitie: benoeming van topmagistraten loopt vast

Er wordt voorlopig geen nieuwe procureur-generaal voor Brussel voorgedragen. Volgens de Franstalige leden van de benoemingscommissie liggen de Nederlandstaligen dwars. Daarmee dreigt één van de absolute topjobs bij Justitie binnenkort niet ingevuld te worden.

Vijf procureurs-generaal telt ons land: in Brussel, Antwerpen, Gent, Luik en Bergen. Ze vormen de top van het parket, en samen met de minister van Justitie bepalen ze het vervolgingsbeleid. Net als andere leidinggevenden bij Justitie worden ze voor 5 jaar benoemd, en kan hun benoeming daarna met nog eens 5 jaar verlengd worden. De huidige procureur-generaal van Brussel, Johan Delmulle, zit bijna aan het einde van die 10 jaar. En dus moet er een opvolger gevonden worden.

Aangezien Delmulle Nederlandstalig is, moet zijn opvolger Franstalig zijn. Dat ligt wettelijk zo vast. Die nieuwe procureur-generaal moet ook perfect tweetalig zijn. Enkele kandidaten hadden zich gemeld, en moesten zich gisteren voorstellen aan de Hoge Raad voor Justitie, die dan moet beslissen welke kandidaat de meest geschikte is.

Alleen is dat laatste niet gebeurd. De Hoge Raad voor Justitie meldt zelf alleen dat er niemand is voorgedragen. Maar de Franstalige leden verstuurden achteraf een persbericht, waarin ze schreven dat de Nederlandstalige leden weigerden om een nieuwe procureur-generaal voor te dragen. Volgens het persbericht zouden de Nederlandstalige leden van de Raad unaniem hebben gezegd dat ze eerst duidelijkheid willen over de eerste voorzitter van het Hof van Beroep in Brussel.

Laurence Massart: al vijf jaar in het oog van de storm

Die eerste voorzitter is Laurence Massart, die ook het assisenproces over de terreuraanslagen in Brussel leidde. Haar functie is te vergelijken met die van procureur-generaal: er zijn maar vijf eerste voorzitters van een hof van beroep in ons land. En ook voor de functie in Brussel geldt dat een Franstalige altijd moet worden opgevolgd door een Nederlandstalige en vice versa.

Maar al meteen bij de benoeming van Massart in 2018 was er veel discussie. Massart, die Franstalig is en geen Nederlands spreekt, volgde een andere Franstalige op. Volgens toenmalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V) kon dat, omdat haar voorganger maar 5 jaar actief was geweest, en geen 10 jaar. Voor die laatste 5 jaar kon zij dus wel opgevolgd worden door een andere Franstalige. Daar volgden procedures op bij de Raad van State en het Grondwettelijk Hof, die nog altijd lopen. En intussen deed Massart haar termijn van vijf jaar uit.

Dit voorjaar schreef minister Van Quickenborne (Open VLD) dan ook een vacature uit voor een Nederlandstalige opvolger, na tien jaar Franstaligen. Maar Massart verzette zich daartegen: ze vindt dat ze recht heeft op een verlenging met nog eens vijf jaar. Voorlopig is het onduidelijk hoe dat afloopt. De rechtbank in kortgeding heeft alvast beslist dat er geen Nederlandstalige vacature mag worden uitgeschreven, zolang de Raad van State zich niet heeft uitgesproken.

Twee Franstaligen voor twee topfuncties

En daarmee zijn we terug bij de voordracht van een nieuwe procureur-generaal. Als het klopt wat de Franstalige leden van de Hoge Raad voor Justitie schrijven, willen de Nederlandstaligen geen voordracht doen, zolang er geen duidelijkheid is over het lot van Massart. Want er dreigt een situatie te ontstaan waarbij de twee Brusselse topmagistraten Franstaligen zijn. Dat is wettelijk niet verboden, maar het is wel gevoelig: ze zijn allebei immers ook verantwoordelijk voor de Nederlandstalige onderzoeken en processen in Brussel en Vlaams-Brabant. Bovendien moet de procureur-generaal wél perfect tweetalig zijn, maar de eerste voorzitter niet. En Massart zou, ondanks haar belofte in 2018 om Nederlands te leren, nog altijd niet veel vooruitgang hebben geboekt op dat gebied.

De Nederlandstalige magistraten in Brussel protesteerden daarom in 2018 al tegen haar benoeming, en maken zich nu opnieuw zorgen. Volgens verschillende mensen met wie VRT NWS sprak, was het nooit de bedoeling dat het hof van beroep 15 jaar lang door een Franstalige geleid zou worden. En daarom dreigt ook een andere benoeming nu dus vast te lopen. Geen fraai beeld van Justitie, terwijl het hof van beroep in Brussel al jaren met grote achterstand kampt.

Overigens zijn er nog wel meer problemen met benoemingen bij Justitie. Zo heeft het parket van Brussel al enkele jaren geen volwaardige procureur, ook door problemen met de taalrol.

Wel nieuwe federaal procureur

De Hoge Raad voor Justitie heeft wél een nieuwe federaal procureur voorgedragen: Ann Fransen werd de meest geschikte kandidaat bevonden om volgend jaar Frédéric Van Leeuw op te volgen. Fransen staat nu aan het hoofd van de afdeling antiterrorisme van het federaal parket. Minister Van Quickenborne moet haar voordracht nu bekrachtigen.

Ons land telt vijf hoven van beroep. Wie in beroep gaat tegen een beslissing van de rechtbank van eerste aanleg, komt bij hen terecht. Elk hof van beroep heeft ook eigen aanklagers: het parket-generaal. Zij staan dus een trapje hoger dan de gewone rechtbank en het gewone parket.

Bron » VRT Nieuws

Oud-speurder over onderzoek Bende van Nijvel: “Eén hypothese lijkt mij volledig uitgesloten, die van het Grote Complot”

Deze zondag, 17 september, markeert een pijnlijke verjaardag. 40 jaar geleden sloeg de Bende van Nijvel toe in de Colruyt in Nijvel, waarbij drie doden vielen. Eddy Vos, de voormalige gerechtelijk commissaris, heeft na vijftien jaar betrokkenheid bij het onderzoek zijn eigen theorieën ontwikkeld die hij in dagblad La Dernière Heure overloopt.

Eddy Vos ging vorig jaar met pensioen nadat hij tussen 1996 en 2011 aan het hoofd stond van de cel Waals-Brabant. Met vijftien jaar toegewijde betrokkenheid in de zaak, heeft hij verschillende meningen en hypothesen gevormd.

Bij La Dernière Heure zet Eddy Vos enkele kenmerken van de bende op een rij. Hij benadrukt dat de doelen van de daders volgens hem in de loop der jaren zijn geëvolueerd. De eerste golf van misdaad in 1982 en 1983 betrof ‘gewone criminaliteit’. Pas daarna kwam er een element van terreur en provocatie bij die kenmerkend zou zijn voor de brutale overvallen met zwaar geweld. “Volgens mij waren de moorden een mix. De doelstellingen van de daders zijn gevarieerd en geëvolueerd.”

Hij stelt ook dat de daders bedreven waren in het manipuleren van gerechtelijke onderzoeken, het verband tussen de feiten leggen en hun sporen uitwissen. “Ze betrokken verschillende autoriteiten en zelfs taalregio’s om verwarring te zaaien, wat volgens mij geen toeval was.”

Wat Vos wel meteen afdoet als onzin, is het ‘Grote Complot’. Doorheen de jaren werd vaak geopperd dat het onderzoek van de Bende van Nijvel op niets uitdraaide omdat het van binnenuit werd gesaboteerd. Hij stelt zich ernstige vragen bij de haalbaarheid van een samenzwering waarbij honderden magistraten, rechercheurs en deskundigen gedurende veertig jaar zouden hebben gewerkt om de waarheid te verbergen.

“Laten we serieus blijven”, benadrukte hij. “Onze enige motivatie was altijd om antwoorden te vinden. Na meer dan 40 jaar denk ik dat het tijd is om de handdoek in de ring te gooien, tenzij het onderzoek ons binnen de komende twee jaar verrast. Dan zou ik degene zijn die als eerste de champagne laat knallen.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Justitie digitaliseert: ‘We kunnen dossiers nu vinden met zoektermen’

Een forse stijging van de drugsdossiers, of een zaak die te lang aansleept? In de langverwachte nieuwe software van Justitie krijgen magistraten daar automatisch een melding van.

Ze zijn niet te tellen, de incidenten waarmee Justitie te maken kreeg doordat ze bleef hangen in de ­papiermolens van de twintigste eeuw. Lukraak enkele voorbeelden: in 2018 dreigde een drugsbende vrij te komen, omdat de rechtbank een dvd met afgeluisterde telefoongesprekken niet kon afspelen. Bleek dat men het verkeerde programma gebruikte. ­Enkele jaren voordien raakten honderden pv’s uit het onderzoek naar misbruik in de kerk verloren, onder meer doordat een poetsvrouw ze had weggegooid. Kopietjes moesten het papieren dossier weer volledig maken. Bijzonder pijnlijk was de vrijlating uit voorarrest van enkele wapenhandelaars, in 2010. De reden: het karretje met hun dossier raakte niet waar het moest zijn.

De problemen overstegen de anekdotiek. Falende informatica belemmerde een goed werkend gerecht. Daar neemt Justitie nu stap voor stap afscheid van.

Bijeen puzzelen

‘Wanneer ik ’s morgens mijn computer opstart, krijg ik meteen te zien welke nieuwe dossiers er zijn’, zegt Stephanie Vanthienen, die als Leuvense parketmagistrate ook IT-verantwoordelijke is binnen Justitie. Ze bouwde mee aan ‘JustOne’, dat een wirwar aan applicaties verenigt en eind deze maand voor alle parketmagistraten beschikbaar wordt. ‘Om een bepaald dossier op te zoeken, gebruiken we zoektermen in plaats van de functietoetsen uit het verleden. Elke magistraat heeft ook zijn eigen dashboard. Wie bijvoorbeeld refe­rentie­magistraat is voor intrafamiliaal geweld of zedenzaken, zal zo een overzicht hebben van zijn dossiers en trends sneller kunnen opmerken.’

‘We verliezen ook veel minder tijd met het zoeken naar databanken, zoals het strafregister, omdat we die rechtstreeks vanuit ons systeem kunnen oproepen. Er is gewoon veel meer mogelijk: ik kan via het systeem de administratie vragen om een bepaalde deskundige te contacteren, zien of iemand op de Ocad-lijst staat, of slachtofferonthaal is aangesteld, enzovoort. Al die stukjes informatie moest je vroeger uit papieren dossiers bijeen puzzelen.’

Om te spreken van volledig digitale dossiers is het nog te vroeg, maar die weg is wel ingeslagen. Pv’s van de politie komen meer en meer elektronisch toe in het dossier. Op het einde van het jaar zullen advocaten hun documenten digitaal kunnen toevoegen.

‘Aantekeningen bij dossiers hangen er ook niet meer op met een papieren post-it, waardoor ze verloren kunnen raken, maar zijn opgeslagen in het systeem’, zegt Vanthienen. ‘De zittingen in een bepaalde zaak waren voor magistraten een onoverzichtelijk kluwen. Nu beschikken we over een tijdlijn en kunnen we onze doorlooptijden monitoren. Wanneer iets niet binnen een bepaalde termijn gebeurt, krijgen we daarvan een melding. Heel onze informatiedoorstroming is veel beter dan vroeger.’

Zal Justitie daardoor ook efficiënter worden? ‘We kunnen in ieder geval veel korter op de bal spelen’, zegt Vanthienen.

Kater

‘Vroeger’, dat is de tijd waarin ­magistraten een handleiding naast hun computer moesten hebben om de weg niet te verliezen in systemen zoals MaCH. Die software om dossiers bij te houden mag dan robuust zijn, er door de geluidsmuur mee knallen deden magistraten niet. ‘Wie in de magistratuur kwam werken, werd teruggeslagen in de tijd’, zegt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘De eerste handtekening voor MaCH werd gezet in de jaren 80 door (toenmalig minister van Justitie, red.) Jean Gol. Een update was broodnodig, maar we beseften ook dat één groot informaticasysteem voor heel Justitie niet de oplossing was.’

De kater na projecten als Phenix of Cheops, die één groot systeem voor heel Justitie moesten opleveren, was nog niet helemaal doorgespoeld. ‘Daarom hebben we allerlei kleinere applicaties ontwikkeld, maar wel gemaakt dat die met elkaar kunnen “praten”’, zegt ­Edward Landtsheere van de FOD Justitie.

Op dit moment is er sprake van niet minder dan 26 ­applicaties. Dat lijkt veel, maar doordat die aan elkaar zijn gelinkt, vormen ze aan de oppervlakte een geheel. ‘Het geld daarvoor is onder meer afkomstig van het Europese Herstelfonds’, zegt Van Quickenborne. ‘Daarvan gaat 137 miljoen euro naar digitalisering.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Eerste “Cold Case Bureau” van het land opent in Aarschot: “Moordenaars die hun geheim meedragen, kunnen bij ons terecht”

Onderzoekscollectief Bureau Van Meerbeeck opent in Aarschot een Cold Case Bureau. In het kantoor kunnen mensen terecht die meer weten of te weten willen komen over onopgeloste misdaden.

In de Leuvensestraat in Aarschot kan je binnenkort naar het eerste “Cold Case Bureau” van het land. Het wordt een ontmoetingsplaats voor mensen die geïnteresseerd zijn in onopgehelderde misdaden of een bepaalde cold case graag opgelost zien. “Al jaren staan we nabestaanden en achterblijvers bij met het samenstellen van een dossier in de hoop dat het gerecht daar opnieuw mee aan de slag kan gaan. Onze medewerkers deden dat altijd van op verschillende locaties en er was een noodzaak ontstaan om dat onder te brengen in één bureau”, vertelt oprichter Kurt Wertelaers.

Moordenaars met wroeging

Niet alleen nabestaanden die met vragen zitten, maar ook daders die willen praten, kunnen in het kantoor terecht. “Naast moordenaars die heel lang met hun geheim zitten, zijn er vaak mensen die dat geheim delen en daar al jaren over zwijgen”, legt Wertelaers uit. “We zijn ervan overtuigd dat, hoe oud een zaak ook is, er ergens wel iemand moet rondlopen die meer weet. Die mensen kunnen bij ons terecht, in de grootst mogelijke discretie.”

In het kantoor zal niet alleen onderzoekswerk gebeuren, maar er zullen ook opleidingen en evenementen worden georganiseerd. “We willen binnenkort ook een bibliotheek openen waar je alle mogelijke boeken en andere publicaties over cold cases kunt lenen of lezen. Iedereen is vrij om daar naartoe te komen.”

Bron » VRT Nieuws